Wat schrijven over de plaat van een collega-NMTH’er, dat is vragen om problemen. Zeker als het om een plaat gaat van het Utrechtse stuk geluidsellende Grafjammer. Het is zelden zo dat een bandnaam precies omschrijft wat voor geluid je te wachten staat. Desondanks moet ik op mijn woorden passen, voordat mijn tuinhuisje straks in lichterlaaie staat en er een grafzerk door mijn autoruit gaat. Je moet ermee oppassen, dit soort necrorockers. Zeker na het luisteren van De Zoute Kwel.

Door Guido Segers

Maar goed, Grafjammer klinkt niet zozeer als de Noorse standaard, maar meer als wat daarvoor ooit kwam. Je weet wel, de Venoms, Death SS’en en Bulldozers van deze wereld. En natuurlijk en misschien net wat meer passend in de vergelijking, ook het latere Darkthrone natuurlijk. Vuige punkritmes, pure agressie, weinig van dat tremolo-navelstaarderij-gedoe. Jajempriester valt best mee te zingen. Als we de band mogen geloven is deze schmutizge track, die een café en toog bezingt in termen die ik enkel kan visualiseren als een Joop Klepzeiker-strip, een eerbetoon aan barman André van dB’s. Je hoort hier ook duidelijk die d-beat invloeden, en dat vleugje Motörhead. Het is toch anders als iemand “Godverdomme!” met zo’n smerige strot brult, dan het standaard “fuck, hell & satan” gewauwel. Eigenlijk is het zo lastig nog niet om over deze plaat te schrijven.

Het moge duidelijk zijn dat woordgrapjes ook wel gewaardeerd worden in het Grafjammer-kamp. Ik ben vooral fan van de titel Bijbelgordelgesel. De band deelt ook graag hun teksten, want er valt wat te vertellen. Daarom is het ook fijn dat de vocalen niet zo door de effecten gemangeld worden, dat het klinkt alsof iemand in een doorspoelend toilet staat te brullen. Nee, je kan ze best goed voelen. Dat is prettig, want Grafjammer houdt van Nederlandse folklore. Nou is dat een term waarbij je meestal aan pastorale tafereeltjes denkt (zie albumhoes), maar bij deze band is dat georganiseerde chaos, haat en nijd. Om maar even uit Sinterklaasgedicht 2.0 Affreus, infaam, abject te citeren (waar Galgevot van Wrang en Nevel op meezingt, net als op Bijbelgordelgesel en nog een liedje):

Kraken de kaken
Schuimbekt de gekte
Affreus, infaam, abject
Onder het smoelvel
Van kalmte met mate
Krioelen, knagen
De wormen, de maden

Grafjammer bezingt het abjecte, elke song opnieuw. Dat doen ze nooit met lijzige klanken, maar met een bepaalde theatrale schwung. Het tragere Zelfverminkers & Spiritusdrinkers bijvoorbeeld, wat met die muur van buzzsaw-gitaren en stroomversnellingkjes je zo lekker meezuigt de ellende in. Al het vuil uit de Utrechtse grachten blijft aan je plakken. Props ook voor de accordeon op De Baksboordhand, ingespeeld door niemand minder dan Jacco de Wijs van Heidevolk. Ook nog een leuk liedje is Maak Het Kort, geschreven vanuit een minister-president op het schavot. Wellicht met een knipoog naar de infameuze “Hou je bek” van onze eigen mister Rutte. Afijn…

Dan zullen we toch maar eens op een oordeel afstevenen. Grafjammer is z’n 36 minuten op De Zoute Kwel dubbel en dwars waard. Geen moeilijkdoenerij (goed, een beetje dan op De Kinderen Branden, dat voelt wat meer Noors), wel snoeiende gitaren (en een accordeon), veel leuke verwijzingen (op basis van de galm herken je de stationshal bij een omroep) en vooral erg aangenaam. Ja, zo nu en dan krijg je ook wat van die black metal-gitaarmuren, met doomy riffwerk en klapperende drumvellen. Kolkgat is zo’n nummer. En kolkgat is een veel vuiler woord dan het Engelse, want Nederlands is gewoon een vieze taal. Ook weer iets wat je van Grafjammer kan leren. Het is zo’n plaat, die lijkt te zijn bedacht voordat de snelheidslimiet naar 100 km/u terug werd gedraaid. Die je aan wil zetten als je boos naar huis rijdt van het werk, alles vervloekend. Daarom verdient deze plaat een 6.7 denk ik zo. Ik ben nu veel te kwaad om iets goed te vinden.

De Zoute Kwel van Grafjammer verschijnt vandaag (18 december) bij Folter Records en is onder meer te beluisteren en aan te schaffen via de Bandcamp-pagina.



Deel dit artikel