Je zal de naam The Elementary Penguins geregeld op Cortonville gezien hebben. Maar naast deze recensie en een V.I.Playlist werd het de hoogste tijd de heren eens te spreken. Op een dermate vroeg tijdstip dat zelfs de Amsterdamse café’s nog dicht zijn, spreken we zanger Dale Wathey en drummer Maurits Huijgen in huiselijke sferen. Tussen de boeken van Bukowski, de vele Star Wars-attributen en een lading instrumenten vertellen de heren over arrogante Popronde-bandjes, kritische recensies en uiteraard The Beatles.


Heeft de zwarte kat op jullie albumhoes een symbolische functie om de donkere of sombere randjes in jullie muziek te benadrukken?

Dale: “Dat de kat net op dat moment achterom keek was geweldig, maar ook puur toeval. Het idee achter de hoes is iemand die zich aan het voorbereiden is op een weekend uitgaan. De hoes is geïnspireerd op de film Quadrophenia van The Who. Daarin zie je ook iemand voor de spiegel staan en verder allerlei foto’s van zijn helden en mooie vrouwen. Dus ja, het is echt een plaat over het vieren van je weekend. In ons geval in Amsterdam.”

‘Magic’ heeft een typisch Nile Rodgers-gitaartje, is hij een voorbeeld?

Dale: “Ik had de akkoorden al en besloot het in plaats van op een rockmanier op een funky manier te spelen.Toen ik tijdens die warme zomer de gitaarlijn schreef was ‘Get Lucky’ overal te horen. Elke keer kwam het voorbij tijdens reclames op tv of hoorde je het nummer weer op de radio. Ik speelde het funky omdat het goed aanvoelde. Maar ik heb er niet specifiek voor gekozen om hem na te doen, dat zou ik niet eens kunnen. Het kwam eruit zoals ik het zelf wilde.”


 

Maurits: “Ja ook al zou je het willen, hoe doe je dat? Dat je opeens besluit zo’n liedje te schrijven.
Dale: “Wel knap als je het kan…”
Maurits: “Wij zijn er van overtuigd dat een nummer echt vanuit je binnenste moet komen. Je kan het niet faken, dan gaat het ook nep klinken. Ik heb niet het idee dat we heel erg bezig zijn geweest met een liedje geschikt maken voor radio. Ik ben wel heel benieuwd welke kant we hierna opgaan, op dit album doen we al heel veel verschillende dingen. We brengen de liedjes uit die we het vetst vinden om live te spelen.”

Klopt het dat jullie samen met Sunday Sun gaan touren?

Maurits: “Die geruchten gaan er, maar we weten het niet zeker. We hebben vorig jaar met ze op de Popronde gestaan, heel fijne band.
Dale: “Ik vond het ook wel vreemd die Popronde. Je ontmoet andere bands op kleine plekken. Soms was er wel een backstage, maar soms was er helemaal geen backstage. Je komt dan in situaties dat je haast gedwongen bent even hallo te zeggen, maar meestal wilden andere bands niet eens even praten. Ik snap het niet…”
Maurits: “Inderdaad, je ervaart een soort concurrentie van bands die heel cool zitten te doen…”
Dale: “En terwijl je alleen maar in een café speelt…”

Jullie hebben net als Sunday Sun eerst radiosucces gehad en zijn toen veel gaan spelen.

Maurits: “Gek dat radio nog steeds echt kan bepalen wat er leuk is. Ik las pas nog ergens dat airplay de laatste stronghold van platenmaatschappijen is. Het is ook bewezen dat als mensen iets heel vaak horen ze het ook beter gaan vinden. Maar we hebben het geprobeerd om eerst veel te gaan spelen. Dan krijg je van zalen te horen dat ze je wel leuk vinden, maar met het label Serious Talent is het makkelijker om ze te benaderen, het geeft een heel goede kickstart.”

In een van jullie optredens in DWDD ging het ook over jullie roadie bestaan. Doen jullie dat nog steeds?

Dale: “Ja, maar als je zegt dat je roadie bent, dan plaats je jezelf lager dan andere bands.”
Maurits: “Alsof je het zelf muziek maken er maar een beetje bij doet. Gast, we hebben een album uit. We willen liever niet ‘de roadies van’ zijn. Hoewel we nog steeds dat werk doen.”


 

Jullie bandnaam komt uit ‘I’m The Walrus’ van The Beatles, het absurde nummer met het woord goo-goo-ga-joob.

Dale: “Haha, ja die zal je niet in het woordenboek vinden. We zochten een bandnaam en daarvoor ging ik in de Beatles-teksten zoeken. Eerst kwam ik uit op ‘Pigs from a gun’.
Maurits: “Oh ja? Dat wist ik niet eens, maar ik ben er ook als laatste bij gekomen.”
Dale: “Ik was wel geschokt toen ik ontdekte dat niemand weet dat het daarvandaan komt. Zelfs heel grote Beatles fans waar ik mee gesproken had wisten het niet. Pas als ik de hele zin: “Elementary penguin singing Hare Krishna” zei ging er pas een lampje branden bij ze.”
Maurits: “De naam wordt heel vaak verkeerd geschreven. En dan niet alleen Elementary dat Elementairy werd, maar we hebben ook al penguins met een q voorbij zien komen. Het is ook wel lastig, zelf zeggen we meestal The Penguins.”

hoesjepinguins

Proberen jullie ook The Beatles in de muziek door te laten klinken, veel mensen horen tot nu toe vooral The Killers terug.

Maurits: “Ik kwam laatst een mooie spreuk tegen. “Je moet vet vinden wat je maakt, maar niet nadoen wat je vet vindt.” We willen andere artiesten niet nadoen.”
Dale: “Tame Impala doet dat bijvoorbeeld heel goed, ze klinken als The Beatles maar op een moderne manier.”

Naast alle gitaren, platen en posters van The Who is Dale ook overduidelijk een Star Wars fan als we de kamer bekijken.

Als Star Wars ter sprake komt duikt Dale de boekenkast in om zijn trots te pakken.

Maurits weet het al: “Het pop-up boek?”
Dale: “Ik ben groot fan. Dit boek is mijn favoriet.”

Terwijl de ruimteschepen zich uit het boek openvouwen vertelt Dale verder.

Dale: “Mijn vader nam me mee naar de vlooienmarkt. Die werd alleen op zondagen gehouden. Ik was een jaar of 6. De Star Wars-figuren en het speelgoed waren daar heel makkelijk te vinden. Ik kocht hele ladingen in. Daarna ging ik de rest van de zondag thuis de films weer bekijken.”
Maurits: “We hebben nog eens wat Star Wars-poppetjes in een videoclip verwerkt. Die clip staat nu offline, omdat het nummer niet op het album gekomen is. Je wilt dat mensen een actueel beeld van de band krijgen, dus alleen de liedjes die nu uit zijn. ‘Rock N’ Roll Suicide’ was het.”


 

Jullie plaat kreeg terecht veel lovende recensies, maar hier en daar verscheen ook een slechte beoordeling. In het blad Lust For Life bijvoorbeeld.

Maurits grijpt meteen zijn smartphone om de review op te speuren: “Oh die wil ik wel zien.”
Dale: “Ik hoef het niet te lezen of te weten.”

De kritiek was bijvoorbeeld dat deze muziek alleen in Nederland werkt, dat jullie sound in Engeland totaal niet zou opvallen.

Dale: “Dat vind ik heel apart, er zijn al aardig wat mensen die contact hebben opgenomen om in Engeland te spelen. Het vervelende vind ik dat er vaak geen goede argumenten gegeven worden in recensies. Dan lees je in een blad ‘dit nummer is shit’, maar dan schrijven ze vervolgens niet op waarom het slecht is.”
Maurits: “Ik lees wel alles, maar je komt soms rare dingen tegen. Zo las ik laatst over ons album: ‘Verschrikkelijk funky album, luister maar naar ‘Magic’. Dan denk ik: ‘Luister maar naar het album’ want er staan verder geen funky nummers op. Wat betreft die kritiek die je net noemde, is het zo dat veel Nederlandse bands moeite hebben om in het buitenland opgepikt te worden. Maar de laatste tijd lijkt het veel beter te gaan.  Wij zijn er achter gekomen dat we niet zo’n band zijn die één album knalt en dan wegvalt. Liever willen we lekker bouwen en dat mensen ons later uit zichzelf ontdekken.”
Dale: “Ik heb ook geen behoefte aan een bliksemstart, het lijkt me vreselijk om je muziek bij mensen door de strot te duwen. Ik wil gewoon muziek maken.”

pinguins

De zanger van Catfish and the Bottlemen schreef in korte tijd 150 nummers. Is dermate hard werken voor jullie ook mogelijk of moeten jullie er nog te veel naast doen om de band te kunnen financieren?

Dale: “Ja, ik hoor veel van die band. Mooi dat hij dat kan en dat hij zijn droom nastreeft. Ook al zouden we zo hard kunnen werken, dan lopen we hier in Nederland toch tegen dingen aan. Want – met alle respect – de muziekbusiness is hier niet zo groot als in Engeland. Met mijn oude band heb ik 220 keer gespeeld door de UK in één jaar tijd. En tussendoor videoclips maken en interviews geven.  In Nederland komen ze niet elke 5 minuten aankloppen voor een interview.”
Maurits: “We werken er inderdaad veel naast om de band te betalen en om van te leven.  Maar ik heb al veel zin om te schrijven voor ons tweede album. Best maf eigenlijk, omdat ie nog maar zo kort uit is. Maar dat schrijven schiet er soms bij in door alle drukte, van mij mag het snel 2015 zijn.”

 

Tourdata

16 januari – Burgerweeshuis, Deventer
24 januari – Paard van Troje, Den Haag
7 februari – Mezz, Breda
14 februari – Xinix, Nieuwendijk
20 februari – Luxor Live, Arnhem
21 februari – Splotsz, Roelofarendsveen
27 februari – Kroepoekfabriek, Vlaardingen
4 april – Metropool, Hengelo

Door: Thomas Spiekerman



Deel dit artikel