Aan al het goede komt een eind, evenals het slechte, kortom; aan alles komt een eind, gelukkig. (‘Siri, speel The End van The Doors, met beelden van Apocalypse Now voor het dramatisch effect en vanwege de luiheid om niet de gehele elf minuten durende emotionele rollercoaster door te gaan, alsjeblieft’)…
Dank je wel, Siri.
[insert vloekwoord], dat is alweer band nummer drie binnen een week die de rockpijp ( al dan niet vrijblijvend) aan Maarten geeft, laat die gozer toch eens met rust, de beste man loopt nog eens een partijtje rockkanker op. Gewoon even normaal doen, oké? Stelletje egoïsten. I dunno, ik wil niet per se de cynische route gaan en roepen dat in het geval van Death Alley en Birth of Joy – met een gezamenlijke tour aanstaande, en slotstuk in Paradiso – het tamelijk riekt naar het pullen van een John Coffey’tje en het daaruit voortvloeiende ticketboost-effect… Nee, dat roep ik niet. Mijn vader overigens wel. Die vroeg zich trouwens ook hardop af waar de tijd is gebleven dat bands gewoon zeiden ‘fuck it, we kappen ermee’. Zonder verdere dramatische schijn van valse hoop rond te strooien, om vervolgens een aantal jaar later een nostalgische reünie-toer tegen giga-ticketprijzen op poten te zetten, én door die hype ook ineens een nieuw en hip vers publiek aan te trekken.
Dat is tenminste een duidelijk verdienmodel. Mooie romanticus die ouwe van mij, potverdikkeme. Het zijn gewoon andere tijden waarbij de boel soft-gaslighten en deuren op kiertjes openlaten nou eenmaal bij de muziekindustrie-zeitgeist horen. Tijden veranderen, bands komen en gaan, en in het geval van Death Alley en Birth of Joy heeft het een flink bak fijne muziek en herinneringen opgeleverd, dus is het wat het is en zaad is dikker dan pis.
Anyway, Death Alley stopt er dus (tijdelijk/voorlopig/misschien helemaal?) mee. In navolging van de ‘Death of Joy’-column van True Gritmeister Lisa – van wie ik onbeschaamd in al mijn creatieve armoede een variatie op de door haar verzonnen kop heb gejat, waarvoor dank -, is mij gevraagd, c.q. bevolen, om er met een zweem van melancholie ook een paar woorden tegen aan te jassen. Dus vooruit met de geit zonder spijt dan maar. Gaat weer lekker chaotisch als vanouds allemaal, heerlijk.
Als klein opgroeiend muziekfreak-menneke was ik nogal vatbaar voor mooie verhalen en anekdotes. Zo herinner ik mij één verhaal over dat ‘die ouwe’ een avond doorbracht met de Haagse bluesrockers Livin’ Blues (bekend van de klassieker Wang Dang Doodle). Gewoon gezellig in de kroeg gezamenlijk een ongeluk total loss zuipen, verder niet heel schokkend. Maar naast dat ik het natuurlijk een stoer pappa-verhaal vond, was het vooral een blik van zeldzaam en puur geluk die mij trof als kind. Daar aan terugdenkend denk ik dat daar en toen de kiem werd gelegd in het besef dat leven lijden is, maar muziek het vermogen heeft shit dragelijk te maken – al dan niet in combinatie, maar niet uitsluitend, onder invloed van drank en/of drugs – en je oprecht geluk kunt ervaren. Dat is nogal een dikke pil voor een gassie van 6 jaar oud, sjonge.
Maar goed, toen ik dus twee jaar terug (twee jaar pas?! What the fuck, het voelt echt als een leven geleden.) in een bizar donkere periode zat, maar echt de hardcore ‘I hate myself and want to die’ -shit, ontving ik een telefoontje uit Urk of ik met een band mee op pad ging, ze speelden als voorprogramma van Death Alley, dan ‘was ik er even gezellig uit’. Gaandeweg die avond raakte ik in een buitengewoon inspirerend gesprek met toenmalig bassist Dennis en ergens in de energie daarvan brak er een nieuw besef van overtuiging aan, een die zorgde voor een soort explosieve creatieve onrust waar ik ‘iets mee moest’. Niet in een misplaatst gevoel van een spirituele lotsbestemming of iets in die dergelijk wollige bewoordingen, maar überhaupt het ‘willen’ en het verlangen er iets mee te moeten doen. Ik trok uiteindelijk twee dagen op met de band, wat uiteindelijk resulteerde in mijn eerste ‘Fuck it’artikel, maar nog meer in een dosis oprecht geluk. Dus, om in het kader daarvan nog maar eens te refereren aan de kop van dit artikel en waar ik deze alinea mee begon:
ik vond oprecht geluk in een tijd van dood, met dank aan Death Alley.
Rawk On,
Rawkward Steve
Check ook deze Rawkward x Death Alley saga’s:
- Het prille begin: Video-interview
- Never Mind The Writer: Death Alley repo
- Roadburn albumreview
- Afscheidsshow Dennis in OCCII
- Last Night On Earth #2
- 2e albumrelease show
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.