Carcass

Labels als ‘grootmacht’, ‘legendarisch’ of ‘eindbazen’ worden vaak te pas en te onpas ingezet om de status van een band aan te duiden. Vaak enigszins overdreven, maar niet als het om Carcass gaat. Zo stonden deze Britten medio jaren tachtig samen met landgenoten Napalm Death en Bolt Thrower aan de wieg van de grindcore. Met het album Heartwork (1993) vonden ze de melodieuze death metal uit en met Swansong (1996) legden ze ook nog even een fundament voor het death-‘n-roll subgenre, waar onder andere Entombed, Six Feet Under en Gorefest op voortborduurden. Sinds een paar weken kunnen we eindelijk weer smullen van nieuw materiaal van Carcass in de vorm van Torn Arteries.

Tekst: Joost Schreurs

Een grote toekomst leek voor Carcass in het verschiet te liggen, ware het niet dat Swansong op dat moment ook echt hun zwanenzang was. Death metal was na de eerste golf over zijn hoogtepunt en bovendien kreeg Carcass veel kritiek op hun muzikale experimenteerdrift, met name uit de hoek van de grindcorepuristen die maar één versnelling kennen (snel). Reden voor Carcass om het bijltje erbij neer te gooien, nog voordat Swansong in de winkels lag. Ruim tien jaar later was death metal terug van weggeweest. Bands die jarenlang in de underground hadden geploeterd, stonden weer prominent op festivals en in grote zalen en andere, zoals Obituary kwamen weer bijeen voor een herstart van hun carrière. Ook bij Carcass begon het weer te kriebelen en al snel kwam het bericht dat ze in de zomer van 2008 op grote festivals als Hellfest en Wacken acte de présence gaven. De band werd als een verloren zoon in de armen van de metalgemeenschap gesloten en jonge fans konden eindelijk zien hoe hun helden nummers als No Love Lost, Heartwork of Corporal Jigsore Quandary op het podium vertolken. Er volgde een ware zegetocht langs zo’n beetje ieder metalfestival, inclusief succesvolle tours met bijvoorbeeld Amon Amarth. De glorieuze comeback werd in 2013 zelfs kracht bijgezet met nieuwe muziek. Surgical Steel kreeg lovende kritieken – niet in de laatste plaats – omdat het muzikaal teruggreep naar hun meest succesvolle periode ten tijde van Heartwork.

Oké, dit was weer een veel te lange introductie en veel lezers weten dit allemaal allang natuurlijk, maar als een band als Carcass met een nieuw album komt, dan mag dat niet onopgemerkt blijven en dan gaan we er als recensent ook even goed voor zitten. Enige context bij Torn Arteries zoals de nieuweling is gedoopt, is daarom ook op zijn plaats, ook omdat het pas het tweede album is in de dertien jaar sinds de herstart van de band. Om de review zo compleet mogelijk te maken, kijken we allereerst naar het artwork. Op het eerste gezicht denken we naar een bloederig menselijk hart te kijken, maar zodra we goed focussen op de afbeelding blijkt het hart gevormd te worden door stukken paprika, courgettes en pepertjes. Hier steekt Carcass feitelijk de draak met hun eigen huisstijl van eind jaren tachtig toen bloederige hopen vlees, lichaamsdelen en slachtafval de platenhoezen sierden. Ook is het een subtiele verwijzing naar het feit dat de kernleden van de band, Jeff Walker en Bill Steer praktiserende vegetariërs zijn. Cd-liefhebbers die de digipackversie in huis halen, wacht nog een leuke verrassing als ze het doosje openklappen. De groentes op het schijfje worden op het paneel links en rechts geflankeerd door een vork en mes, je krijgt er bijna trek van… Haal je de cd echter uit het doosje, dan verschijnt er toch weer een afbeelding van een berg dode varkens. Carcass verloochent zijn roots blijkbaar toch niet helemaal. Het artwork krijgt dus een dikke voldoende.

Tijd om het schijfje in de cd-speler te stoppen, want we zijn hier voor de muziek, nietwaar? Het titelnummer Torn Arteries knalt er direct lekker in op hoge snelheid en maakt duidelijk dat de grindcorewortels van Carcass nog niet vergaan zijn. Dance Of Ixtab daarentegen neemt flink gas terug en is een groovend nummer met van die bluesy gitaarloopjes dat ook op Swansong had kunnen staan. Eleanor Rigor Mortis is dan weer een soort combinatie van de vorige twee nummers met een hogesnelheidsbegin en einde en een groovy melodieus middenstuk waarin – naast het meer snauwende stemgeluid van Walker – de diepe grunts van Bill Steel terug zijn van weggeweest. Under The Scalpel Blade is ook weer zo’n lekker afwisselend nummer waar de diverse stijlen van de band via veel tempowisselingen terugkomen. Veel fans van bands als Carcass hopen dat een nieuw album klinkt als een klassieker als Heartwork of Symphonies Of Sickness, maar net zoals Metallica nooit meer een tweede Master Of Puppets zal maken, trapt ook Carcass niet in de nostalgievalkuil. De band ging niet de studio in met het idee om een grindcoreplaat te maken of een melodieus death metalalbum. Nee, het lijkt eerder alsof Carcass een soort overzichtsalbum wilde maken met als idee ‘wij zijn Carcass en dit is zoals we al 35 jaar klinken’. Bijna ieder nummer heeft wel iets waarbij je denkt: “Dit had op dit album kunnen staan, of op dat album.”

Carcass op Netherlands Deathfest, foto Paul Verhagen

Toch voelt het niet als knip-en-plakwerk. Carcass slaagt erin, ondanks de mix van stijlen en verwijzingen naar het muzikale verleden, met een goed klinkend, modern metalalbum te komen. Check bijvoorbeeld Flesh Ripping Torment; een nummer van bijna tien minuten, dat niet zo voelt, omdat het door de variatie geen moment verveelt. Mocht je dat toch niet zo goed trekken, dan volgt er met Kelly’s Meat Emporium weer grindcore knallertje van drie minuten. In God We Trust is dan weer zo’n typische death-‘n-roller en dat geldt ook voor Wake Up And Smell The Carcass / Caveat Emptor. Tot slot gaat Carcass nog een laatste keer op de melodische tour met The Scythe’s Remorseless Swing, waarin we dan weer subtiele verwijzingen naar Heartwork terughoren.

Carcass verkiest in de tweede helft van het muzikale leven voor kwaliteit boven kwantiteit. Als je tussentijdse ep’s niet meetelt, moesten de fans acht jaar wachten op Torn Arteries, maar het geduld wordt beloond, want het is een ijzersterk album en klinkt allerminst een herhalingsoefening of verplicht nummertje om de platenmaatschappij tevreden te houden. Mogelijk dat de Swansong-haters wat teleurgesteld zullen zijn door het hoge death-‘n-rollgehalte, maar dat is dan hun probleem. 


Helaas is de tournee met Arch Enemy en Behemoth een jaar uitgesteld, maar totdat we Carcass weer live aan het werk kunnen zien, gaan wij ons prima vermaken met Torn Arteries. Beluister het nieuwe maaksel van Carcass – dat via Nuclear Blast is uitgebracht – op de gebruikelijke digitale kanalen zoals Spotify:



Deel dit artikel