Tijdens de Popronde van 2015 volgde fotografe Christel de Wolff één van de meest geboekte en bejubelde bands: Iguana Death Cult. Deze Rotterdamse garagerock-formatie stond al voor langere tijd op de radar van Never Mind The Hype. Zo selecteerden wij ze als een van de 25 bands die we tijdens de Popronde volgden, knalden ze vervolgens in onder meer Utrecht de kroeg uit en zagen we net hoe ze die buzz verzilverden op Noorderslag.
De fotografiestudente van de Willem de Kooning te Rotterdam zal komend half jaar door middel van een stage haar steentje komen bijdragen aan Never Mind The Hype. Reden genoeg dus om alvast kennis te maken en gelijk een blik te werpen op het project dat op 20, 21 en 22 januari te zien zal zijn tijdens de groepsexpositie ‘Eerste Druk’ van De Wolff en haar medestudenten.
Allereerst, wie is Christel de Wolff? En wie denkt ze wel wie ze is?
Ik ben een Zuid-Hollandse fotografiestudente met een enorme voorliefde voor bands en live muziek. Op de kunstacademie vecht ik er al een tijdje voor om popfotografie een plaats te geven binnen de studie autonome beeldende kunst die ik volg. Vaak bekruipt mij het gevoel dat deze tak van fotografie niet echt serieus genomen wordt. Dan wordt me verweten dat het slechts een fase is en dat ik maar niet volwassen wil worden. Ook als vrouw is het lastig uit te leggen wat ik nou precies te zoeken heb tussen al die charismatische mannen. Soms gekscherend ‘groupiegraaf’ genoemd, denkt men dan dat ik maar gewoon een beetje aankloot met mijn bevriende bandjes. (“Als je je lippen rood stift, kijken ze wel in je camera zeker?)
Zelf neem ik mijn positie als fotograaf echter wél serieus. En ik heb mede dankzij dit project met Iguana Death Cult juist gemerkt dat het er achter de schermen in die muziekwereld meestal heel anders aan toe gaat dan men als buitenstaander denkt. Juist door een vertrouwensband op te bouwen met mijn onderwerp (de muzikanten) was ik in staat om tot bepaalde conclusies te komen. In de toekomst zou ik deze het liefst door middel van sociaal-documentaire reportages verder uitdiepen, misschien kan ik daar tijdens mijn stage vast aan beginnen!
Waarom dit project?
Voordat je conclusies kan trekken moet je eerst weten hoe de vork in de steel zit en voordat ik met Iguana meereisde was ik nog nooit langdurig met een band mee geweest. Mijn ideeën over het artiestenbestaan waren dan ook louter aannames.
Ik was benieuwd hoe muzikanten het touren ervaren: vooral jonge beginnende bandjes die, nu de subsidies op cultuur en er steeds meer podia zijn weggevallen, altijd alles zelf moeten. Het lukt ze vaak nog ook, omdat deze fanatiekelingen een verfrissende kijk hebben op het muzikantenbestaan dat niet alleen maar lang leve de lol is.
Waarom Iguana Death Cult?
Dat is alleen een vraag voor diegenen die de band nog nooit hebben ontmoet of aan het werk gezien. Naast dat het stuk voor stuk ontzettend aardige knullen zijn, is IDC naar mijn mening één van de tofste acts die Nederland op dit moment te bieden heeft. Vooral live staat dit garagerock-kwartet op eenzame hoogte.
Ik zag ze voor het eerst op het Eendracht Festival in Rotterdam. Het was er koud, maar echt, stéénkoud. Op een klein openluchtpodium stonden vier jongens te verkleumen. Met verkrampte vingers kwamen de solo’s niet helemaal vlekkeloos over, maar deze band – met hun zomerse garage- en surfrock-invloeden – slaagde erin om mij héél even de kou te doen vergeten. Ik was meteen verkocht.
Helemaal om was ik toen, begin september, de cassette Sirens/Seven Tongues werd uitbracht in Skatepark Pier15 te Breda. Het was daar wel warm, bloedheet zelfs, en de show was pure chaos. Alles ging kapot: microfoons, lampen, speakers, snaren en zelfs lichaamsdelen. In amper drie kwartier had ik méér bijna-dood ervaringen dan ik op twee handen kon tellen. Als ik één band zou gaan volgen, dan moest het deze worden.
Was dat wel wat je wilde fotograferen dan? Zo’n typische ‘rock ‘n’ roll’ band?
Toegegeven, toen ik na een lange zomervakantie weer aan de studie moest had ik eigenlijk helemaal geen zin. Bij het krijgen van de opdracht om me een half jaar lang aan één onderwerp te binden wist ik wel meteen dat het een band moest worden. Echter, veel Nederlandse bandjes vandaag de dag zijn hartstikke saai en ik was bang dat ik een saai geval zou treffen, die amper zou optreden en waar ik dan helemaal geen leuke foto’s van kon maken.
Want in eerste instantie was het wel degelijk mijn bedoeling om een spectaculaire serie te schieten over een fantastische band die niks te fantaseren overliet. Maar al snel maakte die puberale YOLO-attitude, die ik in mijn fotografie nou juist voorbij wil streven, plaats voor een wat gefundeerder concept.
Wat zien we in de expositie?
Ik reisde verschillende keren met de band mee en legde naast de geijkte concertplaatjes ook de momenten rondom de optredens vast. Op deze manier probeerde ik voorbij concertfotografie te gaan en een meer documentaire twist geven aan de popfotografie.
Veel van mijn helden in de fotografie werken op een sociaal-documentaire manier. Zij volgen hun onderwerp nonstop en leggen veel persoonlijke details vast. Hoewel het me gaaf lijkt om dat een keer bij een band te doen, heb ik me in dit project totaal niet bemoeid met de bandleden als individu. In de drie maanden dat ik met ze op stap ben geweest, heb ik natuurlijk meer dan eens openhartige gesprekken gevoerd en ben ik veel over de angsten en dromen van de jongens te weten gekomen, maar niks van deze persoonlijke verhalen komt terug in de foto’s.
Sterker nog, de fotoserie is uiteindelijk niet eens zo zeer een reportage over de band Iguana Death Cult geworden. Door weinig herkenbare gezichten te tonen, zou het zomaar over iedere opkomende band kunnen gaan die voor het eerst een grote tournee meemaakt. Natuurlijk zul je de band herkennen. Al is het alleen maar aan de vuurrode brandweermobiel die een prominente plaats heeft binnen de serie, maar een promotieplaatje van één band is het (gelukkig) niet geworden.
Foto’s uit de expositie en toelichting:
1. (De Bus.)
Die brandweerbus waarin de band rondreist werd al vrij snel een icoon. Overal waar ze gingen hadden ze bekijks. (“Oh, jullie gaan zeker wel als de brandweer!”) Het was vaak een hels karwei om dat ding te parkeren en op de snelweg ging ‘ie niet harder dan 90km p/u, waardoor een ritje Rotterdam-Groningen bijna vier(!) uur duurde. Maar dat alles valt in het niet bij het plezier en de +1 status die de bus de band brengt.
De bus is groot genoeg voor alle instrumenten en daarnaast liggen er nog een paar matrassen (er wordt soms ook in de bus overnacht) en een skateboard in. Steeds als het ook maar even kon, werd het skateboard tevoorschijn gehaald en kwamen de echte roots naar boven. Niet te lang, want omdat we steevast achterliepen op schema, waren we beperkt tot wel héél korte plas- en rookpauzes.
2. (Foto in de bus.)
Eigenlijk verbeeldt deze foto hét ultieme gevoel dat bandjes volgen in mij oproept. Diep in de nacht terug naar huis rijdend had ik een compleet overzicht vanaf de achterbank. Ik zag de achterhoofden van de jongens en hoorde ze nabeschouwen over wat weer een leuke avond was geweest. Tegelijkertijd gleed het asfalt aan ons voorbij als metafoor voor het pad van de Popronde en alles dat daarna nog gaat komen.
Doodmoe en soms lichtjes aangeschoten zag ik de wereld op deze momenten niet altijd meer even scherp. Door de lange sluitertijd te gebruiken in de hobbelende brandweerbus, ontstond er die extra feel aan hoe ik deze momenten daadwerkelijk heb beleefd.
Grappig van deze foto is dat twee van de vier achterhoofden niet eens van IDC zijn maar van Nancy Acid. Toen zij tijdens de Popronde van Nijmegen nog om een slaapplek verlegen zaten, bood Iguana’s frontman Jeroen hen die aan in Den Haag.
3. (Met Jaap.)
Die vrijgevigheid en loyaliteit die muzikanten onderling uitdragen, was wat me het meeste opviel tijdens de Popronde-avonturen. Zo maakten we aan het begin van de tour steeds grapjes over hoe een ongelofelijke kutband die The Homesick wel niet was. Maar net als Iguana waren deze Dokkumer boys vreselijk vaak geboekt dus kwamen de zogenaamde rivalen elkaar steeds tegen. The Homesick en Iguana Death Cult bleek een geniale match en zeker in combinatie met een paar biertjes.
Het complete fotoboek is te zien tijdens de groepsexpositie ‘Eerste Druk’ in het Westelijk Handelsterrein te Rotterdam. Op woensdag 20 januari vind de officiële opening plaats. De expositie is dan geopend van 16:00 tot 22:00. Dan zal Christel de Wolff aanwezig zijn om onder het genot van een feestelijk drankje nog veel meer te vertellen over haar project en dat van haar studiegenoten. De expositie is ook donderdag 21 en vrijdag 22 januari nog te bezichtigen. Op beide dagen tussen 14:00 en 21:00.
Meer info:
www.expoeerstedruk.nl
facebook.com/expoeerstedruk
Facebookevent
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.