Noveller op Incubate 2015

Noveller op Incubate 2015, foto Ingmar Griffioen

Shit, het is zondag en dat betekent helaas alweer de laatste Incubate dag. Niet te lang getreurd; er staat nog genoeg moois op het menu van de zevende festivaldag. We pakken nog een keer de fiets, benenwagen, camera en (digitaal) notitieblok en racen langs Muzentuin, V39, Hall Of Fame, Cul de Sac, Little Devil, Extase en Midi. Waarbij we wederom heen en weer slingeren tussen uitersten en ons meer dan eens laten verrassen. Niet in het minst door een Amerikaanse filmmaakster en haar gitaar en de toch bepaald niet meer fris op het podium staande post-punkveteranen van Wire.

Tekst Clemens Lambermont en Ingmar Griffioen, foto’s Ingmar Griffioen en Jenny Janssens

Lees ook de verslagen van woensdag/donderdag met Melvins/Shining, de vrijdag met Converge/Camera/Dope Body en de zaterdag met Ufommamut/Hookworms/GGU:LL

Surfer Blood, foto Jenny Janssens

Surfer Blood, foto Jenny Janssens

SURFER BLOOD
Echt druk lijkt het nergens te zijn deze Incubate, maar in de Muzentuin bij Surfer Blood wordt dat opnieuw pijnlijk duidelijk. De kloof tussen band en het handjevol publiek lijkt gigantisch. Alhoewel je het de mensen die met een biertje in de zon liggen niet helemaal kwalijk kunt nemen. De band uit Florida produceert ook prima zondagse parkmuziek. Eigenlijk is het gewoon een iets scherpere update van surfrock. Al redelijk vroeg gooit de band Floating Vibes erin, toch wel een van de beste nummers en typisch voor de stijl van de band. Snelle loopjes met hoge toonladders om in de coupletten gebruik te maken van harde akkoorden. Maar het beste moment komt later in de set. Frontman John Paul Pitts (die ongeveer net zo intimiderend is als een teddybeer), vertelt dat ze zijn favoriete nummer gaan spelen. Vervolgens doet hij zijn gitaar af en loopt voorzichtig het podium af. Eerst een beetje aftastend, maar dan gaat hij volop grijnzend naar het publiek toe tien meter verderop. Nonchalant zingend, af en toe schreeuwend, om na iemand geknuffeld te hebben weer het podium op te klimmen. Het is jammer dat ze hun eerste single Swim hierna zo slordig brengen. De vocalen van Pitts lijken het niet meer helemaal te halen en de gitaren klinken veel te zwaar. Echt erg is deze misser verder niet. De band levert prima werk met een ontwapenende show waar je moeilijk iets tegen kan hebben. Zeker niet op deze locatie met dit weer. (CL)

Hella Comet op Incubate 2015

Hella Comet op Incubate 2015

HELLA COMET
De eerste Incubate band van de dag is een Oostenrijkse. Hella Comet blijkt onderdeel van een smaldeel van de Austrian Music Export, die we al eens over de focus op Eurosonic spraken, en die vandaag ook A Thousand Fuegos en M185 heeft afgevaardigd. De kleine V39 kelder is goed gevuld en wordt onthaald op lekker dwarse noisepop, met shoegaze en post-punk lappen. Hella Comet oogt als een mix van krakers en metalheads en heeft een blootsvoetse frontvrouw, die ook zo in andere Oostenrijkse bands als Tirana of Sex Jams (uit dezelfde Graz scene) had kunnen zitten. Het boeit haar niet dat haar microfoon + standaard van het podium valt, maar een bezoeker biedt hulp. Een ander is minder behulpzaam door tegen de lichtschakelaar te leunen, maar het raakt de band allemaal niet. Na een kwartier krijgen we een tikje minder gepiep en feedback en meer fuzzy rock en ontwaren we een stel pakkende popliedjes onder die noise. Toffe band met sterke show. (IG)

LUSTS
Lusts opent daarentegen nogal onzeker in Extase. Erger is dat het muzikaal richting slappe Britpop gaat, wat wavey en met een laagje psych. Poppy ook met de tweede stem van die drummer. Het Engelse duo komt wat beter en pittiger op gang. Hoewel die zang helemaal naar 80ies UK pop gaat neigen, zodat we ons aan de verkeerde kant van Duran Duran wanen. Wellicht is het de onervarenheid of ons ongeduld, maar de beloofde garage rock en krautpop hebben we niet ontdekt en we krijgen vooral spijt dat we niet bij het Belgische Brutus staan. (IG)

Cocaine Piss op Incubate 2015

Cocaine Piss in Hall Of Fame., foto Ingmar Griffioen

COCAINE PISS
Snel door naar Cocaine Piss dan maar. Een hardcore punk en noise-band met zo’n naam en songtitels als Pussy, Fuck this shit en Tourette moeten we sowieso zien. Zoals gehoopt is de Belgische groep nogal geweldig. We krijgen er een maffe frontvrouw bij. En de band heeft vooral maniakaal snelle hardcore punksongs van 40 tot 50 seconden in petto. De zangeres is ondertussen aardig gestoord rondrennend en krijsend het publiek aan het bewerken vanuit het traditionele gat voor het podium. Nice. Boeiend schouwspel ook. Niet teveel woorden aan vuil maken, wel live gaan zien, want ze zijn dus echt geweldig. Gewelddadig ook, en lekker snel klaar in 18 minuten. Dat schijnt nog een van de langere sets te zijn geweest. (IG)

The Homesick, foto Jenny Janssens

Elias van The Homesick, foto Jenny Janssens

THE HOMESICK
Onder andere bekend van Eurosonic en zijproject Yuko Yuko (of is dit juist het zijproject?). Hoe dan ook, dit trio uit Dokkum maakt ontzettend harde lo-fi postpunk. Tenminste, als je qua genre ergens op moet gokken. Met lompe drums en bas, maar daaroverheen een bijna vals ontstemde gitaar en een hoop geschreeuw. Sowieso een van de meest eigenaardige bands die we in Nederland hebben, maar zo bewijst ook deze show weer: zeker een die je moet checken als ze zich buiten Friesland begeven (wat ze gelukkig veelvuldig doen wegens de Popronde!). Want wat deze gasten doen is de punk terugbrengen in post-punk. Iets wat misschien niet iedereen kan waarderen, vooral door de atonale manier van spelen. Maar in krap twintig minuten geven deze jongens alles wat ze in huis hebben. Inclusief ongemakkelijke dansjes. De vrij korte duur van de set is overigens ook het enige nadeel. Bijna een kwartier te vroeg stappen ze al van het podium af. En dat zonder nummers van de eerste EP Twst Yr Wrsts te spelen. Die mogen er de volgende keer best bij. (CL)

joy incubateJOY
We willen na Cocaine Piss de rest van het Bandana Trashfest in Hall Of Fame laten voor wat het is, maar worden op andere gedachten gebracht door Death Alley. De Nederlanders spelen vandaag twintig kilometer verderop op Breda Barst, maar hebben net hun tourbuddies Joy bij Hall Of Fame afgezet. En ze hebben een zware aanbeveling over voor de Amerikaanse pyschband. Ok, fair enough, die moeten we op zeker zien. Maar eerst een Indiase curry op de Smaak Karavaan, die hier in de Spoorzone helemaal losstaat van Incubate maar een welkome aanvulling is. Goede koffie ook. Uitgetafeld en eenmaal binnen blijken de Death Alley boys er kijk op te hebben: Joy (niet te verwarren met het Britse Toy) is inderdaad een erg vette, fuzzy psychrockband met dikke staaltjes Hendrix/bluesy/Blue Cheer gitaarwerk. Damn wat jankt dat Cry Baby wahwah pedaal lekker in weer een kippenvelwekkende gierende gitaarsolo. Wow. Daar was niks aan gelogen, wat een belachelijk goede band! En dan staan er veertig man in de zaal. Zonde. We krijgen nog een stukje Steppenwolf meets Triggerfinger mee en moeten door naar de Midi. (IG)

Noveller op Incubate 2015NOVELLER
Hevige overgang naar Noveller, die ondanks alle noisy drones, ijle ambient tapijten en distortion staat te stralen in Midi. De Amerikaanse filmmaakster, gitariste, solo-artiest Sarah Lipstate (speelde eerder gitaar in Cold Cave, Parts & Labor) heeft dit jaar met Fantastic Planet het zoveelste boeiende album op rij afgeleverd. Althans voor liefhebbers van experimentele ambient, drones, die richting modern klassiek gaan. In Midi zien we een prachtvrouw in prachtig lichtspel en een nog fraaiere ambiance. Ze staat daar alleen met haar gitaar (plus effecten, loops en strijkstok) toch zo’n palet aan zeer stemmige muziek af te leveren. Helaas doet ze dat voor slechts een man of honderd, waaronder een blinde die volledig opgaat in de muziek en het hoofd geheven heeft alsof hij de hemel dankt voor zoveel schoons. Een belletje, een pianoloopje op de achtergrond en vooral heel subtiel verschuivende gitaarlagen, met soms even een zwaardere aanslag; zo minimaal gemusiceerd en toch zoveel gevoel overbrengend. Lipstate is dankbaar voor de onvoorwaardelijke aandacht en kondigt haar slotnummer aan: The Ascent. Opstijgen, daar waren wij al even mee bezig. Tip: Noveller staat 24 september in Gebr. de Nobel, Leiden en is 2 oktober in Het Bos, Antwerpen te zien. (IG)

The Black Heart Rebellion op Incubate 2015

The Black Heart Rebellion in Little Devil, foto Ingmar Griffioen

THE BLACK HEART REBELLION
Niet te verwarren met het Amerikaanse The Black Heart Procession, gaat deze Belgische band net wat stapjes verder, horen we dat zwarte hart een stuk feller oplaaien. Niet zo gek als je bedenkt dat de Gentse formatie deel uitmaakt van The Church Of Ra, het collectief van gelijkgezinde bands rond doom metalband Amenra. The Black Heart Rebellion maakte naam als post-hardcore groep, maar is ver afgedreven. Of eigenlijk: door ontwikkeld richting broeierige folknoir, post-rock en drones. Dichterbij Wovenhand (of het geestverwante Kiss The Anus Of A Black Cat) komen we niet snel meer. De Little Devil doet de naam weer eens eer aan en is totaal afgeladen, waarbij tien fotografen voor het podium wat teveel lijkt, zoals vijf muzikanten met zoveel instrumenten erop ook fors is. We krijgen bekende tracks als Avraham en Ein Avdat van vorig album Har Nevo en nieuwer werk waaronder ‘single’ Near To Fire For Bricks, dat naar veel meer smaakt. Het instrumentarium is opmerkelijk. In Ein Avdat ragt de percussionist met een loden bel een soort van giga veer af, wat klinkt als het geratel van meerdere lottoballetjes in een sjoelbak. Ondertussen leunt de frontman op een met belletjes behangen zwaard, dat in Game Of Thrones niet zou misstaan. De percussie, de bellen, de intense, dreigende gitaarlijnen, de begeesterde zang, de concentratie; ja, de totale overgave van de hele band maken dit een erg bijzondere show. En maken het wachten tot 26-10 op dat derde album schier ondraaglijk. (IG)

Noveller, The Homesick en Colin Newman

Noveller, The Homesick en Colin Newman van Wire, foto Ingmar Griffioen

WIRE & THE PINK FLAG ORCHESTRA
Wire maakt om de een of andere reden meer indruk dan op Le Guess Who?. In de nu eens echt volle Midi ramt die post-punk er zeker wel goed in. Dat kan komen omdat de slotact sterk staat te vlammen hier, of omdat het minder opvalt dat frontman Colin Newman voor de teksten op een iPad op een lessenaar rekent, maar vooral omdat het geluid in Midi het hele festival al nogal subliem is. Na wat slomer werk gaat halverwege het licht meer aan en het gas erop. Ondertussen is na vier dagen Incubate het vuur uit onze sloffen verdwenen en vinden we onszelf terug in een pluche stoel op het balkon. Wire speelt hard, duister en genadeloos, alsof de volle Midi uitgebeend dient te worden en we ondergaan het volledig, in een mengeling van dankbaarheid en machteloosheid. Net als de band uitgenoiset lijkt, komen er allemaal mensen het toneel oplopen, mensen die stuk voor stuk snaarinstrumenten vasthouden. Het blijkt een idee uit de koker van Wire zelf: The Pink Flag Orchestra, een uitvoering van het debuutalbum uit met 1977 zoveel mogelijk gitaristen. Zo zien we festivaldirecteur Vincent Koreman de gitaar oppakken, evenals Noveller, Yannick Verhoeven (Cairo Liberation Front), leden van The Homesick, Joy en nog een stuk of twintig muzikanten. Geslaagd idee en een passend slot van deze wederom rijke en – qua verscheidenheid en spreiding over locaties en weekdagen – uiterst ambitieuze Incubate editie. (IG)

Lees ook de verslagen van woensdag/donderdag met Melvins/Shining, de vrijdag met Converge/Camera/Dope Body en de zaterdag met Ufommamut/Hookworms/GGU:LL

 

Colin Newman en de zege van het Pink Flag Orchestra

Colin Newman en de zege van het Pink Flag Orchestra, foto Ingmar Griffioen

Deze diashow vereist JavaScript.

 



Deel dit artikel