The Last Shadow Puppets, foto: Christel de Wolff

The Last Shadow Puppets, foto: Christel de Wolff

Door aanhoudende regen in de ochtend, komt de laatste dag op Lowlands wat moeilijk op gang, maar als de buienradars (zij het foutief) aangeven dat er geen buien meer komen, durven we met zijn allen weer het terrein op. Vervolgens regen we daar nógmaals ondersteboven, maar dat mag de pret niet drukken. Nog één dag brengen we door in het Lowlands paradijs met vandaag uitschieters van Eagles of Death Metal en Parkway Drive. Niet ieders ‘cup of tea’. Gelukkig waren er alternatieven met onder andere een tot in de puntjes verzorgde show van The Last Shadow Puppets en het totaal tegenovergestelde: de fuzzy chaos van Thee Oh Sees.

Lees ook:
Het verslag van de vrijdag met o.a. Muse en Biffy Clyro als graadmeter voor de rest van het festival.
Het verslag van de zaterdag met o.a. Wolmother en King Gizzard en verrassingen al vroeg op de dag bij Otherkin.
Het beste van Lowlands 2016 met o.a. Muse, Wolfmother, Biffy Clyro, King Gizzard, John Coffey & Thee Oh Sees.

Tekst: Lodewijk Hoebens & Christel de Wolff. Fotografie: Rob Sneltjes & Christel de Wolff

Eagles of Death Metal
Volksmenners Yuri van Gelder en Hans Teeuwen hebben we door de aanhoudende regen moeten missen, maar gelukkig krijgen we even later nog een andere showman voor onze neus. What the devil, het is Jesse Hughes van de Eagles of Death Metal. De frontman en iedereen om hem heen hebben eind vorig jaar uiteraard een trauma opgelopen. Geen woord hierover vandaag, today it’s time to P-A-R-T-Y! En meteen ons begin van de laatste Lowlands-dag. ‘’I love you people, all the time!’’ Tijd voor verbroedering, denkt Jesse. “Rock ’n Roll is good for ya!’’ Zeker met het joie de vivre waamee de band vanmiddag op de planken staat.

Eagles of Death Metal speelt strak als glam en spandex. Voel die bassen, hoor die licks van de ZZ Topper. Right on brotha! Over glam gesproken, daar trekt Hughes een rood glitter ‘Bowie-jasje’ aan, waarna hij een te ‘intiem’ verhaaltje begint over gitarist met puntbaard Davey Jones. ‘’I call him Devil Diamond, because he’s hung like a donkey!’’ Hmmm… klinkt als bad news. Bruggetje naar I Want You So Bad. Wat swingt ie weer lekker vandaag. “Davey you’re healed!’’ De gitarist mag misschien gezuiverd zijn, z’n gitaar maakt nog vreemde, vlammende kuren. De enige dokter op het podium zijn de Martens aan Jesse’s voeten, dus… on with the show!

De flamboyante frontman krijgt het op z’n heupen en breekt een gitaar. Heerlijk die ongein en wat een lol maken we in de tent. Glitters worden her en der in de lucht geschoten. De zon komt weer tevoorschijn en we hebben na Hans en Yuri nog meer top entertainment. Gewapend met een nieuwe gitaar loopt Jesse tussen de middelste barriers van de tent. Tijd voor de EODM-versie van Dueling Banjo’s, een battle tussen the Devil en Diamond Davey ontstaat. Sorry Davey, maar Jesse heeft het publiek letterlijk achter zich. Daar kan niemand tegenop, bovendien heeft de zanger nog een stel rauwe stembanden ter beschikking.

Verdraaid, ZZ Top verandert even in Kerry King en shred er op los! ‘’I need a bass en drumsolo to defeat him!’’, smeekt Jesse. Groove is in the heart bij alle bandleden, dus daar gaan we. De Alpha-tent siddert. Hé, een cowbell, do we need more? Nee, de frontman haalt nog enkele keren de trekker over van zijn gitaar en ziet dat het voldoende is na een uur pompeuze powerrock. Vinden wij best! Jesse Hughes verliest misschien zijn shirt maar eigenlijk nooit echt zijn cool. De klasse van een Wolfmother ontberen ze, maar dat maken ze goed met a lot of cock ’n balls! (LH)

Eagles of Death Metal, foto: Rob Sneltjes

Eagles of Death Metal, foto: Rob Sneltjes


Brian Fallon & the Crowes
Time for some rock ’n roll, een beetje mambo en steeds meer en meer Bruce Springsteen. Toch? Brian Fallon heeft nooit verzwegen geïnspireerd te zijn door the Boss en dat siert hem. Beginnen doet hij met het melancholische Nobody Wins van zijn eerste soloalbum Painkillers, dat dit jaar verscheen. Alleen is hij echter niet, rondom hem staan vijf makkers een potje fijne muziek te maken. De sound is rustiger dan zijn werk bij the Gaslight Anthem en de teksten klinken ook een stuk treuriger. Even met hem meedenken aan vroeger, mooie vervlogen momenten, zonder regen. Regent het dan? Nu eventjes niet al blijven een hoop mensen binnen in de knusse India tent.

‘’I like the rain, feels good with these depressing songs.’’ Dat neerwaartse slagwerk ook, gelukkig is er bier. Het voelt alsof we gezellig samen in een kroeg staan, wie naar voren wil gaat naar voren. Prima. Lekker samen zingen en af en toe op en neer deinen. Brian weet te overtuigen met sterke verhalen over een jeukende kin en een Boba Fett verschijning op de nieuwe plectrums, een verwijzing naar zijn driejarig zoontje. Schattig. Misschien is hij de reden dat Fallon niet meer met the Gaslight Anthem on the road is? Spots lichten op, positieve akoestiek volgt. ‘’I just wanna be Steve McQueen’’ Lekker wegdromen op de zondag.

Komt het door het windje? Kippenvel verschijnt op m’n armen. Teenage Dream van Katy Perry is vervolgens zonder schaamte misschien wel de cover van de dag. ‘’This song isn’t mine, but I wish it was.’’, deelt Brian mee met een guitige glimlach. Tekstueel past het prima bij deze aanpak en zal het de jonge Gaslight Anthem-fans zeker aanspreken. ‘’Don’t ever look back.’’ Noel zong het zaterdag al, maar vervolgens gaan we dan toch een tandje vrolijker. Brian en zijn Crowes lachen sowieso wat af. Hé de zon schijnt weer, eens kijken wat er bij ‘onze’ Charlie-tent gebeurt. (LH)

The Last Shadow Puppets, foto: Christel de Wolff

The Last Shadow Puppets, foto: Christel de Wolff

The Last Shadow Puppets
Een band met twee frontmannen, Miles Kane (The Rascals) en Alex Turner (Arctic Monkeys). De twee kennen elkaar inmiddels al jaren en de rolverdeling is goed vastgelegd. Van haantjesgedrag is in ieder geval geen sprake. Tenminste niet op het podium: vanaf moment één is duidelijk dat Turner de show gaat stelen in de Alpha tent. Theatraal in Spaans aandoend pak, zwalkt hij het podium op, peukje nog in de hand.  Hoe hij het publiek groet, is niet helemaal te verstaan. Is die gast dronken of zo?

Hm, na het even aangekeken te hebben, concluderen we voorzichtig dat het toch vooral een spelletje is dat hij met het publiek speelt. De charismatische Brit weet dondersgoed waar hij mee bezig is, zit volledig in de maat, zowel qua zang en gitaarspel als met zijn licht-erotische heupbewegingen.

Wat voert Miles Kane ondertussen uit? Van zijn voorkomen bij zowel The Rascals als solo weten we dat ook hij zeer extravert uit de hoek kan komen. Maar vandaag lijkt hij het bespelen van het publiek toch vooral aan zijn maat over te laten. Hij kijkt wat, speelt wat, lacht wat en verliest ondertussen zijn slingerende collega niet uit het oog. Soms geeft hij een muzikaal voorzetje, dat Turner dan vervolgens inkopt. Het lijkt een beetje alsof hij zich wegcijfert, maar de pretlichtjes in zijn ogen verraden dat hij het prima naar zijn zin heeft op het Alpha-podium. “Lowlands, we just don’t wanna leave ya!” roept hij uit de grond van zijn hart als hij ook eens aan het woord mag.

Materiaal hebben The Last Shadow Puppets genoeg. En de goedgevulde tent zingt mee met nieuwe hitjes zoals Bad Habits, Aviation en het ietwat melodramatische Miracle Aligner. Die laatste heeft zo’n lange pauze dat het lijkt alsof de band hetzelfde liedje nóg een keer inzet. Is die Turner dan tóch dronken? (CdW)

Parkway Drive

Parkway Drive, foto: Rob Sneltjes

Parkway Drive, foto: Rob Sneltje

Zaterdag was het rond negen uur de tijd om met Tiga en M83 even terug in de tijd te dansen naar de jaren ’80, zondag staat de voormalige Grolsh-tent in het teken van metalcore. ‘’Hey we’re the sour fuckin’ thumb of the festival!’’ Australia’s finest Parkway Drive heeft het genoegen om de biertent af te sluiten/breken. De aanwezigen zullen het gezien, gevoeld en iets minder gehoord hebben. Vlammen en vuurwerk waren er genoeg, een rubberen Crocodile Dundee zwom over het publiek maar het geluid stond te zachtjes. Op tv lijkt het een briljante show, zowel muzikaal als visueel, maar thuis beschik je over een volumeknop. Zou het liggen aan het feit dat de persschuur op enkele meters van de tent ligt? Of probeert Parkway Drive meer zieltjes te winnen, nieuwste album Ire heeft immers enkele andere invloeden meegekregen. De band is ondertussen al meer dan tien jaar bezig, logisch dat je wil evolueren.

Kans op verlies van fans van het eerste uur is aanwezig, maar je spreekt er ook een diverse groep mensen mee aan. Vanavond is een perfect moment, omdat er weinig metal is dit jaar en veel bezoekers nieuwsgierig zijn en een kijkje komen nemen. Qua entertainmentwaarde blijf je gegarandeerd even hangen. Bang! Daar gaat weer een knal, vlammen kruisen elkaar en de voorste rijen kunnen zich even verwarmen. Zanger Winston McCall blijft zijn uiterste best doen om het publiek erbij te betrekken. Hij schakelt zelfs vaker over van clean naar grunts. Maar hij heeft een hell of a job, want de helft van de, al niet zo heel goed gevulde Heineken, ziet de Australische act voor het eerst.

Dertien jaar timmert het vijftal al aan de weg, sinds ze in de garage van drummer Ben Gordon samen aan hun toekomst begonnen. Momenteel zijn ze een van de leiders binnen het metalgenre, in het algemeen. Ergens tussen Avenged Sevenfold en Stone Sour (vroeger hadden ze meer de intensiteit van Slipknot overigens). Vanavond staat dus vooral in het teken van fanscouting, al betekent het niet dat de band niet hard uit de hoek komt. De riffs scheuren door de zaal en de stem van McCall kan bij vlagen erg in your face aankomen. Momenten dat het publiek echt van zich laat horen. Dedicated is zo’n gevalletje vroeg in de set, maar ook nieuwe single Devil’s Calling maakt duidelijk, dat ze als ze willen, oerendhard voor de dag kunnen komen. ‘’Let’s snap some necks!’’ Bottom Feeder zorgt zelfs dat er aardig rondgesprongen wordt, maar springen staat niet in het hardcore handboek, pogoën en moshen wel. Pump up the volume, de trommelvliezen zouden moeten scheuren. Bloeden! Op plaat klinken de songs zo veel dreigender en live zijn er ook genoeg bewijzen van snoeiharde gigs. Maar wat zeuren we eigenlijk, we hebben tenminste een fijne metalact als een van de afsluiters van Lowlands. Save the best for last. Daar denkt McCall ook zo over. ‘’We have a responsibility as heaviest band today. We want chaos!’’

Gelukkig begint het kleine kwartiertje dat rest, met Crushed. ‘’Brothers, my brothers!’’, klinkt het, de spots veranderen in een rode waas, de band gaat andermaal in overdrive en het publiek lijkt eindelijk mee. Voor Winston en zijn mates verder gaan moet er eerst een emotioneel woordje uit naar de Britse metal/mathcoreband Architects, hun leadgitarist en goede viend van Parkway Drive, Tom Searle, heeft de strijd met kanker verloren. Toch vocht hij tot het einde, door te blijven optreden met zijn band. Respect en R.I.P. ! ‘’Got nothing much to say. Keep your friends close, enjoy each day as if it is your last!’’ Home is for the Heartless draagt de band op aan de pas 28-jarige gitarist. Mijn metalhart klopt. Mooi man, mooi slot en voor mij het einde van een heerlijke Lowlands, op naar de 25 jaar! (LH)

Parkway Drive, foto: Rob Sneltjes

Parkway Drive, foto: Rob Sneltjes

 

Thee Oh Sees, foto: Christel de Wolff

Thee Oh Sees, foto: Christel de Wolff

Thee Oh Sees
Rennen naar de India tent, waar Thee Oh Sees al in de startblokken staat. Boze tongen beweren dat de kwaliteit van de optredens wat bergafwaarts is gegaan als gevolg van wat band wisselingen. Ondergetekende ziet Thee Oh Sees voor het eerst en kan daar dus niet over mee praten. Bovendien leven we in het hier-en-nu en dus richten we ons, met de weinige energie die we na drie dagen Lowlands nog hebben, alleen op wat de psychedelische garagerock-formatie ons NU te bieden heeft. De India tent is goed gevuld. Pal vooraan spot je de fanatieke gezichten die we gisteren al zagen tijdens King Gizzard. Logisch ook, vind je de één leuk dan zul je zeker ook houden van de ander.

Precies zoals King Gizzard, verspilt ook Thee Oh Sees geen tijd aan plichtmatige bedankjes aan het publiek en ze knallen meteen in hun energieke optreden. Vuig, hard, rauw, het geluid in de India is niet overal optimaal en soms worden de dubbele drums (ja ook hier) en de fuzzende gitaren één grote brei voor de vermoeide oortjes. De energie is er niet minder om. Het is de laatste gitaarband van de avond en dus ook de laatste gitaarband van Lowlands 2016. De garageliefhebbers lijken zich dit ook te realiseren en zijn uit op een chaotische moshpit die geen einde lijkt te kennen. Toch wel, want gebutst en met gescheurde kledij verlaten we na precies een uur de tent weer. Dat was kort, veel te kort, en smaakt naar meer! (CdW)

Tegelijkertijd met Thee Oh Sees stopt hoofdact LCD Soundsystem  in de Alpha-tent. En zo is het klokslag 11 uur tijd voor het nachtprogramma. Het mag de laatste avond zijn en morgen moet er weer gewerkt worden, maar daar denken we nu nog even niet aan. Decorstukken uit de Hacienda worden door publiek vast meegenomen (dat scheelt weer opruimen, graag gedaan) en overal duiken bamboeachtige takken op die hossen richting de Heinekentent waar ‘Kees van Hondt’ laat weten dat hij ‘nog niet dood’ is. Onderweg naar de camping passeren er nog meer wandelende takken wat de ravage van ingestorte tenten en enorme plassen net nog wat surrealistischer maakt. Waggelend naar de tent blikken we in onze hoofden vast terug op Lowlands 2016: wat we allemaal hebben gezien en meegemaakt. Één mysterie blijft echter, of het nu je zoveelste of de eerste keer in Biddinghuizen was:  waar de fuck is toch die Michael die iedereen al drie dagen kwijt is?

Lees ook:
Het verslag van de vrijdag met o.a. Muse en Biffy Clyro als graadmeter voor de rest van het festival.
Het verslag van de zaterdag met o.a. Wolmother en King Gizzard en verrassingen al vroeg op de dag bij Otherkin.
Het beste van Lowlands 2016 met o.a. Muse, Wolfmother, Biffy Clyro, King Gizzard, John Coffey & Thee Oh Sees.

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 



Deel dit artikel