Waar voor velen de kennismaking met The Prodigy voortkomt uit de iconische tronie van Keith Flint ten tijde van Firestarter, vond mijn eerste echte aanvaring met The Prodigy pas veel later plaats. Als 18-jarige Culemborgse skater dude in het vertrouwde bierhonk Den Tollensteghe, was er elke vrijdag een punt waarop er zowaar iets spannends werd gedraaid. Met diens dertien-in-een-dozijn muziekkeuze bleek er namelijk steevast weinig liefde voor dat groepje alto’s achterin, totdat de klok 1 uur sloeg: Killing In The Name Of raasde met diens duizend fuck you’s door de tent, gevolgd door een zonet uitgebrachte monsterhit van The Prodigy: Invaders Must Die. Zo’n vijftien jaar na die zoveelste hit is The Prodigy er nog steeds, littekens en al, en zonder Keith Flint die in 2019 op tragische wijze overleed. En lo and behold: onder de noemer Army of the Ants rolt deze breakbeaticoon langs Amsterdam voor een raveparty van jewelste. Onze fotograaf mocht helaas niet mee, maar ondergetekende was erbij om er een epistel over te tikken. 

Tekst: Merijn Siben

Er was even de vraag hoe The Prodigy de doorstart op zou pakken, maar de oplossing is een logische keuze: Maxim, die al sinds het begin met The Prodigy tourt en samen met Keith een eenheid vormde op het podium, neemt de taak van frontman met verve over. Weliswaar heeft hij niet het geflipte voorkomen van zijn overleden bandmaat, maar het is duidelijk dat hij evengoed een begenadigde, imponerende performer is. En bam: daar knalt de band er ook maar meteen drie beenharde klassiekers in hoor! ‘Breathe the pressure!’, zo klinkt 27 jaar later nog steeds een vurige, grimmige kelderanthem, om daar vervolgens met het springerige The Omen nog een volgend niveau in te behalen. Ook erg fraai is de versie van Voodoo People, die live een soort mix is geworden tussen het origineel en die opgepompte d’n’b remix van Pendulum.

Het is daarmee duidelijk: hoewel Keith Flint zijn iconische aanwezigheid niet snel wordt vergeten, weten Liam Howlett en co. ook met puur muzikaal vernuft een sloopkogel van een show te genereren. Het helpt ook dat het oeuvre vele gelijke bands uit de scene het nalezen geeft. Tracks als Climbatize en Everybody in the Place, afkomstig van iconische raveplaten als Fat of the Land en Experience, zijn zo venijnig, uniek en universeel in hun sound dat je in de moshpit behaarde metalheads, tieners in trainingsbroeken en oude ravers tegenkomt. Maar dat geldt ook voor die punklaag in Firestarter, magistraal opgezet met een enorme pop achterin die het silhouet van Keith op de backdrop lasert. En potverdorie, Their Law! Een opstandig epos met bikkelharde gitaarriffs die een metalrandje moeiteloos aanvinken, waarmee rock-en metalfans 30 jaar terug de band omarmden. Ook niet mis: Poison, een van de eerste tracks waar Maxim zijn pittige vocalen voor verleende.

Met 19 songs in slechts 80 minuten blijft het een bijzondere gewaarwording hoeveel hits The Prodigy dan ook op zak heeft, meer dan welke breakbeat/rave act dan ook. Van Invaders Must Die tot Diesel Power tot een ‘deep cut’ als Roadblox: vervelen zal je niet, helemaal als je net als de volledige Ziggo Dome in de ravemodus gaat. Ook een track als We Live Forever krijgt een extra lading mee, met Keith in gedachten. Maar als er dan toch een smet op het blazoen is van deze zweterige, muzikale workout, dan is het wel een bizar korte finale van Outta Space, die nogal anticlimactisch halverwege eindigt. Vreemde keuze van wat verder een machtig mooie terugkeer naar Amsterdam is. Voor eeuwig leven zullen de bandleden wellicht niet, maar toch: met een beetje geluk zal The Prodigy nog vele generaties inspireren.



Deel dit artikel