Dat we afgelopen weekend weer de eerste liveshows (ok, testevents maar toch hoopgevend verdikkeme!) beleefden, betekent natuurlijk niet dat de Hardhitting Albumrevies gaan opdrogen hè! Het einde aan de stroom van releases is sowieso nog niet in zicht en onze redacteuren bijten zich ook met liefde vast in die heavy, alternative en deviant albums en EP’s. Wat te denken van de nieuwe van Zweedse stoners Greenleaf? Of van de doomende landgenoten van Spelljammer? En hoe klinkt Dead Neanderthals eigenlijk als ze niet met Aafke Romeijn op Roadburn Redux spelen (spoiler: een stuk minder geciviliseerd)? Wat krijg je als je punk, post-punk en dungeon synth uit Philadelphia mengt? Poison Ruïn dus, maar hoe dat klinkt en of dat een gang naar de Bandcamp waard is?

Drie van die vragen worden beantwoord door de onstuitbare Eindhovense redacteur Guido Segers. In de Domstad denken ze meewarig aan Doomstad, maar tot het zover is klampt Ingmar Griffioen zich vol wanhoop vast aan donderende doom.

Tekst: Guido Segers en Ingmar Griffioen

Naast de Spotify-links kun je natuurlijk ook terecht bij onze 666 Hardhitters Spotify-lijst, waar je regelmatig op de hoogte blijft van dikke nieuwe tracks!


Greenleaf – Echoes From A Mass
Greenleaf is zo’n hoeksteen van de Scandinavische stonerrockscene. De band zag vele wisselingen in de bezetting gedurende het 21-jarige bestaan, met als enige consistente onderdeel van deze hardrockmachine Tommi Holappa (ook bekend van Dozer) op gitaar. Echoes From A Mass is het achtste album, en het klinkt… eigenlijk zoals Greenleaf dat altijd doet. Strakke songlijnen, melancholische zang, stampende ritmes, eigenlijk alles wat een stonerplaat moet hebben en dat is ook een beetje waarom deze plaat niet echt blijft plakken.

Sure, een song als Good God I Better Run Away heeft die jankende gitaar en puike hooks. Bury Me My Son heeft zo’n bluesy baslijntje en dat droge woestijngeluid. Hang On spint die melodie zo heerlijk uit, dat de gitaartonen lekker blijven hangen als een luchtweerspiegeling op het hete asfalt. Het is allemaal goed. Maar als je een algoritme een berg stonerrock uit de noughties zou voeren om artificial intelligence een stonerrocksong te laten produceren, dan denk ik dat het zou klinken als ons aller Greenleaf. Voorspelbaar, een beetje tam, goed geproduceerd, maar vooral niet exploratief.

En dat is prima, want elke stijl heeft zijn bewakers nodig. Ergens ontdekt iemand rock’n’roll en vindt Echoes from a Mass een weergaloze plaat. Dat is prachtig. Greenleaf heeft er natuurlijk net wat meer zo’n classic rockvibe in zitten. Dat kan ook nog wel eens helpen in de toegankelijkheid. Onder aan de streep is het een hele nette plaat en daar laten we het verder dan ook bij. (Guido Segers)


Spelljammer – Abyssal Trip
Abyssal Trip laat zich vertalen als een reis door de diepzee. Mijn aanvankelijke associaties richtten zich op een bodemloos ravijn waarin je naar de onderwereld lazert. De diepzee is natuurlijk ook een onderwereld, hoe hels het daar precies is weten we niet, maar er is onlangs al een menselijke voetafdruk in de vorm van plastic waargenomen…. De eerste gedachte was sowieso zo gek nog niet als je de plaat van Spelljammer opzet. Het Zweedse trio dient die stonerdoom inktzwart en diep op en albumopener Bellwether is een intro van onheilspellend dronend kaliber.

Vanaf Lake is de tweede langspeler echt aan: superbe, zware en fel gespeelde stonerdoom, met grove distortion op de riffs en de stembanden van bassist Niklas Olsson. Spelljammer kwam hier binnen via de kanalen van het zwaar chille RidingEasy Records en wel met het titelnummer, met tienenhalve minuut meteen ook de langste track van de plaat. Na een filmquote (iets met een bloedoffer) krijgen we het gevoel dat we aan de hoofddis zitten, dit is het centrale stuk en daar mogen we best even de tijd voor nemen: alles is nog wat zwaarder, meer distorted en vooral slepender en trager aangezet. We denken even terug aan de landgenoten van Monolord (drummer Esben Willems masterde de plaat overigens) en genieten extra van deze beukende slowburner.

Even bijkomen met Peregrine, het meest opmerkelijke nummer met slechts 140 seconden aan heldere gitaarlijnen. Afsluiter Silent Rift maakt dan weer duidelijker waar Spelljammer voor staat: loeizware doom met klaaglijke zang, donderende percussie (met een uplifting rol voor de hi-hats!) en gevaarlijk ronkende riffs. De Zweden houden die 10 minuten mede spannend met een fikse gitaarsolo. (Ingmar Griffioen)


Dead Neanderthals – Rat Licker
Als dit een rubriek was over moederdag-geschenk-ideeën, dan zou ik het waarschijnlijk niet gaan over Rat Licker van Dead Neanderthals. Ik vraag me oprecht af wie je hier een plezier mee doet. Wellicht degene die het nog steeds leuk vindt om platen op een te hoog toerental af te spelen voor het chaotische Knabbel en Babbel-effect en daarbij graag ongeremd op een ouderwetse koektrommel slaat. Dat lijken de Dead Neanderthals in ieder geval maar wat vet te vinden op deze EP, die ze maar mooi op een 7″ wisten te proppen. In servieskast-versplinterende klanken, verpakt in explosies van circa 50 seconden weliswaar, met een repetitieve drumbeat en een saxofoon waar iemand alsjeblieft slachtofferhulp voor in moet schakelen. Twaalf nummers in 9 minuten, hou toch op man. Waarom?

Ik hoop eigenlijk dat het bovenstaande je al geïnspireerd heeft om 9 minuten uit je drukke tijdschema op te offeren om naar deze vette EP te luisteren. Rat Licker is een reactie op de wereld anno nu, en als dit daar een sonische representatie van is dan snap ik precies waar de Dead Neanderthals vandaan komen. Dit is het duo op z’n meest primitief, rauw en ongeremd. Op elke track rammen de grindcoreritmes alles in elkaar, en piept en kraakt die saxofoon er op los. Niet die strakke, trippy productie van Roadburn Redux, maar daarom niet minder essentieel. Laat het even over je heen komen. (Guido Segers)


Poison Ruïn – S/T LP
Ik las punk, post-punk en dungeon synth en was verkocht. Dat is waarom je nu zit te lezen over Poison Ruïn uit Philadelphia. Als je nou verder niks zou weten over deze band, en je luistert 3 seconden op Bandcamp, dan kan het zijn dat je denkt: ‘dit klinkt als ouwe ’77 punk.’ Dat klopt dan. Voor die seconden. Een buzzsaw gitaar en een mid-tempo progressie groeten je en een zanger die meer spuugt dan zingt. Een beetje Joe Strummer na een wespensteek in z’n tong. Urge Records bracht de eerste S/T EP uit 2020 samen met de tweede uit in februari en dan heb je een complete plaat.

Ok, maar terug naar de muziek. Primitieve punk dus, maar met opvallende titels als Carrion en Crucifix, maar het wordt pas echt leuk op Demon Wind. Ja, lo-fi synth klanken met een onheilspellend, donker karakter. Je dacht: ‘dit werkt alleen in de black metal’, maar de combi is eigenlijk heel erg aangenaam. Zeker op een track als deze met een beetje folky riffs en een barbaarse sound die de overgang naar een full-on ‘Oi Oi Oi!’ modus signaleren. Nu moet ik meteen denken aan de Great Rock ’n Roll Swindle film van Malcolm McLaren, de notoire Sex Pistols manager met daarin een middeleeuwse scène waar poppen van bandleden te lijf gegaan worden. Het past gewoon, dat primitieve geluid.

Black metal zit natuurlijk ook in dat schurende lo-fi hoekje en zo combineert Poison Ruïn dus heel veel interessants tot iets… interessants. En zoals hier omschreven, zo gaat het trouwens de rest van de plaat ook door en het leek me overbodig om dat track-by-track door te lopen. Primitieve punk, dungeon synth en veel gerammel. Je moet ervan houden, maar als je dat niet doet zit je er naast*. (Guido Segers)

*dit is wat ze in literaire kringen een grap noemen.


Ben je nog niet klaar met het ontdekken van nieuwe muziek, tune dan in op de NMTH Hardhitters op Spotify:

 



Deel dit artikel