Als het zaterdag al warm was, krijgen we op de zondag van Graspop de grootste hitte van het weekend voorgeschoteld. Met 27 graden op het hoofd, liters water in de mik en zonnebrand in elke porie, trotseren we de onvermijdelijke festivalmoeheid en schema overlapping om een glimp op te vangen van ouwe lullen als KISS, Def Leppard en Whitesnake. Maar eveneens, en zelfs meer nog, Gojira, Power Trip, Possessed, Living Colour en anderen. Lees dus gauw verder voor een snikheet verslag van de zondag op Graspop.
Tekst: Merijn Siben // Fotografie: Rob Sneltjes
POWER TRIP
Orange Goblin hebben we helaas moeten missen, maar op dezelfde Jupiler Stage vind je een dubbeltje voor je zoekgeraakte stuiver terug. Want Power Trip staat klaar om de Jupiler Stage op vakkundige wijze af te breken. De band is met Terror en Born From Pain op tour en het is goed te zien waarom. De band creëert vlammende crossover thrash, met messcherpe riffs die sneetjes tot diep in het lichaam aanbrengen. Het stomende startschot van Soul Sacrifice laat al meteen duidelijk zien waarom. Maar regelmatig is er ook tijd voor midtempo’s, zoals in de machtige meezinger Swing Of The Axe of het scheurende Nightmare Logic. Zanger Riley Gale staat bekend om zijn droge praatjes, wanneer hij bijvoorbeeld het furieuze Firing Squad aankondigt als dansnummer (‘Get some consent and dance!’) of uitlegt dat Murderer’s Row over Terminator 2: Judgement Day gaat. Maar meer nog is hij bekend om zijn veelvuldig misbruikte strottenhoofd en het onaardse geluid dat er uit komt. De brulboei klinkt als een gestoorde buurman die schreeuwt dat je weg moet wezen als je langs zijn huis loopt, en ongetwijfeld een paar lijken in de kelder heeft liggen. Maar de rest van de band is ook niet mis, en de kracht van Power Trip zit hem dan ook in een soortement eenvoud. Geen blastbeats, double bass of uitgerekte virtuoze solo’s, maar juist een expliciete nadruk op de kunst van thrashriffs en punkritmes. ‘I know we’re from Texas, but we break down walls, not build them!’, proclameert Gale voordat Manifest Decimation zelfs enkele crewleden aan het crowdsurfen zet. Die onvermijdelijke festivalmoeheid is voor even tegengegaan met een shot thrash op z’n Texaans.
GOJIRA
Vandaag is een dag van veel overlappingen. Het is van hot naar her rennen voor die talloze bands, geteisterd door de brakheid van meer dan twee dagen feesten. We besluiten dus nog een stuk Gojira mee te pakken, die op het heetst van de dag hun technische metal over het veld doen schallen. Hoewel vele malen beter dan regen, komen die broeierige temperaturen op een ietwat slecht moment voor Gojira. Joe Duplantier en zijn Franse makkers gaan net als het publiek duidelijk gebukt onder de hitte, maar strak spelen is ook dan nog het handelsmerk van Gojira. Een mokerhamer van een band, die met recht een van de hedendaagse grootheden genoemd mag worden. Met eigenaardige gitaarriffs inclusief veel sweeps en aritmische loopjes in combinatie met retestrakke drumpartijen van Mario Duplantier, wordt een krachtige set neergezet. Maar hoewel er een wall of death wordt gestart bij het verschroeiende Flying Whales, speelt de festivalmoeheid en hitte toch wel parten, resulterend in een goed of zelfs uitstekend edoch niet genadeloos verpletterend optreden. ‘We produced and printed 2000 copies of our first album Terra Incognita in 2001, without any label in a small village in France. If nobody believes in you, you can always make this shit happen’, aldus de frontman voordat Love wordt ingezet. Het laat zien hoever Gojira is gekomen inmiddels, dus hopelijk zien we ze in de toekomst nog eens als headliner terug op Graspop. Het is ze gegund.
BORN FROM PAIN
Terwijl Gojira de Main Stage verder onveilig maakt, is het bij de Jupiler Stage beuken geblazen met de lompe Limburgers van Born From Pain. Het zonovergoten veldje trekt aardig wat mensen, maar de festivalmoeheid is nu echt onverbiddelijk toegeslagen. Gelukkig heeft de band zanger Rob Franssen in hun gelederen, die toch nog wat mensen op de been krijgt vooraleer het toepasselijke Rebirth wordt afgeschoten. Het bakbeest New Hate is dan weer een midtempo rustpuntje en een goede meezinger. Hoewel de nummers stuk voor stuk sterk vertolkt worden door een band wegglibberend van het zweet, blijft het een moeizame tocht voor de brakke metalheads. Desondanks, voor wie aanwezig was, een uiterst fijn optreden van deze hardcorehelden uit Heerlen.
IN FLAMES
De melodeath periode van In Flames is al lang voorbij. Al vijftien jaar heeft deze plaatsgemaakt voor moderne groove metal. Met zoveel albums en verstreken jaren kom je dan ook op een wisselvallige discografie uit, zoals het matige I, The Mask. Eenzelfde wisselvalligheid is vandaag te merken aan de setlist, waar enerzijds songs als Cloud Connected en Pinball Map voorbijkomen, maar ook meer zouteloze nummers als Call My Name en Monsters In The Ballroom. Maar toch, ondanks dit weet de band wel een sterk optreden neer te zetten. Er wordt meer dan verdienstelijk gespeeld, maar bovenal houdt frontman Anders Fridén het feestje gaande, waardoor ook tijdens deze hitte het publiek makkelijk meekomt. Geen uitschieter, wel oerdegelijk.
LIVING COLOUR
Wat er dan wel weer uitschiet, zowel als vreemde eend in de bijt als qua muzikale prestatie, is de cultband Living Colour. Een relikwie uit het verleden, dat in 1988 nog furore maakte met de langspeler Vivid. Hoewel de basis in funkrock ligt, was Living Colour ook een van de eerste geheel Afro-Amerikaanse bands die metalelementen toevoegde aan hun muziek. Wanneer we halverwege de set de tent binnenvallen, is dit nog niet meteen te horen aan het funky Funny Vibe. Het valt voor de meesten uit de toom op de velden van Graspop, maar gezien de zon buiten de tent zorgt het binnen juist voor een frisse muzikale bries. Memories Can’t Wait is dan weer mellow, maar weet eveneens zwaar te eindigen. Indrukwekkend om te zien hoe de vocalen van Corey Glover evenals de duizelingwekkende gitaarcapriolen van Vernon Reid, kaarsrecht overeind staan na al die jaren. Het afsluitende drieluik weet het metalpubliek nog het meest aan te spreken, met het opgefokte Which Way to America (inclusief het roepen van ‘Fuck Trump!’), de monsterhit Cult Of Personality en het furieuze Time’s Up. Niet ieders kopje thee, maar voor de aanwezigen zeker de moeite waard.
INSOMNIUM
Het geluid in de Marquee is death metal bands ongunstig gezind gedurende het weekend, met slordige afwerking en gitaren of drums die de rest doet verdrinken. Zo ook bij Insomnium en dat is ontzettend jammer. De band heeft veel raakvlakken met Amon Amarth, maar waar laatstgenoemde de focus legt op compacte meezingers, benadert Insomnium hun muziek met een melancholische, haast doomy sound. Binnenwandelend tijdens Ephemeral komen Niilo Sevänen’s vocalen echter amper boven de tergend storende bassdrum uit. Dit wordt vervolgd bij krachtige nummers als The Killjoy en Where The Last Wave Broke. Pas wanneer er met One Of Sorrow een rustpuntje wordt ingebouwd, lijkt de muziek eindelijk een stuk helderder, vermoedelijk dankzij vele woordeloze verzoeken van de band naar de geluidsman om een en ander aan te passen. Het epische While We Sleep, brengt tot slot een einde aan een prima set gemankeerd door matig geluid.
WHITESNAKE
Def Leppard, Whitesnake, Kiss… De afsluitende Graspop-avond staat in het teken van oude rotten in het vak. En dit levert wisselende resultaten op, zo ook bij Whitesnake. Hoewel er lekker gestart wordt met het hard rockende Bad Boys en Slide It In, brokkelt er toch het een en ander af wanneer de monsterhit Is This Love? gespeeld wordt. Hoewel een bekend nummer onder het publiek, klinkt de cheesy ballade gezapig en gedateerd, een product van zijn tijd. Nee, Whitesnake is op het best als er gewoon no-nonsense wordt gerockt. En verder komt het dan ook prima tot zijn recht. Het geluid is kristalhelder en er wordt foutloos gespeeld, maar ondanks dat mist de muziek toch de nodige afwisseling om een echt spannend optreden zoals bijvoorbeeld bij UFO een dag eerder, te garanderen. Desondanks blijft het vrolijk meezingen met een venijnige hardrock stamper als Still Of The Night.
ROB ZOMBIE
Voor Rob Zombie een deel van de set van Possessed opofferen… Het zal voor menig thrasher als heiligschennis in de oren klinken. Toch kunnen we het niet laten om een glimp van hellbilly deluxe Rob Zombie en zijn ondode kompanen mee te pakken. Want ondanks dat het muziektechnisch niet opzienbaar is, staat het theatrale en entertainende aspect als een huis. De dansbare ritmes, mechanische riffs en pakkende refreinen zijn gebracht door een band die graag een feestje bouwt. In opvallende kledij en met visuals van oude horrorfilms is dat vandaag ook niet anders. Zombie zelf is nog de grootste entertainer, die zich door het publiek laat dragen bij het spelen van White Zombie’s More Human Than Human, of gortdroog wordt afgeleid door een duif vooraleer Get High wordt ingezet. Hoewel een zeer leuk feestje, staat er een levende legende in de Marquee, dus het is weer door naar de tent.
POSSESSED
Terug van ver weggeweest is Possessed en de wereld is er alleen maar op vooruit gegaan. Een thrash metal band die ook nog een grondlegger is van de death metal, dankzij het allesvernietigende debuut Seven Churches wiens giftige sound nog altijd overeind staat. Met het eerste album in drieëndertig jaar genaamd Revelations Of Oblivion klinkt de band finaal als herboren, vol hernieuwde wraakzucht, knallend en scheurend als het maar zijn kan. Hoewel Jeff Becerra – die sinds 2008 door een kogel verlamd is geraakt en in een rolstoel zit – het enige originele bandlid is, heeft hij een godsonmogelijk strakke band om zich heen verzameld. En gelukkig staat het geluid in de Marquee inmiddels wel goed, waardoor de scherpzinnige agressie alleen maar beter overkomt. Het resultaat is een ziekelijk goed optreden, met nummers op volle snelheid gespeeld, van het oude The Heretic tot het nieuwe Demon. Afgesloten wordt er met het gepeperde The Exorcist, inclusief Tubular Bells intro. Welkom terug, Possessed! Zoals de Belgen het zeggen: we zien u graag.
DEF LEPPARD
Was het bij Whitesnake door pittige randjes hier en daar nog prima uit te houden, maakt de van oorsprong heavy metalband Def Leppard het wel iets te bont met hun glamrock. Zijn deze Britten goed live? Ja hoor, het geluid is kristalletje helder en de band speelt zonder weinig poespas hun hitjes. Maar ondanks dit, weet de muziek de gemiddelde metalhead niet genoeg te boeien. Of het nu om simpele meezingrefreintjes als Pour Some Suger On Me of melige ballades als Bring On The Heartbreak gaat, de muziek mist rigoureus aan stootkracht om echt te boeien en de gedateerde sound van de jaren tachtig te overstijgen. Voor de verstokte AOR-fanaat vast goed te pruimen, maar desondanks niet onderhoudend genoeg voor het metalminnend publiek.
KISS
‘’You wanted the best, you’ve got the best’’
Jawel, na zo’n lange tijd is KISS nog niet klaar met de wereld. Maar nu is het moment daar voor de Amerikaanse rockband om na vijfenveertig jaar afscheid te nemen. Tenminste… Tot Gene Simmons over tien jaar de behoefte krijgt een paar miljoenen uit een onvermijdelijke reünietour te scheppen. Het brengt ze uiteraard ook langs Graspop tijdens hun End of the Road World tour. Een rockdinosaurus van heb ik jou daar, maar in tegenstelling tot Whitesnake en Def Leppard, door een grotere meerderheid warm onthaald. Met Detroit Rock City en een hoop indrukwekkend vuurwerk denderen de geschminkte mannen het podium op om het festival twee uur lang af te sluiten. En dat doet KISS dan ook op grandioze wijze. Elk bandlid is namelijk een entertainer van jewelste, met eenieder zijn eigen karakteristieke moves. Van Paul Stanley en zijn theatrale praatjes, Gene Simmons met zijn beroemde tong en vuurspuwtaferelen of de lange drumsolo van Eric Singer. Eerlijk is eerlijk, de muziek is vandaag de dag niet om over naar huis te schrijven, iets dat ook Whitesnake en Def Leppard parten speelde. De hardrock is van simplistisch kaliber, met weinig opzienbare riffs en voorspelbare meezingrefreinen. Toch wordt er een dusdanig goede show tegenaan gegooid dat het publiek zonder aarzeling gretig meezingt met nummers als Say Yeah, Shout It Out Loud en het ruwe War Machine. Het laat zien dat de hardrock zeer invloedrijk was en ondanks het antieke geluid veel latere metalbands heeft geïnspireerd. Ware het echter niet voor de extreem overtuigende show, was het muzikale gebodene aardig inwisselbaar geweest. Maar het deert niet, want met een hoop vuur, entertainment en een no-nonsense rock-’n-rollshow, weet KISS de kogel van Love Gun in de roos te mikken. En zodoende neuriën we tot diep in de nacht Rock & Roll All Nite mee.
Lees ook het verslag van Dag 1 – De geschiedenis van Slayer in sneltreinvaart op Graspop 2019
+
Het verslag van Dag 2 – Keiharde schop voor de kop met stoomwalsend Slipknot en Lamb of God
Bekijk hier de foto’s van Rob Sneltjes Fotografie tijdens Graspop Metal Meeting 2019 – DAG 3
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.