KISS op Graspop 2019, foto Rob Sneltjes

Afscheid nemen is nooit leuk, behalve als het een twee uur durende show van Kiss is. Dan is het uiteindelijk ook niet leuk, maar je hebt twee uur lang geen moment tijd om daar over na te denken, want er zijn vlammen, explosies, lasers, schmink en rock’n’roll. En Kiss – nog één keer Kiss.

Tekst: Guido Segers // Fotografie: archief van Graspop 2019 door Rob Sneltjes

Paul Stanley is goed bij stem deze avond en de heupen bewegen losjes in de Ziggo Dome. We beginnen sterk met ‘Detroit Rock City’ en een hele rits meezinghits. Later rommelt de show wat. Teveel gesoleer, fragmenten en stunts achter elkaar, maar een krachtige afsluiter. Afscheid van een icoon en band die een enorme impact heeft gehad op de wereld van heavy en rock. Voor mensen die Kiss niet kennen: het is eigenlijk de Ghost van vroeger. De band die je moest haten, maar eigenlijk van wil genieten. Bezoek een doorsnee metal Facebook-groep en roep wat over Kiss, dan gaat het los. Wars van alles, helemaal een eigen pad gekerfd in een keiharde business, bemind en gehaat, maar vooral niet weg te denken. Tijd voor een wat mijmerende terugblik. 

Alive!
In 1973 vormden Paul Stanley, Gene Simmons, Peter Criss, en Ace Frehley samen de band Kiss. Het viertal was in vroege jaren een hechte eenheid, een beeld dat jarenlang in stand is gehouden door de groep. Die eenheid moest wachten op succes. Ondanks de wervelende live-shows (met gevaar voor eigen leven van de bandleden), wilden de albums maar niet de verkoopcijfers brengen die succes garanderen. Maar live, dat wilde wel. ‘Alive!’ werd dan ook de doorbraak, een live-plaat, opgenomen tijdens een reeks concerten, en uitgebracht in december 1975. Deze release heeft de toon gezet voor de hedendaagse live-plaat, wat daarvoor een soort oddity was voor liefhebbers. Plots zat daar geld in, dankzij Kiss. Na 44 jaar is de plaat nog steeds een favoriet, net als de Kiss liveshow zelf die nog altijd songs bevat uit de tijd van Alive!. Denk ‘Black Diamond’, ‘Deuce’ en natuurlijk ‘Cold Gin’. Nog altijd gespeeld vol enthousiasme, een uitgestoken tong en schuddende heupen, zoals op deze oververhitte dinsdagavond in Amsterdam.

KISS op Graspop 2019, foto Rob Sneltjes

Spanning
Tegen de tijd dat Alive! de schappen uitvliegt, zijn de spanningen binnen de band hoog opgelopen. Stanley en Simmons trekken de kar, waarop een feestende Frehley en Criss meeliften. Althans, dat is het verhaal van de ene kant… en volgens de biografie van Frehley (“No Regrets”, zeer de moeite waard) en Criss (“Makeup to Breakup”) eigenlijk ook van de andere… toch stoomt de band door en brengt met ‘Destroyer’ en ‘Love Gun’ misschien wel twee van de beste albums uit hun carrière uit. Die ontbreken natuurlijk niet tijdens het afscheid. Zoals altijd laat Gene Simmons zich naar het plafond takelen voor zijn noeste uitvoering van ‘God of Thunder’. Niet aan een kabel dit keer, dat heeft hij wel gehad, maar bloed spugen (een mix van aardbeien, ei en kleurstoffen naar het schijnt) natuurlijk wel. Paul Stanley vliegt met de kabelbaan naar een mini-podium, achter de geluidstafel, om de titeltrack van ‘Love Gun’ te spelen. Toen het echt niet meer te houden was, laat in de jaren zeventig, volgden de befaamde vier soloplaten. Een poging om de bandleden weer een beetje bij elkaar te krijgen door ze ruimte te geven. Dit werd een flop, zowel qua verkoopcijfers als wel het feit dat gitarist Frehley (lui, zoals ¾ van de band benadrukt) de beste plaat maakte. Nog altijd onbetwist, maar geheel weg uit de setlist.

Toen, in 1979, ging Kiss met ‘Dynasty’ mee in de disco. Meebewegen met de tijd, dat probeerde de band keer op keer in het volgende decennia. Hoewel deels verafschuwd door de hardcore fans, ontbreekt ‘I Was Made For Loving You’ nooit in de set. De kraker van Kiss, met Stanley te midden van het publiek op zijn mini-podium brengt iedereen in beweging, of je het nummer nu haat of niet. Een paar jaar later liep de motor van de originele line-up vast na de meest verguisde conceptplaat allertijden: ‘The Elder’. Een halfbakken verhaal met een veel te progressief smaakje voor de hardrockfans van Kiss. Het leek voorbij te zijn, zeker toen na Peter Criss (ontslagen, vertrokken, de legende blijft) ook Ace Frehley de band verliet.

KISS op Graspop 2019, foto Rob Sneltjes

Voorbij de gouden jaren
Afhankelijk van wie je vraagt, zijn dan de gouden jaren voor Kiss voorbij na nog geen 10 jaar, maar wat een productie in die tijd. Anderen zullen vertellen dat ‘Creatures of the Night’, met drummer Eric Carr en gitarist Vinnie Vincent, de hardste (en beste) plaat is die Kiss gemaakt heeft. De mal van heavy metal paste Kiss prima na het disco avontuur, maar toch volgde een grote transitie met ‘Lick It Up’. Niet alleen stak de band over naar de hair metal, de schmink was ook weg. Kiss was plots een normale band, met normale gasten. Misschien zelfs een middelmatige band…  ‘Crazy Nights’,  ‘Asylum’ en ‘Animalize’ hebben zeker hun momentjes. ‘Crazy, Crazy Nights’ is zelfs deel van het encore vanavond en wordt luidkeels meegezongen in gepaste euforie. Met Bruce Kullick op gitaar (het verhaal van Vinnie Vincent is er ook eentje om van te smullen) had de band in de jaren tachtig een vaste line-up die steady platen uitbrengt. Dat eindigt abrupt met ‘Revenge’, na het overlijden van drummer Eric Carr op veel te jonge leeftijd. De plaat ‘Revenge’ is opgedragen aan Carr en binnen de Kiss-discografie heeft ‘God Gave Rock And Roll To You II’ een heel speciaal plekje gekregen.

Een verloren band gaat op zoek naar een nieuw geluid. De plaat ‘Carnival of Souls’ is het resultaat en is een vreemd experiment met het grunge-geluid van de voorgaande jaren. Eigenlijk nooit uitgebracht, maar zoals zoveel platen uitgelekt. Maar dan verandert alles… Tijdens een MTV Unplugged optreden komen Criss en Frehley het podium op en de originele line-up speelt een paar liedjes. De reactie en vibe was zo goed, dat de band weer samenkomt, de schmink weer opdoet en aan het toeren slaat. Bigger than Jesus is Kiss, want op dat moment is een generatie Kiss-fans aan de top in metal en hardrock. Rocksterren als Dave Grohl, Mike Portnoy, Maynard James Keenan en Duff McKagan tot Abbath en Danko Jones spraken hun bewondering uit, en Kiss werd zelfs “de Beatles van de metal-generatie” genoemd. De complete lijst met geïnspireerde acts is eindeloos. 

KISS op Graspop 2019, foto Rob Sneltjes

Zwanenzang
Natuurlijk moest het misgaan met het hervormde Kiss, ondanks de poging tot een bekronende plaat samen, te weten ‘Psycho Circus’, viel Kiss al snel uit elkaar. De titeltrack wordt nog wel live gespeeld, maar ironisch genoeg komen de backing vocals nu van Tommy Thayer. Schrijver van het fanbook ‘Kisstory’ en degene die Criss en Frehley in vorm mocht krijgen voor de tours. Na het vertrek van Frehley nam Thayer de gitaar ter handen. Eric Singer, de kortstondige opvolger van Carr ging zitten achter de drums toen Criss wegviel. Gek als het mag klinken, die huidige line-up is de langstlopende, consistente versie van Kiss. Sinds 2004 neemt de band op en toert met deze vier mannen. Dat zijn dan ook de heren die afscheid nemen van Nederland in de Ziggo Dome. Natuurlijk met een hoop explosieven, vlammen, lasers en stunts. Maar dat is uiteindelijk Kiss. Drumsolo’s, raketschietende gitaren, enorme projecties en confettikanonnen… het hoort er allemaal gewoon bij. 

Showmeesters en Mythemakers
Het idee dat je als band live meer neerzet dan je op plaat te bieden hebt, dat zat vanaf dag één ingebakken in het concept van Kiss. De focus daarachter is een ijzersterk bandconcept dat misschien de beste uitwerking van rock ‘n’ roll-mythologie is. De schmink, de karakters, de show, alles is eigenlijk simpel, maar effectief genoeg om een zaadje van drama en mystiek te planten, speculatie aan te vuren en te fascineren. Dat is geen weg bezaaid met rozen, maar hard werk en Simmons en Stanley wisten altijd van aanpakken en het hoofd koel houden. Deden ze goed aan, want dat levert je dus een carrière van 46 jaar op, meer dan 100 miljoen verkochte albums, 20 studioreleases en een merchandise-imperium waar je bang van wordt. Gek eigenlijk dat eerste encore ‘Beth’ misschien wel de grootste hit is. De song wordt uitgevoerd door Eric Singer op piano. De ballade komt van Peter Criss en is zijn grootste claim to fame. Alle telefoontjes gaan de lucht in, dus dat is zeker een bijdrage geweest aan het succes van Kiss. 

Maar dat was dus niet altijd makkelijk en de vroege sets zagen er misschien even spectaculair uit, maar waren fragiele, levensgevaarlijke experimenten. Elk bandlid schrijft over de spanningen op het podium als hun crew van half-pyromanen, half explosiefanaten weer wat hadden bedacht. Simmons zette zichzelf in brand, Frehley elektrocuteerde zichzelf en Criss drumde nerveus op een met de hand opgetakeld drumplatform. Criss had trouwens ook nog ooit te maken met een iemand die zich, succesvol, als hem voordeed (weer een goed verhaal). De grote popproducties die je vandaag de dag ziet, die halen de inspiratie uit het pionierswerk in de jaren zeventig. Misschien dat je Alice Cooper als voorbeeld mag zien van een shockshow, maar Kiss bracht het naar een nieuw niveau. Op dezelfde avond als Kiss in de Ziggo Dome staat, speelt Rammstein in een volle Kuip, met nog meer vuur en explosies. Mag je raden aan wie de Duitsers schatplichtig zijn. De knallen in de Ziggo Dome zijn misschien minder groot, maar ophouden doen ze ook niet tijdens een set van twee uur. Een rockshow, daarvoor heeft Kiss de lat gelegd en zelden komt daar iemand aan 

KISS op Graspop 2019, foto Rob Sneltjes

Merchandise
Rijen dik staat het voor de merch-kraam. T-shirts kosten 40 euro, maar ze vliegen eruit alsof ze gratis zijn. Fans zijn geschminkt, dragen oude tourshirts en kopen kluwen met merchandise. Kiss staat bekend als een band die niet vies is van geld. Daarbij wordt wel eens schertsend gewezen op de afkomst van Stanley en Simmons (de één een Joodse New Yorker, de andere een New Yorkse Jood). Maar eigenlijk doet Kiss niks anders dan elke andere band ter wereld, alleen veel beter. De schmink, het kenmerk van de band, is zelfs deel van de supportact vandaag als David Garibaldi live een bandportret schildert. Een soort Bob Ross voor heavy metal. Kiss was altijd een band én business, vandaar de verschrikkelijke Kiss-film, flipperkasten, gokmachines en zelfs een comic serie. Maar Kiss ging natuurlijk nog veel verder met de Kiss-Koffin, waar Dimebag Darrell en Vinnie Paul in begraven zijn. Ook zijn er Kiss sexspeeltjes, geurverfrissers, air guitar strings, en allerlei maf speelgoed. Maar het verkoopt, en dat is de enige reden dat het er is. Net als de belachelijke Gene Simmons Vault (don’t ask). Niet elke investering was goud waard, zoals die in arena football. Er was daadwerkelijk een team dat Los Angeles Kiss heette, wat uiteindelijk een fiasco werd. Net als de filmcarrière van Simmons.

Afscheid
Alles is deel van de mythe. ‘You wanted the best, you got the best. The hottest band in the world… Kiss!’. Elke avond weer, elke show weer. De show moet doorgaan, ook vandaag, maar op deze avond was daar een heel kleine, kortstondige glimp van iets anders. Achter de schmink. Tijdens het encore draait Paul Stanley naar het publiek toe. Met een barst in zijn stem vraagt hij: “We had fun, didn’t we?” Een moment later sluit ‘Rock and Roll All Night’ de avond af met knallen, ballonnen, roterende platformen en heel veel vuurwerk. In Kiss-stijl dus. Iedereen met een lach naar buiten. Maar dit is toch echt de laatste, écht de allerlaatste.

Toch? 

KISS op Graspop 2019, foto Rob Sneltjes


Deel dit artikel