Bongzilla, foto Roy Wolters

Bongzilla, foto Roy Wolters

Hel en verdoemenis met een groen randje in Tilburg voor Roadburn 2017. Met een flinke delegatie is NMTH present voor vier dagen verslag en vermaak. Het festival trapt af op donderdag 20 April, oftewel 420. De dag van de cannabis wordt zowel op als voor het podium uitvoerig gevierd met onder meer Bongzilla en Joy, maar er is ruimte voor veel meer spannends. Hoge ogen voor de hiphop van Dälek en een duivelse viering met de occulte cultband Coven.

Tekst: Guido Segers, Jurgen de Raad, Daan Holthuis, Ingmar Griffioen, Tim van der Steen
Foto’s: Roy Wolters, Paul Verhagen

Alle Roadburn-coverage vind je via deze link.


Ash Borer, Green Room

Openen op Roadburn; het is niet niks en voor het frisse oor is Ash Borer een ferme afstraffing. De atmosferische black metalband uit Californië bracht in 2016 ‘The Irrepassable Gate’ uit, live een overweldigende ervaring. Het onnavolgbare geluid bevat een kilte die alles verzwelgt, maar roept ook beelden op van de natuur. Het gelaagde gitaarspel vormt een wolk van geluid, waar de ijzingwekkende vocalen van de twee zangers zo nu en dan doorheen breken. Verder geen onderbrekingen, geen ‘leuk om op Roadburn te staan’, maar een slopende set die als één onderdompeling voelt.

Aan het begin van de set lijkt het geluid zo nu en dan even te verzwakken, maar dat lijkt meer aan de techniek te liggen dan aan wat er op het podium gebeurt. De propvolle zaal leegt zich gedurende de set deels. Niet heel gek, want deze groep uit Californië produceert geen lichte kost. Er kleeft een primitief gevoel aan de barrage die de heren op het publiek afvuren, iets ongecontroleerds en organisch wat op album ook terug te horen is. Op het podium komt Ash Borer pas echt tot zijn recht en zuigt het de luisteraars mee de kilte in. Het is bijna niet te doen om je af te wenden van het podium. Een straffe start voor het festival, deze jongens. (GS)

Subrosa, foto Paul Verhagen

Subrosa, foto Paul Verhagen

Wretch, Patronaat
Terwijl het zonnetje door de ramen schijnt in het Patronaat, mag de band Wretch daar aftrappen. Wretch rees uit de as van The Gates of Slumber, de naam ontleend aan de laatste albumtitel voor die band uiteen viel. Wretch kreeg een donkere toon, toen voormalig bandlid Jason McCash overleed. Die catharsis is deel geworden van het Wretch geluid, klassieke, lijzige doom metal met thema’s rondom dat verlies. Het geeft een ziel aan het geluid van de Amerikanen, een oprechte kracht achter de muur van gitaren.

Muzikaal is Wretch je klassieke doom band. Het geluid draait dan ook om de stevige, starre riffs en de kille, bijtende vocalen van bandbaas Karl Simon. Die vocalen weten je als luisteraar te pakken en laten vervolgens niet zomaar los. Dat is dan ook de kracht van de band, die oprechte expressie. Qua geluid is de Wretch er een voor de Sabbath-liefhebbers en weinig vernieuwend of vooruitstrevend. Het publiek heeft daar geen problemen mee en als één gaan de kopjes op en neer als de riffs neerdalen. Het is dat originele geluid dat je met Roadburn associeert en duidelijk zijn kracht niet verliest. (GS)

SubRosa, Main Stage
De twee heren en drie dames spelen vanmiddag de vorig jaar verschenen plaat For This We Fought The Battle Of Ages integraal. Met sterk meevoerend songmateriaal dat vaak subtiel opbouwt, om uit te monden in heftige zwaartes. Daarbij laten de Amerikanen het drama goed voelen. Vooral zang en vioolspel komen goed bij je binnen. De mooie emotievolle, melancholische zang van zangeres/gitariste Rebecca Vernon – loepzuiver ook – werkt prachtig op het gemoed. De kippenvelmomenten volgen snel. Nog eens aangedikt door het oorstrelende, machtig meeslepende vioolspel van violistes Sarah Pendleton en Kim Pack. Wauw, zeg.

Alles klopt eigenlijk aan SubRosa’s show. De sombere achtergrondbeelden van industriële landschappen en het fraaie podiumlicht ondersteunen de gedragen sludge/doom-klanken volledig. Subtiele rookpluimen op het podium maken het sfeerbeeld verder compleet. SubRosa zou je wellicht als wat pathetisch kunnen ervaren in de neergezette dramatiek, maar oh wee, dit is toch wel met veel pure bezieling gebracht. Een heerlijke atmosfeerbak en SubRosa glorieert dan ook van begin tot eind. (JdR)

Verwoed, Cul de Sac
Als de eerste van meerdere Nederlandse black metalacts maakt Verwoed vandaag zijn opwachting op Roadburn in het door Never Mind The Hype gepresenteerde podium in Cul de Sac. Met z’n ‘obscuur klinkende gelaagdheid’ wordt het Utrechtse project rond Erik B. omschreven als voorbeeld van Nederlandse black metal anno nu in het NMTH-artikel over de New Wave of Dutch Black Metal. Het intieme zaaltje is goed gevuld als de band van start gaat op deze zonnige namiddag. Fris van de lever wordt er een zwartgallige en aardedonkere sfeer opgetrokken in het rijkelijk verlichte zaaltje. Verwoed is vanaf het begin ontzettend intens en tegelijkertijd zeer naargeestig in al haar monotonie. Met wijd opengesperde ogen klinkt de zanger als een angstaanjagend Lovecraftiaans monster, vergelijkbaar met Mayhem’s Attila Csihar. Het geheel vormt een bedrukkende sound die je keel nog ietsje meer dichtknijpt dan dat de gelaagde black metal al doet op de meest recente release Bodemloos. (DH)

Unearthly Trance, foto Paul Verhagen

Unearthly Trance, foto Paul Verhagen


Unearthly Trance, Green Room

De drie New Yorkers spugen hard en verbeten hun avontuurlijke sludge uit. Frontman Ryan Lipynsky voert de agressieve hooks en de gemene, soms dissonante gitaarlicks aan met zijn dwars door de tracks heen snijdende wanhoopstrot. Het droog en hard mokerende drumwerk onderstreept de explosieve kracht van Unearthly Trance. De brute riffs komen hierdoor nog een tik feller op je af. De nadruk ligt vanmiddag op de verse plaat Stalking The Ghost, afwisseling is er met ouder materiaal van onder meer In The Red.

Unearthly Trance heeft na afwezigheid van enkele jaren nog geen greintje aan kracht ingeboet. Deze ruwe sludge/doom-briljant is nog altijd even onverbiddelijk en spannend, ook door het hardcore punk-gif waarmee het zijn zwaarwichtige nummers inspuit. Gif dat de aanwezige occulte en blackened sfeertjes extra laat prikken. (JdR)

Wolves In The Throne Room, Main Stage
Donkere ambient en flink wat rookontwikkeling op het podium vormen de opmaat naar WITTR’s optreden. Er wordt vervolgens afgetrapt met een uitgesponnen stuk om u tegen te zeggen; melodramatische gitaarlijnen bewegen zich bloedmooi uitstrekkend om elkaar heen. Eénmaal los met WITTR’s ferme black metal, raak je gauw in de ban van de bezwerende boventonen die de gitaren er overheen leggen. WITTR onderga je – met de scherpe krijszang mooi ingebed in de tracks – als een zwierende trip door weidse landschappen. De organische sound van de Amerikanen ademt de sterke hang naar de natuur. Afkomstig uit de staat Washington in het noord-westen van de VS, alwaar zich zeer oude (oer)bossen en uitgestrekte wouden bevinden, verknochten deze mannen zich aan de grootsheid en de mystiek van ‘hun’ natuur.
De band zet bij elkaar een prachtig op en neer gaande set neer; duistere ambient-atmosferen en ratelend black metal-venijn vinden elkaar in mooi evenwicht, gecontroleerd zwierend in slepende nummers. Wolves In The Throne Room fascineert eigenlijk altijd, ook deze performance maakt dat opnieuw duidelijk. (JdR)

Wolves In The Throne Room, foto Paul Verhagen

Wolves In The Throne Room, foto Paul Verhagen

Coven op Roadburn, foto Paul Verhagen

Coven op Roadburn, foto Paul Verhagen

Fórn, Extase
In een knap uitpuilende zaal deelt deze Amerikaanse sloopmachine de ene na de andere dikke doom-klap uit. Met hoorbare invloeden van diepe doom-voorlopers als Grief en Burning Witch klinkt Fórn lekker oorspronkelijk in de ultra-zware lage sound. Met de alles omvattende zware grunts van corpulente brulboei Chris P. en het gelaagde riff-werk beweegt Fórn zich log door zijn nummers heen. Soms wordt het gaspedaal in een blacky aandoende versnelling ingetrapt. Maar het devies blijft toch vooral DOOMMM. En een verdomd lekkere. De gebrachte verstikkende duisternis wordt opgeluisterd door ‘momenten van vergiffenis’, in de vorm van fraai slepende melodie. Het is veel meedeinen met het hoofd op deze knal-set, waarvan het effect maximaal is. (JdR)

Coven, Main Stage
Een van de meest bijzondere boekingen van deze editie is zonder twijfel de cultband Coven. Vanavond speelt Jinx Dawson’s genootschap voor het eerst sinds jaren weer eens live. Aan het einde van de jaren zestig maakt de psychedelische band furore met hun occulte muziek. Dat resulteerde in een van de allereerste echt duistere platen – compleet met een ‘Satanic Mass’-, Witchcraft Destroys Minds & Reaps Souls uit 1969. Dit debuut had net zo goed de soundtrack kunnen zijn van een Hammer horrorfilm uit die tijd, zoals The Wicker Man of The Devil Rides Out. In dezelfde trend maakt de band ook haar opwachting: kerkklokken in de verte, Satan die aangeroepen wordt en Jinx die uit een doodskist stapt, te gek! Er wordt afgetrapt met de openingstrack ‘Out Of Luck’ van het meest recente album. Daaruit blijkt dat de band een wat meer eigentijds geluid hanteert dan op het debuutalbum. Het is voorzien van meer spierballen door middel van een extra dosis laag en meer stevig gitaarwerk, aangevuld met een heerlijk theatrale, ritualistische performance. Helaas kampt de gitarist, die lijkt op de Witchfinder General, met technische problemen en is de zang niet altijd even zuiver. Desalniettemin is het opvallend om te concluderen dat de band een geluid én show heeft, waarmee succesact Ghost nu zalen voltrekt. En dat terwijl Coven eind jaren zestig zeer controversieel was, ere wie ere toekomt. (DH)

Dälek, Patronaat
Het boeken van Dälek is een grote stap en toont het lef van de organisatie. Kiezen voor een hiphop act is een stap verder dan het verguisde Deafheaven boeken, maar de grote rij bij het Patronaat bewijst maar weer eens dat het een goede keuze is. De groep tekende ook bij het befaamde Profound Lore. ‘Asphalt For Eden’ werd dan ook losgelaten in een compleet andere muziekwereld, maar live weet de band alles en iedereen te overtuigen. Met een flinke portie distortion over de beats en op een hoog volume knalt de noise-hiphop uit de speakers en komt de zaal in beweging.

Goed, het is een beetje onwennig hoe het publiek dan los moet gaan op de knallende beats en venijnige raps van de groep uit Newark, maar al snel heeft iedereen die groove te pakken en gaat men lekker mee op tracks als ‘Shattered’ en ‘Masked Laughter’ van die laatste plaat. Achter frontman MC Dälek zijn het beatbouwers MC rEK en Mike Manteca die zorgen voor de energie en vurige ritmes. Het is duidelijk dat Dälek hier het podium op is gekomen met de volle overtuiging om alles en iedereen omver te blazen. Rock’n’roll is meer dan op een gitaar rammen blijkt maar weer eens, misschien is dit wel de beste act van de dag. (GS)

Deafheaven, foto Roy Wolters

Deafheaven, foto Roy Wolters

Deafheaven, Main Stage
We zijn niet de enige die hebben uitgekeken naar het Roadburn debuut van deze spraakmakende band, blijkt uit de volle zaal voor de Main Stage. Het is eigenlijk ongelooflijk hoe hard het is gegaan met Deafheaven na het tweede album Sunbather uit 2013. Het verdeelde de black metalscene dankzij het hipster-imago van de band met indierock-look, knalroze hoes en geruchtmakende mix van black, post- en shoegaze. Na de indrukwekkende show van vorig jaar in Paradiso zijn de verwachtingen bij mij persoonlijk hooggespannen.

De band voldoet daar prima aan. Als een geoliede machine raast men onder leiding van de wild dirigerende frontman George Clarke door het repertoire. Je merkt dat de band de afgelopen jaren de wereld rondgetoerd heeft, want er is geen speld tussen te krijgen. Ook niet het glas bier dat leadgitarist Kerry McCoy moet incasseren aan het begin van de show om vervolgens stoïcijns door te spelen. Een typisch bewijs voor de verdeeldheid rondom deze band. Als afsluiter ‘Sunbather’ ingezet wordt, opgedragen aan Clarke’s vader, heeft Deafheaven reeds een overtuigende boodschap afgegeven aan het Roadburn publiek: ze gaan niets of niemand uit de weg.(DH)

Batushka, Patronaat
Met pijn en moeite banen we ons een weg naar de show van deze mysterieuze band in Het Patronaat. De meterslange rij voor de ingang geeft alleen al aan dat hier iets bijzonders lijkt te gaan gebeuren. Net als Ghost hult de groep zich in anonimiteit. Er is enkel bekend dat het bestaat uit leden van diverse vooraanstaande Poolse bands. De eenheid debuteerde eind 2015 met het goed ontvangen Litourgiya en maakte op de afgelopen editie van Eindhoven Metal Meeting indruk. Voordat de in habijten gehulde band hun intrede maakt in de afgeladen zaal, wordt het podium ingezegend met wierook. Aangekleed met schedels, kaarsen en een altaar staat de occulte dienst op het punt om te beginnen. Loodzware en gotisch aandoende black metal schalt vervolgens door de hal, compleet met Slavisch-orthodoxe kerkgezang en kerkklokken. Wat dat betreft leent Het Patronaat’s karakteristieke en historische zaal zich uitstekend voor deze indrukwekkende show. De performance is wat statisch, maar het versterkt van de andere kant ook het intrigerende effect. Batushka zorgt regelmatig voor een kippenvelmomentje en zuigt je helemaal mee in de verering van Lucifer. (DH)

Bongzilla, Foto Roy Wolters

Bongzilla, Foto Roy Wolters

Bongzilla, Main Stage
“Is somebody getting high in here?” Bongzilla takes the stage in de goedgevulde grote zaal van 013. Het is vandaag 420, de Amerikaanse feestdag waar cannabis extra in het zonnetje wordt gezet, al is het voor Bongzilla chronisch Herb o’ clock. Het podium baadt in groen licht en staat vol rook, niet alleen uit de rookmachines. Oude filmbeelden als visuals, een constante flow van blowende en bedwelmde mensen. Door de speakers een dikke, gruizige emmer sublaag, je hoort de bassnaren stuiteren. Op momenten gejaagd maar doorgaans traag en diep. Vier kerels op het podium en een paar manshoge ampstacks. De band heeft absoluut kracht. Zeker als de trage opbouw, groove en ijzige scream van frontman Mike “Muleboy” Makela samen komen is het een moddervette bak stonermetal. Toch komen we er niet helemaal in, ook de zaal lijkt er een beetje moeite mee te hebben. Zo’n repetitieve dosis riffs kan enorm bedwelmend werken maar vandaag komt het nergens helemaal van de grond. (TvdS)

JOY, Cul de Sac
Typische Roadburn-ervaring: Dat je in een volle 013 Main Stage zwaar staat te bangen op Bongzilla en dat je een paar steenworpen verderop in het intieme Cul de Sac nog harder uit je plaat gaat op Joy. Scheelt ook dat je met je neus dicht op die drie heavy psychrockers uit San Diego staat en dat die zeer in vorm zijn. We leerden ze kennen op een parkeerplaats in Tilburg, waar ze werden afgezet en dringend werden aanbevolen door Tee Pee-labelgenoten Death Alley. Sinds die Incubate-show (Hall Of Fame) brachten ze hun derde plaat Ride Along uit, waarop ze wat minder uitgesponnen jammen maar de bondiger aanpak sleept evenzeer mee. In Cul blijkt dat Amerikanen 420 ook hier uitbundig vieren, de crew – in passende hippie-outfit – vlamt de ene na de andere pretsigaret aan voor de bandleden. En hop daar gaat zo een nif in de neusvleugel erbij. Een ander probeert tot twee keer toe in hogere sferen te geraken, maar die dappere crowdsurf smoort al snel. Dit is heavier psych zeg, hier zit meer in dan we net bij Bongzilla ervoeren, vooral meer gevoel en virtuositeit. En gierende gitaarsolo’s. En als Joy zegt ‘We have one more’ dan weet je het wel… Nog twee songs en een gevoelsmatige zee van tijd verder eindigt de trip in een uitzinnige Cul. Damn. Warm aanbevolen voor de vrijdag: om 18.30 spelen ze in Extase! (IG)

Drow Elixir, Green Room
Wolves in the Throne Room speelde eerder een set die weinig te maken had met hun laatste plaat ‘Celestite’. De Weaver broers zijn door de Roadburn organisatie gevraagd of ze niet toch iets met die kant van de band wilden doen, die meer soundscape georiënteerde, experimentele kant. Drow Elixir is het antwoord op dat verzoek en in een donkere Green Room is het nog altijd de vraag wat de bezoeker te wachten staat. Dat wordt gedurende de set van een goed half uur nooit helemaal duidelijk.

Drow Elixir is een experiment van noise, tribale expressie en drone. Een bel weerklinkt door de zaal en een kalme drone begint te groeien. Er worden dingen verbrand en water uitgegoten in wat aanvoelt als een vreemd, primitief ritueel. Het geluid wordt ondertussen verrijkt met noise, drums en mystiek gezang. Helaas heeft het publiek een beetje genoeg moeilijke muziek gehad. Vooral in de opbouw van de set is het gebabbel en gekraak van plastic bekers op de grond storend voor de show. Van een kabbelend, kalm geluid tot een stortvloed en een plots einde weten de broers een bijzonder project neer te zetten. Helaas krijgt het niet de verdiende aandacht deze avond. (GS)

Alle Roadburn-coverage vind je via deze link.



Deel dit artikel