Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos

The Dirty Denims @ 013, foto Seth Abrikoos

Woensdag 28 juni was het dan eindelijk zo ver: het uitgestelde concert van de Australische rockers Airbourne in 013. Door logistieke problemen konden een aantal shows van de tour niet plaatsvinden, en zoals de band zelf zegt: ”We don’t do things half-arsed”. Happy hardrock band The Dirty Denims uit Eindhoven verzorgde het voorprogramma. Beide bands zijn erg fan van de rock uit de jaren 70 en 80, en bij alle bandleden zullen meerdere AC/DC posters boven het bed hangen. De aangehaalde gelijkenissen worden door de bands overigens alleen maar als compliment opgevat, die het een eer vinden om met “de beste band ter wereld” vergeleken te worden. Voor de mannen uit Warrnambool zal het dan ook fantastisch zijn geweest om te horen dat idool Angus Young fan is van de band. 

Tekst: Thijs van der Sluijs / Fotografie: Seth Abrikoos

De harde werkers van The Dirty Denims hebben ondertussen ook naam weten te maken in binnen- en buitenland, en hebben naast succesvolle headlineshows al het podium mogen delen met acts als Whitesnake, Slash en Cobra Spell. Leuk om te zien is dat met deze jongere bands ook het publiek een stuk jonger is. Ook met de nieuwe generaties staat het dus gelukkig nog goed met de rock ‘n’ roll. Beide bands lieten maar weer zien dat je geen grote showelementen met vlammen, confetti of visuals nodig hebt om een publiek geboeid te houden. Aan alleen een backdrop, een muur van Marshalls en een energieke band, hebben de acts genoeg.

The Dirty Denims @ 013, foto Seth Abrikoos

The Dirty Denims @ 013, foto Seth Abrikoos

The Dirty Denims
Na een Eftelingachtig intro knallen The Dirty Denims energiek het podium op met Ready, Steady, Go! Vanaf daar gaat de snelheid er ook niet meer uit en wordt het publiek overgoten met scherpe riffs en catchy solo’s. Zangeres Mirjam Sieben is een energieke frontvrouw die de interactie met het publiek continu opzoekt. Het zijn vrolijke nummers met humoristische teksten, die weten te overtuigen. Sterker nog: er wordt vanaf het begin al meegezongen met nummers als Last Call for Alcohol en Roll the Dice. Bij het nummer Make Us Look Good komt de band gevaarlijk dicht bij een toch wel bekend loopje uit Thunderstruck, maar het blijft bij een opzichtige knipoog. Ook is het fijn dat ze bij dit nummer drumster Suzanne Driessen even in het zonnetje zetten. De muziek van The Dirty Denims zit overigens vol met dit soort knipogen, en het wordt op geen enkel moment te veel.

Het gezellige en misschien ietwat lieve karakter van de muziek, in combinatie met het feit dat de gitaar wat harder had gemogen, zorgde wel ervoor dat de punch wat ontbrak, maar dat mag niks afdoen aan de sfeer, die er tijdens de hele show goed inzit. Bovendien werkt de vrolijkheid van de band ontzettend aanstekelijk, zoals bij de toepasselijke afsluiters We Want More en Famous, waarbij beide gitaristen op de barrière komen staan, al solerend.

The Dirty Denims @ 013, foto Seth Abrikoos

Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos

Airbourne
Dat de headliner geen half werk verricht, wordt meteen aan het begin duidelijk. Als je nog niet klaargestoomd was door de Denims, dan kan Airbourne je al snel overtuigen met de opener Ready To Rock. Gelijk is het luidkeels meezingen met die hele aanstekelijke bridge (wooo-oo-oo-oo, makkelijk te onthouden natuurlijk). Zonder adempauze wordt doorgepakt met Too Much, Too Young, Too Fast, waarbij tijdens de solo moeiteloos synchroon wordt gegooid met de gitaren. Cheesy? Misschien, maar wel ontzettend leuk. Tijdens de eerste paar nummers blijft het publiek nog wat tam, maar vanaf de klassieker Girls In Black was heel 013 gelukkig in beweging. De no ballads, no bullshit mentaliteit maakt dat het tempo er lekker in blijft, met nummers als Rock ‘n’ Roll For Life en Stand Up for Rock ‘n’ Roll om gas bij te zetten.

Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos

Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos

Het “rustmoment” van de set zit bij de enige vertegenwoordiger van het No Guts, No Glory album, met Bottom of the Well. Tekstueel gezien dealt deze track over op een laag punt zitten in je leven, waar je uiteraard alleen uit kan komen door een stevige portie rock ‘n’ roll. De rust is overigens maar van korte duur, want bij het volgende nummer Breaking Outta Hell wordt zelfs opgeroepen tot een circlepit, die het grootste deel van de zaal in beslag neemt. Tijdens de langer uitgerekte nummers wordt een aantal keer een knipoog gegeven naar hun idolen, door bijvoorbeeld een stukje Let There Be Rock te spelen. Om een of andere reden valt het bijna niet op.

Nooit saai
Hoewel het verwijt gemaakt kan worden dat de muziek na het derde nummer wel veel op elkaar begint te lijken (per ongeluk wordt een stuk couplet van een ander nummer gezongen, wat prima past), is dat ook absoluut de kracht van Airbourne. Het is geen baanbrekende vernieuwende muziek, maar ze hebben hun formule geperfectioneerd. De band laat weer zien dat het niet uitmaakt welke nummers ze ten tonele brengen, ze krijgen elk publiek mee. Geen technische hoogstandjes, maar gewoon onbegrensd plezier hebben, heen en weer rennen en gitaren gooien. En bierdouches! Die van het podium zelf komen doordat Joel O’Keeffe bekers bier het publiek in gooit.

Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos

Ook de Lemmy Kilmister Bar mocht niet ontbreken van het podium. Het nummer All For Rock ‘n’ Roll is een tribute naar de goede vriend van de band, die tevens in de eerste clip van de band figureert. In flinke bekers wordt een hele fles Jack Daniëls uitgeschonken, die getopt met cola vervolgens door de bandleden worden uitgedeeld aan het publiek. Met het vertrouwde luchtalarm dat opdoemt tijdens Livin’ It Up, zijn we richting het einde, met nog een vlammend slotstuk met Runnin Wild. ”As long as you’re alive, and we’re alive, rock ‘n’ roll will never die”. Wijze woorden.

Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos

Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos

Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos

Airbourne @ 013, foto Seth Abrikoos



Deel dit artikel