We hebben het van tevoren uitgebreid geschetst en voor je in kaart gebracht: hoe de presentatie van de nieuwe Komatsu-plaat en Popronde Eindhoven te combineren. Daarmee hebben we de lat bewust hoog gelegd en gaan we vrijdagavond vol vertrouwen de uitdaging aan. Gewapend met een geelblauw ov-vehikel zonder versnellingen, een paar plattegrondjes, geen overdreven kennis van de stad Eindhoven en een flinke dosis goede wil gaan we op pad. Om er al snel achter te komen dat de actuele situatie altijd weerbarstiger is dan de voorbereiding doet vermoeden. Gelukkig is de voorraad ov-fietsen aan de noordzijde van het station wel op orde, is het fietsdepot nog net open, en is dat precies de kant waar we moeten zijn voor de eerste halte.
Tekst Ingmar Griffioen, foto’s Jan Peter Jansen (Komatsu)
Dat belooft op voorhand de meest eenvoudige stop te worden. Niet dat we al eerder in Het Stroomhuis geweest waren, maar die paar steenworpen van het station moeten toch echt lukken. We arriveren zelfs voortijdig. Er zijn dan eigenlijk alleen twee geluidsmannen bezig in het met graffiti flink verfraaide pand en een barkeeper die druk in gesprek is, maar vanaf zijn verhoging wel twee flessen Duits bier aanreikt.
THE FUTURE’S DUST
Goed begin en dat geldt ook voor The Future’s Dust dat even later op het podium staat. Wij beklimmen een of andere aperots om de Friezen te zien. Niet omdat het Stroomhuis, dat nu langzaam voldruppelt, zo klein is, maar vooral omdat de houten constructie er zo uitnodigend uitziet. Van boven zien we dat het viertal de spaarzame zang goed inzet en bewerkt, sowieso veel effecten gebruikt en daarmee aan de (voor ons) goede kant van de elektronische muziek zit. Die kant die ook aan slowcore en post-rock raakt. Het voornaamste decor-element, behalve het ‘kraakpodium’ zelf, is een gigantische discoskull die boven de band z’n glitterende rondjes draait. Ook de volgende band Venus Tropicaux ziet dat het goed is. Het Leeuwarder kwartet is intussen op stoom geraakt en bouwt alsmaar betere post-tracks, gloedvol en diep, en gedreven door een hele goede drummer. We zeggen het nog maar eens: Goed dat ze terug…, nee: goed dat ze door zijn gegaan in 2014.
We boffen, want een geboren Eindhovenaar en doorgewinterde Popronde-bezoeker (wiens identiteit we om uiteenlopende redenen niet kunnen onthullen) reist mee en belooft ons richting Kafee Aloys te gidsen. De beoogde kroeg bevindt zich aan de andere kant van het spoor en op de lange uitgaansstraat Stratumseind, die waarschijnlijk het record houdt voor het grootste aantal Popronde-locaties in een straat. We speren vlotjes richting het centrum, waar het geluk even vlotjes opdroogt als we ons helemaal vastrijden in winkelend publiek. Koopavond! Quelle malheur. Ter plekke drukken we ons minder zachtzinnig uit, maar dat terzijde. Enig gemanoeuvreer, getier en gegeneer later staan we toch mooi voor Aloys.
MAGNETIC SPACEMEN
Niets te vroeg, want binnen gaat Magnetic Spacemen voor het vroege beuk- en sloopwerk en trakteert Popronde Eindhoven op scherpe garagepunk en post-grunge. Yeah! Bier en vuisten in de lucht en dat om 20.30 uur al. En nogmaals als we die joekel van een NMTH-backdrop zien waar ze voor staan te knallen. Make us proud boys! Dat lukt aardig, want op knallers als Youth Glory, Worrymaker en die opgefokte grungepunker Robots stroomt de kroeg aardig vol en naar voren. Wat een strot zet Sam op, de zanger-bassist die even later nog maar eens van het podium jumpt. Ze hebben net bier gehad hè, dan gaat er nog een tandje bij. En je zou niet zeggen dat ze zo nog een keer op Beastfest in Utrecht moeten spelen. Aan de inzet en instelling zal het niet liggen bij het trio, dat 9 oktober debuutalbum I Don’t Wanna Grow Up in Hedon Zwolle serveert.
VENUS TROPICAUX
Tijd voor een high five of wat, een paar verse oordoppen voor de gids en een mislukte foto (die automatisch op de Popronde-FB verschijnt?!) bij de voor Dynamo geposteerde Popronde-caravan. Ditmaal pakken we de koopavond-uitdaging voortvarender aan en fietsen buitenom. Net op tijd terug in het Stroomhuis voor onze eerste keer Venus Tropicaux. De Rotterdamse groep is goed bezig met een Lycra Pants EP op Subroutine en ook Friendly Fire is vandaag komen kijken. Denk aan: stuwende post-punk met net een scheutje gekte, arty en sexy. Die gekte komt het best naar voren in eerste single (en opener) Nexta, die helemaal raak is. Verder is het ene nummer meer schetsmatig dan het andere, dat dan weer wat plots of onaf eindigt. Boeiende band en presentatie, met inderdaad ook lycra pants, maar het komt niet helemaal los. Terwijl de click op dit underground kraakpodium toch optimaal zou moeten zijn. Extra plusje voor de Roffa hanger. Wij hebben het idee dat Venus Tropicaux erbij gebaat zou zijn om veel te spelen en dan kan deze Popronde een mooi startpunt zijn.
GOLD
De stadgenoten van GOLD hebben speelervaring zat en gingen onlangs nog met Converge door Europa. Snel weer rechtsomkeert richting het Stratumseind dus, we kennen de route inmiddels. We worstelen de straat iets dieper in en arriveren bij de fijne kroeg The Jack, waar het zestal net op het podium past en aan Shapeless begint. Het is een van de prijsnummers van No Image, het debuutalbum dat op Profound Lore verscheen. GOLD is er heel goed in om een sfeer neer te zetten, superovertuigend, duister en intens. Het knappe is dat als Milena Eva stopt met zingen (die je nu gelukkig wel hoort en wát een verschil met de show op Popronde Nijmegen) dat je dan pas beseft hoe heavy GOLD is. De sfeer is dromerig, shoegazy en poppy haast, maar met die drie gitaristen (de naar DOOL vertrokken Nick Polak is vervangen door de meest getatoeëerde gitarist ooit) is het ook post-metal en doomy. Het totaal komt uiterst bedwelmend van de planken in The Jack zeg maar. Neem het dromerige Servants, dat meerdere keren aanzwelt rond de schijnbaar uit ijs gehouwen, hypnotiserend bewegende frontvrouw. De prettige, noisy afsluiter White Noise kenden we nog niet en volgende keer pakken we zeker een hele set mee.
ORANGE MAPLEWOOD
Na afloop profiteren we eindelijk van de geneugten van de uitgaansstraat door enkele deuren verder alweer Aloys binnen te zwaaien. Orange Maplewood is daar net begonnen aan de set. De vier beweeglijke Amsterdammers doen hun best om die fraaie zwarte banner aan het oog te onttrekken, maar tevergeefs. Vergeleken met veel bands die met het genre stoeien, leggen zij die post-grunge er nog net wat gevoeliger en bevlogener op. Belangrijke reden voor de indrukken die blijven hangen, is dat Orange Maplewood verdomd catchy opereert, een aantal goede liedjes op zak heeft en geregeld richting de punky kant van Wavves gaat. De uitbreiding tot viertal blijkt ook op het podium een goede zet. Die krullenbol rechts leeft die noise die hij uit zijn gitaar trekt helemaal en doet iets wat het midden houdt tussen acrobatiek, de muur berijden en als een bezetene er tegenaan springen. We zitten opeens in een heerlijke Weezer meets grunge beuker, met progstukjes en meer gekte en kunnen niet wachten tot die gecrowdfunde ‘Franse’ plaat hier is.
DAN TOCH NAAR STRIJP-S
Right, we hebben het tot nu toe kunnen vermijden (wat helaas ten koste ging van de Almere City HC van For Blood And Vengeance en Yokocola’s Roffa post-punk-acid-noise), maar het wordt toch echt tijd richting Strijp-S te scheuren. Niet voor de Popronde, maar voor het andere deel van de uitdaging: de presentatie van de nieuwe Komatsu plaat: Recipe For Murder One verschijnt namelijk niet alleen op 23 september (vanavond dus) op Lighttown Fidelity, de langspeler wordt dezelfde avond ook gedoopt in ‘de lichtstad’. En je gelooft het niet; maar ondanks de Popronde zijn er nog hele toffe locaties over. Zoals Blue Collar Hotel bijvoorbeeld. Eerst eens even een stukje harken op de fiets dus. We pakken de verkeerde kant van dat voetbalstadion en daarmee een best stukje volkswijk, maar arriveren toch 10 minuten later al op Strijp-S en koersen richting het markante Klokgebouw.
KOMATSU
De laatste keer dat we hier was voor Speedfest. Nu bevinden we ons aan de achterzijde van het gebouw, waar een heel hotel is ingericht, inclusief een fraaie bar en een aan nachtclubsferen refererende zaal. De inwendige mens is verdikkeme nog niet binnen (glas Weizen bier in de ene en pinda’s in de andere knuist) of Komatsu zet die nieuwe plaat meteen zwaarrrrr neer. Hadden we kunnen weten; dat het een zware pot stoner en sludge zou worden. En daar tekenden we dan ook graag voor, maar zo’n nummer als Scavenger komt me een partij aan in lijf en leden. Heerlijk. Lekker vol tijdens die Popronde toch, merkt de band ook zelf op: “Bedankt dat jullie er zijn en dat jullie godverdomme niet bij de Popronde zijn.” Voor de langspeler kregen de mannen hulp van ene Nick Oliveri (Kyuss, Mondo Generator) en de stukken van de stonerbaas (in Lockdown) worden nu door frontman Mo Truijens verzorgd.
Komatsu heeft ook van die loodzware Ufomammut-momenten die we erg goed trekken. Na een gesproken Amerikaans nieuwsintro doet WTF?! de titel wel erg hard eer aan. Heftig zeg. Nu spat ‘de sleaze’ van het Blue Collar pas echt van de muren. Na afsluiter Breathe worden openingsacts Grimmsons en Ottoboy, alles en iedereen bedankt (en vooral jou voor het benefiet, “want anders was de plaat er nu niet”) en is het… Nee, natuurlijk niet: dit is hun avond en dus komt Komatsu terug. “Willen jullie nog wat oude meuk?” Zeker wel. Vier nummers krijgen we nog, waaronder anthem Komatsu en bij de derde gaat iedereen (zelfs, of vooral de glazenophaler) los. Eindelijk een pitje hier. We borrelen en praten nog even na met de helden van Eindhoven Rock City en SOZ en fietsen dan terug.
TERUG NAAR STRATUMSEIND VOOR STORKSKY
Weer naar Stratumseind dus en het laatste stuk valt niet mee. Geen winkelend maar uitgaand publiek ditmaal en we hebben zelden zoveel Brabanders neer willen knuppelen. Maar allez, wie vriendelijk scheldt, vriendelijk volk ontmoet. En wie ‘misschien moet je afstappen’ beantwoordt met ‘misschien moet je oppleuren ….. …..’, die goede party in De Kram ontmoet. Storksky staat daar de boel op te peppen met heavy rock en stoner. Er hangt een beetje een rare vibe, ergens tussen genieten en aanschouwen, tussen los- en uitgaan. Prijsnummer Fracas Maracas dan, een QOTSA-achtige song die het hier ook goed doet. ‘Fright Night’ (o.i.d.) is wel een rare afsluiter: super hectisch gedrumd door Lars Spijkervet (van Automatic Sam en check: Sputnik 9!) met bijna breakbeat dancebeats, wel meeslepend gezongen door Michiel Claessen en inderdaad ’the last chance to dance’.
Terwijl de toch volle De Kram Foo Fighters’ classic Times Like These in de oren krijgt, skippen wij de after en knallen op de fiets naar de laatste trein. Lichte domper dat die niet zoals aangekondigd via een bus vanaf Den Bosch gaat, maar via Arnhem (?!), maar gelukkig hebben we proviand ingeslagen bij de Bestaria (zeldzaam misplaatste naam).
CLICHEMATIGE CONCLUSIE
Gooien we het mooie cliché nog eens op: was de Popronde inderdaad het perfecte middel om de stad Eindhoven te leren kennen? Voor een groot deel toch wel. Naast een eerste bezoek aan uitgaansstraat/vleesmarkt Stratumseind voor toffe muzieklocaties als The Jack, Kafee Aloys en De Kram was er de openbaring van underground podium Het Stroomhuis(je). En vooruit: dankzij Komatsu de ontmoeting met Blue Collar Hotel, gewoon weer een toffe locatie bij het Klokgebouw/Strijp-S. En dan zijn we (vanavond) nog niet eens in Altstadt, Café De Bakkerij, PopEi, Area 51, Dynamo en Café Wilhelmina geweest.
‘Wat een weelde dus in Eindhoven’, luidt de conclusie dan ook. Fijne Popronde en presentatie van Komatsu. Los van elkaar had ook gemogen. We pakken immers ook graag onze portie Grimmsons, Ottoboy, Abdomen, The Grand East, OBESE, Creepy Karpis en 45ACIDBABIES mee. Ook op een koopavond.
Met dank aan Jan Peter Jansen voor de foto’s uit Blue Collar Hotel. Meer foto’s van hem op het JP Jansen Photography Facebook-profiel, bijvoorbeeld van Komatsu in dit album, en in de galerij hieronder.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.