Limb Bizkit in 013, foto Rick de Visser

Het is alweer vijfentwintig jaar geleden dat Jacksonville voor het eerst werd opgeschrikt door Limp Bizkit, één van de pioniers van wat later nu-metal genoemd zou worden. En nu, na miljoenen verkochte albums brengt het ze voor zeventiende keer sinds 2010 weer naar Nederland… Patronaat, Effenaar, HMH/Afas Live, Tivoli Oudegracht, noem het maar op, ze zijn er geweest. Maar op deze dinsdagavond is het een vierde keer in Tilburg, met als locatie een uitverkocht Poppodium 013. Geen support, maar onder het genot van een biertje anderhalf uur no-nonsense rap metal van Fred Durst en zijn makkers. Maar hoewel de band garant staat voor een feestje der herkenning en er slechtere manieren zijn om je dinsdagavond te spenderen, lijkt het biscuitje inmiddels wel aardig op.

Tekst: Merijn Siben // Fotografie: Rick de Visser

Limb Bizkit in 013, foto Rick de Visser

Hoewel ik mij er normaliter ten strengste van weerhoud in de ik-vorm te schrijven, is het in dit geval toch een geschikt moment voor een persoonlijk proloog. Want negentien jaar geleden zag mijn tienjarige ik de zogeheten Superrrclip! van de week op muziekzender TMF (ken je die nog?). De desbetreffende track was Take A Look Around van Limp Bizkit. Wat het moest voorstellen wist ik niet, maar als ingetogen pispaaltje op de basisschool dat een broertje dood had aan Britney Spears of The Backstreet Boys, maakte deze harde muziek grote indruk. Bij het zien van Fred Durst in dure merkkleding, de middelvinger omhoog en schijt aan alles of de geschminkte held Wes Borland die als een gek rondsprong: het was in mijn belevingswereld uitzonderlijk vet, anders en simpelweg cool. Na het aanschaffen van de cd Chocolate Starfish and the Hot Dog Flavored Water – dankzij mijn zorgvuldig opgespaarde zakgeld – was het hek dan ook van de dam. De hoogtijdagen van de nu-metal braken aan met bands als Korn, Papa Roach, Linkin Park, P.O.D. en zelfs met Deftones, Slipknot of System of a Down aan het front. Hoewel Limp Bizkit destijds, mede door de arrogantie van Durst, ongeëvenaarde populariteit en duizenden copycats, al gauw een gehate band werd voor velen (en nog steeds is), heb ik altijd erkend wat voor invloed ze hebben gehad op mijn muzieksmaak en zelfs mijn persoonlijke ontwikkeling.

En nu, negentien jaar en een lange inleiding later, brengt het mij bij Poppodium 013 te Tilburg. Met drieduizend hongerige fans om deze toch wel legendarische pionier te aanschouwen. Er is geen betere manier om de set te openen dan met die vurige Wes Borland riff van Hot Dog, bijgestaan door die heerlijk groovende bas en drums van Sam Rivers en John Otto. Het beruchte nummer met meer dan zesenveertig fucks in de tekst, uitgespuugd door Freddie D hemzelf, creëert direct een chaos van jewelste, met rondvliegende biertjes en fans die elk woord mee zingen. De grootste verrassing van de avond biedt zich al meteen aan bij het tweede nummer, met het voorheen amper gespeelde Nobody Loves Me, dat nog van het Kornachtige debuutalbum Three Dollar Bill, Y’all komt. Wederom is hier een hoofdrol weggelegd voor die grandioze gitaarsound van Borland (vandaag gekleed in een Speedo, badjas en cowboyhoed), afgemaakt door het duistere gescratch van DJ Lethal en het door Durst geschreeuwde refrein.

Wie vervolgens verwacht dat er meer verrassingen komen, komt lichtelijk bedrogen uit. Want afgezien van het minder voor de hand liggende I’m Broke, ligt de nadruk op de hits. Is dat een probleem? Niet echt, maar na zoveel optredens zou een Counterfeit of een Boiler niet misstaan op de setlist. Desondanks bieden de gebruikelijke klappers als Rollin’ of My Generation een goed perspectief voor waarom de band explodeerde eind jaren negentig. Want waar Korn zich kenmerkte door deprimerende grooves, Deftones door duistere atmosferische songs en Slipknot zich door een tomeloze agressie, wist Limp Bizkit regelrechte hits te schrijven. Stampers van tracks die rockfans wisten te bekoren, maar toegankelijk en catchy genoeg voor de radio waren. Toch zorgt het er eveneens voor dat het optreden weinig verrassingen biedt, zonder nieuw materiaal om het wat op te frissen.

Limb Bizkit in 013, foto Rick de Visser

Natuurlijk is er spontaniteit genoeg tussendoor, zoals een Guns N’ Roses riffje hier en daar, of Metallica’s For Whom the Bell Tolls en Nirvana’s Heart Shaped Box verpakt in een medley. Gaandeweg trekt Wes Borland zelfs een fan op het podium om Eat You Alive mee te spelen op gitaar. Wanneer de jongen aan Fred Durst aangeeft dat hij zes jaar eerder ook al mee mocht spelen, loopt Durst direct weg en wordt de jongen opgelaten naar de zijkant van het podium gebracht. Totdat Durst aan Borland aangeeft dat hij maar wat aan het dollen was en de fan heus wel mag meedoen, wat een door Borland gezongen versie van het nummer teweegbrengt. Maar toch, ondanks dit soort momentjes, lijkt de transformatie van nu-metalpionier die zich onderscheidde van de vele vergeten mallcoreklonen naar een parodie op zichzelf nu toch wel compleet. Want hoezeer Borland ook aangeeft dat mensen op Instagram klagen over de hoeveelheid covers (‘’Give us a break, we’re finishing the album. Let us have some fun!’’), is het illustere Stampede of the Disco Elephants nog steeds niet uit.

Limb Bizkit in 013, foto Rick de Visser

Sterker nog, een jaartje terug grapte Durst dat het album zich op internet bevond. En laten we wel wezen; wie zit er eigenlijk te wachten op nieuw materiaal? Als je Borland in een eerder interview mag geloven helemaal niemand en wil iedereen altijd alleen maar de oude hits horen. Die gedachte doet het veelvuldig optreden voor overvolle zalen toch voelen als een cynische cashgrab. Eentje waar onomstotelijke hits als Nookie, Full Nelson, My Way of Break Stuff niet uit blijven, krakers als Pollution, Counterfeit of Boiler ontbreken, maar er desondanks vernuftig gespeeld wordt door de feestband bij uitstek.

Want een feestje, dat is het nog steeds. Maar hoe lang nog tot de formule toch wel echt oudbakken wordt? Helemaal kijkende naar collega’s als Deftones, Korn en Slipknot die nog steeds fris en gedurfd klinken vandaag de dag? De tijd zal het leren, maar ondanks deze verdere transformatie van Limp Bizkit naar een wandelende parodie, heeft ook ondergetekende zich gaandeweg losgetrokken van de bar. Want wanneer het allesverpletterende Take A Look Around de set eindigt, inclusief wall of death met Wes Borland erin, is deze verstokte fan erin te vinden, springend en moshend als een puber. En reken maar dat ik elk woord nog mee kan blèren.


Bekijk hier de fotoreportage door fotograaf Rick de Visser van Limb Bizkit in Poppodium 013



Deel dit artikel