Voor de gelegenheid schotelen we je dit Pinksterweekend vier dikke beukers voor waar de Heilige Geest ‘U’ tegen zegt. Guido Segers duikt in de digitale gamewereld met de soundtrack van Layr voor het spel Vulgord’s Tower. Terwijl hij al dagenlang zit te gamen met de soundtrack op repeat, ramt Zeeuwse deltawerk Gijs Kamphuis er drie luistersessies doorheen. Zoals we van Gijs gewend zijn inmiddels, ligt er natuurlijk Belgisch vinyl op de platenspeler in hartje Zeeuws-Vlaanderen. Ditmaal betreft het de derde langspeler van de technische death metalband Reject The Sickness. Lees verder nog zijn relaas over nieuw werk van Memoriam en het Israelische Subterranean Masquerade.

Tekst: Guido Segers / Gijs Kamphuis

Naast de Spotify-links kun je natuurlijk ook terecht bij onze 666 Hardhitters Spotify-lijst, waar je regelmatig op de hoogte blijft van dikke nieuwe tracks!


Layr – Vulgord’s Tower Soundtrack
Vulgord’s Tower is een soundtrack voor een video game die er eigenlijk het meeste uitziet als een table-top game van het soort Dungeons & Dragons. Maar dan digitaal. Brian Magar, de man achter Layr, maakte met zijn zoon de game en bedacht dat hij evengoed een soundtrack kon maken met pakkende dungeon synth. Waarom niet? Dungeon synth is namelijk perfect voor dat soort games. Leuk weetje is dat de game, waar ook vrouwlief Rebecca Magar betrokken bij was (het echtpaar speelt samen in death-doom band Cultic en ambient/tribal band The Owls ANWTS), ook een hommage is aan diverse metal artiesten. Veel te veel intro, nu muziek.
Vulgord’s Tower is een redelijk korte plaat, wat opvallend is. Veel dungeon synth artiesten kunnen makkelijk een uur vullen met melancholische-kerker-deuntjes, maar dit is een soundtrack. Dat betekent dat het ook ‘on loop’ goed moet klinken. Nu ga ik natuurlijk termen als ‘atmosferisch’ en ‘immersief’ gebruiken in een verdere omschrijving, dus dat mag je zo aannemen bij deze plaat van Layr. We krijgen Gregoriaans gezang, diepe bastonen, en een onheilspellend gevoel alsof er zo iets naars gaat gebeuren. Niet naar in de zin van ‘mijn tosti is aangebrand’, maar meer dat er een bende skeletten uit een donkere tunnel op je af komen schuifelen. Als dat eerste je juist meer angst inboezemt, hou dan die gedachte vast. Ik denk wel dat dit niet helemaal overeenkomt met de game, maar enfin. Zoals het ook bedoeld was met de game, heeft de muziek ook die jaren tachtig vibe. Lijzige synths, krakende melodietjes, het voel primitief maar krijgt toch een rijkheid door ambient elementen. Iets als druppelend water doet veel soms, of een soort grimmig gekeuvel in demonische stemmen. Laat deze plaat gewoon lekker op repeat staan, en je zit zo ondergedompeld in een wereld van zwaarden en tovenaars. Dat was dan ook de bedoeling van Layr geloof ik. (GS)


Memoriam – To The End
Het verhaal van het Engelse Memoriam is ondertussen wel bekend. Toen Bolt Thrower ter ziele ging besloot kopstuk Karl Willets tot het oprichten van een nieuwe band. Muzikaal veranderde er weinig. Ook Memoriam maakt al vanaf dag één death metal oude stijl. En met het vierde album in vijf jaar zit de band voorlopig niet zonder inspiratie. Sinds de vorige plaat en deze nieuwe is er een hoop gebeurd. De eerste trilogie van platen kwam teneinde. Thema ‘de dood’ en het eerbetoon aan de in 2015 overleden Bolt Thrower-drummer Martin Kearns werd afgesloten met de Requiem For Mankind release in 2017.
De tweede trilogie kent hier zijn begin. Het thema is ‘leven, hoop’. Iets wat goed past in deze rare tijden. Hoewel toch wat ongewoon voor een death metalband. Maar Memoriam wil naast gebaande paden toch soms ook voorzichtig nieuwe grond ontdekken en doet dat op deze release. Het lijkt ook wel de hergeboorte van deze band. Want waren de laatste twee platen wat mager, nu is focus weer helemaal terug.
Het stampende Owards Into Battle opent dit bal en doet dat met een erg lekker rifje. Je fluit het zo mee. Laat snarenplukker Scott Fairfax maar schuiven, die heeft duidelijk ideeën zat en is niet bang om waar het moet de boel op sleeptouw te nemen. Wat ook opvalt is dat Willets zo goed bij stem is. Klonk hij in het verleden nog wel eens wat versleten, nu vlamt de blonde brulboei als nooit te voren. Met z’n schuurpapieren stem legt hij een heerlijk old school vibe over het geheel heen. Een Bolt Thrower-feel (natuurlijk), maar invloeden van stadsgenoten Napalm Death alsmede lichte punk en doom-invloeden zijn verwerkt op dit sterke album. Wat ook niet onvermeld kan blijven is het feit dat oerdrummer Andy Whale moest afhaken met een schouderblessure. In goed overleg heeft Spiky T Smith (ex-Killing Joke) daarom zijn plaats ingenomen. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat dit geen verslechtering is. Integendeel. Luister maar eens naar To The End of het beukende No Effect. De band wisselt de snelle nummers mooi af met wat meer doom-geïnspireerde songs, zoals het trage Each Step. De vreemde eend is Mass Psychosis welke een industrial-song is. Deze veteranen sluiten in stijl af met het machtige As My Heart Grows Cold. Het is Memoriam weer gelukt om een prima album te schrijven en een stap vooruit te doen. Want na het sterke debuut For The Fallen is dit hun beste tot nu toe. (GK)


Reject The Sickness – While Our World Dissolves
Extreme metalbands… Er zijn er nog al wat in het Belgenland. Een actieve underground zorgt keer op keer voor verse platen die over heel de linie kwalitatief meer dan goed zijn. Dit collectief uit Brugge, Brussel en Gent is geen nieuwe band, want While Our World Dissolves is de derde langspeler voor deze Belgen. Er was na het vorig album The Weigh Of Silence uit 2018 een verandering in de line-up, waarbij bassist Jonas Messiaen en gitarist Zoran van Bellegem (ex-Marche Funebre) de vrijgekomen posities hebben opgevuld. Zeker de laatste drukt zijn stempel op de negen nieuwe songs die dit album telt.
Reject The Sickness is tegenwoordig het best te kaderen als een moderne technische death metalband. Kwamen er op vorige uitgaves nog wel eens wat metalcore-invloeden om de hoek kijken, nu is het toch vooral death metal wat de klok slaat. Opener Dissconect zet direct de toon. Die is van begin tot eind agressief en opzwepend. Er gebeurt veel in de songs, maar de productie is helder en open zodat alle details goed hoorbaar zijn. De incidenteel terugkerende black metal synths zijn goed gekozen en geven nog iets meer duisternis aan het repertoire. Van Bellegem strooit met dikke riffs en dito solo’s die het geheel een melodieuze schwung geven. Luister maar eens naar Disapproval Of The Weak wat hij naar zijn hand zet met een mooie lange solo die op het einde alle agressie kanaliseert. Burning Soil is met iets meer dan vier minuten de kortste song van de plaat, maar zeker ook de krachtigste. Hierin lijkt helemaal geen maat te staan op de toch al niet kinderachtige stem van zanger Guy Vercruysse. Eveneens het vermelden waard is afsluiter Pillars Of Hope, wat naast de gebruikelijke ingrediënten aan het begin ook een puike groove heeft meegekregen. Een monnikenkoortje doet je uitgeleide en als de deur dicht is, is er weer tijd om goed adem te halen. Want met het geweld van While Our World Dissolves wordt je strot toch even goed afgenepen. Een stap omhoog voor deze ambitieuze metalheads. Het wordt toch echt tijd dat de podia weer open mogen, want het lijstje met ‘bands die ik wel eens live wil zien’ is zojuist weer een naam rijker. (GK)


Subterranean Masquerade – Mountain Fever
Deze band uit Israël is al jaren het kleine broertje van Orphaned Land. En zoals het in de beste families voorkomt wil de jongste niet onderdoen voor de eerstgeborene. Dus mixt Subterranean Masquerade ook al jaren klanken en melodieën uit het Midden-Oosten met progressieve metal en rock. Hoewel de echte metal invloeden op dit album met momenten wel erg naar de achtergrond gedreven zijn. Opener Snake Charmer en het aansluitende Diaspora My Love zijn bijna popsongs. Gelukkig zit er in de titelsong een grunt en en een laag zware gitaren. Ingeklemd tussen de vrolijke trompetten en melodieën, dat dan weer wel. Maar het siert bandleider Tomer Pink dat hij nog zo vrolijk voor de dag kan komen, gezien het verscheurde land en de regio waar hij vandaan komt. Een van de beste nummers van het album is de single Mångata. Een nummer met zoveel gevoel gezongen en uitgevoerd, echt kippenvel. Die passie had vaker langs mogen komen. Ook aan te bevelen is Somewhere I Sadly Belong dankzij een een gastbijdrage van Ashmedi (Melechesh). Hij geeft een mooi duister randje aan deze power song. De rest van het album is het allemaal middelmaat troef. Door de vele invloeden en ideeën vormen deze geen vaste cohesie en blijft er ook bar weinig hangen. De spaarzame hoogtepunten daargelaten is het Subterranean Masquerade ook met hun vierde album niet gelukt om uit de schaduw van Orpanhed Land te stappen of er überhaupt maar iets dichter bij in de buurt te komen. (GK)


Ben je nog niet klaar met het ontdekken van nieuwe muziek, tune dan in op de NMTH Hardhitters op Spotify:

 
 



Deel dit artikel