Leeuwarden puilt vroeg op de zaterdagmiddag uit van vreemd geklede mensen. Stuk voor stuk zien ze eruit als onbehoorlijke bierdrinkers, zich luidruchtig een weg banend naar het Wilhelminaplein. Niet zo gek ook, want het feest van het jaar vindt er plaats. Wat dacht je van klinkende namen als Gang Is Alles, DJ Stefan Leur en Denny Christian? Maar tussen deze in lederhosen gedrapeerde rouwdouwers bevindt zich een ander type mens. Het soort mens dat niks moet hebben van smerige smartlappenmuziek en slappe hap. Twee minuten verder lopen brengt je namelijk in de Neushoorn voor de betere muziek. Want na een dikke eerste dag komt Into the Void op de kille zaterdag met onder andere Orange Goblin, Acid King en Conan. Teveel om op te noemen en teveel om te zien in de Café Stage, Big Hall, Arena en de aan Danny ‘Bidi’ van Drongelen opgedragen Bidi Stage. Maar hoe dan ook: in elk hoekje is iets te vinden.
Lees ook:
– Into the Void dag 1: Een zweterige stonerboogie met Wo Fat en Elder
Tekst: Merijn Siben / Fotografie: Rob Sneltjes
FAMYNE
Simpelweg doom, zo valt het Britse Famyne te omschrijven. Aanvankelijk is het business as usual: hakkende power chords, maniakale vocalen… Maar wat een nogal repetitieve verdoemenis lijkt te worden, neemt al gauw enkele zijstraten. Want Famyne brengt je steevast net op tijd op het verkeerde pad, dankzij vakkundig geplaatste tempowisselingen, vlot slagwerk en atmosferische breakdowns. Het is een mengsel dat staat of valt met de presentatie van de band. Maar dat betaalt zich zonder meer uit, dankzij retestrak spel, verrassend veel energie en de klaaglijke zang van Tom Vane, uiterste eenzaamheid en wanhoop uitbeeldend met zijn handen. En met dit totaalplaatje, inclusief enthousiast applaus, maakt de band terecht indruk op Into the Void.
BOSS KELOID
Het eveneens Britse Boss Keloid vervolgt met een optreden in de Big Hall. De sludge metal van deze heren is er een van het verrassend progressieve soort, met complexe gitaarloopjes en aan de jaren 70 refererend toetsenwerk. Enerzijds haast zwoel en lounge-achtig, anderzijds onderbroken door harde metal-uitbarstingen. Hoewel de band uitstekend musiceert en een degelijke show weggeeft voelen juist die zware momenten ietwat misplaatst tegenover het frivole jamgehalte. Ondanks het harde werk van de band, mist Boss Keloid de benodigde stootkracht om echt indruk te maken.
LUCIFER
Alsof ze zo uit het flower power tijdperk zijn gestapt, strijkt Lucifer neer in de grote zaal. Gekleed in jaren 70 outfits begint de band met een dikke vintage doomtrack. Het uit stroperige Sabbathriffs bestaande openingsnummer wordt al gauw gevolgd door meer uptempo heavy metal. Door hierin veelvuldig te switchen maakt Lucifer hun gebrek aan originaliteit ruimschoots goed. Ondanks de heerlijke tempo’s, old school aandoende doom-intermezzo’s en de zang van Johanna Sedonis weet de band niet voor het volle uur de kaars aan te houden.
CONAN
Conan dendert een uur later door dezelfde zaal, afgetekend als silhouetten in een diepe duisternis. De sludge metal bestaat uit een barbaarse brij van repetitieve riffs, een diepgewortelde bas en spijkerhard drumwerk. Het is een machtig, overweldigend geluid dat de band produceert, aanvankelijk moeilijk te ontcijferen. Toch weet met name drummer Johnny King orde te brengen in die chaotische geluidsmuur, dankzij zijn afwisselende geknuppel. Ondanks de asgrauwe en venijnige sound weet Conan toch nog een kwartje te laten vallen. En dat zit hem in de synergie tussen de loeizware riffs en lompe ritmes, genadeloos de vloer aan gort stampend. Conan voelt als een afstraffing voor de oren, maar wel het soort dat verrassend goed ronkt en sleept.
RRRAGS
Tussen de sludge van Conan en de doom van Mourning Beloveth is het even op adem komen bij de Bidi Stage. Want de bluesrock van RRRags weet in hun korte bestaan al aardig wat aandacht te genereren. En niet zo gek ook, want met een zeer funky ritmesectie, scheurende solo’s en de zielvolle stem van drummer Rob Martin zit het wel snor op livegebied. Dat de band uit ervaren muzikanten bestaat is overduidelijk, want de muziek swingt de pan uit. Gepaard met een goed geluid is het plaatje compleet. RRRags rockt hard, en dat doen ze verdienstelijk op de Bidi Stage.
MOURNING BELOVETH
Na de zwoel swingende boel van RRRags is de onbehaaglijke doom/death metal van Mourning Beloveth aan de beurt. Benamingen als ellendig, enerverend en miserabel komen naar boven. Want elke riff, melodie of dodemansritme is vervuld van levensmoeheid en melancholie. Midtempo misère, alsof je een trage dood sterft of naar je eigen graf aan het kijken bent, gevangen tussen de echte wereld en het hiernamaals. Gecompleteerd door grunts en zuivere vocalen wordt de zware kost aan elkaar geregen. Maar toch, ondanks die tergende sound, weet Mourning Beloveth in die droefenis ook een zekere schoonheid te creëren. En dat maakt ze een goede tegenhanger voor Orange Goblin direct erna.
ORANGE GOBLIN
Hoe kan het ook anders? Niemand minder dan Orange Goblin verzorgt de adrenalineshot tegen die overdosis doom. Want deze woeste aardmannen schudden Into the Void finaal uit die marihuanaroes. Net als Saxon in de Ronda vorige week, komen deze Britten eveneens op de tonen van AC/DC’s It’s a Long Way to the Top het podium op. En hoewel de stonermetal van een ander kaliber is dan bij die NWOBHM-grootheid, is het live met dezelfde missie gebracht. Desbetreffende missie? Een metalfeestje gebracht met onophoudelijke energie. Stonermetal zoals het moet klinken: hard raggend, veelal geschikt voor hoge snelheden op de openbare weg en doorspekt met sporadisch spacende stonersecties. Het is duidelijk dat de band veel aandacht naar zich toe trekt, mede dankzij eeuwige pretbek Ben Ward en diens moppentapperij en snerpende strot. Met hun laatste optreden in het kader van nieuwe langspeler The Wolf Bites Back wordt het al gauw duidelijk dat ook nieuwe songs als Ghosts of the Primitives en het titelnummer makkelijk wedijveren met ouder werk als Saruman’s Wish of Quincy the Pigboy. Muurdikke grooves, vurige riffs en een overtuigende rock ’n roll-vibe is wat het feestje draaiende houdt. “Society thinks we’re fucking weird, we think they’re fucking weird. They’ve got Coldplay!”, kondigt Ward aan voordat They Come Back deze metalmasterclass compleet maakt.
ACID KING
Na zo’n verpletterend optreden als dat van Orange Goblin voelt elke opvolgende band als een inkakker op de afterparty. Maar vooraleer je kwijlend plafonddienst aan het draaien bent in kringelige wietdampen, weet Acid King de aandacht nog iets langer vast te houden. Het is stonermetal die je ofwel vredig in slaap sust of in een hypnose brengt, afhankelijk van het soort recreatief vergif dat je kiest. De solo’s zijn fuzzy, de zang is zweverig en de ritmes denderen op de snelheid van een olifant door de zaal heen. De platgebombardeerde geest kan hier wat minder mee, zo na middernacht. Maar wie nog vol energie zit, komt heerlijk op de middenweg met Acid King.
Met een stukje BRIQUEVILLE eindigde om twee uur in de ochtend een opnieuw geslaagde editie van Into the Void. En wat voor een! Met flink wat muzikale hoogtepunten en een groot aanbod, laat Into the Void zien dat het een waardevol festival is voor eenieder die geniet van minder alledaagse metal. Aan die typische Friese gastvrij- en gezelligheid eveneens geen gebrek. Een klein pijnpuntje was wellicht de afwezigheid van een door NMTH-gehoste biergarten. Dare to dream.
Lees ook:
– Into the Void dag 1: Een zweterige stonerboogie met Wo Fat en Elder
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.