Hartje Leeuwarden, op tien minuten lopen van het station en tegenover een groot Schouwburggebouw ligt een fors en nieuw muziekcomplex: Neushoorn. Dat mogen we van directeur Janpier Brands eigenlijk een creatieve hotspot noemen, er komen namelijk nog een Opleiding Podium- en evenemententechniek en oefenruimtes boven. Dat is allemaal nog niet opgeleverd, het podiumgedeelte beneden is dat officieus wel en daarmee net op tijd af voor de derde aflevering van Into The Void. Het nieuwe poppodium is pas twee dagen open en ondergaat vandaag een harde festivalvuurdoop.
Niet zo gek dus dat we tegen talloze kinderziektes aanlopen, maar dat heeft ook wel weer zo z’n charme en die vrijwilligers werken er wel keihard voor om Neushoorn en Into The Void te laten slagen. Een hele prestatie. Zo krijgen we meteen twaalf uur pittige stoner, sludge, doom, post-rock en vijftien bands voorgeschoteld. Ook in het café, waar we eerst nog een stamppot nuttigen, staan ’s avonds twee bands en in de foyer wordt de hele dag harde muziek gedraaid.
Tekst Ingmar Griffioen, foto’s Oscar Anjewierden
MIST
Dat laatste werkt ook wat verwarrend: want is er nu een band bezig? Waar komt dat geluid vandaan? En waar is die kleine zaal eigenlijk? Een pijl op de grond wijst de weg naar die Arena, een vierkante zaal met een balkon ‘rondom’, waardoor je ook boven de band kan staan. Klokslag 14.00 uur treedt Mist aan, een Sloveense groep met vijf langharige muzikanten waaronder een gitarist en vier vrouwen. Zeldzaam. Mist flirt wat met wierook, kaarsen, kelken en een hertengewei en met doom, Sabbath en classic heavy metal. Klinkt lang niet gek, maar ook nog wat jong en onzeker. De eerste haren en nekspieren zijn in ieder geval los, ook de frontvrouw geeft het goede voorbeeld. Bij Demonised kijkt ze extra bezeten. Mist dus. Al met al geen gekke opwarmer.
Organisator Paul van Berlo had zich nog zo voorgenomen om niks aan te kondigen, maar zet toch wat puntjes op de i: de bar is daar, daar boven straks ook, het eten daar en in het café en als de printer het weer doet hebben we ook timetables. Ja het is nog allemaal erg nieuw in Neushoorn en niet alles is duidelijk aangegeven. Dat leidt tot veel vragen aan het personeel, die het ook allemaal nog niet weten. De fraaie zeefdrukposters gaan ondertussen wel hard van de hand in de foyer.
WUCAN
De rechthoekige grote zaal heeft een capaciteit van 700 en oogt als de Effenaar of een grote versie van De Helling: een brede zaal met breed podium en bars aan beide kanten, plus een fors balkon. Je moet moeite doen om de band niet te zien, zeg maar. Daar opent het Duitse Wucan, die we eerden misten op Desertfest. We zien weer een frontvrouw, ditmaal gewapend met fluit (ai) en theremin (yes). Wucan is best een fijne classic sixties psychrockband, die dit jaar nog de Sow The Wind EP afleverde. Goede frontchick ook, met opvallend hoge, wat theatrale stem, ritmegitaar en goede show vooral. ‘Kraut-fueled Heavy Flute Rock’ noemen ze het zelf. Fijne band, jammer van die fluit. Geeft het iets eigens, maar wij kunnen zonder die Peruaanse touch. Met de vocale registers zit het wel snor en met deze uithalen zitten we toch maar mooi in een Black Mountain vibe. De band uit Dresden zal zich vast naar het prijsnummer van de Canadezen vernoemd hebben. Het laatste nummer komt met tamboerijn en Duitse teksten. En daar is de theremin. Goede hotdogs hier trouwens.
MAGISTER TEMPLI
Magister Templi is de volgende band in de grote zaal. Denk aan vijf massieve Noren die massieve heavy metal maken met een mep doom en onheilspellende occulte vocalen. Classic: “I realise this is a doomfestival, are we playing too fast for you guys?” Had de frontman wat beter naar de van post-rock tot sludge metal uiteenlopende line-up gekeken, dan zou hij toch kunnen snappen dat hij tegenover een ruimdenkend publiek staat. Magister Templi is ook niet de enige doom band hier, wel de enige die de Egyptische mythologie als uitgangspunt neemt. Daar horen we niet zoveel van, wel van grappen als “We’re gonna do another one about dark little creatures that enjoy kicking everybody’s ass with heavy metal.” En verder veel heavy metal in thrashy tempo. Ze touren de komende weken met Christian Mistress en gaan vast nog wel eens een strakkere indruk maken.
YOUR HIGHNESS
Geen lange haren even later bij Your Highness, wel korte en kale koppies. Wat een fakkin harde bazenband is dat toch! We zagen de Antwerpenaren eerder al Roadburn omploegen en vandaag is dit het eerste dat bij een Neushoorn in de buurt komt. Het recept: harde stoner, sludge, met wat heavy metal riff-werk. Vanaf opener Wrack and Ruin is de jacht geopend. Het nieuwere Desertkater (van de dit jaar verschenen City in Ruins plaat) komt ook hard. Terug naar 2011 met de stoempende hoogmis Hoogheid dan. Your Highness is by far de beste band tot nu toe en de kleine zaal staat niet eens nokvol. Goede howl heeft die frontman. De Belgen brengen bijna symfonische stukken, waarin die heavy metalfan het opneemt tegen zijn linkshandige collega-gitarist aan de andere kant. Meer spul van die sterke recente plaat: Prey of the Pulpit wordt een langgerekte, mooi opgebouwde heavy en proggy affaire en Hammered beukt er een stuk directer op los. De band doet tien nummers in een uur en laat een onuitwisbare indruk achter. Ook op de nieuwe monitors van Neushoorn trouwens, die wellicht niet Your-Highness-op-de-monitor-proof zijn. Afsluitend oudje Through the Eyes of the Beast komt weer belachelijk hard. Damn.
UFOMAMMUT
Dat was heavy ja, maar met Ufomammut worden de fundamenten van Neushoorn voor het eerst echt getest. Zware Italiaanse doom en stoner drones rollen door het opgeknapte Leeuwarder Harmoniekwartier. En hoewel het lijkt alsof Janpier Brands himself hier gitaar staat te slaan, de directeur staat toch echt goedkeurend achter de PA mee te kijken. Hij zal niet de enige met een dikke grijns zijn, want om 18.00 uur staat de Neushoorn grote zaal aardig geramd. Terwijl op de achtergrond een tovenaar vergaat in lava-uitbarstingen gaat Ufomammut nog dieper en harder met de vernietigende track Plouton. De psychedelische visuals, afgeleid van het fraaie artwork waar ze om bekend staan, worden nog bruter: Hell awaits us… Damn dat je met drie man zo log, zwaar en psychedelisch kunt sludgen. Een bassnaar is een rimpeling in de Waddenzee… en die distorted gitaar klinkt alsof we opgesloten in een droogtrommel in een lawine de Mt. Blanc afrazen. Eigenlijk is het bekken het enige dat niet loodzwaar aan de sound van de Italianen is. Overdonderend hard en goed en is daar de eerste crowdsurfer in Neushoorn? Zoals deze tournee gebruikelijk spelen ze eerst laatste plaat Ecate integraal. Na het 10 minuten durende Daemons doen ze even een adempauze en komen dan terug. Zo massaal zagen we Into The Void nog niet headbangen. De gitarist doet nog een knappe Pete Townshend (de windmolen op de gitaar) move, terwijl de bassist zijn instrument tegen de monitor ragt… en klaar of nee; nóg een toegift. Zeer zeer zwaar en indrukwekkend. Om niet te zeggen verpletterend.
Tollend op de benen en met suizende oren verlaten we de grote zaal en treffen een glunderende directeur in het café. Volgens Brands is het bijzonder dat Into The Void zo’n 700 betalende bezoekers trekt op een avond waarop het legendarische Anthrax in Iduna te zien is. In Drachten zijn ook 700 kaarten verkocht en veel vrijwilligers van Neushoorn (deels afkomstig uit voorloper Romein en deels uit de muziekscene en oud-studenten van Brands) zijn naar Iduna afgereisd. Dat zou verklaren waarom we soms nogal lang moeten wachten. Zo kun je aanvankelijk alleen munten kopen bij de ingang, waar één persoon ook de kaartverkoop van deze en andere avonden en de gastenlijst regelt. Kinderziektes, die – zo weet de organisatie zelf ook – bij een nieuw podium onvermijdelijk zijn. Gelukkig wordt later een tweede muntenbalie naast de grote zaal opgetrokken. Brands mag sowieso in de handen knijpen, want dat er woensdag een volle zaal naar Fink kon kijken was lang onzeker. Twee keer is de openingsdatum (eerst op 1 september gepland) uitgesteld, maar hij hield bij de gemeente vast aan 21 oktober en dat is gelukt. Nog niet alles is af en open, maar Neushoorn draait tot diep in de nacht zonder grote problemen.
THE OCEAN
Bijgepraat en -gevoederd arriveren we weer in de grote zaal voor de heftige en tegelijkertijd zeer sfeerrijke post-metal van het Duitse The Ocean. De Berlijners hebben een flinke ploeg op het podium, waaronder ook een celliste en pianist/toetsenist, die met de overal en nergens rondspringende en schreeuwende frontman Loïc Rossetti, de band absoluut een apart tintje geven. Verrassing: middenin een heel intens en mooi nummer trekt die Zwitserse zanger ineens iemand uit het publiek op het podium. Die spartelt even tegen en gaat dan vol mee in de omhelzing, verstrengeld in elkaar zingen ze verder. Ok, die hadden we nog nooit gezien. Drie gitaristen nu, maar ook veel ‘slappe’ sfeervolle intermezzo’s en de aandacht verslapt in de zaal ook. The Ocean verkeert meestal in opbouw, maar als je zolang opbouwt naar niks dan drijven we weg. Rossetti pikt dat op, schreeuwt, springt, rent rond en pept zelfs de celliste van d’r stoel af. Hij lijkt door het dolle heen, zoekt een plek om te klimmen, springt dan tegen de muur en klimt op de balk net onder het balkon. Even opvangen mensen! Mooie afsprong ook vanaf daar in het publiek en dan verdien je zeker een crowdsurf. Even die blondine bij de krullen pakken en in d’r bek krijsen. Nice, die is weer bij de les… The Ocean is toch een soort symfo post-metal. Apart. Naarmate het intenser wordt, gaat het er steeds beter in, maar je moet die post-bogen trekken. De cello hoor je vaak bijna niet, er zitten sowieso erg veel instrumenten en geluiden in de mix en 70 minuten The Ocean is echt te veel.
OBESE
Dan is Obese een stuk concreter. De eerste band op het derde podium is heftiger en directer ook. Niet mis te verstaan die heavy stoner en sludge van de Utrechters. Ze spelen het café leeg en ook weer vol. Rite of Fire!! Opvallend overigens, dat ze de enige Nederlandse band op de bill zijn. Bruut geluid, dat goed aansluit op een Ufomammut, hoop dat die Italianen ze gezien hebben. Snel meer dus, maar dat moet wel een andere keer gebeuren want Obese staat helaas tegelijk met King Hiss geprogrammeerd.
KING HISS
In de kleine zaal zien we dat de Belgische frontman vast een goed shirt aan heeft: High on Fire. Zelf is King Hiss ook wel van de snelle heavy metal, maar evengoed van dikke stoner en hardcore en dan hebben ze in Jan Coudron ook nog een beest van een zanger voor dat werk. Beetje theatraal wel en daarmee (net als eerder op Roadburn) op het irritante af. Hij heeft een soort Eddie Vedder classic voice die rap richting glam gaat, en bezit ook veel uitstraling en show, ook zonder die gebaartjes. En de band heeft sicke solo’s. De zanger smijt water over zijn bandleden, pakt de brutere vocalen en zweept ook het publiek op: Coudron vliegt de zaal in en meebangen maar. Lowdown southern heavy rock ’n roll nu. Goede shit, goede show. Crowdsurf genoteerd -> kleine zaal ook ontmaagd.
MONO
Zou 70 minuten Mono net zo wisselvallig en bij vlagen zwaar zijn als tourpartners tThe Ocean (waarmee ze net een split uitbrachten)? Tijdens het intro gooit iemand bier op het podium. Raar. En iets wat niet past bij de gemoedelijke sfeer hier en zeker niet bij de uiterst geconcentreerd gebrachte post-rock van de Japanners. Mensen dansen (zweven?) met de ogen gesloten, na 4 minuten krijgen we de eerste post-crescendo en het is een beste. De twee zittende gitaristen zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de spanningsopbouw, de drummer zit (met veel hi-hats/bekkens) redelijk nadrukkelijk in de mix en de bassiste opereert dragend en gaat weer voorop in de presentatie. Een tweede uitbarsting volgt na 8 minuten, dan een ritmisch hevige opbouw naar een derde, die doorsuddert en suddert en dan ontlaadt en ontlaadt, freakt en rockt en dan na 13 minuten is het eerste nummer opeens klaar. Wow. De tweede song brengt al na 4 minuten een eruptie en blijft dan veel nosier, heftiger en euforischer. Korter ook.
Even later krijgen we nog meer overgave met twee noisende gitaristen die even de krukken verlaten. Een drone rolt door de zaal, terwijl de ene gitarist zijn instrument lijkt te willen offeren en bam; dan eindigt het heel abrupt. Tijd voor een emo-twist met de bassiste achter de toetsen. Mooi hoe die rechter gitarist helemaal in die trip zit met die repeterende handgebaren, zij kijkt ondertussen intens triest alsof haar lover net verdronken is. Concentratie is lastig, geroezemoes is altijd een bitch bij rustige muziek en lijkt zeker op festivals onvermijdelijk. Onbeleefd niettemin. En zonde. Dan sta je op de derde rij voor het podium en lul je door een prachtig en gevoelig nummer heen?! Wij ervaren ondertussen een machtig mooie, diepe postrock-trip ‘deep Into The Void’, zeer geconcentreerd gespeeld en nu ook met xylofoon. Knappe band.
DEVILLE
Deville kregen we maar half mee op Desertfest, maar we hoorden van meerdere kanten dat de Zweden daar zeer straf stonden te spelen. Ook in Leeuwarden staan ze in de kroeg en wij dus ditmaal vooraan. Heavy riffing indeed, in sludge en stoner die recht in je gezicht wordt afgevuurd. “Cut the lights please”, commandeert de moeilijk kijkende frontman, die er ook de James Hetfield gitaar voor heeft. Tevergeefs. Hij zingt een beetje op z’n Josh Hommes. Niet verkeerd. Op 13 november volgt trouwens alweer het vierde album op Fuzzorama Records. Opvallend verschil met het programma in de grote zaal dat steeds zweveriger/etherischer wordt, in het nogal lege café gaat het er echter vol op; in, door en over.
MY SLEEPING KARMA
Wat dat betreft sluit My Sleeping Karma in de kleine zaal beter aan bij het verloop van de avond. De Duitse gasten zijn zeer dankbaar voor dit slot en ze bouwen die instrumentale stonerrock op zeg. En door. Wat een psychedelische trip. Die gitarist is zo groot dat die arm-tattoo bij de meeste mensen alleen op de rug zou passen, maar hij speelt heel nauwgezet. Duidelijk voorbeeld van de betere spacerock dit kwartet, dat ook wat elektronica gebruikt om die trip te verdiepen.
SÓLSTAFIR
Tijd voor de echte headliner, die wellicht niet direct gesneden koek zal zijn voor stoners of doom-fans. Het IJslandse Sólstafir maakt eigenlijk de perfecte soundtrack-muziek en heeft daar ook het artwork en de taal bij. Het derde nummer vanavond is bijna Queen. Ongelofelijk haast dat je zo melancholisch en melodieus kan zijn en tegelijkertijd zo heavy. ‘Atmosferische rock ’n roll’ zeggen ze, je kunt ook classic of hardrock beargumenteren, maar dan wel die van de grootse en meeslepende gevoelens, filmisch, klassiek en dan weer rootsy met banjo. De IJslandse cowboys baden in blauw licht vanavond en dat derde nummer is zo groots (meehuilen met strijkers en zanglijnen van Ótta), dat stadions wel de volgende stap moeten zijn. Een a-typische headliner, zeker voor dit festival, maar wel een die een breed publiek aanspreekt en bij vlagen ook hard rockt.
Frontman Aðalbjörn Tryggvason (ja, spreek dat maar eens uit) is een showman pur sang, die even een handdruk uitdeelt en zingt samen met bezoekers. De band is met die cowboy-uitdossing een zeldzame verschijning, zeker die Tryggvason, maar ook Axl Rose met vlechten en hoedje op bas en Silent Bob op gitaar. Zij houden er ook van om even die snaren af te raggen in een noisy stuk. De gitarist doet nog even z’n best qua beleving met een voet op het drumpodium, maar die blik is vooral dodelijk stoïcijns.
Veel nummers van die prachtige laatste plaat Ótta, zoals Náttmál dat eenmaal op gang een springerige laidback ritmelijn krijgt, heerlijk en naar War on Drugs hintend. De IJslanders durven de tijd te nemen in opbouw en tussen de nummers. Atmosferisch en bijna soft-porno dit stuk soundtrackmuziek. Toegegeven: zang en gebaren zijn wel erg theatraal, zoals die frontman bukt om even in de lens van de fotograaf te wijzen, maar de muziek is zo raak, ontroerend haast. We eindigen met een paar oudere nummers, Pale Rider en Goddess Of The Ages van album Köld uit 2009. Twee lange en intense stukken, waarin Sólstafir het – ook als headliner – helemaal waarmaakt. Wat een band. Dit is nog beter dan de post-rock trip net, zeker qua beleving, maar ook subliem in spanningsopbouw. Dit is passie, emotie, melodie, meeslepend en ook extatisch: Into The Void staat met de vuisten in de lucht.
INTO THE FEBO ABYSS
Geweldige hotdogs in de foyer, maar minpuntje voor die penetrante geur, die we de hele dag tot op het balkon van de grote zaal ruiken. Vooral minder als ’s avonds de worsten op blijken… Na bijna twaalf bands op rij en vooral de diepe IJslandse loutering kunnen we even geen Christian Mistress meer aan en eindigen we dus deep Into The Febo Void.
Nog een paar puntjes eraf voor de eenzijdige bierselectie, geen bar in de kleine zaal en allerlei onthaastende kinderziektes, waartoe we de temperatuur (koud aan de zijkanten van de kleine zaal, heet elders) ook rekenen. Ook werd het wat vochtig in de grote zaal nadat een waterleiding sprong. Kleinigheidjes natuurlijk in een gebouw dat drie dagen open is. Genoeg pluspunten ook; zo zien de zalen er zelfs zonder extra aankleding al goed uit, klinkt het geluid overal goed, is de doorstroom in en uit de zalen goed geregeld en zijn de zichtlijnen geweldig. Last but not least: de prijzen zijn schappelijk, vooral de entree: 25 euro (20 in v.v.k.) voor vijftien bands is bizar.
Qua opkomst zal de organisatie ook niet klagen. Bovenop de ruim 600 kaarten in de voorverkoop, stroomden er op de dag zelf nog meer bezoekers binnen en zo was het bijna overal gezellig druk maar toch nooit overvol. Benieuwd naar de plannen voor Into The Void 2016, dat op zaterdag 22 oktober zal plaatsvinden. In Neushoorn is in ieder geval alle ruimte voor groei. Eenmaal af kun je er in vijf zalen programmeren. Dat is een goed toekomstperspectief. Hoewel er met een grote zaal-capaciteit van 700 ook een beperking zit aan het formaat headliners en de organisatie wellicht nog eens naar die Schouwburgzaal voor 1000 man aan de overkant zal blikken. Maar dan lopen we wel erg op de feiten vooruit. Eerst nog even nagenieten van Into The Void 2015 en meer foto’s van Oscar Anjewierden:
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.