De vierde dag van Graspop was er een van de welbekende festivalmoeheid. De hitte heeft eenieder overleefd, maar na drie dagen drinken, moshen, headbangen en slecht slapen is het duidelijk dat een collectieve brakheid zich meester maakt van het publiek. Gelukkig zijn de temperaturen flink gedaald, naar een aangename 20 graden met een frisse bries, die menigeen in staat stelt het toch nog even uit te zitten. Toch zorgt het voor een dag zonder echte hoogtepunten, die desondanks eveneens bol staat van de interessante namen. Een stand-off tussen oud en nieuw, waarbij bands als Evil Invaders, Sabaton en Deftones het stokje van Deep Purple, Destuction en Alice Cooper trachten over te nemen. Lees hier ons verslag van een aangename uitbrakdag op Graspop Metal Meeting 2022…
Het verslag van donderdag, vrijdag en zaterdag plus de extra van Iron Maiden lees je natuurlijk ook op onze site.
Tekst: Merijn Siben, Lodewijk Hoebens / Fotografie: Rob Sneltjes
CROSSFAITH – NORTH STAGE
Na de heetste dag ooit op Graspop begint de laatste dag met regen, maar gelukkig is het rond een uur of een in de middag weer droog. Het Japanse Crossfaith kan niet wachten om met hun crazy crossover van metalcore en electronica de mainstage een wervelend feestje te bezorgen. Wie zich hun passage van 2018 op de Jupiler Stage nog kan herinneren, weet wat dat wil zeggen. Meerdere circle pits ontstaan voor deze gekke gasten. Frontman Kenta Koie krijgt de boel heerlijk opgehitst: “Are you with us, Belgium!? It’s been two and a half years since we’ve been to Europe. Now gimme fucking danger!” De screams van de frontman zijn niet mis en het is een lekker chaos met mensen die springen, headbangen en crowdsurfen. Zelfs een pikachu komt langs en de man achter de knoppen duikt mee het publiek in! En de circle pit wordt maar groter en groter. Freedom! Graspop voelt zich inderdaad bevrijd en laat zich volledig gaan. Voor de verhoging van de feestvreugde gieren sirenes over het veld. Helaas met Leviathan komt het einde komt in zicht, maar wat een start van deze laatste dag. In november keren ze terug want dit optreden lijkt veel te kort. Tot dan! (LH)
RIVAL SONS – SOUTH STAGE
Na de verpletterende opening van Crossfaith gaan we even rustig door met Rival Sons. De heren uit Long Beach zijn ontzettend ijverig als het op touren aankomt, met het hele jaar door shows over de hele wereld. Ondanks die arbeidsethos is de stevige rock van Rival Sons niet de meest overdonderende of originele, met diens crunchy blues riffs à la Wolfmother en Tyler Bryant & The Shakedown, laatstgenoemde ook te zien op Graspop. Tracks als Open My Eyes of Do Your Worst rocken aardig, bijeen gehouden door de krachtige zang van frontman Jay Buchanan. Zo ook bij een ballade als Shooting Stars bijvoorbeeld, waarbij zijn stem aangenaam op een lome zondagmiddag binnenkomt. Een aardig optreden, niets meer niets minder. (MS)
EVIL INVADERS – NORTH STAGE
“This is the final day, there is no way out!”, met die mededeling keren de Belgische speedmetal bazen Evil Invaders voor de vierde maal terug op het festival en als je ziet hoe de band is gegroeid… petje af! Mental Penitentiary van het doorbraakalbum Feed Me Violence is een van de vele voorbeelden waarmee ze zich kunnen meten met de beste bands uit het genre. De bassist zet het op een headbangen, terwijl frontman Joe vervaarlijk uit zijn ogen kijkt richting het wilde publiek en gilt: “I wanna see some blood, Mayhem take it away.” De leadgitarist vuurt weer enkele riffs af waar menig metalhart sneller van gaat slaan. Regen valt uit de hemel op het publiek neer, maar het lijkt niemand te deren. De Kempenaren snellen door met In Deepest Black van nieuw album Shattering Reflection en het recente materiaal laat vooral de sterke zangstem van Joe horen. Dat ‘ie kan schreeuwen wisten we immers al. Sledgehammer Justice komt hard binnen met als resultaat dat fans door het dolle heen zijn, ook al hebben ze drie slopende dagen in de benen. “Thanks for supporting us all those years, this is for all you old school fans. There is only one thing that stills my hunger… Feed Me Violence.” Het gitaargeweld lijkt niet te stoppen en terwijl Joe wijst naar de donkere wolk in de lucht raast hij: “You see that fucker up there? We’re gonna take it down, raising hell.” Wat een home run voor de band in eigen land. Europa ligt ook al aan hun voeten, nu de rest van de wereld nog! (LH)
DESTRUCTION – MARQUEE
Destruction strikes back! Vorige week nog waren deze Teutonische titanen verantwoordelijk voor een van de lekkerste shows van Into the Grave, resulterend in een slagveld van moshers en crowdsurfers. Vandaag echter, lijkt de band met een zondagse kater te maken te hebben. Het geluid is rommelig en schel, en mag best wat meer pompen. Desondanks, veel deert het niet, want qua setlist komt het even heerlijk binnen. Het klassieke Curse the Gods is natuurlijk een heerlijke opener, en tracks als The Butcher Strikes Back of Nailed to the Cross gepeperde thrashers waar je u tegen zegt. Hoewel er vriendelijk gepit wordt, lijkt het publiek en de bands toch wel een beetje te moeten bijkomen van de hitte de afgelopen dagen. Het komt niet allemaal heel goed binnen, resulterende in een ietwat saaie set. En dat is een probleem, want de normaal zo heerlijk snedige thrash hoort allesbehalve saai te zijn. Toch maakt de climactische dubbelklapper van Thrash Till Death en Bestial Invasion een hoop goed. (MS)
ALESTORM – NORTH STAGE
Piraten op Graspop? Dat kan maar een ding betekenen; een bezoekje van de Pirate Metal Drinking Crew, beter bekend als Alestorm en uiteraard hebben ze hun enorme opblaaseend weer meegenomen. Binnen enkele seconden staat de weide op zijn kop, want het nieuwe nummer P.A.R.T.Y. is precies waar ze voor gekomen zijn. De band rond de olijke Christopher Bowes weet vooral met die keyboard- en keytarriedels elk festival in rep en roer te krijgen. Maar is er op zo’n laatste dag eigenlijk nog wel genoeg ale of rum? Muzikaal gezien is het oeuvre van Alestorm niet al te ingewikkeld. Daarentegen beschikken ze over heel wat epische nummers, maar kiezen ze de laatste jaren vooral voor de feestnummers. Toch is er ook ruimte voor wat serieuze momenten; ze spelen een nummer dat eigenlijk niet ingepland was in de setlist. Het nummer is aangevraagd door de zus van een jongeman die helaas een tijdje geleden uit het leven is gestapt. Alestorm was zijn favoriete band en het is mooi dat ze Zombies Ate My Pirate Ship speciaal voor hem spelen en aan hem opdragen. Ze geven er gelukkig wel hun komische draai aan door de vrouwelijke vocalen te laten playbacken door Yarface. Humor weet vaak de pijn te verzachten en ook het zonnetje prikt door de wolken heen. De dijenkletsers Drink en Pirate Metal Drinking Crew brengen het feestje weer vrolijk op gang. En om dan echt even alle frustraties en irritaties kwijt te raken sluiten ze af met de combo Fucked With an Anchor en Shit Boat. Even lekker mee vloeken met Alestorm. Werkt altijd. (LH)
TIAMAT – MARQUEE
Wat gezonde spanning overvalt ons als we in de Marquee klaarstaan voor Tiamat. Niet alleen omdat we al een kwart eeuw zwaar fan zijn van dit Zweedse melodieuze death/doom/gothic gezelschap, maar ook, omdat de laatste shows die ik van ze zag nou niet bepaald uitmuntend waren, op z’n zachts gezegd. Krijgen we straks spijt, omdat we hiervoor Me And That Man en Alice Cooper moeten missen? De opluchting volgt gelukkig snel als we de fluitende vogeltjes horen waarmee het succesalbum Wildhoney wordt ingeleid, direct gevolgd door de beukriff van Whatever That Hurts. Bandleider Johan Edlund stapt als laatste het podium op in een lange jas, muts en bescheiden corpsepaint, maar overduidelijk in een goede bui en minstens zo goed bij stem. En dat komt erg mooi uit, want de nadruk ligt in deze set op het oude death/doom werk het reeds genoemde Wildhoney, waarvan ook nog The Ar en afsluiter Gaia gespeeld worden. Maar ook van het nog oudere Clouds komen twee krakers langs, In A Dream en The Sleeping Beauty, waarin Edlund zich al gruntend lekker kan uitleven. Het is mooi om te zien hoe de flegmatieke, vaak moeilijk benaderbare zanger het duidelijk naar zijn zin heeft op het podium en een stuk minder statisch is dan bij vorige optredens. Iets dat overigens net zozeer geldt voor de andere bandleden. Toch komen de liefhebbers van gothic Tiamat er vandaag wat bekaaid van af, want uit deze periode komen alleen Divided en Vote For Love langs. Toch verlaten we de Marquee met een zeer tevreden gevoel als de laatste klanken van Gaia wegsterven. Geen spijt van deze keuze! (JS)
ALICE COOPER – SOUTH STAGE
Het is misschien nog wat vroeg op de avond voor een Alice Cooper show, maar wat maakt het uit? Met zijn geweldige band kun je altijd wat moois verwachten en in Feed My Frankenstein heeft het optreden een prima opener gevonden. Opvallend is de bijdrage van gitariste Nita Strauss die tussen al dat mannelijk muzikaal geweld haar mannetje staat. Ondertussen draaft er ook nog een Alice’ Frankenstein voorbij. De band speelt onverstoord door met heerlijke rockposes on display. Cooper is inmiddels 74, maar live verandert hij nog altijd in No More Mr. Nice Guy. De man is meer dan 50 jaar actief en heeft een oeuvre om u tegen te zeggen; Bed of Nails, Hey Stoopid, Eighteen, Poison… Alle hits passeren ze de revue. De donkere wolken die blijven hangen boven het Graspopterrein voegen alleen maar meer sfeer toe aan de show, aangevuld met een harmonica- en gitaarduel tussen Alice en mede Hollywood Vampire Tommy Henriksen. Het tweede deel van de set bestaat vooral uit songs van Welcome to My Nightmare en Billion Dollar Babies. Er gebeurt zoveel dat het lijkt alsof er een musical wordt opgevoerd. Wanneer er tijdens de titeltrack van Billion Dollar Babies ook nog eens een enge peuter losbreekt is de gruwel compleet. Het fraaie Steven brengt een beetje rust in de tent, deze is echter van korte duur want de guillotine wordt al tevoorschijn gehaald voor de Godfather of Shock Rock. De heer Alice Cooper krijg je alleen niet zomaar klein. Hij verdwijnt even backstage en de band neemt het over en krijgen hun momentjes zoals een puike drumsolo van Glen Sobel. Alice vindt dan toch zijn Escape en dan gaat de bel, de schoolbel! Schools Out for Summer; we don’t need no education. Twee all time classics achter elkaar eb dat is de enige manier om een rockshow te eindigen. Dank u wel, meester Alice Cooper voor deze geweldige muziekles. (LH)
KADAVAR – METAL DOME
Door lichte overlapping met Sepultura besluiten we enkel de eerste helft van Kadavar mee te pakken. Ook al was laatste plaat The Isolation Tapes niet echt om over naar huis te schrijven, staat het live altijd als een huis. Net als vandaag, want deze Berliners weten als geen ander keihard te grooven. Er gaat dan ook weinig mis als je aan het begin met The Old Man van die geweldige plaat Berlin aan komt zetten. Groovy psychrock met een heavy stonerrandje, die overdonderend krachtig door de Metal Dome schalt. Het blijft toch bijzonder hoe krachtig het drietal klinkt, zelfs voor zo’n groot publiek. Ook een track als Comeback Life, met diens uit de bocht vliegende melodieën en pompende ritmes, wordt in het echt nog vettiger ingemetseld. Evenals het stampende Pale Blue Eyes overigens. Het is vervolgens rap naar Sepultura, maar dit was geen straf om te aanschouwen. (MS)
SEPULTURA – MARQUEE
Het blijkt vandaag toch echt een dag zonder echte hoogtepunten,. Misschien ligt het aan de collectieve brakheid, de nasleep van 34 graden, of simpelweg omdat vier dagen te lang is, maar goed: ook Sepultura weet niet meer dan oerdegelijk te zijn vandaag. Aan de setlist zal het in ieder geval niet liggen, want als je begint met de thrashklassieker Arise, gevolgd door de grimmige donderslag Territory, heb je het publiek al gauw aan je zijde. Derrick Green zit alweer bijna 30 jaar bij de band, en is in die tijd uitgegroeid tot een imposante frontman, die live heel wat meer charisma en passie vertoont dan zijn voorganger Max vandaag de dag. Dat met Quadra een uiterst degelijk album uit is gekomen van de Brazilliaanse legendes, bewijst zich met de afwisseling die tracks als Means To An End of Capital Enslavement bieden. Agony of Defeat ook overigens, die met diens duistere midtempo sound een atmosferisch hoogtepuntje vormt in de set. Refuse/Resist, Ratmahatta en Roots Bloody Roots kunnen uiteraard niet uitblijven, een oerdegelijk optreden concluderend. (MS)
THE OFFSPRING – NORTH STAGE
In het kader van de verjaardagsviering heeft Graspop bands van alle soorten en maten op de poster staan. Zo ook de punk rockhelden van The Offspring. De tracks Smash en Americana zijn twee klassiekers uit het genre en de heren uit Californië weten dat maar al te goed. De set begint dan ook met twee tracks van die platen: Starring at the Sun en Come Out and Play. Lekker! Een ding wat opvalt is de stem van Dexter Holland. Nu staat hij sowieso al niet te boek als de beste zanger en bij een punk rockband wordt dat gelukkig ook niet verwacht. De zangkwaliteiten drukken echter wel een stempel op het geheel en in combinatie met de aanhoudende regen is het niet ideaal te noemen. De aanwezigen malen er echter ogenschijnlijk niet om, want het is natuurlijk gewoon weer het volgende feestje. De heren spelen gewoon erg sterk met gitarist Noodles in de hoofdrol, die eigenlijk nooit teleurstelt. Er komt weer nieuw materiaal langs in de set en het publiek smult er van. Langzaamaan is het einde van de avond in zicht, wat eigenlijk een motivatie is voor meer en meer mensen om nog eens een rondje te gaan crowdsurfen. En net als de set van The Offspring komt er na regen weer zonneschijn, want de zon breekt weer door en de beukers Pretty Fly for a White Guy en Self Esteem zijn twee hoogtepunten van het optreden. Het is puur jeugdsentiment en als de weide blij is dan heb je als band je taak volbracht. Zelfvertrouwen genoeg bij The Offspring! (LH)
FU MANCHU – METAL DOME
Stoner rock legende Fu Manchu staat pas voor het eerst op Graspop, wat best bijzonder mag zijn, daar de Zuid-Californische heren met albums als In Search Of…, The Action Is Go en California Crossing garant stonden voor vormende platen in het genre. En hoewel ze nog weleens de AC/DC van de stoner worden genoemd met hun punk desertrock tracks en sporadische fuzz-intermezzo’s, weet Fu Manchu vandaag toch een brede muzikale sound te laten zien. Zoals bijvoorbeeld hoe Clone of the Universe een heerlijk heavy midtempo stamper is, gevolgd door het stoere Dimension Shifter, dat halverwege in een trippy psychintermezzo muteert. Culthit Evil Eye zorgt alvast voor de eerste pit, terwijl de Blue Blue Öyster Cult cover Godzilla niet alleen op veel bijval kan rekenen, maar ook nog eens als een Fu Manchu nummer klinkt. Ondanks die vernuftige sound echter, maakt de band zelf een ongeïnspireerde en verveelde indruk, zonder enige interactie. Als frontman Scott Hill de versterker eruit blaast, schuifelt hij haast stoned naar de microfoon om het uit te leggen, om eveneens op zijn gemakje wat stagehands te zoeken terwijl de band een psychedelisch intermezzo speelt. Het zorgt voor een wat gematigde reactie uit het publiek. Wanneer het verholpen is, knalt de band verdienstelijk verder met King of the Road en Eatin’ Dust. Een vermakelijk optreden, dat opnieuw niet vlamde vandaag. Het is een trend aan het worden. (MS)
AMORPHIS – MARQUEE
Wie lekker nostalgisch wil zijn kan in de avond kiezen voor Deep Purple, Fu Manchu of Dog Eat Dog. In de Marquee staan de Finnen van Amorphis en alhoewel ze ook al weer bijna dertig jaar bezig zijn, worden ze met de jaren alleen maar beter. Dat bewijzen ze vanavond met een setlist die vooral bestaat uit nieuw materiaal van Halo en voorganger Queen of Time. Pure klasse! Aangevuld met onder andere de klassieker Death of a King dat kan rekenen op de medewerking van een ondertussen vol gelopen Marquee. Wat is die Tomi Joutsen een geweldige frontman; switchend tussen cleane vocalen en grunts alsof het niets is. Voet op de monitor en gaan. Silver Bride gaat onder begeleiding van sfeervolle spots de romantische tour op met teder pianospel. Heavy en beauty gaan hand in hand in de wereld van Amorphis en ze maken fijne keuzes uit de grootse discografie. Het album Queen of Time mag niet ontbreken en krijgt een mooie versie mee van Wrong Direction en even later The Bee, gevolgd door een stukje Tales From the Thousand Lakes. Tijdens Black Winters Day merk je hoe tijdloos – maar ondertussen geëvolueerd – de sound van Amorphis is geworden. House of Sleep blijft een fan favourite en een geweldige afsluiter. Heel de tent geniet mee, mensen raken zelfs emotioneel en stelletjes pakken elkaar nog eens goed vast. Dat is de magie van muziek. (LH)
DEFTONES – NORTH STAGE
De teleurstelling van de dag is wel voor Deftones. Er was veel om te doen of Deftones wel headlinerwaardig genoeg was om het festival laat op de dag te headlinen, maar wie Korn een dag ervoor zag weet dat het mogelijk is met de juiste sound. De van oorsprong nu-metalband is vandaag de dag natuurlijk erg gegroeid in hun sound, met elementen uit de post-rock en metal. Maar het wordt echter al gauw duidelijk dat het slechts aan lauwwarme reactie op levert voor Chino en co. Sterker nog, het geluid is barslecht, met een rommelige gitaarsound en een basdrum die de snare overstemd waardoor beukende tracks als My Own Summer (Shove It), Swerve City en zelfs potverdorie Headup van alle stootkracht gesteriliseerd worden. En dat is erg jammer, want hoewel de muziek van Deftones iets te vreemd is voor het Graspop-publiek, mede dankzij hoe anti de band is tegen elke vorm van hitgevoeligheid, is het voor de fan qua setlist best genieten geblazen. Van beukers als Around the Fur en Be Quiet and Drive tot de dromerige, haast sensuele soundscapes van Sextape en Digital Bath: het wordt allemaal gebracht door een band die zijn best doet een intense show mee te geven. Tracks als Lotion en 7 Words aan het eind weten het op een voldoende te gooien, maar verdomd, als je kijkt hoe strak en met een volle sound hun collega’s van Korn gisteren stonden te spelen, is dit toch wel even een tegenvallende afsluiter. Deftones verdiende een beter geluid. (MS)
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.