Dag twee, per definitie en traditie op een festival zo’n dag die net wat stroever start dan de eerste. Op Eurosonic blijkt het zwaartepunt van heavy bands duidelijk later op de avond te liggen, voor beide problemen hebben we een oplossing bedacht: de Never Mind The Hype showcase in De Kar. Daar trappen we vandaag al om 17.00 uur af met de eerste heavy hitters. Daaropvolgend vliegen we als idioten heen en weer door Groningen en trotseren regen en sneeuw tot diep in de nacht. Hoogtepunten op ons eigen podium met Grenadeers, Paceshifters, Magnetic Spacemen, GOLD, The Charm The Fury en The Glücks. Death Alley en Dool bewijzen opnieuw waarom zij onze support verdienen en straffe verrassingen van Idles en Saurupod. Dit is de Eurosonic donderdag.
Door: Tim van der Steen, Marije Heida, Christel de Wolff en Jurgen de Raad
Ook op deze plaats een woord van dank voor de bands en bezoekers die van onze showcase in De Kar zo’n succes hebben gemaakt. Vanaf de straffe start met Grenadeers, die met hun groovende desertrock direct bewijzen hun spot waard te zijn, is het gezellig druk. De eierballen vinden gretig aftrek en het is een komen en gaan van bekende en nieuwe gezichten. Het volledige verslag, inclusief aftermovie, volgt hier snel. We ontkomen er niet aan om de mayhem van The Charm The Fury hier te benoemen, harder dan dat kan de vlam niet in De Kar slaan. Het staat zo vol dat het vrijwel onmogelijk is om van achter in de zaal het podium te bereiken. Lukt dat met gevaar voor eigen leven toch, dan belandde je in een kolkende pit. Zangeres Caroline Westendorp duikt daar zelf ook doodleuk in en wordt letterlijk op handen gedragen. Zo lusten wij onze metalcore graag. (TvdS)
The Mysterons, De Machinefabriek
Met een steeds onaangenamer, killer wordend weersbeeld, is het in de fraaie zaal van De Machinefabriek een prima opwarmen met de verkwikkelijke trippy grooves van het Amsterdamse vijftal. De stijlvolle songs – in prettig meevoerende jaren zestig en zeventig psychedelica dobberend – kennen regelmatig een soort van ontsnappingsdrang via typisch oosterse sfeertjes en wat filmisch aandoende sci-fi-nostalgie. Een tendens die leuke bevreemding en bezwering geeft. De fijnbesnaarde vocalen van zangeres Josephine van Schaik doen The Mysterons’ psychgehalte eveneens goed aan door de veel te horen ijle galm op haar zang. Als een vlindertje fladderend op een warm zomers briesje glooit de zang over de voornamelijk sterk ritmische, hoekige patroontjes van de instrumentalisten. Triphoppende cadansen – Portishead waart in gezonde mate rond – matchen prima met als garage voelende gitaarpartijen.
The Mysterons slagen zeker vanavond, helemaal wat betreft de strakke uitvoering van het geboden songmateriaal. Soms mag dat wel iets meer ademen en directer – misschien iets rauwer? – klinken. Het is bij tijd en wijlen net wat te netjes, te schuchter en steriel. Doet echter geen afbreuk aan een verder dus goed en bovenal sfeervol optreden. (JdR)
Gurr, Huis de Beurs
Gurr is een duo uit Berlijn, maar de twee gitaristes Andreya en Laura Lee verschijnen nu samen met een bassiste en een drummer op het podium van Huis de Beurs. Deze locatie is een prachtige theaterzaal en past perfect bij hun optreden dat wel iets weg heeft van een theaterstuk. Vooral omdat de muzikanten vanaf het moment dat ze op het podium verschenen een personage hebben aangenomen: de enthousiaste, schattige meisjesband. Ze zijn jong – maar niet piepjong – klinken jeugdig, kinderlijk haast, en bij vlagen zelfs een beetje kinderachtig. Met grappige gitaarrifjes, wat hijgjes en ‘oh’tjes zit het muzikaal goed in elkaar. Ook zanglijnen wisselen elkaar perfect af. In toonhoogte soms iets te veel, alsof er drie keffertjes op het podium staan.
De rammelende popliedjes van Gurr werken voorzichtig aanstekelijk op het publiek. Maar misschien zijn er veel Duitse delegaties in de zaal, want pas als Walnuss – het enige Duitstalige nummer in de set – wordt gespeeld, komt er echt goed beweging in het publiek.
Tegen het einde van het optreden, als alle liedjes dan tóch wel erg op elkaar binnen te lijken en de sleur er een beetje in raakt, zet de band Hollaback Girl van Gwen Stefani in. Even lijkt dat een totaal verkeerde keuze: de aandacht van de toeschouwer is er meteen weer bij, maar niet in de meest positieve zin. De energie spat van het podium, maar de dames zetten het dusdanig op een gillen dat het schattige en aandoenlijke aspect van de band meteen omslaat tot ronduit irritant. Gelukkig gaat deze ongelukkige cover vrij snel weer over in hun eigen materiaal. En Rollerskate dat nog hyperactiever is dan de voorgaande tracks is daarmee een perfecte afsluiter. (CdW)
Elephant9, De Machinefabriek
Het is mooi op de plek blijven in De Machinefabriek, voor het na The Mysterons spelende Noorse trio. Wat Elephant9 vervolgens tentoonstelt, is een diepe, duizelingwekkende afdaling in de psych- en prog-krochten van de seventies. Dik aangestipt met jazzteneur toveren deze topmuzikanten de ene na de andere krachttoer uit hun übermuzikale hoeden.
Knap is dat de krachtpatserij ‘gewoon’ gegoten is in ijzersterke tracks – alles instrumentaal – die blaken van prachtige dynamiek. Tracks die machtig spanning laten aanzwellen waarbij bassist, toetsenist en drummer je volledig opzuigen met hun ingenieus vervlochten partijen. Geleidelijk van vorm veranderende lagen monden uit in explosieve stukken. In die crescendo´s vliegen vooral de over elkaar heen vallende toetsenriedels van bandlid Stale Storlokken je stevig om de oren. Schurend en tierend dringen zijn vintage Hammond-orgelklanken diep tot je door, geregeld liggend in effecten en aangevuld met bijkomende elektronische swirls.
Elephant9 geeft een overdonderend optreden weg, het is meer dan duidelijk. Met nodig opgejaagde nummers die je zo zouden doen wanen in een wilde auto-achtervolging, gesitueerd in een politieserie uit de jaren zeventig. En in zekere zin ook een hele mooie ode aan de prog, psych en jazz-rock uit dat decennium, denkend aan namen als Emmerson, Lake & Palmer, Tangerine Dream of Mahavishnu Orchestra. (JdR)
Mother’s Cake, Der AA Theater
Vanwege een superstrak schema – dat uiteraard al snel in de soep loopt door lange rijen bij de podia – duiken we voor een bliksembezoek binnen bij Der AA Theater. Het Oostenrijkse Mother’s Cake wekt in de voorbereidingen belangstelling op, met name door het recente tourschema van de heren. Niet alleen vliegen ze op eigen houtje over de hele wereld de komende periode, afgelopen december nam DeWolff ze mee op pad als voorprogramma en stonden ze zelf ook shows op te warmen van onder andere AC/DC, Iggy Pop en Anathema.
Over een kleine twee weken ligt hun derde album No Rhyme, No Reason in de schappen van de platenzaak. Eurosonic is daarom de perfecte gelegenheid om nieuw materiaal aan de man te brengen. De verrassing qua muziek schuilt bij deze heren in de naadloze overgangen van rock naar blues, funk en/of metal, gecombineerd met ingenieuze tempowisselingen. Dreigende, zware basintro’s vloeien een paar minuten later over in up-tempo funky baslijntjes. Het rauwe, hoge stemgeluid van zanger/gitarist Yves Krismer is een uitzondering in dit verhaal van afwisseling en variatie. Vastberaden, maar zonder al te veel charisma uit te stralen is hij de enige constante factor in de wirwar van muziekstijlen. Deze combinatie werkt verrassend goed. (MH)
Idles, Vera
De show van Idles begint eigenlijk al tijdens het soundchecken als de bebaarde bassist en backing-vocalist de stembanden vast warm schreeuwt. Het al aanwezige publiek kaatst zijn oerkreten meteen terug. En als de band nog eventjes backstage vertrekt, blijft er een opgefokt ogend mannetje over het podium ijsberen. Ondertussen druppelt het publiek langzaam maar zeker Poppodium Vera binnen. Stuk voor stuk stoere kerels verzamelen zich tot vlak voor het podium. Dat beloofd wat.
Het mannetje – overwoekerd door tatoeages en met knalgeel piekhaar – identificeren we als frontman Joe Talbot. Hij heeft steeds het laatste woord, scheldt zijn bandleden uit en gaat dan rond met de fles sterke drank om het weer goed te maken. “Hee, wat is het volgende nummer ook alweer?”, vraagt hij telkens quasi-onwetend. Als de songtitel (en een hoop verwensingen) hem vervolgens naar het hoofd worden geslingerd roept hij: “Oja! En dit nummer gaat over…”, meestal gevolgd door zware thema’s zoals gezondheidszorg, geestesziektes en werkloosheid. Deze onderwerpen worden vertaald tot puntige punk songs en afgetopt met Talbot’s atypische zangstijl. Het is meer praten dan zingen, meer scanderen dan praten en steeds met een sarcastische ondertoon.
“Don’t take pictures!”, roept hij uit het niets. Bang dat hun fotoapparatuur zal eindigen zoals de microfoonstandaard op het podium (in drie stukken, verspreid over de grond) druipen de aanwezige fotografen af. Ook de telefoontjes worden voor even veilig opgeborgen. “-of yourself!” vervolgt hij, het nummer Queens gaat over zijn frustraties met vrouwen die te veel selfies maken.
Met een zekere vorm van Britse bravoure en zelfspot slaat Idles zich door hun set heen. De band is op het randje van gevaarlijk: de verwachte allesverslindende moshpit breekt – op wat lomp geduw na – niet uit, maar de dreiging hangt steeds in de lucht. De boze frontman, de wild dansende gitarist op links, de overige zwetende lijven op en de dampende massa voor het podium maken het een van de spannendste Eurosonic optredens tot nu toe. (CdW)
Sauropod, Huis De Beurs
De drie jeugdige Noren met prima eigenwijze uitstraling brengen hun rebellerende grunge/punk/indie vanavond met veel sympathie. De gebrachte nummers broeien goed van de neurotische ondertonen. Vooral een aantal vinnige doorrammers hangen in opgefokte en panische toestand. Deze toestand versterkt zich door de afwisselende en aanvullende – soms tegen krijs aanzittende – zang van gitarist Jonas Royeng en bassiste Kamilla Waal Larsen. Royeng laat hierbij wel eens het stemgeluid doorschemeren van Kurt Cobain, met name dus daar waar zijn zang overstag gaat. Qua opbouw van en riffjes in de puntige liedjes, komt Nirvana eveneens regelmatig naar boven drijven.
Ondanks een overtuigende presentatie van de band zelf – in al zijn toonaarden – sluipt na enige tijd wel de verveling naar binnen, als het gaat over het liedmateriaal dat passeert. Dat is op den duur net iets te voorspelbaar. Het aanvankelijk goed werkende gif in de liedjes neemt dan ook in kracht af, hoe zeer de band op het podium ook zijn best doet. Wat dat betreft pakte Nirvana het dan toch allemaal net wat spannender aan. Natuurlijk, Sauropod is geen Nirvana. En dat hoeft ook niet. Feit is dat de band wel genoeg in huis heeft, wordt live in ieder geval overtuigend waar gemaakt. Op basis van een debuutplaat die het op zak heeft, zou het in de kwaliteit van zijn liedjes nog heel goed verder kunnen groeien. (JdR)
Dool en Death Alley
Voor je het verkeerde idee krijgt, Dool en Death Alley speelden op Eurosonic geen gezamenlijke set. Maar zij vallen wel met goede reden in hetzelfde blok. We herinneren je dan ook aan het feit dat Never Mind The Hype niet alleen een platform is voor onbekend en nieuw talent, maar juist ook gelooft in het langdurig supporten van bands die dit verdienen. Death Alley en Dool bewijzen zich keer op keer en vallen hiermee in de Nederlandse buitencategorie. Ontwikkelingen volgen we dan ook graag op de voet, en aan de bekende gezichten in de zalen te zien zijn wij daar gelukkig al lang niet meer alleen in.
Het Rotterdamse Dool treffen we vandaag in Der AA Theater. De set wordt geopend met Vantablack, de nieuwe single van het debuutplaat Here Now, There Then. We primeurden de track onlangs al, nu horen we direct hoe intens het doomy repetitieve slotstuk live is. “Leuk dat we mogen spelen voor dit business publiek.” Sneert frontvrouw Ryanne van Dorst de zaal in. “Ons nieuwe album komt 17 februari uit, maar dat hebben jullie vast wel gezien op jullie mailinglist.” “Wij zijn er ook hoor, het normale publiek!” Roept iemand vanuit de zaal. “Oké dan, deze hele set is voor jullie!”
Begrijp het niet verkeerd, Van Dorst en band zijn absoluut dankbaar voor waar zij staan. Een bijzonder oprecht dankwoord na afloop spreekt van klasse, niet van arrogantie. Over de rotsvaste en stoere podiumpresentatie en duistere rock van Dool bestaat sowieso geen twijfel. Die nieuwe plaat, dat is er een om naar uit te kijken.
Death Alley dan in Vera tussen 01.15 en 02.00. Het laatste kwartier staat uiteraard vast met Supernatural Predator, daar kunnen we onze klok op gelijk zetten. Altijd raak, zo ook vandaag, maar voor bijzonderheden richten we ons op de eerste dertig minuten. Zo horen we nieuw werk dat verrassend bluesy uit de hoek komt en zie ik voor het eerst de nieuwe drummer aan het werk. Andere chops en fills maar gelukkig een vergelijkbare drive. Eerlijk is eerlijk, we hebben de band wel eens strakker zien spelen.
Death Alley staat met hun vuige, psychedelische rock n’ roll wel op de tijd en plaats waar zij horen. Dat is ook te merken aan het publiek: stilstaan is geen optie en ook de fotografen vooraan worden vanaf het eerste nummer aan de kant gebeukt door de moshende voorste rijen. Daarachter zien we onder meer Roadburnbaas Walter Hoeijmakers goedkeurend toekijken en Atze de Vrieze van 3voor12 met vuist in de lucht meeschreeuwen. Die duikt vervolgens tevergeefs de pit in om iemands bril van de grond te redden maar de glazen zijn al gesneuveld. Debiel genoeg weet iemand anders zijn contactlens even later wel terug te vinden tussen het tumult. Een hilarisch geluksmoment om te aanschouwen, de emmer bier die vervolgens in mijn nek belandt neem ik op de koop toe. Het klinkt misschien triviaal, maar dit is wel rock n’ roll. Dit is ook waarom het keer op keer de moeite is om deze bands te zien spelen. (TvdS)
Viagra Boys, Vera
Meerdere onderdelen aan een band als Viagra Boys maakt dat je vrij vroeg in de set onder de indruk raakt van deze Zweedse club muziekpriegelaars. Het beschrijven van de muziek van deze Scandinaviërs is wel een uitdaging. Het is alsof je naar een ongemakkelijke film zit te kijken, denk aan bijvoorbeeld de sfeer in Trainspotting. Rauw, ongemakkelijk, soms grappig en na afloop voel je je raar maar niet per se ongelukkig.
Precies dat is wat Viagra Boys weten te reproduceren tijdens een live show. Je kijkt naar zeven, vrij ongezond ogende types waarvan frontman Sebastian Murphy overwegend ongemakkelijkheid en agressie oproept. Loop je hem op straat tegen het lijf dan zou je in een boogje – zonder oogcontact te maken – om hem heen lopen. Eenmaal staand – of vaak ook liggend – op het podium blijf je gefascineerd naar hem kijken en luisteren. Zijn teksten dreunt hij staccato en zonder aarzeling tussen de freaky samples en dito saxofoonuitspattingen door. Gecombineerd met de drumpartijen plus een zware darmstimulerende bas kom je in een drie kwartier durende punky trance terecht met geestverruimende effecten. Hoe je je daarna voelt, is weer een ander verhaal. (MH)
Abdomen, Lola
Frisse verrassing vandaag is het Friese Abdomen. Fris allereerst omdat het inmiddels begint te sneeuwen buiten, dus glibberen we rap richting Lola. Daar wordt weer eens duidelijk dat schijn kan bedriegen: drie op het oog volstrekt ongevaarlijke jongens. De boomlange frontman Peter van Beets in pantalon en overhemd. Daar tegenover staat vervolgens wel een knap venijnige pot garagepunk. Aan de pluszijde tellen we wel een stevige lading feedback en gefuzz, worden wij blij van. Een gezellig pitje volgt, er is inmiddels aardig wat nattigheid naar binnen gelopen dus de vloer is spekglad. Een dame belandt hierdoor pardoes op de monitor van Van Beets, past de show prima.
Door dit alles valt pas halverwege de set op wat een koddig zaaltje die Lola eigenlijk is. Super kitsch met kroonluchters, houtwerk en schilderingen op de muren en het plafond. Bij zo’n barok zaaltje staat het felle Abdomen in schril contrast. De zang afwisselend clean en gepijnigd gekrijs. Rollende drums en zeker naar het einde toe een aardige dosis four-to-the-floor beukrock. Dit betekent niet dat alle intro’s en riffs even spannend of geïnspireerd zijn, maar na afloop hebben we het toch een beetje warmer. (TvdS)
Dead!, Der AA Theater
Vijfentwintig minuten hebben de jongens van het Britse Dead! nodig om publiek dat aanwezig is in Der AA Theater uitgeput en met een grijns op het gezicht achter te laten. Een belangrijk element in het creatieve proces in de totstandkoming van de nummers is de input van alle bandleden, met ieder hun eigen voorkeuren en invloeden. Dit maakt dat tijdens de set de nummers van boyband-poppy tot punkerig aanstekelijk schommelen. Het werk dat ze brengen teert nog op de in 2014 uitgebrachte EP Tu Me Manques, maar her en der worden nieuwe tracks van het aankomende album aangekondigd.
Elk nummer wordt uitermate vermakelijk gebracht door een hyperactief, charismatisch kereltje van het type Niek Nellen van Afterpartees, alleen dan minder grappig. Met wegdraaiende ogen en bijna ontploffende aderen in de nek hitst zanger Alex Mountford een clubje volwassen (en beschonken?) kerels voor het podium op tot een bescheiden, doch wilde moshpit. Zo midden in de nacht is het allemaal uiterst goed te verteren en kunnen we het in het hardere segment van de Eurosonic line-up zelfs wel tot een van de hoogtepunten van de dag scharen. Gewoon te laat beginnen, binnen twee nummers een snaredrum aan gort slaan en dramatisch de longen uit je lijf zingen is en blijft de basis van rock-’n-roll, niet waar? (MH)
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.