Ok, ik weet eigenlijk niet zo goed meer wat ik moet gaan zeggen bij dit afscheid van Kiss. Ik bedoel, ik was bij de eerste show van de End of the Road Tour in Amsterdam. Collega Timothy nam de tweede keer de honneurs waar en nu sta ik opnieuw in de Ziggo Dome om vaarwel te zeggen tegen een icoon. Een afscheid na een tour van 244 shows van een stel muzikanten die ruim voorbij de pensioensleeftijd zijn, en sowieso voorbij het punt om in loodzware outfits vuurwerk te ontwijken. En toch staan ze er weer, net als het publiek en ondergetekende. Hoe dat was lees je in dit verslag…
Tekst: Guido Segers / Fotografie: Rob Sneltjes
De passie is even hoog onder de bezoekers. We zien jong en oud in Kiss T-shirts, met Kiss make-up en andere Kiss attributen. Sommigen gaan net wat verder in hun adoratie dan anderen. Ik wil cynisch zijn, want deze tour blijft maar verlengd worden en de berichten over de gezondheid van Gene Simmons en de kwaliteit van de live performance (lip-syncing schijnbaar) doen je toch denken dat we voorbij het ‘hoogtepunt’ zijn waar Simmons het over heeft in interviews. Ik denk trouwens dat dit ook de reden is van die hele lading ‘off the soundboard’ releases, die ook wel een beetje onderschrijven dat het niet altijd top is trouwens…
Hoogtepunt
Eerlijk gezegd zijn we al best lang voorbij dat hoogtepunt, want ondanks een paar geforceerde songs op de setlist (Het tamelijk derivatieve ‘Say Yeah’ en ‘Psycho Circus’) is er al zo’n 30 jaar niks écht goeds meer geproduceerd. Niet dat die albums slecht waren, maar het heeft niets toegevoegd aan de legacy. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ‘Crazy Nights’ de laatste echt goede plaat was, maar mogelijk zijn er fans van ‘Hot in the Shade’ en ‘Revenge’ die dit lezen en in dat geval; mijn excuses. Iedereen mag op z’n eigen manier van Kiss houden en aan jou het jouwe.
Maar misschien was het hoogtepunt wel de terugkeer van de make-up in 1996, en een band die op volle kracht ging touren met een repertoire waar veel bands van kunnen dromen. Ik denk het wel, en de reis sindsdien heeft lang geduurd en heeft nog veel mooie jaren opgeleverd. Maar als we een paar nummers diep de set in zijn is het wel duidelijk; het is goed geweest. Gene worstelt zichtbaar, het valt ook op dat de lampen vaker van hem afgaan dan voorheen. Tommy Thayer staat vaker op de voorgrond. En toch…toch wordt er geleverd door Kiss.
SKID ROW
Maar zover zijn we nog niet, want voor we dus beginnen is er de anticipatie. Er is ook een support-act trouwens, niemand minder dan Skid Row. De band heeft duidelijk een energieimpuls gekregen met nieuwe zanger Erik Grönwall. Het Idols-talent moet het echter doen met een halflauwe reactie vanuit de zaal en eerlijk gezegd is Skid Row niet echt imposant. Het is een beetje alsof je tandpasta uit een tube wil knijpen, maar er komt gewoon bijna niks uit. Het is al met al een beetje teleurstellend, wat ongetwijfeld te maken heeft met de 20 vierkante meter die de band tot hun beschikking heeft gekregen op een enorm podium, met megagrote figuren van Kiss aan de zijkanten (denk zo’n 4 meter ofzo). Toch wordt er wat bewogen en meegezongen, tegen alles in weet Skid Row zich staande te houden.
KISS
Maar wat we willen is Kiss. Het doek dat opgetrokken wordt voor het podium, heeft het logo in grote glitterende letters erop gedrukt. Er gaat al een knalpot af, dus allemaal wakker. En dan valt het doek en de wereld is rook, vlammen en explosies en ergens daar tussenin gaat het viertal ten strijde met ‘Detroid Rock City’. Je hoort er niet veel van, maar het blijft een entree waar niemand aan kan tippen. NIEMAND. We razen ook meteen door met ‘Shout It Out Loud’ en natuurlijk komt daar het moment dat Paul Stanley, met zijn toon tussen een southern preacher en overenthousiaste drag queen in, ons begroet: “HELLO AMSTERDAAAAAM!”
Vuur, bloed, en vliegende bandleden
De eerste songs op de set komen goed naar voren, zoals de klassieker ‘Deuce’. Simmons spuugt vuur en zingt het door Bryan Adams geschreven ‘War Machine’. Het speeksel loopt met stralen uit zijn mond, wat misschien logisch is als je net een scheut brandstof in je mond hebt gehad. Stanley klinkt sterk op ‘Heaven’s on Fire’ en hij bespeelt het publiek met het grootste gemak. Logisch, the Kiss Army is een hyperloyale fanbase en al gaat Kiss nog 10 jaar door en worden ze met rolstoelen het podium opgereden, zij zullen er zijn (ook wellicht vaker met rolstoel).
De solo’s dienen duidelijk als rustpauze’s voor Simmons die vaak van het podium verdwijnt. Dat mag ook wel, hij heeft nog altijd het lompste pak aan en de man spuugt nog steeds vuur. Je zou kunnen zeggen dat het niet meer nodig is, maar Kiss is Kiss. En ik denk dat de reden om te stoppen is dat Kiss niet meer kan wat Kiss altijd deed. Later in de set zal Simmons op een platform omhoog geheven worden, maar niet meer aan een gordel omhoog getakeld worden voor z’n bloed-spugende-vampier-vleermuis act (ik denk nog steeds dat Mortiis ooit droomde om dit in z’n act te krijgen). ‘God of Thunder’ is heerlijk, de solo’s, het vuurwerk, het blijft tof, maar er is een soort suspense of disbelief gaande. Ergens rond ‘Lick it Up’ begint het geluid wat te desintegreren. Stanley klinkt minder zuiver, we zakken een beetje weg. Later herpakt de band zich. Stanley suist ook weer aan een pendel over het publiek om midden in de zaal ‘Love Gun’ en ‘I Was Made For Loving You’ te vertolken. Het spektakel staat, maar ergens voel je de hapering. Ook als ‘Black Diamond’ start is die zang minder, maar met Eric Singer die een stuk zingt komt er weer een verse impuls (wat een stem heeft deze man). Dat is het einde van de set.
You got the best!
Het voelt een beetje alsof ik tekort doe aan de band door daar de vinger op te leggen. Tenslotte is het een afscheidstour en daar is een reden voor. You got the best, schreef ik in 2019 al. Natuurlijk is er een encore met het nog altijd tenenkrommende, maar ongetwijfeld in z’n tijd beminde eerste-dans-op-de-bruiloft-lied ‘Beth’ (met weer Singer op zang natuurlijk). Zoek de sketch van Henry Rollins over ‘Beth’ eens op, of het echte verhaal. Allebei funest voor enige resterende magie. Nog twee songs volgen; ‘Do You Love Me’ en ‘Rock and Roll All Nite’. Maar het is ook gewoon ok, deze tour gaat niet om nog iets bewijzen, het is een triomftocht van Kiss. En ja, de shirts kosten 50 euro en je kan exclusieve merch kopen via een QR code op de schermen, want het is niet alleen de beste live band ter wereld, ook de meest gehaaide. En weet je wat, ook dat maakt Kiss een unieke band, een band om jezelf als artiest aan te meten. Want op Arthur Brown na, wie ken jij die na z’n 70’ste nog elke avond riskeert zichzelf in de fik te steken?
Dankjewel Kiss, voor de muziek, de inspiratie, de optredens, het vuurwerk, het drama (lees die bio’s, alle vier). En nou is het echt goed geweest, volgende keer kom ik niet meer. Niet omdat ik niet wil, maar omdat ik denk dat we moeten ophouden jullie te stimuleren je leven te wagen.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.