We geven je wederom een kwartet aan Hardhitting Albumreviews uit de pen van Guido Segers. De onbetwiste hardhitter-koning neemt voor deze editie een viertal uiteenlopende albums onder de loep. Ondanks gemengde gevoelens over het oeuvre van Perturbator, stort hij zich toch vol goede moed op het laatste broedsel Lustful Sacraments. Zijn open blik en nieuwsgierigheid weerhoudt Guido eveneens niet om het album En Delirium van Grief Collector te beluisteren en te voorzien van commentaar. Flotsam and Jetsam bouwen weer een prachtig huis op stevige fundamenten met hun laatste album. Als laatste is er een vooruitblik op Victims of the Times van Xasthur, welke uitkomt op 9 juli van dit jaar. Nog even geduld hebben dus.

Tekst: Guido Segers 

Naast de Spotify-links kun je natuurlijk ook terecht bij onze 666 Hardhitters Spotify-lijst, waar je regelmatig op de hoogte blijft van dikke nieuwe tracks!


Perturbator – Lustful Sacraments
Laat ik er niet om liegen; Perturbator heb ik lang niet gesnapt. Ik vond ze leuk hoor, met hun synthwave shit met donkere klanken en sfeer. Maar het bleef lang een soort Miami Vice meets Akira dingetje. En toch flirten acts als Perturbator – en natuurlijk ook Gost – met donkere metal en dat gevoel overheerst wederom op Lustful Sacraments. Ik kan wel zeggen dat dit het vijfde album is, maar die maatstaf gaat eigenlijk niet op voor een artiest die bakken ep’s de wereld in slingert. Afijn, het is de nieuwste.

Bij opener Reaching Xanadu is er herkenning, want dit lijkt een hele subtiele knik naar de Rush track. Punten daarvoor. We gaan de titeltrack in met dreigende synths en spoken word passages. Het heeft een lekker voortdrijvende geluid, maar bevat ook een soort Sisters Of Mercy ‘dunkelheit’. Goth party soundtrack, deze, met lome synths en onheilspellende hooks. Zo nu en dan kan het venijnig kloppen met die beats en dat is ook lekker. Dat is ook hoe ik merk dat we al bij Excess aanbeland zijn. Een nadeel van zo’n geluid is dat het soms wat naar de achtergrond verschuift. Wat dan prima zou zijn in een soort neon retro film. Goed, dat kan je eveneens zeggen van de nodige black metal, stoner en doom bands. Overigens wordt Perturbator daar vaak mee vergeleken en ook met dit album. Dat snap ik dan weer niet, want dit is echt de eerder genoemde Sisters, Clan of Xymox en Fields of the Nephilim. En de laatste echt alleen op z’n allerruigst, want Secret Devotion is gewoon een track om bij weg te dommelen in een donker hoekje van de Batcave. De vocalen van Death Of The Soul past daar dan beter bij met z’n drive en stomende beats. De opvolgers daarvan beloven veel met een titel als Dethroned Under a Funeral Haze, maar blijven een beetje in een doom en gloom sfeertje hangen onder een discobal. Op Messaline, Messaline komen we even los van de grond, maar al snel gaan we weer diezelfde kant op. God Says heeft wel weer wat meer ballen, hoewel het echt een sleperige, doomy track is. Wellicht heeft het te maken met de collab op deze song met Hangman’s Chair, die weten tenslotte wel hoe je dramatisch jaren tachtig geluid kan produceren.

Het maffe is dat ik Perturbator ken van de energie en het is alsof die langzaam wegloopt uit de plaat. Er zijn betere Perturbator platen dus, maar als je van die goth dansvloer vibes houdt kan je deze niet missen.


Grief Collector – En Delirium
Als je de band Grief Collector googelt, zal het eerste wat je leest zijn dat Robert Lowe in de band zit. Hij wordt dan geïntroduceerd als ‘legendarische frontman van…’ of ‘de iconische frontman van…’ en eigenlijk is dat altijd een beetje jammer. Want ja, hij zat eens in Candlemass, maar ook in Solitude Aeternus en nog altijd in Tyrant. Ik bedoel maar, het is allemaal wat relatief. Bovendien is mijn iconische Candlemass zanger Messiah Marcolin. Ik weet niet of dit een ding is waar doom fans even verdeeld over zijn als Nederlanders over mondkapjes, maar ik gooi ‘m er gewoon in.

En ik had gehoopt hier te zeggen dat Grief Collector ook nog eens heel anders klinkt en dat het aanprijzen van Grief Collector onder de naam van Candlemass net zo logisch is als Ruud Gullit vragen naar de beste barbecuesauzen, omdat hij ooit bij AC Milaan voetbalde (er is niet echt een relatie tussen die twee dingen). Maar goed, die vergelijking kan ik dus weer op zolder leggen. Welnu… En Delirum dus. Met een power trio, wordt er eigenlijk doom de wereld in geslingerd zoals het ooit hoorde. Traag, lijzig, donker, zwaar en met de zang van Robert Lowe. En die is bij Grief Collector – net als Gullit bij Chelsea – niet meer op z’n top (het is allebei lang geleden, laat me). Anderzijds, hij hanteert genoeg trucjes en je hoort zijn veelzijdigheid op tracks als Wintersick en Knee Deep in Devils. Veel lekkere gitaarloopjes en dat oldschool gevoel van klassieke doom en een vleug heavy metal, bijvoorbeeld op The Letting Go. Alles in een format van vier tot zes minuten en nooit echt buiten de gebaande paden. De track 10 Days (of Disbelief) springt er door z’n lange, kabbelende opbouw nog tussenuit. Then Come Darkness is een goede knipoog naar My Dying Bride en Voodoo – Die Young is er een die je live moet horen. Echt meer dan genoeg goeds op deze plaat voor de liefhebber van klassieke doom. Ben je dat niet, ga dan maar voetbal kijken.


Flotsam and Jetsam – Blood in the Water
Wist je dat Flotsam and Jetsam bij de eindeloze reeks bands hoort uit het metalgenre met een knipoog naar Tolkien? Ik wist dat niet. Ik kende ze alleen als de band waar Jason Newsted ooit in speelde. Gelukkig kozen ze niet voor de naam Dogz. Afijn, Blood in the Water is de nieuwste plaat van deze net-niet-big-four thrashers. De veertiende in het veertigjarige bestaan. En hoewel je een pak melk nooit zo lang moet bewaren, is dat bij wijn een ander verhaal. Wat is Flotsam and Jetsam dan? Nou, als we deze plaat mogen geloven is het nadrukkelijk een wijn van een goed vintage.

Ik vloek ermee in de kerk, maar als je de titeltrack en Burn The Sky luistert is dit toch gewoon de band waar power metal bands hun inspiratie vandaan halen. Van die vocalen die de octavenladder bestijgen met een episch crescendo, solide partijen bas en drums en gitaren die janken naar de hemelen. Het zit er allemaal in. Soms doet Flotsam and Jetsam me op deze plaat dan ook aan Therion denken met theatrale, doch cleane tracks als Cry For The Dead. Nieuwe bassist Bill Bodily laat zich ook zeker horen op deze tracks met stevige lijnen. En eh… Het wil ook lekker vlotten na veertig jaar, want een track als Grey Dragon met z’n hoge tempo en Dragonforce-pump, is er eentje waarmee je zeker vijf minuten sneller thuis bent. Inclusief dat epische gitaarspel, vol onheil en opbouw. Eruptief, is dat een woord? Dat voel je namelijk continue bij deze thrashers, die wat mij betreft de vlag hoog houden van wat metal eigenlijk is en waarom het zo vet is. De productie is ook redelijk soft en Flotsam and Jetsam heeft niet de rauwe randjes die je vaak bij de thrash genoten terug hoort. Dat is helemaal niet erg, want de muziek staat sowieso als een huis. Zo zitten er prachtige passages in afsluiter Seven Seconds ‘Til the End of the World, welke gewoon 4 minuten en 53 seconden. Ik maak me eigenlijk nu dus eigenlijk zorgen over de 7 seconden na het einde van de plaat. Maar daar gaat het niet om, meer om hoe dat geluid gevormd is voor maximale impact. Ik kan het niet anders zeggen dan het is; na iets meer dan vijftig minuten Blood in the Water ben je simpelweg fan geworden en wil je met een grote pul bier metal bands gaan kijken.


Xasthur – Victims of the Times
Velen kennen Xasthur wellicht van de docu reeks One Man Metal van Vice/Noisey. In de reeks spreekt de reporter met de heren achter Leviathan, Striborg en Xasthur. Het zijn stuk voor stuk niet de meest sociale types, die elk een soort van moderne kluizenaar zijn. Scott Connor – de man achter Xasthur – is daar misschien wel de ergste van. Zijn muziek is dan ook kille black metal, waar je echt geen greintje hoop in kan ontdekken. Connor is continue in gevecht met de wereld en ongetwijfeld uit een soort frustratie eindigde hij Xasthur om vervolgens met een neofolk project genaamd Nocturnal Poisoning door te gaan.

Het black metal publiek staat natuurlijk bekend om een bepaalde flexibiliteit en open-mindedness, dus Nocturnal Poisoning kwam niet van de grond zoals Connor hoopte. Daarom doopte hij het project weer om tot Xasthur in de hoop dat dit weer deuren zou openen. Victim of the Times is de tweede plaat van Xasthur 2.0 en als je de cover bekijkt zie je al dat dit geen vrolijk folkplaatje is – wat trouwens uit is op Lupus Lounge en kwaliteitslabel Prophecy Productions. Eigenlijk klinkt Connor op deze plaat als een Nick Drake die een fucking hekel heeft aan de mensheid. Het fijne gitaargetokkel en de fijne stem van Connor als zanger staat in schril contrast tot de materie. Het is het verhaal van de keerzijde van de Amerikaanse droom, het grimmige, het verlorene en daarmee ook een reflectie van zijn eigen situatie. De plaat werd dan ook opgenomen in hotels, huiskamers en op de stoep volgens de frontman.

You thought it was real but you didn’t look
Was it all those pills you never took?

Victims of the Times

Dat hoor je eigenlijk niet terug, want kwaliteit van de opnames zijn prima. De songs soms wat vreemd; de ene keer krijg je vier minuten en het andere moment is het in minder dan anderhalve minuut gedaan. Tokkelend, folky op Fairy Tale Ideologies, waar Connor vocaal wat kracht bij zet. Maar er is ook van die broeierige, duistere americana op Allegiance to the Meaningless die zorgt voor een gevoel van onbehagen. Dat is misschien ook wel de term waarmee je de plaat kunt samenpakken. Een vluchtige luisterbeurt doet je denken dat dit een leuke folky singer-songwriter plaat is, met wat zuidelijke twang in het geluid. Maar van dichterbij wringt en schuurt het, confronteert Connor en trekt hij een gordijn opzij. Geen black metal, maar wel de moeite waard dus.


Ben je nog niet klaar met het ontdekken van nieuwe muziek, tune dan in op de NMTH Hardhitters op Spotify:

 
 



Deel dit artikel