“Love is how you stay alive, even after you are gone.” ― Mitch Albom

Ingmar ‘Yngwie’ Griffioen: ‘Astrosoniq wordt een bijzondere, Walter doet de visuals, en producer Marcel van de Vondervoort – de man die altijd de Roadburn opnames mixt voor 3voor12 – drumt, moet je zien, want wordt een bijzondere, man!’
Ik (intens besmettelijk voor bevlogen enthousiasme): ‘Oké, gaan we doen man.’
Ingmar ‘Yngwie’ Griffioen (tijdens show op alles wijzende en attenderende, zodat ik wel even net zo bewogen zou geraken door de bijzonderheid van de uniekheid van deze gebeurtenis en muziek als hijzelf): ‘Vet hè!!’
Ik (denkende aan Kate Bush’ The Man with the Child in His Eyes): ‘Godver, ja man. Echt tyfusvet!’

Astrosoniq - Big Ideas Dare ImaginationIn retroperspectief was het jaar 2016 van Roadburn er misschien wel eentje van het definiërende soort als we het hebben over de geest van ‘Nederrawk’, het talent, de beladenheid, energie, troost en berustende hoop voor de toekomst. Langs een stukje die ik mocht schrijven over DOOL, werd ik dus – of ik nu wilde of niet – geënthousiasmeerd door hoofdredacteur Yngwie, en vond ik uiteindelijk de ballen om Full Rawkward te gaan op de beladen Death Alley6-show ten tijde van de live-release van hun show aldaar, en dus Astrosoniq.

Nu kun je denken: ‘wat loopt ie weer van de hak op de tak te raaskallen’. Dat is ook zo, maar dit is gewoon niet echt een albumrecensie die zich leent voor een droge beschrijving. Zeker voor mij niet met de overweldigende factoren die het nieuwe Astrosoniq album Big Ideas Dare Imagination in zich draagt, wat als albumtitel misschien wel mag gelden als ode aan de energieke drijfkracht van de persoonlijkheid aan wie het album is opgedragen.

Sorry, emoties lopen gewoon heel hoog op en shit. Weet je, over het algemeen schrijf ik over muziek waar ik positief over ben, want aangezien NMTH een platform is vóór en meer nog dóór muziekliefhebbers (en het dus te allen tijden een kwestie is van – zoals het katholieke spreekwoord treffend luidt: liefdewerk oud papier), rust er de overtuiging dat alles wat het voor je gevoel waard is om over te schijven, dat naar alle waarschijnlijkheid ook daadwerkelijk is. Negatieve recensies zijn daarmee je moeite en je tijd niet waard. Dan zijn er in alle zeldzaamheid – gelukkig – nog albums om over te schrijven waarin het volle bewustzijn ligt dat ieder woord en zin een rede is tot overdenkingen en frustratie, en het wederom weer een kwestie is van worstelen met de realisatie dat schrijven over muziek op een gedegen manier echt het meest verklootkutte-medium is dat er in al zijn infantiele onbeholpenheid de eigen belevingen geen recht doet. Maar als ik het niet doe, dan doet iemand anders het waarschijnlijk ook wel, dus ja… wat de fuck, ik doe het gewoon, want het kan mij wel degelijk schelen.

Nu was ik langs alle opgestuurde promo’s, anekdotes en allerhande overlevering tamelijk bekend met het fenomeen ‘Bidi van Drongelen’, in geen enkel aspect was ik ooit gewaarschuwd voor de innemendheid van zijn charme, maar nog meer niet voor het doordringende, verlammende vermogen van zijn ogen als deze de jouwe kruisten; je was niets minder dan een arm reetje dat gevangen werd in de koplampen van een onwijze monstertruck op volle snelheid, maar die dan wel remde, er iemand uitstapte – en terwijl hij zijn hand op hield om je wat lekkers te voeren, je een aai over je schedel gaf en overtuigde dat het allemaal maar mooi goed kwam. Een jaar geleden bleek dat dus allesbehalve het geval, godver de godver….

Ik zal mij verder weerhouden van het schijven van een verdere lofrede, dus laten we het dan ein-de-lijk maar eens over de plaat gaan hebben dan. Oké, vergeet in ieder geval de zalvende en lichtelijk vredelievende randjes die ‘spacerock’, psychedelische rock’, en zelfs de ‘stonerrock’ normaliter in zich hebbem op de eerdere platen van Astrosoniq. Echt, fuck jou. Er is nogal wat gebeurd, dus alles is godsamme heavy voor je bakkes, en dus meer metal, nondeju! Die tendens heb je misschien in de eerste instantie door in de eerste seconden, als je nietsvermoedend de plaat oplegt vanaf albumopener King: eerste lekker soepel reverb-geladen en vanaf 1:34 kan je de tering genieten en gaan we het even hebben waar het echt om gaat; harde meeslepende shit en modderzware riffage. Geen tijd voor bullshit, we trappen dat lekkere gaspedaal op standje rigoureus, want de fuck, dat is hoe de Wizards of Oss de vrije uitloop varkentjes wassen, verzorgen en vertederen. Ondanks zijn beladenheid geen kwestie van ballades, maar heavy is dus het devies op deze plaat.

Misschien is met The Great Escape dan nu misschien wel het juiste moment aangebroken waarop ik niets anders meer kan dan er ruiterlijk voor uitkomen dat ik hem onmogelijk hard mancrush op Rob Martin. Daar, ik heb het gezegd. Ik ging al helemaal ham op zijn vocalen in de RRRags-recensie, maar in dit nummer volgt de alles ontwapenende bevestiging van waarom zijn zang hem voor mij linea recta katapulteert richting Paul Rodgers-staturen: geen zang vanuit het denkhoofd, of het hart, maar, het gehele lichaam en natuurlijk, zonder theatraal gedoe, of het er onoprecht om te doen. Fucking pure, man. Die overtreffende bevestiging vindt je niet alleen in zijn overgave op plaat, maar wordt verder bevestigd door de achtergrond bij de totstandkoming van de teksten op deze track. Ik schreeuwde over de redactie al dat hij vanaf nu van mij alles voor iedere band mag inzingen en dat daarmee iedere opname er één is die serieus genomen moet worden. Echt zo’n waanzinnig plezierende gewaarwording, te fijn.

Alright, kanttekeningetje is daarmee dan wel gemaakt dat de stempel qua zang hiermee wel keihard is gezet, en het een dusdanig focus van ‘ignoring the cheese’ verlangt bij de zangpartijen langs een track als Keppra!, waarbij de bak geluid zich gelukkig dusdanig handhaaft, maar de zang je weer een bietje doet verlangen naar toch meer Rob. Dus Rob, dank je wel, rotzak, maar wat ontzettend fijn dat je er bent.

Anyway, ik draaf een beetje door, maar met het door Dead Neanderthals’ Otto Kokke gedreven saxofoon-epos Vision Factor is het weer oud en vertrouwd spacerocken is geblazen. En met het afsluitende Maideniaans echoënde Freezen – met een donders fijne bliksemse zang van Peggy Meeussen, en ook de onnavolgbare vertellingen van Mark Watson -, wil ik deze recensie dan eindelijk besluiten, want ik ben kapot.

Voor de rechtgeaarde muziekliefhebber valt er dus een hoop te genieten, ook is er voor de muziekfreaks zoals ondergetekende een flinke bak troost te halen dat de weldadige energie van Selim en Bidi in alle schoonheid nog flink door gefakkeld wordt. Big Ideas Dare Imagination is daarin een bevestigend wapenfeit.

Rawk On,
Steve

Astrosoniq – Big Ideas Dare Imagination is 4 juni uitgekomen en onder meer te beluisteren via Spotify (hieronder) en Bandcamp. De vinyl versie van de plaat is uit dankzij Van Records.



Deel dit artikel