Terwijl een deel van het team watertandend in de snoepwinkel van Desertfest staat, reist ondergetekende af naar het altijd gezellige noorden des lands. Jawel, met Into the Void vindt namelijk een minstens zo leuk stonerfeestje plaats te Leeuwarden. Hoewel de toekomst van Into the Void nog onzeker is, wat organisator Paul van Berlo van de week aangaf in een interview, sturen we dat doomscenario even grondig de kop uit. Want ook dit jaar is er weer een heerlijke line-up bijeengeraapt. Van Alcest tot Truckfighters, Bongripper tot Lord Dying, EYEHATEGOD tot Hemelbestormer; het mag dan overlappen met de woestijnfuif in Antwerpen, maar het noorden doet niet onder voor de zuiderburen. Hoe dan ook is het weer twee dagen genieten van sludge, black, stoner en doom metal van de bovenste plank. Ons dagverslag van vrijdag 18 oktober met onder andere Alcest, Bongripper, Lord Dying lees je hieronder…
Tekst: Merijn Siben // Fotografie: Annerie Huls en Jessica Tuinstra
GARGANJUA
Stoner en doom metal met een melancholisch tintje, zo valt opener Garganjua te omschrijven. Met twee albums op zak lijkt het dan ook een goede keuze voor Into the Void. Ondanks een wat gruizig geluid, wordt de muziek instrumentaal oerdegelijk gebracht, door een lekker stuwende ritmesectie hier en daar of een droevige melodie. Maar ondanks deze degelijkheid, is de cleane zang van Scott Taylor een blok aan het been. Of hij simpelweg een griepje heeft is niet zeker, maar zijn klaaglijke vocalen klinken vals, met zelfs een overslaande stem hier en daar bij de moeilijkere zanglijnen. Ondanks alleraardigst spel op instrumentaal vlak, overtuigd Garganjua vandaag maar met mate.
LO-PAN
Gelukkig zit er bij Lo-Pan meer schot in de zaak. Stonerrock uit Ohio, die verrassend lekker swingt en ons wakker schudt van Garganjua. Vergeleken met de meeste bands vandaag klinkt Lo-Pan bijna zwoel en soepel, zelfs funky. Toch is er genoeg ruimte voor een goed getimede tempowisseling of een hakkend gitaarloopje. Maar de grootste rol is nog wel voor bassist Skot Thompson, wiens virtuoze basloopjes goed hoorbaar zijn. Zanger Jeff Martin, met zijn bescheiden praatjes en southern twang, lijkt oprecht vereerd en verbaasd te zijn voor zo’n groot publiek te staan. Maar met een sterk optreden als dit, is het ze gegund.
SAOR
Saor trekt aan het kortste eind vandaag. Met het stresszweet gutsend van het lijf staat de Schotse band een kwartier na aanvang op het podium te rommelen voor een snelle soundcheck. De boosdoener? Een traditioneel Nederlandse file vanwege een ongeluk op de weg, waardoor ze slechts twee nummers aan speeltijd overhouden. De naam Soar komt van het Schots-Gaelisch, dat staat voor ‘vrij’ of ‘ongedwongen’, en dat is ook terug te horen in de muziek. Het is black metal van het epische soort, met de toevoeging van een viool. Het komt uit de koker van multi-instrumentalist Andy Marshall, die op het podium de gitaar en zang doet. Zijn grunts zijn niet heel sterk, maar instrumentaal staat Saor verrassend genoeg als een huis, denk hierbij aan een minder gepolijste Ne Obliviscaris. Vooral het gebruik van een viool, gespeeld door Lambert Segura, maakt de woeste black metal een atmosferisch, haast ontroerend amalgaam, als de epische soundtrack van een film. Tijdens Tears of a Nation komen alle elementen dan ook duidelijk samen, opbouwend naar een denderende donderslag van een climax vol blastbeats, tremolo riffs en sombere soundscapes. Spijtig van de file, want dit had best langer mogen duren.
LORD DYING
Riffs, riffs, riffs… Dat is waar Lord Dying op sublieme wijze de focus op legt. Heerlijk rechttoe rechtaan sludge metal zonder al teveel poespas, met genoeg death en thrash metalinvloeden eroverheen gesprenkeld. Een gestructureerde zwaarte, perfect voor de after dinner dip. Van begin tot eind is het dan ook genieten geblazen met simpelweg metal in zijn puurste vorm vol thrashy riffs glijdend door het hoofd als oorwurmen. Hevig sludgen doet Lord Dying ook, zonder daarbij te verdrinken in ellenlange herhaling. Zo ook tijdens enkele songs waar nieuwbakken bassiste Alyssa Maucere een extra laagje toevoegt met zuivere zang. Hoewel de angst bestaat dat we straks niet meer bij Alcest naar binnen kunnen, blijft het merendeel toch tot het eind hangen om die mammoetengrooves van Lord Dying te ondergaan. Op strakke wijze knarst en pompt de band door, tot we aangenaam tot moes gebeukt zijn. En dat is een perfecte staat van zijn voor de schoonheid van Alcest.
ALCEST
Na die verpletterende monstergrooves van Lord Dying is Alcest op een geheel andere manier verpletterend. Het soloproject van Franse componist Neige raakte destijds met het tweede album Écailles de Lune in een stroomversnelling als een van de pioniers van de blackgaze. Maar Alcest heeft zich buiten die initiële hype bewezen meer te zijn dan dat, want vandaag de dag heeft Neige een beeldschone sound in elkaar gesleuteld. Een melancholische mengeling van postmetal, shoegaze en ambient, met hier en daar wat ruwe vocalen. Die compleetheid toont zich dan ook aan het begin al, startend met Écailles de Lune Part 1, dat bol staat van trage melancholische riffs, dromerige zang en na een atmosferische break explodeert in een hevige blastbeat. Het is een blauwdruk voor de rest van het optreden, waar de muziek voor zichzelf spreekt en de band karakteristiek introvert op het podium staat. Verhalende composities, alsof je zweeft door dromenland, zoals bij het opzwepende Kodoma. Ook Percées de lumière is een slepende track, die dankzij de screams van Neige en droevige gitaarmelodieën voorzien in een haast onaardse sound. Na een uur vol cathartische hoogtepunten en diepe emotionele dalen, toont het afsluitende Délivrance dat muziek een helende factor is in periodes van eenzaamheid en melancholie. Want in droefenis of tragedie herbergt zich een soort schoonheid, die Neige op bloedmooie wijze heeft vertaald naar de muziek van Alcest.
BONGRIPPER
De prijs voor de allerhardste band van vanavond gaat naar Bongripper met hun instrumentale stoner metal. Man, wat een oorverdovende muur aan geluid, doordreunend tot diep in de darmen van begin tot eind. Hoewel een perfecte band om mee te eindigen, is het ook het soort stoner metal dat je geduld flink test, afhankelijk van je gemoedstoestand. Niet alle songs komen even sterk uit de hoek, maar toch bezitten de monotone monsterriffs een tranceopwekkend karakter. Het soort trance dat je met elke akkoordslag langzaamaan naar binnen trekt. De variatie vindt dan weer plaats dankzij een welgeplaatste tempowisseling, een groovy gitaarloopje of een subtiel verstopte melodie. Wel blijft het muziek van momenten, waarbij niet elke passage blijft boeien. Zo mag een sectie met minutenlange gitaardrones misschien narratief aansluiten op de opvolgende compositie, maar weet het een geeuw bij menigeen niet te onderdrukken. Maar toch, als Bongripper gaat, dan gaat het goed hard met stampende gedrochten van songs. En wanneer er vooraan het podium een groepje staat samengedromd, op ritualistische wijze synchroon headbangend, heeft Bongripper hoe dan ook gewonnen.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.