Mr. Roadburn Walter Hoeijmakers, foto Pieter Heijboer

Mr. Roadburn Walter Hoeijmakers, foto Pieter Heijboer

ATTENTION: The English version of this interview can be found on this page.

Het was jarenlang vaste prik: Eerst drie dagen full-on Roadburn Festival en dan zondag in twee 013-zalen nagenieten op de Afterburner. De laatste jaren breidde het aanbod steeds verder uit en inmiddels kunnen we de zondag gerust beschouwen als een volwaardige festivaldag. En wat blijkt: de naam Afterburner wordt al enige jaren niet meer gevoerd. Een bewuste keuze, volgens organisator Walter Hoeijmakers. “De zondag heet al geen Afterburner meer sinds we steeds grotere bands boeken, en dit jaar betrekken we Het Patronaat er zelfs voor het eerst bij.”

Roadburn 2017 artwork door John Dyer Baizley

Roadburn 2017 artwork door John Dyer Baizley

Mr. Roadburn ziet ook hoe het festival de groei door de vergroting van 013 al verteerd heeft en anno 2017 veel meer 4-dagen- dan 3-dagenkaarten verkoopt. Alle passe-partouts zijn uitverkocht en alleen dagkaarten voor donderdag en zondag resteren. Dat is niet de opmaat naar verdere groei als het aan Hoeijmakers ligt, maar inhoudelijk ambieert de festivaldirecteur wel doorgroei en nog meer diepgang. NMTH ging in Utrecht boven de verse muntthee en het vlierbessensap in gesprek over die zondag, concurrentie, gedroomde headliners, inspiratie van Le Guess Who?, het wegvallen van Incubate, de rol van de curator en andere prangende Roadburn-kwesties. Ontnuchterend: TOOL op Roadburn is toch echt onbetaalbaar, maar verder lijkt er vooral heel veel wel mogelijk. “Ik ben wat vrijer geworden en heb het idee dat Roadburn 2017 echt een artistiek statement is.”

Door Ingmar Griffioen

Walter Hoeijmakers is een bescheiden, zachtaardige Utrechter, maar ook de man die steevast het vuur in de ogen krijgt en in bevlogen bewoordingen spreekt over muziek en zijn (in samenwerking met 013 georganiseerde) festival in Tilburg. Een festival dat dit jaar de 22ste editie beleeft, niet meer weg te denken lijkt uit het Nederlandse, maar ook het Europese en internationale heavy en avant-garde landschap. Het is een positie die geleidelijk bereikt is door vast te houden aan de eigen artistieke visie binnen een enorm, en vanaf de prille dagen van het Roadburn-blog gestaag opgebouwd, internationaal netwerk. Voor meer kader kijk je de Noisey/Vice-docu Mr. Roadburn.

Tegelijkertijd is het geen positie die vanzelfsprekend is, zeker niet nu er in festivalland steeds meer copycats opstaan. In de inhoudelijke positionering ligt volgens de festivaldirecteur de belangrijkste uitdaging voor Roadburn. Zijn antwoord is een voortdurende vernieuwing en verdieping van het festival, waarbij hij alsmaar eigenzinniger paden lijkt te kiezen. Want, zeg nu eerlijk; Wie had de experimentele hiphop van Dälek, de elektronica van The Bug (vs. Dylan Carlson van Earth) of de zogenaamde ‘hipster black metal’ van Deafheaven op Roadburn verwacht? ‘Herhaling is stilstand’, predikt Hoeijmakers. “Ik wil met Roadburn voorop blijven lopen, dit deels verzadigde landschap blijven aanjagen, mensen wakker schudden en de springplank zijn voor de headliners van de toekomst.”

Was het een bewuste keuze om van de Afterburner af te stappen of is het zo gegroeid?
“Eigenlijk vond ik Afterburner een hele fijne naam, maar het duidde op een soort kleinere variant van Roadburn, een laidback dag voor mensen die nog niet naar huis willen en zich nog een dag op ‘Planet Roadburn’ willen onderdompelen. In 2015 kregen we voor die dag een aantal grote bands aangeboden. Met name die Anathema-show met de terugblik op hun carrière, dat kun je niet meer onder een Afterburner scharen. Ik had het gevoel dat je dan, muzikaal en artistiek, een aantal bands en het festival tekortdoet. Dus hebben we toen besloten dat het gewoon de vierde dag van Roadburn is, wat ook fijner is naar de grote bands toe. Zeker nu met Patronaat erbij, en dan heeft het ook de standing die een Ulver verdient. En ook David Tibet en Youth (Hypnopazu, IG.), Les Discrets en Pallbearer. Maar voor de meeste mensen blijft het gewoon de Afterburner.”

En nu worden er veel meer 4-dagenkaarten verkocht?
“Er zijn 3,5 x zoveel 4-dagenkaarten verkocht als 3-dagenkaarten. In de tijden van de Afterburner verkochten we in verhouding meer 3-dagenkaarten. Dat is in de afgelopen twee jaar volledig omgedraaid. Omdat we van de Roadburn zondag een bijna volwaardige festivaldag hebben gemaakt, zien we dat terug in de passe-partouts, waarbij steeds meer mensen vier dagen naar het festival willen. Het is heel bizar om zo’n aanzienlijk verschil te zien. Roadburn begint echt een… ja vakantie te worden. Mensen willen er echt vier dagen bij zijn. Dat heeft natuurlijk ook te maken met dat we nu op zondag een heel sterk hoofdpodium hebben met drie grote bands.”

Duik in Roadburn 2017 met deze afspeellijst van 013 met liefst 178 nummers:

Voor bands als Hypnopazuzu en Ulver?
“Ja, en we merken ook veel belangstelling voor het hele Patronaat-programma. Met Oxbow, Sumac (met Aaron Turner van Isis), Leif Edling met zijn nieuwe project The Doomsday Kingdom, Come To Grief, Gong en Inter Arma; dat is al bijna een Roadburn-hoofdpodium dat mensen er op zondag nog eens bij krijgen. Vroeger hadden we zondag alleen de Main Stage en de Green Room, en de laatste paar jaar ook Cul de Sac, maar met dit stevige programma in het Patronaat erbij is het echt een volwaardige festivaldag geworden. Het zijn eigenlijk bands die normaal op het hoofdpodium zouden staan, en we houden ons hart vast voor de opkomst…, maar ze hebben aangegeven dat niet te willen. Sumac wilde per se in het Patronaat. Het Patronaat heeft een soort legendarische status op Roadburn gekregen, zoals het MIDI Theater dat vroeger had. Ik heb tegen menig grote band moeten zeggen dat het Patronaat echt niet mogelijk is.”

Sunday_Roadburn 17Dat is met een capaciteit voor 700 bezoekers toch te klein?
“Te klein ja. Heel bizar, dat een aantal headliners vroeg om daar te spelen. Ik krijg ook van boekers en managers veel vragen over die zaal en denk dat het Patronaat bijna een ‘cultvibe’ heeft: ‘daar moet je gestaan hebben op Roadburn’. Het is mooi, maar ook best apart, dat iets binnen Roadburn zo’n cultvibe krijgt. Ik vind het een compliment. Maar de echt hele grote jongens, die zich voorbereiden op een grote show, die zijn meteen om op het moment dat de technische specs van de 013 Main Stage in de mailbox belanden.”

Wat doet die groei naar vier volledige dagen met het festival? In hoeverre moet je daardoor anders programmeren?
“Het maakt het best pittig, omdat je de echt grote bands ook in een goede flow over die vier dagen moet verdelen. De zaterdag leunt bijvoorbeeld heel erg op Oranssi Pazuzu, Warning, Memoriam, My Dying Bride en Mysticum en is heel erg gebaseerd op de zwaardere doom-kant met ook black metal-invloeden. Het gaat van de grondleggers uit de jaren ’90 tot de huidige generatie met Oranssi Pazuzu. Terwijl de zondag met Ulver, Hypnopazuzu, Temple Ov BBV (het samenwerkingsverband tussen het Eindhovense Radar Men From The Moon en artist in residence GNOD) en Les Discrets op het hoofdpodium de wat experimentelere kant met shoegaze en duistere psychedelica biedt. Plus een duidelijke, meer melancholische en sfeerrijke benadering. Dat is gedaan zodat het festival opbouwt tot en met de zaterdag en dan is de zondag een dag waarop je toch wat vermoeide lichaam niet kapot gebeukt wordt. Waarop je je in een hele laidback Roadburn-flow nog één keer kunt onderdompelen.”

Toch nog een beetje het Afterburner-gevoel, met misschien het verschil dat vroeger meer bands een tweede show speelden op zondag.
“We gebruikten de zondag inderdaad vaak voor tweede shows. We hebben ook wel wat heftiger dingen gehad, zoals Ihsahn, Triptykon, Bongripper en Yob. Dit jaar heb ik er met name voor gekozen om die sfeervollere kant te laten zien, met een uitstapje naar de meer hedendaagse doom van Pallbearer en als afsluiter de black metal-kant van Pillorian, met John Haugm van Agalloch. Dus we gaan er wel uit met een knal, maar er zit ook een heel groot stuk in waar je je wat meer kan laten meevoeren. Daarentegen is het Patronaat een full-on ouderwets Roadburn-podium. Dat is voor de die-hards die op de vierde dag nog volledig de hard in willen gaan.

“De dagen zijn wel echt opgebouwd. Ik ben begonnen, toen ik helemaal duidelijk had wat John Baizley wilde. Het werkt altijd zo bij Roadburn: op het moment dat ik met de curator ga zitten en zijn ideeën hoor, ga ik de andere dagen eromheen bouwen, zodat het echt één geheel wordt.”

Roadburn-2017_John BaizleyIs het vanzelfsprekend dat de curator een deel van de zaterdag doet?
“Eerst deed de curator een hele dag en vulde dan met name in 013 de Main Stage, Green Room en Bat Cave/Stage01 in. In 2015, toen Ivar van Enslaved en Einar van Wardruna de curatoren waren, merkte ik dat ze een heel thematisch hoofdpodium hadden. Dat ging van Virus naar Sólstafir, Fields of the Nephilim, Wardruna en Enslaved en dat bouwde heel mooi op naar die enorme apotheose met Skuggsjá. Ik merkte die dag dat er wat gebeurde met de sfeer in de Main Stage. Mensen waren daar bijna de hele dag, omdat ze zo in de sfeer van die bands gezogen wilden worden. Tegelijkertijd had je in de Green Room en Stage01 niet hetzelfde gevoel, je keek naar allemaal fantastische bands, maar niet naar één geheel. Dat heeft me de ogen geopend en ik heb besloten om de curator niet meer een hele dag te laten programmeren, maar twee keer een podium. Dus doet de curator nu op vrijdag de Main Stage en op zaterdag het Patronaat. Dat heeft Lee Dorrian ook gedaan vorig jaar en zo een hele eigenzinnige kijk op het festival neergezet, waarbij de sfeer binnen vier muren blijft.”

Daarmee kan de curator misschien wel meer zijn stempel drukken.
“Het wordt ook interessanter, omdat je een curator uitdaagt om niet zomaar bands neer te zetten, maar om binnen één podium op één dag een verhaal te vertellen. Dat verhaal vertelden Ivar en Einar heel goed, Lee Dorrian ook en ik vind dat John Baizley dat nu ook heel sterk doet.”

Leg je dan aan John Baizley uit hoe zij dat in 2015 deden?
“Ik geef de curator de vrije hand. Ik leg alleen vaak uit wat de mogelijkheden zijn, hoe de andere curatoren het hebben gedaan en dat ze het podium kunnen gebruiken om in ieder geval een goed verhaal te vertellen. Dat kan nu ook omdat je tegelijkertijd geen afleiding hebt in andere zalen. Anders gaat een curator zichzelf bijna artistiek beconcurreren.”

Heb je weleens een curator moeten afremmen? Kan een Roadburn-curator te ver gaan?
“Eigenlijk niet. Maar ik heb letterlijk één keer tegen een curator gezegd: ‘Dit gaat niet gebeuren, omdat het niet past bij Roadburn’. Ik probeer ze uit te leggen dat ze hun eigen kijk op Roadburn moeten loslaten op het festival. Daarin heb ik nog nooit met extremiteiten te maken gehad, maar wel dat dingen niet in het budget passen. Dus dat een curator wel hele gave ideeën heeft qua bands en samenwerkingen, maar dat we gehinderd worden door de financiële mogelijkheden. Dat kan op een Coachella, op een Lowlands, of een festival waar de budgetten vijf keer zo groot zijn. Zoals TOOL op Roadburn bijvoorbeeld, dat is echt onbetaalbaar. Dat maakt het ook wel mooi; dat je elkaar met tranen in de ogen aankijkt en moet concluderen dat dingen niet haalbaar zijn. Ook gebeurt het dat curatoren hele goede connecties hebben in bepaalde, voor ons nieuwe genres en dat je plotseling stuit op managers en grote boekers die Roadburn niet kennen en dat we er niet uit komen. Zo zijn in de loop der jaren heel veel mooie ideeën niet gelukt.”

Heb jij net als Jan Smeets een lijstje met gedroomde acts?
“Nee, of ja maar die zijn absoluut onrealistisch. Dan gaat het meer om oude acts zoals Golden Earring met een speciale set, ZZ Top…”

Roadburn-Festival-2017-Full-Bleed-1

Nieuw dit jaar: Een vrij toegankelijke posterexpositie in NS16

Tegelijk maakt de uitbreiding van 013, die ook voor Roadburn een capaciteitsgroei van 1000 bezoekers betekent, vast ook dingen budgettair mogelijk.
“Er zijn daardoor wel dingen mogelijk geworden, zoals afgelopen jaar Diamanda Galás. Dit jaar komt juist de zwaarte van het hoofdpodium heel goed naar voren. Daar staan toch wel de grote namen, bands die die capaciteitsvergroting ook aan kunnen en het publiek vasthouden in de grote zaal. Ik heb vorig jaar gezegd dat het eigenlijk een nieuwe start van Roadburn was, met alle veranderingen in 013. En ik heb nu het idee dat Roadburn in 2017 echt een artistiek statement is.

“Ik ben wat vrijer geworden in ook cutting edge dingen neerzetten. Roadburn moet het festival zijn waar je ook signaleert wat de toekomst is. Het moet niet alleen terugvallen op grote namen uit het verleden, die de scene vorm hebben gegeven en domineren. Het festival moet ook een springplank zijn voor de nieuwe generatie bands, muzikanten, posterartists en noem maar op. Daar heb ik dit jaar erg naar gekeken, door ook de spannender dingen neer te zetten die zich net buiten de scene afspelen.”

Ik leerde Roadburn kennen als hét stonerfestival, de opname van Brant Bjork was een soort heilige belichaming van wat Roadburn voor mij was. Inmiddels is het festival al jaren veel breder, is het je bedoeling om daarbinnen mensen toch te verrassen? Om ze met Dälek of The Bug vs. Dylan Carlson wakker te schudden uit hun comfortzone?
“Ja, dat is heel erg belangrijk. Ik heb het gevoel dat een gedeelte van de scene op dit moment stagneert. En dat heeft met name te maken met te veel bands die hetzelfde klinken of willen klinken, te veel festivals die elkaar kopiëren, te veel een consolidatie van een generatie bands die al tijden hetzelfde doen. Met Roadburn wil ik die hegemonie doorbreken. Want over een x aantal jaar hebben we die huidige headliners al zoveel gezien, die mensen worden ook ouder en het moet niet een herhaling van zetten worden. Daarom moet Roadburn de springplank zijn voor de toonaangevende bands en de headliners van de toekomst. Althans dat wil ik eigenlijk heel graag”, zegt de festivalbaas met een bijna verontschuldigend lachje.

Muzikaal gaat het tegelijk veel breder. Zo is Dälek eigenlijk hele experimentele hiphop.
“Harry Sword van The Quietus schreef een heel mooi stuk over Roadburn, waarin hij zei ‘dat Roadburn eigenlijk aangeeft wat heavy is’. En heavy kan net zo goed Neurosis zijn als Dälek of Zeal & Ardor of Peturbator of Esben and the Witch. Hij schreef: ‘Er zijn zoveel vormen van heavy muziek, van Sunn O))) tot songwriters, en wat Roadburn nu doet is dat samenbrengen onder één noemer.’ Voor het eerst las ik op papier terug waar ik eigenlijk mee bezig ben, maar nooit zo benoemde. Dat stukje heeft mij veel goed gedaan. Het is weleens fijn als je het zo terugleest.”

Net uit: The Bug vs Earth – ‘Concrete Desert’

Een bevestiging dat je op de goede weg bent?
“Hij omschreef mijn onderbuikgevoel heel sterk. Ik ben een hele emotionele jongen, heel erg vanuit mijn gevoel gedreven. Dat is mijn sterke kant, maar het kan me ook vreselijk in de weg staan. Omdat ik heel erg verstrikt kan raken in mijn gevoelens en dan niet vrij kan denken, niet vrij ben in heel veel dingen doordat ik in de knoop zit. Doordat ik dat las, is dat een soort kapstok voor me geworden en verlies ik me iets minder snel in wat ik wil. Die review heeft me daarin gesterkt. Waar ik mee bezig ben, voelde al heel goed, maar ik kon het niet goed benoemen. Met dat kleine stukje in mijn hoofd, kan ik me nu veel vrijer en ook veel gedurfder op Roadburn concentreren. Ik heb veel helderder op een rijtje staan waar het festival naar toe moet gaan, mede ook door de ongelofelijke steun die ik op veel fronten in 013 krijg.”

Roadburn-2017_Friday_April_-21-1Scott Kelly adviseerde vorig jaar dat Roadburn niet verder zou moeten groeien. Is het denkbaar dat het festival in enige vorm nog uitbreidt? De belangstelling is er immers.
“Dat vind ik heel moeilijk. Ik denk dat het festival vooral artistiek verder zal uitgroeien. We zijn aan het kijken hoe we het in de toekomst meer artistieke diepgang kunnen geven.”

Inhoudelijk meer diepgang, is dat ook waar de grootste uitdaging ligt?
“Ja. Daar zit de grootste uitdaging: Hoe kunnen we met Roadburn voorop blijven lopen, ook qua grote bands, headliners, speciale projecten, noem maar op. Hoe kunnen we dat cutting edge gevoel dat Roadburn heeft verder uitbouwen voor de toekomst. Met verrassingen, een interessante kijk op wat er in die underground gebeurt en dat ook weten te vangen, of zelfs zelf daarin iets weten te creëren. ‘Roadburn als aanjager’ is het belangrijkste gevoel, we willen die hele underground scene artistiek aanjagen.”

Je moet als festival ook blijven vernieuwen of verkoop je de kaarten anders ook wel?
“We moeten zeker blijven vernieuwen. Er zijn inmiddels zoveel Roadburn-klonen, en ze centreren zich ook allemaal rond Roadburn. Wij halen natuurlijk veel bands hierheen en vervolgens krijg je zoveel copycats in hetzelfde tijdvak, omdat iedereen toch een stuk van de koek wil. Je ziet ook dat oktober, november, een half jaar na Roadburn, ook een opleving kent. Ook daar schieten de klonen uit de grond, zowel in Amerika als in Europa. Het wordt bijna zo’n rondreizend iets waarbij dezelfde bands bij elkaar komen en dat kan geen jaren zo door blijven gaan. Omdat je uit dezelfde vijver blijft vissen, houdt dat een keer op.”

Verzadiging bij de bezoekers?
“En ook bij de bands. Jurgen en ik hebben met Roadburn een soort blauwdruk neergezet en die blauwdruk is opgepakt en klakkeloos gekopieerd. Er zijn ook anderen die er iets heel moois mee doen, maar zelfs van die mensen die dat als eersten deden zijn nu ook alweer klonen verschenen. Je ziet de eerste Desertfest-klonen al opduiken, terwijl Desertfest eigenlijk al een Roadburn-kloon is. Er ontstaat een soort artistieke vervlakking, waarin steeds dezelfde bands de headliners en co-headliners zijn. Het is een circus dat tussen april, juni/juli en oktober/november blijft ronddraaien. Het is in de afgelopen jaren allemaal hetzelfde geworden. Was het eerst op Europa gericht, nu heb je in Amerika Psycho Las Vegas en, een nieuw festival, Days Of Darkness. Die doen ook alweer hetzelfde wat we hier doen, en kijken letterlijk wat wij doen en gooien daar heel veel geld tegenaan.”

Is deze explosie vanaf de kant van de bands bekeken, Nederlandse maar ook Europese groepen als My Sleeping Karma bijvoorbeeld, niet juist gunstig? Kunnen die zo niet meer spelen en een bestaan opbouwen?
“Natuurlijk is het een ontzettend mooie exposure voor de bands. Ik snap dat zij daar ook blij mee zijn, maar het blijft zich concentreren op dezelfde bands en dat vind ik zo jammer. Bij het merendeel van de festivals zit die drive om te vernieuwen, om die cutting edge te vinden, om die toekomst veilig te stellen, er totaal niet in. Het zijn meer festivals die zijn opgezet door mensen met een eigen boekingsbureau, die hun eigen stal ruimte willen geven, of die zelf in bands zitten. Het is een complex verhaal. Aan de ene kant ben ik heel blij voor bands dat er meer mogelijkheden zijn om te spelen, maar uit artistiek oogpunt houd ik mijn hart vast omdat het een herhaling is van zetten. En ik denk dat herhaling stilstand is op den duur.”

Roadburn-2017_Chelsea-WolfeIs dat ook slecht voor Roadburn?
“Ook slecht voor Roadburn, maar ook voor de scene en de nieuwe aanwas. Fijn dat bands periodes hebben waarin ze zich meer kunnen profileren, maar er mag meer cutting edge geprogrammeerd worden, met meer durf en meer vanuit een artistieke drijfveer.”

Er zijn ook andere festivals met Roadburn-achtige avonden. Le Guess Who? bijvoorbeeld met Chelsea Wolfe en Goatsnake en vorig jaar met een Consouling Sounds-avond in dB’s.
“Dat vind ik heel inspirerend. Dit komt juist vanuit een artistieke drijfveer. Zoals Johan en Bob (programmeurs Johan Gijsen en Bob van Heur, IG) zeggen dat ze geïnspireerd zijn door Roadburn, zo ben ik geïnspireerd door Le Guess Who? Als ik met hen praat en daar rondloop, word ik artistiek getriggerd om verder over Roadburn na te denken. En andersom doet Roadburn dat ook voor hen. Dan wordt het juist heel interessant, want dan breng je twee werelden samen. In dat artistieke spanningsveld kan iets nieuws ontstaan. Dat vind ik zo mooi en dat mis ik bij veel door Roadburn geïnspireerde festivals. Daar zie ik geen spanningsveld, maar een veilig samenraapsel van bands waarvan in het verleden al is bewezen dat het werkt. Het is voor bands wel fijn daar te spelen, maar ik vind het gevaarlijk voor de toekomst als die vernieuwing uitblijft.

“Dat zie je bij Le Guess Who? niet, die blijven zich verdiepen. Niet alleen in de programmering, maar ook in de setting waarin ze bands laten spelen. Dat vind ik zeer inspirerend om te zien.”

Is het wegvallen van Incubate schadelijk voor Tilburg, de underground en op den duur zelfs Roadburn?
“Dat vind ik moeilijk te beantwoorden. Ik vind het ten eerste heel pijnlijk voor Incubate, met name Vincent, Joost, Jelle en Erik; alle mensen die er hun hart en ziel in hebben gestoken om Tilburg op de kaart te zetten als een spannende stad waar, niet alleen op muzikaal maar ook op kunstzinnig gebied, heel veel gebeurt. Ik weet niet of Roadburn daar iets van merkt, maar ik vind het gewoon jammer voor met name de bands, de kunstenaars en die honderden vrijwilligers uit de stad, die een plek hadden waar ze zich creatief konden uiten en die met z’n allen konden laten zien dat kunst en cutting edge cultuur niet alleen voorbehouden is aan de Randstad. Sterker nog: dat er juist in de provincie op een hele vrije manier aandacht werd gevestigd op kunst, muziek, theater en op alle kruisbestuivingen. Ik vind het jammer dat dat wegvalt, met name voor de club mensen die daar zo mee bezig waren en nu uiteengevallen is. Dat vind ik zorgwekkend, want we hebben dat wel nodig, ook Nederland heeft dat nodig.”

Mr. Roadburn Walter Hoeijmakers, foto Pieter Heijboer

Mr. Roadburn Walter Hoeijmakers, foto Pieter Heijboer

Je hebt een curator. Boek je verder alle bands zelf?
“Ik boek vrijwel alles zelf. Alleen dit jaar heeft Brent Oostrum, werkzaam bij TivoliVredenburg, me geholpen met wat dingen voor Cul de Sac. Ook vraag ik Joep Smeets van 013, iemand waar ik veel mee praat, te hulp. Bij hele grote bands die net buiten het Roadburn-gezichtsveld vallen, komt het weleens voor dat we niet met de band, maar eerst met het management praten of boekers waar Joep dan vanuit zijn netwerk contact mee heeft.”

Het lijkt mij dat je heel veel boekers, managers en bands teleur moet stellen.
“Ja, ik moet heel veel mensen teleurstellen. Dat is moeilijk, maar het is ook zwaar omdat de druk steeds groter wordt. De belangen worden ook groter. Tenminste, de belangen voor bepaalde bands om op Roadburn te staan en er gezien te worden, zijn zo hoog… Dat maakt het boekingsproces soms heel erg pittig.”

Net als bij Eurosonic, dat bands hun release erop afstemmen en dan moet het daar ook gebeuren?
“Dat ze zich daarop richten en dat als ik dan laat doorschemeren dat ik niet geïnteresseerd ben, dat het dan verhardt. Dat is wel moeilijk.”

Waar moet een band aan voldoen om op Roadburn te kunnen spelen?
“Ik ben vooral op zoek naar bands die het heilige vuur hebben. Die op een eigenzinnige manier muziek maken en in het genre waarin ze zich bewegen, echt iets willen toevoegen, en niet alleen een bepaalde sound of stijl kopiëren. Er moet echt een drang en een drijfveer in zitten die het speciaal maakt. Het heeft ook erg met onderbuikgevoel te maken. Bij een Zeal & Ardor hoor je meteen dat het iets nieuws en speciaals is. Dan moet je alles op alles zetten om dat op Roadburn te krijgen. Die band belichaamt Roadburn als het ware. Dat is waar ik naar kijk; klopt het gevoel van de band bij het festival. Dan kom je toch terug bij het onderbuikgevoel en het gevoel dat een band teweegbrengt. Een band moet ook daadwerkelijk iets willen vertellen.”

Heb je nog een streepje voor als je uit België of Nederland komt?
“Dat maakt helemaal niks uit. Ik ben blij om te zien dat er in Nederland en België hele goede bands zijn opgestaan, écht goede en eigenzinnige bands. Waar een deel van Roadburn historisch gezien door Amerikanen werd gedomineerd, vind ik het heel fijn dat er in Europa zoveel spannende dingen gebeuren dat we niet alleen meer afhankelijk zijn van grote Amerikaanse bands. Dat vind ik een hele goede ontwikkeling. Ik vind het mooi om te zien dat er een generatie muzikanten is in Europa, en ook in Nederland en België, die dingen opgepakt hebben, daar hun eigen draai aan geven en zich volledig kunnen meten met de Engelsen en Amerikanen. De conventies dat dingen eerst uit Amerika of Engeland moeten komen, dat is binnen Roadburn echt wel voorbij.”

Nederlandse bands als bijvoorbeeld DOOL en Death Alley hebben zich op Roadburn behoorlijk in de kijker gespeeld. Is dat waar jij op hoopt?
“Ja, heel erg, dat vind ik zeer belangrijk. Dat ze Roadburn echt met beide handen aanpakken, zich het snot voor de ogen spelen en zo’n indruk achterlaten op de internationale community. Ik zie dat er een soort ‘New wave of Dutch black metal’ ontstaan is met hele interessante bands als Turia, Laster, Verwoed, Fluisteraars, Folteraar, Lubbert Das, Wederganger en noem maar op. Daar broeit iets, daar is zo’n broeinest van creativiteit en muzikaliteit. Dat wat IJsland en Finland hebben, dat heeft Nederland echt nu.

“Ik hoop ook dat de Nederlandse bands die er staan, zich er heel erg van bewust zijn dat ze hier echt internationaal opgepikt kunnen worden. Want er zijn veel mensen uit de industrie en veel journalisten. Het merendeel van de bezoekers zijn actieve mensen uit de scene, die bezig zijn met blogs, social media en hun eigen muziekscene. Dus het kan zijn dat als je hier zo goed speelt, dat je daar een push van krijgt. Kijk naar DOOL, die gewoon hun platencontract op Roadburn in de wacht sleepten middels die showcase. Ik vind het wel soms jammer dat er ook een groep bands is op Roadburn die het niet snapt, die niet ziet dat het meer dan een optreden is, dat je er echt heel veel kunt halen.”

Waarom heb je binnen die ‘New wave of Dutch black metal’ juist Laster uitgekozen als Roadburn Introduces act?
“Ik vind dat zij een hele mooie, eigenzinnige kijk op black metal hebben. Ze incorporeren het experiment, de avant-garde. Het is geen pure rauwe black metal, maar het gevoel is zo… de drijfveer is hetzelfde als bij de hele club rond Oranssi Pazuzu en Dark Buddha Rising, maar ook wat je in Noorwegen en IJsland ziet rond Naðra, Svartidauði en Misþyrming. Er zit een soort primaire urgentie in die mensen om dit zo te doen. Dat zie je bij Laster, bij Turia en al die bands ook; het is niet bedacht, maar echt iets dat eruit moet. Het komt zo uit hun allerdiepste wezen, dat klinkt heel hippie-achtig, maar je merkt dat deze mensen dat doen, omdat ze het écht willen. Er zit een bijna hogere drijfveer in, het is zó urgent. Ja ik vind het heel bijzonder wat er gebeurt op het moment.”

Walter Hoeijmakers geniet (r) onstage bij YOB op Roadburn 2012. Foto: Paul Verhagen

Walter Hoeijmakers geniet (r) onstage bij YOB op Roadburn 2012. Foto: Paul Verhagen

Roadburn Festival vindt plaats van donderdag 20 tot en met zondag 22 april in alle zalen van 013, plus het Patronaat, Extase en Cul de Sac in Tilburg. NMTH host vier dagen lang het programma in Cul de Sac. De blokkenschema’s vind je op deze pagina. Ticketinfo via Ticketmaster: Er zijn alleen nog dagkaarten voor de zondag en donderdag verkrijgbaar.

Verder vind je op NMTH alles over:
Laatste namen: Amenra versterkt, Folteraar & het punkproject van leden van Baroness en Neurosis
Het Roadburn zijprogramma met posterexpo Full Bleed en de terugkeer van Roadburn Cinema
Een dubbelprofiel van de bands Pontiak en Trans Am
Ulver gaat industrial op nieuwe plaat
Sessie: Eerste liveperformance Zeal & Ardor
The Doomsday Kingdom, het nieuwe project van Leif Edling (Candlemass)
Jacob Bannon (Converge) komt met Wear Your Wounds
Trackprimeur Crippled Black Phoenix
Albumreviews:
Laster – Ons Vrije Fatum
Zeal & Ardor – Devil Is Fine
Emptiness – Not For Music
Inter Arma – Paradise Gallows
Wretch – Wretch
Ortega – Sacred States
Subrosa – For This We Fought The Battle Of Ages
True Widow – Avvolgere

Laster_RB17 Roadburn 2017



Deel dit artikel