Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

Doomstad Dave, foto Rob Sneltjes

‘If you’re gonna Doom me, Doom me right’

Nu het stof enigszins is gaan liggen en de geest iets meer grip heeft gekregen op wat er daadwerkelijk allemaal is voorgevallen, kan ik mezelf niet aan de indruk onttrekken dat deze eerste editie van Doomstad er één van het tamelijk geslaagde soort is geweest. En dat is nog een understatement. Pfoe. Inmiddels is editie 2 aangekondigd: 14 mei met The Body, Uniform en Briqueville.

Tekst: Steven Gröniger. Foto’s: Rob Sneltjes.

Maar om niet direct te verzanden in een brij van absurde zelfverheerlijking – er hing immers een dik NMTH-label aan deze avond – eerst maar even de feiten;
– Doomstad was stijf uitverkocht
– Ekko heeft veel trappen
– DOOMany DJ’s draaide plaatjes
– Zanger van OBESE nam afscheid en we verwelkomden zijn opvolger
– DOOL vierde haar albumrelease
– Steak Number Eight frontman Brent bezigt een mooie snor
– Over snorren gesproken: er was een kleine John Coffey-reünie
– Mijn kleren zaten onder de glitters waarvan mij de oorsprong in het geheel niet duidelijk is
– Bier geeft plezier
– In de eerste trein van de ochtend naar huis zitten alleen maar chagrijnige mensen
– Augurkennat is een goede remedie tegen een kater
– Je maag is niet sterk genoeg om augurkennat te drinken als je een kater hebt

Aftermovie door Stefan Kemp:

Doomany Dj's op Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

Doomany Dj’s op Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

PROLOOG
Op de kop af een jaar geleden (zo vertelde Facebook-herinneringen mij, toevallig), viel ons de eer ten deel een band te mogen presenteren tijdens Roadburn 2016. Die band was niemand minder dan DOOL. Nu een jaar later, met een album in de hand en een releaseshow nog vers in lichaam en geest, is een buitengewoon gevoel van trots moeilijk te onderdrukken. Niet in de masturberende zin van ‘dat hebben we als platform toch maar even goed gezien, daar en toen’, maar veel meer ‘wat heeft de band een kwaliteit op de planken en plaat weten te zetten, hier en nu’.

OBESE
Op datzelfde Roadburn presenteerden we in Cul de Sac overigens ook nog onder andere Death Alley, Herder en OBESE, die vanavond allemaal op een bepaalde manier vertegenwoordigd zijn. Maar goed, aan het Utrechtse OBESE de eer om deze vrijdag de allereerste editie van Doomstad af te trappen. Maar eerst even een persoonlijk moment van stilte voor een groot verlies… De majestueuze en indrukwekkende gezichtsbeharing die ooit het gezicht van frontman Koos sierde, is niet meer. Daarnaast geldt deze show tevens als zijn afscheid. Hij gaat zichzelf volledig beroepsmatig richten op de kunsthistorie. Maar dat betekent niet het einde van de band zelf, gelukkig. Want bij OBESE vanavond ook een primeur; halverwege de set betreedt de nieuwe zanger het podium om een fijn potje mee te brullen. We herkennen hierin zanger Vladimir van metalpopcoverband Pene Corrida, en er vindt direct een slaak van opluchting plaats: Het zit helemaal dikke snor wat zang-, brulvermogen en gezichtsbeharing betreft. Wat daarnaast opvalt is dat de zaalmix in Ekko goed op orde is. Nog opvallender is dat er veel meer nuance in het spel is te horen dan eerder, toen we de band aan het werk zagen op Roadburn. Met name op de momenten dat het verfijndere gitaarwerk de ruimte krijgt, met als gevolg dat het zwaardere riffwerk ook heftiger tot zijn recht komt. We hoeven voor de rest niet onder stoelen of banken te steken dat de mix tussen rauwe stoner, blues, met een licht esthetisch verantwoorde vleug hardcore ons kopje thee wel is. Met intuïtieve riffs, prettige tempowisselingen, een kleine breakdown hier en daar, maar bovenal een geweldige bak energie, kunnen we met benzinestift dik onderstrepen dat een goed begin het halve werk is.

OBESE op Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

OBESE op Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

DOOL
Vantablack is een door nanotechnologie verkregen product dat 0,035 procent van het invallende licht reflecteert. Het is dus geen kleur, maar materiaal. Geen idee waarom ik dit benoem verder. Het is in ieder geval de track waar de set, evenals het album Here Now, There Then, mee begint. Vorige week was de eer al aan NMTH om dat album te mogen streamen, en nu dus de officiële release. Bijzonder positief avondje al met al, dunkt mij. Ik kan nu een heel verhaal op gaan hangen over hoe meeslepend, intens en bovenal mooi het is om een band als DOOL live te ervaren, want dat is het allemaal natuurlijk wel, maar het is daardoor dus juist een kwestie van live ervaren. Daar moet je niet teveel woorden aan willen hangen. Live zien is beter begrijpen en voelen. En ook nog eens leuker. Zo sta je staat bijvoorbeeld te headbangen vanuit je rug, niet vanuit de nek. Dus. Om er dan toch maar een pretentie-gedreven opmerking op los te laten: De Nino Rota-achtige, kippenvel opwekkende solo van Ryanne in het laatste deel van Vantablack (op plaat rond de 7:20 markering) zit vol op je emotie en is fucking heerlijk. Nino Rota is trouwens de componist van onder andere The Godfather Waltz. Maar goed, wel is het ergens superkut dat wanneer The Alpha wordt ingezet, je hart, of de schaduwkant ervan, een vreugdesprongetje maakt, maar gelijk wordt bevangen door een lichte vorm van melancholie, omdat dit nummer het begin van het einde van deze set alweer betekent. Na deze show loop ik in ieder geval met een soort van verrijkte vorm van ontspannenheid de zaal uit, in de wetenschap dat ze de komende tijd volop aan het touren zijn. Mocht ik weer een live-shot nodig hebben.

DOOL op Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

DOOL op Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

Steak Number Eight
Kolereteringtyfusverdomme. Wat.een.show. De Vlaamse progressieve-sludge-metal-noise-koningen van Steak Number Eight kennen vanavond met hun muziek geen mededogen, of genade. Ze gaan er vol voor. Niets ontziend brult en schreeuwt frontman Brent vanuit het diepste van zijn ziel en zijn tenen, zijn teksten richting het publiek. Vanavond qua setlist ruime aandacht voor het in 2015 verschenen album Kosmokoma, in een set die verder grossiert in Dillinger Escape plan-achtige tempowisselingen – met tot op zekere hoogte een zelfde soort energie – en krankzinnig beukend gitaarwerk . Überrifferij, tevens vuilspuiterij, vinden we terug in klassieker Dickhead, waarbij ‘You can suck my dick if you don’t like my shit’ in 2017 onverminderd het credo blijft. Ik zag ze eerder in het voorprogramma van Death Letters – in ditzelfde Ekko,- en van John Coffey in Paradiso, maar nergens zag ik ze zo ontketend als nu. Een herinnering aan de magistrale live-uitvoering van het nummer Pyromaniac die op YouTube staat en mijn eerste kennismaking met Sn8 was, is wat er qua gevoel en emotie het dichtst bij in de buurt komt. Een nummer dat overigens vanavond niet de revue passeert, maar met het rijke en interessante oeuvre dat Sn8 bezit, is dat geen gemis. Wanneer met Return of the Kolomon de laatste resten energie van het publiek worden opgeëist, kunnen we concluderen dat we een tamelijk heftig, maar bovenal bovenmatig goede avond voorgeschoteld hebben gekregen. Drie dynamisch verschillende bands, maar wel complementair aan elkaar en van beduidend hoog niveau. Op naar de volgende! Op 14 mei met The Body, Uniform en Briqueville!

Steak Number Eight op Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

Steak Number Eight op Doomstad #1, foto Rob Sneltjes

Nu zou ik nog iets diepzinnigs kunnen zeggen in de context van het grotere geheel, aangaande de glitters die op mijn zwarte kleding ineens zaten, maar ik houd het voor het gemak maar kort.

Doomstad was glitterend.

Deze diashow vereist JavaScript.



Deel dit artikel