In deze editie Hardhitting Albumreviews worden vier recent uitgekomen albums besproken door vier redactieleden. Uiteraard levert Guido ‘Hardhitter’ Segers een bijdrage en laat hij zijn licht schijnen op het album Assassine(s) van Celeste. Joost Schreurs zet zijn tanden in Resentment is Always Seismic – a final throw of Throes van Napalm Death en Ingmar Griffioen legt uit waarom hij warme gevoelens koestert voor de debuutplaat van Supersonic Blues. Tim Aarbodem sluit af met een bespreking van Night Parade of One Hundred Demons van San Diego riffmeesters Earthless.

 

Tekst: Guido Segers, Joost Schreurs, Ingmar Griffioen en Timothy Aarbodem

Naast de Spotify-links kun je natuurlijk ook terecht bij onze 666 Hardhitters Spotify-lijst, waar je regelmatig op de hoogte blijft van dikke nieuwe tracks!


Celeste – Assassine(s)
Celeste is die band met rode hoofdlampen. Dat is een bijzonder kenmerk en sneeuwt misschien een beetje het impactvolle geluid van de Franse band onder. Rode hoofdlampen zijn een raar unique selling point, maar dat is wel waardoor het optreden op Soulcrusher (voor mij een paar edities terug) bij is gebleven. Het geluid is zowel grimmig als slopend, en wat dat betreft zijn er geen grote transformaties te horen op Assassine(s). Zoals je gewend bent is Celeste zwaar op de hand, dramatisch, hevig en neemt daar geen ruimte voor introductie in. Het is meteen een muur van geluid op je bakkes met deze lui. Het hitje van de plaat is De Tes Veux Bleus Perlés, waar ook wel veel melodie in zit. En dat is eigenlijk wel altijd het geval bij Celeste, het is een uiterst zorgvuldige mix van technische precisie, catchy hooks en bruut, ritmisch geweld. Uiteraard zijn er rustpuntjes, het intermezzo (A) is er een, maar verder is deze plaat geen ontspannen zit. De tracks zijn lang en uitputtend, zelfs hekkensluiter Le Cœur Noir Carbon is ondanks het melancholische thema een afmatter. En eigenlijk is dat ook precies wat je wil en verlangt van Celeste. (GS)


Napalm Death – Resentment is Always Seismic – a final throw of Throes
Het lijkt nog maar kort geleden dat ik een nieuwe studioplaat van Napalm Death besprak en een duik in het archief van Never Mind The Hype leert dat mijn Hardhitting albumreview van Throes Of Joy In The Arms Of Defeatism inderdaad nog geen anderhalf jaar oud is. Als er dan alweer nieuw Napalm Death-materiaal op de wereld wordt losgelaten, is dat enerzijds een aangename verrassing en aan de andere kant ook weer niet heel erg verbazingwekkend. Een band in de studio neemt vaak veel meer materiaal op dan op één langspeler past. Als ze dus niet in de valkuil trappen om een ambitieuze dubbel elpee uit te brengen, dan blijven er dus altijd liedjes op de plank liggen. Soms verschijnen die als bonus tracks op een deluxe limited edition van het album of als B-kantje van een single, maar je kunt het natuurlijk ook wat later als een EP uitbrengen en dat is precies wat Napalm Death heeft gedaan met Resentment is Always Seismic – a final throw of Throes.

Het zal dan ook niemand verbazen dat de acht liedjes muzikaal in het verlengde liggen van het laatste album. Standje boos en old school grindcore horen we gelijk in opener Narcissus, maar direct daarna wordt de sonische horizon weer opgerekt met een flinke injectie industrial in Resentment Always Simmers, precies zoals op Throes… ook gebeurde. Hierna lossen grindcore en industrial elkaar ieder nummer af. Mooi om te zien hoe Napalm Death de grenzen opzoekt, bijvoorbeeld met soulzangeressen in de refreinnen van People Pie. Misschien te gewaagd voor het album, maar op deze EP toch op de wereld losgelaten en met succes, want het klinkt tof. Vervolgens trekt Napalm Death een grindcore tussensprint naar het sluitstuk Resentment Is Always Seismic, waar echt de industrialregisters weer volledig worden opengetrokken met galmend beukende machinale drumbeats, pompende baslijntjes, geluidseffecten en een stemvervormer die de toch al vrij brute vocalen van Barney Greenway nog net wat intenser maakt.

Vaak blijven liedjes na de opname op de plank liggen, omdat het gewoon niet de beste liedjes waren, maar bij deze EP van Napalm Death is dat niet het geval, want het zijn acht uitstekende liedjes die niet misstaan hadden op het full length album. (JS)


Supersonic Blues – It’s Heavy
Deze debuutplaat van Supersonic Blues totaal grijs gedraaid sinds de Bandcamp-release op 10 januari. De drie Haagse dudes leggen bijzonder veel gevoel in hun zelfbenoemde ‘heavy, fuzzed-out, psyched-up, blues-based rock n’ soul’. Zelden hoor je de sixties/seventies liefde van Blue Cheer en Cream tot Sabbath en Hendrix zo overtuigend aanbeden, zo meeslepend en puur gespeeld. Gepast gevat in een rauwer dan rauw aanvoelende registratie, gedurende 2019 door goede vriend Laurens ten Berge in The Womb Studio, waarna Motorwolf-mastermind Guy Tavares zijn wilde master-magie er nog op losliet.

Bij opener High As A Kite is het al lastig om niet naar de psychedelica te grijpen, tijdens het uitermate psychedelisch scheurende They See Me Comin’ (“Oh yeah! Oh no-no-noooo!”) hebben we die strijd al moeten opgeven. Phantom Child is een verrukkelijk groovende cover (van Lincoln Street Exit) die ook al zo distorted uit de nu kapotte speakers klapt en de titeltrack is de belichaming van de SB-sound: smerig, rauw, groovy, sleazy, gepast opruiend en in één woord: heavy.

Op de een of andere manier moet ondergetekende bij Crawling Back altijd aan (fameuze gebarentolk) Irma denken, maar de Supersonic-mannen doen niet aan hamstergedrag en zwaaien nog net wat heviger met hun instrumenten. Dankzij Got No Time For Trouble imiteren wij dat ook op de luchtgitaar. De afsluiter heeft weer zo’n instant pakkende, net niet maar toch ook weer wel herkenbare riff en duikt in een zwaar fuzzende groove, waarin het berelekker baden is.

Het zijn misschien maar zeven nummers op deze debuutplaat, ze zijn wel allemaal helemaal raak: 39 minuten dikke psychedelische rock-‘n-roll. Zwaar genieten. Of, zoals Austin Powers zou zeggen: Damn groovy baby! Het is ook een stap vooruit vanaf de eerdere EP’s, qua songwriting én grooviness. Uit via het Duitse Who Can You Trust? Records en voorzien van fraai artwork door Ruud Aarbodem (vader van frontman Timothy) en held Maarten Donders, waarmee je nog zekerder weet dat je de hand op een plak vinyl moet zien te leggen! (IG)


Earthless – Night Parade of One Hundred Demon
Heel even was ik bang dat ze een New-Age richting zouden inslaan met de esoterische synth-geluiden op opener Night Parade of One Hundred Demons, maar niets is minder waar gelukkig. Earthless is niet bang ruim de tijd te nemen om de sfeer van het titelnummer neer te zetten. Het nummer is opgedeeld in twee delen, want volgens drummer Mario Rubalcaba voelde het gewoon te goed om het nummer in te korten voor één kant van een plaat. De hoes in Japanse stijl kent een bonte verzameling demonen die rechtstreeks uit een bad trip lijken te komen. Dit fantastisch gedetailleerde artwork is getekend door bassist Mike Eginton, die zijn inspiratie haalde uit het gelijknamige boek over traditionele, Japanse spookverhalen. Overigens heeft Earthless nooit hun inspiratie uit Japan onder banken of stoelen gestoken, bij vlagen klinkt het als de Flower Travelin’ Band on valium. Wellicht komt het omdat afsluiter Death To The Red Sun al uitgekomen was als een twintig minuten durende single, die sindsdien non-stop op repeat is geweest hier. Die groove pakt je gewoon vanaf de eerste tel. Als het gas wordt ingetrapt met een proto-metalachtige riff, bezweert gitarist Mitchell je met een ijzige solo. Soms klinkt de twin-solo gitaar zelfs als een stel krijsende demonen die zich losrukken uit een of ander stinkend portaal. 

Earthless keert met Night Parade of One Hundred Demons terug naar hun signature instrumentale jams. Misschien ben ik in de minderheid, maar stiekem had ik een beetje gehoopt op een paar tracks met zang zoals op voorganger Black Heaven (2018, Nuclear Blast), gitarist Isaiah Mitchell is namelijk echt geen onverdienstelijke zanger! De plaat lijkt ook meer gelaagd dan voorheen, met een paar extra gitaarpartijen en –solo’s door elkaar heen, hier en daar wat atmosferische synths, er is duidelijk goed gebruik gemaakt van de ‘studiosetting’. Earthless klinkt op Night Parade duisterder, gevaarlijker, dynamischer, gedurfder en urgenter dan ooit tevoren; de sfeer van de jaren twintig hebben ze in ieder geval goed weten vast te leggen. De plaat van het begin tot eind luisteren is als een catharsis die je steeds maar opnieuw zou willen beleven. (TA)


Ben je nog niet klaar met het ontdekken van nieuwe muziek, tune dan in op de NMTH Hardhitters op Spotify:

 

 



Deel dit artikel