Dit is een boek over drone in muziek. Dat is de saaiste intro, maar wel de meest feitelijke. Laat ik het daarom iets juicier maken, dit boek begint op Roadburn. Harry Sword is een schrijver die normaal stukjes pent voor The Quietus, Vice, Record Collector, Munchies en de Guardian en volgens mij op 20 april meer opsteekt dan een staafje wierook en ook menig feestje onder een brug heeft meegemaakt. Monolithic Undertow is namelijk meer dan enkel een boek over muziek, het is een persoonlijke reis langs de geschiedenis (althans het stuk over de recente) waar Sword zelf is gaan ervaren wat nou die drone doet in de muziek. En dat brengt ons van La Monte Young en John Cale naar Electric Wizard, Sleep, The Bug en Gnod.

Tekst: Guido Segers

Maar eigenlijk is het ook weer geen boek over drone. Tenminste niet in meeste strikte, technische zin van het woord. We verkennen namelijk met Sword de origine van het hypnotische, het vertrekken via de muziek; Oblivion. En dat, beste lezers, dateert uit de prille oertijd van de mens. We maken al 60.000 jaar muziek, dus waarom? We weten dankzij onderzoek, deels archeologisch en deels antropologisch, dat die oermuziek vaak een meditatief karakter had. Bijvoorbeeld door de vreemde restanten van die tijd, zoals het Hypogeum op Malta, een prehistorische echokamer voor fantastische akoestiek (maar verwacht er geen Sleep exclusive show).

En zo komen we, via Indiaase ragga’s en sufi muziek uit bij Ravi Shankar, the Master Musicians of Joujouka (even goed opletten als je die gaat opzoeken, die hebben zo’n issue dat er twee groepen met dezelfde naam touren; zelfs duizend jaar oude dorpsbands ontkomen niet aan bandsplits). En met een dwaling door de jazz met special mention van Alice Coltrane komen we langzaam uit bij The Theatre of Eternal Music, waar de drone pioniers in de jaren zestig, in het New York waar alles kon en steeds meer, nog steeds Oblivion zochten in de ‘sustained, constant note’. De pivotale rol van The Velvet Underground, de zoektocht naar een perfecte flow van de krautrockers uit Duitsland (Faust in de kijker) brengt ons naar het heden toe, via de unieke rol van Sonic Youth.

Harry Sword

De reis waarop Sword je meeneemt brengt je in contact met namen die je misschien vergeten was. Het zorgde ervoor dat ik platen op ging zoeken die ik vergeten was en nu met nieuwe liefde naar luister. Natuurlijk, soms zijn we licht esotherisch, soms gaat het wat veel over de stimulerende middelen (La Monte Young en zijn Theatre of Eternal Music was veel drones, maar ook veel hashwolken schijnbaar). Een kritiekpunt op het boek is dat Sword niet genoeg aandacht geeft aan ‘echte dronemuzikanten’. Dat is misschien zeker aan het einde van het boek waar; na de passages over Earth en Sunn O))) dwalen we aardig af met Gnod en The Bug. De kneiterharde industrial, dubstep en grime gebruikt drone niet als drijvende kracht. Maar Sword schrijft ook niet voor de drone nerd, maar voor de Roadburner die wil weten waarom een shirtloze Matt Pike zo’n enorme aantrekkingskracht heeft (het is niet de ontblote borstkans, noch zijn ideeën over politiek, dus iets anders). Daar is Sword naar op zoek, naar die lange lijn in de geschiedenis van muziek die ons helpt uit de tijd te stappen. Drop out of life with bong in hand. Follow the smoke toward the riff filled land…

Dus we krijgen eindeloze verbanden en lijnen door de muziekgeschiedenis. Van Tommy Iommi en zijn unieke gitaargeluid, naar Sleep’s Giza Butler en Planet Iommia. Van het Atlasgebergte naar een appartement in New York en de speaker stacks van Sunn O))). Er is een link tussen The Stooges, de Melvins en Godflesh, Flipper en Neurosis. Maar zo komen Ash Ra Temple, Amon Düül II en Popol Vuh aan bod. We praten over de visie op ambient van Brian Eno, versus die van anderen, de rol van Nico, Hawkwind, Tony Conrad en ga zo maar door.

Sunn O))) in Doornroosje, foto Paul Verhagen

Monolithic Undertow is een baanbrekend boek, omdat het juist zo toegankelijk is. Omdat het niet zich richt op navelstarende hoekjes van een niche genre, maar de namen pakt die je kent. Het is een feest van herkenning en herontdekking. Ik heb me nooit beseft hoe fucking vet Come My Fanatics van Electric Wizard is, en hoe fijn Metal Machine Music van Lou Reed eigenlijk is als meditatief plaatje. Maar het leert ons ook anders te denken over muziek, rust te vinden in die geluiden die aanhouden. Want het gaat ook over deep listening, over ervaren en overgave.

Onlangs bezocht ik ook een Noise Symposium in Het Concreet te Tilburg, waar Professor of Auditory Culture and Music Philosophy Marcel Cobussen sprak over het reframen van geluid om ons heen. Hoe we luisteren bepaalt namelijk hoe we de wereld om ons heen ervaren. Daarin kunnen we dus keuzes maken en bewuster zijn. In Tilburg horen een aantal mensen al jaren een bromgeluid, zou je daar ook gelukkiger van kunnen worden. Wat zeker is, is dat als het weg zou vallen, het gemist zou worden. Later tijdens het symposium volgt een stuk van componist Miss Milivolt, een noise compositie met gevonden geluiden. Geluiden die je normaal negeert, maar nu een fantastische, dronende beleving geven. De tien minuten vliegen voorbij. Is dat ‘sonic oblivion’? Is drone dan een natuurlijk geluid waar we gewoon met aandacht naar moeten luisteren. Ik moest er wel aan denken toen ik weer een aantal hoofdstukken verder ging. Het drone element in muziek is oeroud, maar niet iets wat alleen de mens kan maken. Drone is overal om ons heen, het is (pardon the spirituality here) die resonantie van de aarde. Dus ondanks dat we muziek maken om het dagelijkste te ontsnappen, zoeken we juist contact met het aller werkelijkste. En dit is waarschijnlijk het eindpunt van deze trein der gedachten, want ook als deze hele laatste alinea complete bullshit was, kan je nog steeds ontzettend genieten van dit prachtige boek. Doe dat dus ook.


Bestel het boek Monolithic Undertow: In Search of Sonic Oblivion van Harry Sword onder andere via BOL.com.



Deel dit artikel