Met een cultuursector die maar met mondjesmaat en dankzij krom beleid op gang, zijn we voor een groot deel nog steeds aan onze thuisspeakers gekluisterd als het om een muzikale ervaring gaat. Maar dat heeft ook veel voordelen, want er komt ondanks de aanhoudende maatregelen nog steeds erg veel mooi plaatwerk uit! Hoog tijd dus voor weer een kwartet aan hardhittende albums, gerecenseerd door onze redactie.

Zo zette Guido Segers zijn tanden in Lantlôs, een post-metalband uit de Prophecy stal en de nieuwe collaboratie tussen Botanis en Thief, en neemt Joost Schreurs instrumentale stonerrockers Sons of Alpha Centauri en Wizardthrone, het nieuwe project van Chris Bowes (Alestorm, Gloryhammer). Kortom: een goede injectie van nieuwe muziek om je speakers mee te mishandelen! Laat die maandagmiddagblues dus even van je af glijden en check hier onze nieuwe editie Hardhitting Albumreviews…

Tekst: Guido Segers en Joost Schreurs

Naast de Spotify-links kun je natuurlijk ook terecht bij onze 666 Hardhitters Spotify-lijst, waar je regelmatig op de hoogte blijft van dikke nieuwe tracks!


Lantlôs – Wildhund
Lantlôs is zo’n band die helemaal thuishoort op een label als Prophecy, een plek waar warse bands vaker gestald worden. Ooit, lang geleden, maakte de groep black metal in het atmosferische straatje, maar op Wildhund laten we dat achter ons en kruipen we ergens tussen de post-metal en shoegaze in. Het project van Herbst – ook wel Markus Siegenhort – heeft een naam uit het oud-Duits, die iets betekent als ‘zonder thuisland’. Ergens voelt dat wel passend bij de muzikale dwalingen van Lantlôs.

Wildhund klinkt opvallend speels en up beat. Het is een open plaat, die zich laat inspireren door een stuk nostalgie naar de kindertijd. Dat hoor je terug op songs als Magnolia. Het geluid is strak en vol ruimte om flink door te galmen en lekker groots te klinken. Dit voelt een beetje alsof Devin Townsend besloten heeft een Motorpsycho plaat te maken, wat best een rare vergelijking is misschien. Een beetje post-metal, een beetje prog, maar vooral een heel gepolijst, netjes afgetekend muziekstuk. Ja, ik moet er zelfs een beetje bij aan Ulver denken, omdat er een nadrukkelijke pop-sentimentaliteit te proeven is in een nummer als The Bubble. Anderzijds kan Lantlôs ook enorm de shoegaze kant op hangen op een nummer als Cloud Inhaler, waar je helemaal weg kunt zaken in de sonische rookmuren.

De term ‘zweverig’ is meestal negatief, maar bij deze plaat is hij wel op z’n plek. De drums hakken er zeker in, maar voelen licht en vluchtig. Dat gecombineerd met een flinke reverb maakt het geheel dromerig. Er zitten veel muzikale verrassingen in de songs, en Porcupine Tree is een vergelijking die ik ook nog wel durf te maken. Her en der, bijvoorbeeld in de ritmesectie op Dream Machine, voel je de harde randjes nog wel, maar die zijn minimaal aanwezig. Wildhund voelt als een technische plaat, gemaakt voor non-technische luisteraars en dat is denk ik precies waarom ik ‘m nu al zes keer geluisterd heb op rij. (GS)


Botanist/Thief – Cinatrix/Diamond Brush
Botanist en Thief zijn twee vreemde acts die niet veel met elkaar te maken hebben op het eerste oog. Toch zijn ze als een klimop met elkaar vergroeid. Otrebor is het multi-instrumentalistische brein achter Botanist, de plant-based dulcimer-gedreven black metal-act die alleen liedjes over bloemen maakt. Dylan Neal speelde ooit die Dulcimer in Botanist en draagt nog steeds bij als ‘stil bandlid’, maar maakt met Thief elektronische muziek met veel audio-manipulatie en een liefde voor literaire referenties. De bands delen veel, inclusief een oppositionele houding ten opzichte van de wereld. Dus al met al is de split Cinatrix/Diamond Brush van de twee acts best logisch.

Botanist verkent de Verdant Realm, een wereld zonder mensenbemoeienis, in een reeks tracks die opvallend gedreven klinkt. Waar Botanist normaal wat meer atmosferische en meanderend kan klinken, kenmerken de songs op deze split zich door een nadrukkelijk gedreven gevoel. Het ritme jakkert net wat meer door, bijvoorbeeld op Styrax, waar de vocalen ook opvallend zijn. Fluisterend, gebroken, urgenter? Hoewel er zo’n 369,400 planten zijn waar Botanist nog nummers over kan maken, zijn er ook twee remixen op deze plaat te horen van songs die oorspronkelijk verschenen op The Hanging Bardens B-Sides EP.  Hoewel alle songs losse composities zijn, voelt het als een geheel; één verhaal met snijdende vocalen en een warme gloed in de muziek.

Thief volgt met wat misschien het best te omschrijven valt als crunchy elektronica met een flinke metalvibe. Donker, gothy, met emotionele zang die toch aardig blijft plakken. Opvallend trouwens is dat Thief op dezelfde dag (27 augustus) ook een nieuwe full-length uitbrengt op Prophecy Productions. Songs als Hyena en de titeltrack hebben iets Godflesh meets Suede-achtigs en dat klinkt inderdaad als een rare mash-up. Het schuurt en kraakt, het lijkt te vechten met elkaar en toch een heerlijk geheel te worden. Het rockt bovendien flink, check vooral de klappende beats van dat titelnummer met een zoetgevooisde zang die even verleidelijk als onheilspellend klinkt.

Deze plaat is een beetje als een boterham pindakaas en jam; je denkt eigenlijk dat het absoluut geen goede combi is, tot je de tanden erin zet. Warse artiesten, met een eigen geluid, die bovendien elkaar verrijken. Doen dus. (GS)


Sons Of Alpha Centauri – Push
Sons Of Alpha Centauri werd begin deze eeuw opgericht in Kent, Engeland en leidde tot nu toe een vrij onopvallend bestaan als instrumentale stonerrockers. Fans van Karma To Burn kennen ze wellicht van een aantal splitsingles. Een goede combinatie, want net als de stoners uit West-Virginia gebruiken de Sons getallen als songtitels, althans op hun eerste album uit 2007. Vervolgens duurde het elf jaar voordat er een opvolger kwam in de vorm van Continuum, een album met echte songtitels waarop bovendien wat meer psychedelische space- en krautrockinvloeden doorklonken, maar nog altijd instrumentaal.

En nu is daar dus ineens de derde langspeler Push. In opener Get the Guns worden we vanaf de eerste klanken direct met de neus op de feiten gedrukt, want er wordt gezongen! Inderdaad, na bijna twee decennia gooit Sons Of Alpha Centauri het roer vrij drastisch om en verruilt de stoner voor noisy nineties post hardcore, compleet met Deftones-achtige vocalen. Hiervoor wisten de Sons Californiër Jonah Matranga te strikken, een grote naam in de scene van Sacramento, bekend van bands als Far en Gratitude. Hij heeft een indrukwekkende dynamiek in zijn stem, van schreeuwen tot ingetogen, soms bijna fluisterend.

De hele plaat ademt een nostalgische sfeer uit, niet alleen door de Chino Moreno-vibes in Matranga’s stemgeluid, maar luister ook naar de staccato riffs in bijvoorbeeld The Enemy en probeer daarbij dan niet aan Helmet te denken. Het gitaargeluid is lekker scherp, maar toch met genoeg fuzz om de stonerroots van de band niet geheel te verloochenen. Hierdoor wordt ook het dromerige post-hardcore-sfeertje opgeroepen, waarbij de vocalen van Matranga zo goed aansluiten. De bandleden groeiden op met de alternatieve rock van de jaren ’90 en ze slagen er goed in om de muzikale sfeer van die tijd te laten herleven. Zo is in een nummer als Saturn ook de grunge van Alice In Chains of Stone Temple Pilots nooit ver weg. Met negen nummers in nog geen vijfendertig minuten is Push een lekker compact album geworden. Meer dan nostalgie, want ook een nieuwe start voor Sons Of Alpha Centauri, die met deze plaat op zak ongetwijfeld nieuw publiek zal bereiken. (JS)


Wizardthrone – Hypercube Necrodimensions
Metalheads die de laatste tien jaar niet onder een steen geleefd hebben, zullen bekend zijn met het fenomeen Alestorm: Schotse piratenmetal die onder leiding van Christopher Bowes het laatste decennium zo’n beetje langs elke zaal en festival toerde. En met succes, want in 2019 wisten ze de 013 vol te krijgen voor een heerlijke show die inmiddels als live album is uitgebracht.

Dat Bowes meer in zijn creatieve mars heeft dan liedjes over zuipende piraten, bewees hij met de epische power metalband Gloryhammer. Grootste gemene deler met Alestorm: de schaamteloze over-the-top teksten, die zelfs binnen een genre als power metal het tongue-in-cheek-gehalte ruimschoots voorbij zijn. Het feit ook dat in de lange geschiedenis van de heavy metal geen enkele band het eerder aandurfde zichzelf Gloryhammer te noemen, zegt eigenlijk al genoeg. Bewijsstuk twee: een lied over ondode zombie eenhoorns die het Schotse stadje Dundee belegeren. Daarvan fronsen zelfs hardcore Tolkienfans of Dungeons & Dragons-spelers de wenkbrauwen.

Wat heeft dit alles met Hypercube Necrodimensions, het debuutalbum van Wizardthrone te maken? Nou, ten eerste is wederom Christopher Bowes met zijn keytar van de partij, onder pseudoniem C. Hyperiax Bowes en ten tweede wordt ook door Wizardthrone de grens van de fantasy metal ver opgerekt tot in het absurde. Geen kost dus voor mensen die metal erg serieus nemen, want ook Wizardthrone lijkt een uit de hand gelopen grap te zijn, waarvan Napalm Records dacht dat het toch echt gedeeld moest worden met de wereld. Dat Bowes ooit een beloftevol wiskundestudent was, blijkt uit bizarre titels als Black Hole Quantum Thermodynamics, Forbidden Equations Deep Within The Epimethian Wasteland of een pareltje als Beyond the Wizardthrone (Cryptopharmalogical Revelations of the Riemann Zeta Function). Wizardthrone vertelt het verhaal van de Chaos Wizards die ook al op de albums van Gloryhammer ten tonele verschenen. In nerdy termen zitten Gloryhammer en Wizardthrone dus in hetzelfde universum van eenhoorns, magische hamers, goblins en boze tovenaars.

Wat kun je muzikaal verwachten van Wizardthrone? Volgens de officiële berichtgeving spelen de heren symfonische, melodieuze death metal. Op zich een correcte beschrijving, maar wat direct opvalt, direct vanaf het begin, is de flinke dosis folk metal. Bijna ieder nummer heeft wel van die typische, pompende Finntroll-achtige keyboards die voor een opgewekte melodie zorgen bovenop de poel des verderf die gitaren, drums, bas en grunts veroorzaken. De sound is uitstekend en muzikaal is het dik in orde. Wat dat betreft nemen Chris Bowes en zijn kompanen hun grappen heel serieus. En laten we wel wezen, metal kan af en toe wel wat vrolijkheid en een lach gebruiken. Dus als je de gekkigheid van Alestorm en Gloryhammer niks vond, loop dan ook met een grote boog om Wizardthrone heen, maar sta je open voor wat meer luchtigheid, geef het dan een kans. (JS)


Ben je nog niet klaar met het ontdekken van nieuwe muziek, tune dan in op de NMTH Hardhitters op Spotify:



Deel dit artikel