Na een regenbui van Bijbelse proporties en een tramrit, die wel heel gezellig maar toch niet echt een shortcut bleek, komen we drijfnat en dankbaar aan in Trix. Godzijdank is Desertfest Belgium een binnenfestival. Jas op de verwarming en snel de grote zaal in, want daar speelt Year Of No Light. De Fransen staan zo vroeg op de dag al rücksichtslos te knallen.
We zijn precies op tijd voor absolute favoriet ‘Alètheia’, tevens prijsnummer van de laatste plaat ‘Consolamentum’ uit 2021 van de zeer ervaren post-metalgroep. Het is een magnifieke track die maar versnelt en vertraagt en dan ontploft en blijft versnellen en knallen. Sodeknetters zeg. Zes hele bescheiden mannen uit Bordeaux die de weg zwaar plaveien en eigenlijk meteen de lat akelig hoog leggen voor deze dag. We krijgen in vier tracks een ware post-metal masterclass van Year Of No Light. Daar komen geen vocalen aan te pas, maar wel elektronica, synths en afsluitend een machtig stuk met dubbele drums. Merde, wat een slagkracht. Dat tweede drumstel zullen we later nog terugzien, met eveneens verpletterend effect.
Tekst: Ingmar Griffioen, Waldo Volmer & Roy Wolters / Fotografie: Roy Wolters
LLNN
LLNN drijft in de Canyon ook zwaar op ritmiek, met bijna tribaal gemep, maar ze komen nog wat gemener, krijsender, extremer en zwaarder doomend uit de hoek. De Denen hebben best een ontwikkeling doorgemaakt sinds ze in 2018 op het Roadburn-podium stonden in Cul de Sac. Zagen we toen een post-apocalyptische doomband, die ons met een volle Kopenhaagse kaakslag knockout sloeg, anno 2023 zit LLNN nog meer in de extreme metalhoek en komen ook black metal en industrial voorbij. Dat alles nog altijd in een totaal verwoestende verpakking.
Ze hebben in Victor Kaas (van verwante hardcoreformatie EYES) een nieuwe frontman te pakken en die is niet voor de poes. Hij wisselt screams en grunts af en pakt de net ontwaakte Desertfeesters meteen bij de ruggengraat. En jawel: daar gaan de eerste crowdsurfers al net onder de beamer door. Terugschakelen is er niet bij, het is om 5 uur al bijpakken of afhaken. “We didn’t expect this… fucking presence. Oh my god!”, exclameert Kaas dankbaar. “We had such a stressful day, but this …wow.” De start van dag 2 maakt met verpletterende sets van Year Of No Light en LLNN meteen duidelijk dat het niveau een pak hoger is dan op vrijdag.
THE VINTAGE CARAVAN
The Vintage Caravan begint en we hadden niet verwacht dat ze zo zwaar beukend zouden aftrappen. Gevalletje rise to the occasion? Het is al even geleden, maar we zochten de groep meer in de rootsy hoek van DeWolff. Oh, en ze komen toch echt uit IJsland in plaats van Zweden. Tot zover onze voorbereiding… Nu, we duiken er verder in met ‘Crystallized’ van het vorige week verschenen livealbum, een song die zich ontwikkelt tot een vlammende rocker. Net als een Kadavar bewijzen deze Scandinaviërs dat je met drie man ruim voldoende lawaai kunt produceren. Zoveel dat de linker speakers in de grote zaal wat lijken te oversturen. “It’s our third time playing Desertfest and it’s fucking fat.”
Ze gaan direct verder met ‘Reflections’ en spelen sowieso opvallend veel nummers van de verse plaat. Ook hier crowdsurfers en zelfs een shirtloze. En nee: het is niet Truckfighter Dango die nu over het publiek vliegt. De zaterdag is aan. Toch zonen we langzaam steeds verder uit bij The Vintage Caravan. Een kompaan noteert bij een (nogal armetierige) ballad ‘Scorpions-vibes’ en verzekert dat dat niet als compliment bedoeld is. Awel, het is wel vintage, maar nee: zeker geen wind of change. Tijd voor een frietje dus.
LA MUERTE
Belgische metalgeschiedenis on stage: La Muerte komt niets ontziend en gruwelijk binnen in die Canyon. Ze dompelen ons onder in een brute mix van psychmetal en sleazy rock ’n roll met occulte en hc-trekjes. Noisy en nasty geluid wel. En een zanger met een juten aardappelzak over z’n kop. Vijf man sterk cirkelt La Muerte rond de gehypnotiseerde prooi. De gitarist komt bij de geluidsman fourageren. Hij verruilt een blikje voor een flesje water, giet het over zijn hoofd en heeft het Juupje weer beet. Goede routine.
Geen tijd voor praatjes, koetjes, kalfjes en ander oponthoud, La Muerte is op een missie en laat niet meer los. Na een half uur wordt het wel heel vaag, gruizig en dissonant piepend. Krijsend stort zanger ter aarde in weer een noisy metalbeuker, waarin de riffs en percussie maar blijven groeien. Bruut. We krijgen een beetje Devil’s Blood vibes door dat occulte, die bezeten zanger en langharige gitarist met ontbloot bovenlijf onder een leren jekkie. En vooral ook door die cirkelende gitaren en totale overgave aan de rituele sfeer. De Spaanse dood waart weer rond. Potverdomme wat goed dat deze gasten terug zijn.
KING BUFFALO
Spoiler alert; ondergetekende is groot fan van deze band en dus zal het toch wel een rooskleurige bloemlezing worden. Met het intro ‘Ecliptic’ van de ‘Dead Star’-plaat waan je jezelf meteen in een jaren ’80 John Carpenter film en als de mannen aftrappen met ‘Eta Carinea’ is de toon gezet waarin we een uur lang mee worden genomen naar grote hoogtes. Het drietal uit Rochester, New York heeft in de coronaperiode maar liefst drie platen gemaakt, die het grootste deel van de set beslaan. De band bouwt de nummers op als zoals een dj dat doet in een EDM-set: een flink groovende proloog die toewerkt naar een psychedelisch kraut-rockende climax.
Het kraakheldere geluid en het samenspel van de mannen maakt het een ware beleving en – ondanks het feit dat zanger Sean McVay helemaal geen showman is – een boeiend schouwspel. Met ‘Mammoth’ verplaatsen we ons moeiteloos naar de besneeuwde vlaktes van weleer. “Marching through Meadows dressed in white.” Alsof het geluid van de drie heren individueel nog niet genoeg is, maakt McVay subtiel gebruik van gitaarloops, die je telkens het idee geven dat het oneindig veel meer kan worden dan dat het al is. Dat maakt het compleet en zo lopen we extatisch en voldaan een uur later de zaal uit.
MANTAR
Amai wat een bazen. Mantar is een vlammend duo, dat ons qua vurigheid doet denken aan de noisende landgenoten van Dÿse. Frontman Hanno Klänhardt is eigenlijk meer een type Lemmy, met die laaghangende bas/gitaar. En ook door hoe hij schuin van onderen de microfoon pakt. Wel apart hoe we hem door zijn opstelling telkens en profil zien, alsof hij en drummer Erinç Sakarya – allebei met ontbloot bovenlijf – meer naar elkaar dan naar de zaal spelen.
Klänhardt blaft als een erg schorre hond. Fucking bruut wel. Het sludgemetalduo uit Bremen bezorgt een dikke hardcore mood. “You know what you got yourself into… we just kill, destroy and fuck shit up”, zo vat de frontman de missie treffend samen. Mantar is zeker geen hele ingewikkelde band. Wel gewelddadig en razend effectief. Toen we bij de merchstand de Mantar T-shirtlijn zagen, met titels als Death Über Alles en Wants To Kill You, voorspelde iemand het al en inderdaad: Het werd niet heel gezellig.
IRON JINN
De enige Nederlandse band op de line-up (hoe dan!?) staat op de Vulture Stage. Iron Jinn schotelt het goed gevulde café een spannend begin voor. ‘Soft Healers’ is een hele bijzondere track, zeker als je nagaat dat het viertal die losliet als eerste single. Zwoel, psychedelisch, dreigend en onderhuids broeiend en in liefst 7 minuten gebeurt er nog van alles. Vandaag trekken ze die 11 minuten door en wat een trip meteen. Die eerste release was een jaar geleden, sinds april ligt er een heel album op het Noorse Stickman Records en na een tour als begeleiders van Alain Johannes, reizen ze nu met Blackwater Holylight door Europa. De puzzelstukjes beginnen goed te vallen voor Iron Jinn.
Stiekem is dit de meest Belgische band tot nu toe. Als in: ‘moeilijk’ en razend spannend en gelaagd. De twee stemmen en gitaren van Oeds Beydals en Wout Kemkens zijn een sterk wapen. Iron Jinn doet nergens aan Death Alley of een van de vorige bands van Beydals denken, maar het is wel duidelijk dat de leipe creativeit in Donnerwetter en de Niemanders niet alleen van Rocco Ostermann kwam. Dit is ook niet de eerste Nederlandse band die het geduld van de Vulture-bezoekers op de proef stelt, maar waar Temple Fang (2021) de ontlading tot de laatste 5 minuten uitstelde, verpakt Iron Jinn er meerdere in vrijwel iedere song. Feedbackende gitaren en vuist omhoog… Kemkens daagt ons uit en kijkt ons bezeten in de ogen. “Lick it or kick it”, hij spreekt de songtitel langzaam en dreigend uit. Opbouw is weer een achtbaan van onverwachte wendingen, tempowisselingen en aanzwellende gitaren en de beloning volgt in het slotakkoord. Maar dan smaakt het ook extra goed.
KHAN
De beleving van Iron Jinn live is zonder twijfel gebaat bij een hele set, bij de hele reis ondergaan. Helaas overlappen ze in het schema met Khan, de Australische band waar we vandaag veel zinnen op hebben gezet. Dus na een dik half uur en vier songs gaan we door. Dronken van die waggelende groove, strompelen we de trap op. Khan pakt het boven errug relaxed aan. Geef me zonneschijn en een caipirinha, nu! Doe eens rustig man: het is warm zat hier, zeker dankzij de groove en de psychende opbouw van set en songs. En die cocktails verkopen ze in de binnentuin he. Khan, “all the way from Northern Australia”, blijkt ondertussen erg blij dat ze hier kunnen spelen. Wij ook. En spelen doen ze. De rook komt eraf. Van een van de beste psych-zweeftrips in heerlijk lang uitgesponnen songs. Ze nemen de tijd en wij ook, Duveltje erbij. Khan is wel meer luistermuziek en daar is niks mis mee: Check die laatste plaat ‘Creatures’ verdraaid nog aan toe!
CULT OF LUNA
Deze Zweden breken al 25 jaar potten met hun baanbrekende post-metal. We zagen ze meermaals heersen op Roadburn, waar ze graag geziene gasten zijn. En het is duidelijk waarom; bij een show van Cult Of Luna worden de grenzen van heavy verkend en verlegd. Bulderend gaat zanger-gitarist Johannes Persson er met gestrekt been in, net als de rest van de band. Niet alleen de fysieke muscles worden getoond, ook de muzikale. Een gezwollen dreiging valt als een deken over de Desert Stage. De arrangementen zijn vol, vet en uitgesponnen, zelfs een tamboerijn en een shaker worden uit de kast getrokken. Interessant is dat beide drummers complementair spelen, niet enkel een dubbele beuk maar een samenspel dat de songs verder verrijkt. De gelaagde gitaarpartijen doen de rest. In het vooral wit-blauwe lichtbad, ramt de band van hoogtepunt naar hoogtepunt. Dit is eredivisie in de categorie brute shit!
De grote zaal van Trix staat tot de nok toe gevuld en iedereen laat zich gewillig meevoeren in het Cult Of Lunaversum. Dat bestaat uit atmosferische intro’s, gewelddadige erupties en een strot die glas als ontbijt heeft. Het is aan! Steeds straffer geselt de maancult de Desertfesters en iedereen hapt zand in de Desert Stage. De community feeling die bij dit hele festival hoort, is ook hier aanwezig. Er wordt ge-hi-fived en er zijn knuffels voor de mede-fans. Richting het einde van de set gaat er nog een schep bovenop. De grote zaal wordt gevuld met een wall of sound, waarin de invloed van post-rock hoorbaar is, en vakkundig afgebroken. De band eindigt met het emotionele ‘Blood Upon Stone’ en trekt alle registers nog eens open. Persson staat triomfantelijk op de ego riser. Terecht. Met geknepen keel laten we ons meevoeren in de maalstroom van Cult of Luna. Hier staat een headliner van formaat te spelen, and we know it.
GNOME
“Here come the Bulls Of Bravik!” Maar dat wisten we natuurlijk al. De hele dag waren de rode puntmutsen al rond door de Trix. Slim om die voor slechts vijf ballen te verkopen gasten. We begrijpen sowieso wel dat Gnome met dikke letters bovenaan de reservelijst stond. Allereerst vanwege die knoepert van een set vorig jaar op dezelfde stage. Maar check ook dat thuisvoordeel even en de zojuist genoemde branding bonus. Het kan zomaar zijn dat een Gnome-set in Porto, Athene of Berlijn minder effect sorteert (wij denken eigenlijk niet noemenswaardig), maar in Antwerpen gaat het als benzine op een uitslaande prairiebrand. Wel jammer dat ze in Trix geen La Chouffe schenken, meer Gnome wordt bier niet.
Heel goed: Ze doen een s/o naar The Great Machine, de Israëlische bazen die hier eigenlijk de Canyon zouden afsluiten en de hele Europese tournee hebben afgeblazen. Het is tijd voor een nieuwe Gnome-song: ‘Old Souls’ davert door de zaal en wordt in grote dankbaarheid, warmte en extase ontvangen. Zoals eigenlijk alles wat het trio doet in een warm Desertfest-bad landt. De fuif is aan en de ene na de andere crowdsurfer gaat de lucht in. Maar kom op mensen, er zijn niet veel regels bij stagediven, maar je kan jezelf (als man) niet achterwaarts in het publiek laten vallen. Als je niet durft te springen, moet je verdikkeme niet op het podium klimmen. Zo, dat is eruit. Niet iedere song is van het opzwepende ‘Bulls Of Bravik’ gehalte. Nog een kanttekening: de zang is wel erg ruw en detoneert soms. In de samenzang past het beter, ook in ‘Your Empire’, of met die gemene grunt.
Maar allez, Gnome doet het geweldig en is als afsluiter een schot in de roos. Het zijn toch weer die kabouters he! Die dekselse dwergen pakken Desertfest weer helemaal in. Dampend slot van een meer dan memorabele tweede festivaldag. Dig.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.