Het is al lang geen geheim meer dat Eurosonic op woensdag programmeert. Wat ooit begon met een paar bands in De Spieghel is via drie zaaltjes uitgegroeid tot de volwaardige festivaldag die het nu is. Het programma is nog niet zo druk als op donderdag, maar zowel Eurosonic als Grunnsonic bieden al meer dan genoeg bands en bovendien kun je je donderdagse programma ontlasten door wat bands al een dag eerder te zien. Hard doorstappen en -fietsen dus en allereerst naar de Jack Daniel’s Barn, die niet meer in het Ebbingekwartier staat maar op het Damsterdiep. Dat is niet heel ver van de Oosterpoort en om die afstand te verkorten is er zelfs een brug gebouwd.
Teksten: Marije Heida en Ingmar Griffioen // Foto’s: Ingmar Griffioen
Gloedvol Avery Plains in de barn: herkansing op zaterdag
Na een van de karigste burgers ooit (vergeet het eten in De Drie Gezusters mensen) komen we zowaar mooi op tijd voor de eerste Eurosonic Noorderslag-act van 2016: Avery Plains. Stemmig! Mooi! Gloedvol ook! We krijgen het er bijna warm van, ware het niet dat de Barn dezelfde gevoelstemperatuur uitstraalt als vorig jaar. Het is ook niet heel druk om 19.00 uur en dat terwijl het Groningse programma vanmiddag al vroeg begon met North To The Night. Het is nog gratis toegankelijk ook en – alleen al met het oog op de laatste plaat van Avery Plains – duidelijk een gemiste kans. De formatie rond Jurgen Veenstra begint erg sterk met grote troef en albumopener: de van melancholie druipende meesleper Smells Like Trombone. Het geluid is zwaar en galmend in de hoge schuur, niet optimaal dus. Het past qua sfeer wel een beetje bij de Groningers, maar hadden die rootsy rock toch graag in een realistischer geluidsmix meegemaakt. Niettemin een aangename festivalopener, herkansing zaterdag om 16.00 in dezelfde schuur. (IG)
The Black Cult gaat voor songrecord in half uur
Even later staat het voor The Black Cult al een stuk voller. De afsluiter van vandaag heeft sowieso een hoofdprogramma-waardige statuur, met die langverwachte, aanstaande plaat op Suburban (29-1). Ze komen “een half uur herrie maken” met ongetwijfeld veel nieuw werk en knallen meteen Dancing on Time erin. Goede opener en als je dacht dat dat gejaagde garagerock ’n roll was… dan gaan ze er meteen overheen. “Wij zijn de nieuwe Black Cult, heel netjes geworden, we spelen sessies, geven interviews in de Volkskrant en zo. En we zijn nu 19 in plaats van 18.” Het blijft een lolbroek die frontman Douwe Doorduin. Single Find a Way nu, met gierend gitaarwerk en weer een catchy, of nee: instant meezingbaar refrein. “Don’t like the way things started!” Wij wel hoor! We zijn alleen ‘broken hearted’ dat deze show maar zo kort duurt. Weinig shoegaze aan.
De jongens liggen nog op schema. Met vier songs in 10 minuten kom je een eind natuurlijk. Slimme songs hoor, niet enkel die singles zijn lekker. Even een ander intro is ook wel slim, want soms ligt de eenvormigheid op de loer. Dan een nog snellere, Oblivians-achtige (yes!) song. Heftig minuutje hoor. Opwindend spul, hoog tijd dat Suburban die langspeler uitbrengt! Nog twee weken geduld dan. (IG)
Bandnaam Fins trio interessanter dan muzikale inhoud
Have You Ever Seen The Jane Fonda Aerobic VHS? is een bandnaam die op posters de aandacht trekt. Veel te lang, toch grappig én het wekt enige nieuwsgierigheid naar de breinen die deze naam hebben verzonnen. Het Finse trio is een samenraapsel van een emo-meisje op bas, een intens opererende toetsenist en een drummer die niet zou misstaan als bandlid van Steel Panther met zijn wollen muts, basketbal-shirt en panterprintlegging. De dertig minuten durende set is een combinatie van up-tempo simplistische en jolige deuntjes met dreinende zang van de bassiste. Bij één van de nummers – waar een hoog ‘nanana’-gehalte de boventoon voert – krijgen we al gauw beelden van de zwartgallige cartoon Happy Tree Friends voor ogen. De drummer speelt de ballen uit zijn legging en is degene die het visuele plaatje interessant maakt. De toetsenist hangt namelijk vooral geconcentreerd boven zijn toetsen en op de entertainmentschaal scoort de bassiste eveneens geen topscore. Bij elke inzet van een nummer is echter een glimlach niet te onderdrukken, maar we kunnen concluderen dat de naam van de band interessanter is dan de inhoud. (MH)
Nikki Louder finisht hard
Op papier een sterk programma in De Spieghel vandaag en we gaan van Fins naar Sloveens. Van de beste Balkan-leerling van de Europese klas weten we muzikaal niet veel meer dan Laibach… dus tijd voor een noisy update. We zien drie mannen, waarvan een op een stoel en met de rug naar ons toe. De laatste Eurosonics kregen we in De Spieghel ook al experimentele noisy acts als het Deense Fossil, het Servische Repetitor en het Oostenrijkse T-Shit (met die gast van Elektro Guzzi). Qua intensiteit zit Nikki daar wel tussenin. Er zit sowieso een enorme ritmische drive achter, evenals veel gekrijs en de gitaar is ook fel en in hoog tempo. Even temporiseren na 13 minuten, maar dan hakt Nikki ook echt louder. Wellicht te. Het tempo is prima, maar jammer dat de drummer zo oordoppen penetererend op die vellen rost. Nu weer naar freejazzy aanpak T-shit. Maar het blijft toch aapjes kijken niveau. Net als we denken dat het meer vorm dan inhoud betreft… gaat de Sloveense noise steeds dwingender grooven met drum ’n bass-werk vanachter de drumkit. Tof hoor. Beetje Krautgroove, ze zijn aardig op stoom gekomen, maar nog geen poleposition niveau. (Plusje voor de Oostenrijkse woordspeling in de bandnaam). De frontman ragt de snaren met drumstokje af en krijst als een malle. Intense shit. De laatste song groovet toch nog luidruchtiger en distorted. Damn nice finish Nikki! (IG)
Jazzy rockende blues van Guadalupe Plata staat als een huis
De basis voor de muziek van het Spaanse trio Guadalupe Plata is de Delta blues. Tijdens veel momenten in de set duidelijk herkenbaar, maar deze mannen geven het genre een interessante twist met jazzy rockende uitstapjes. Af en toe neemt het ritme zelfs af en vervallen ze in donker dreigende intermezzo’s om vervolgens weer met een hypnotiserende melodie verder te gaan. Het instrumentarium van bassist Paco Luis is een interessante factor in het geheel. Hij bespeelt het eerste deel van de set min of meer roerloos een washtub bass. Een instrument dat een enkele snaar aan een stok verbindt met een zinken wasteil, waarbij de teil fungeert als klankkast. Met dit instrument, maar ook met een homemade driesnarige ‘cigar box guitar’ ondersteunt hij het gevarieerde gitaarspel van zijn bandgenoot Pedro de Dios. De Delta blues krijgt eveneens een schop onder de kont doordat de nummers in het Spaanse vertolkt worden door De Dios met zijn enigszins jankerige vocalen. Ze brengen een fris en nieuwe sound in het genre en lijken op een hele natuurlijke manier hun weg te vinden in het combineren van verschillende invalshoeken. (MH)
The Parrots rammelen, rommelen en worden steeds leuker
The Parrots dan, ‘vriendjes’ van Hinds, de Madrileense garagemeisjes die nu met een prettige plaat in de schijnwerpers staan. Maakten een toffe splitsingle/clip samen. “We’re The Parrots, let’s drink and have fun.” Goede volgorde, sterk accent maar verder is er weinig mis met de slome garage van de jongens, die een beetje tussen Black Lips en Growlers hangen. Zeker nu ze… “Ok; let’s dance!”… het fuzz- en surfpedaal intrappen. “We’re a bit stoned”, excuseert de zanger hen. No kidding, maar het wordt wel steeds springeriger en leuker. “Wooohooohooo.” Opzwepend nu met bassist geknield freakend op podium. Strak is het niet, zeker niet (“sorry that was a new song”), maar de sixties garage komt lekker binnen in De Spieghel. De wereld is weer klein, want de broer van de zanger (gewapend met camera vooraan) woont hier (“hij is een klootzak maar ik houd van hem”). Weer een raar einde van Let’s Do It Again. Tekstueel heeft het even weinig om het lijf als je al vermoedde, maar het gaat ze om de fun en die hebben wij ook. Dan eindelijk een track waarin het op en voor het podium lekker ontspoort. Maar dat gebeurt pas echt bij All My Loving (nota bene een cover van The Almighty Defenders, van die Hinds-split). Met de ritmesectie op erg catchy tweede stemmen. Vanavond treden ze weer op en zijn ze misschien wel nuchter! Misschien ook niet. (IG)
Middlemist Red: vermakelijke psych-rock uit Hongarije
Uit de hoofdstad van Hongarije strijken de vier jongemannen van Middelmist Red neer op het podium in Huize Maas. Een jaar na de oprichting van de band in 2012 winnen ze een grote Hongaarse bandwedstrijd, waardoor ze in eigen land meteen op de kaart worden gezet. In de afgelopen jaren leveren ze een EP en LP af en zijn ze graag geziene gasten op festivals in binnen- en buitenland. Gitarist en zanger Soma Nóvé wordt geflankeerd door bassist Soma Deli en gitarist Dávid Papp die door hun identieke new wave uiterlijk alleen door hun instrumenten te onderscheiden zijn van elkaar. Bij de aftrap van de set klinkt de band volwassen en trekken ze de juiste psychedelische jaren zestig registers open. De effectpedalen worden ruimschoots aangetikt en de galm op de zang van Nóvé is prima uitgebalanceerd. Goed opgebouwde songs worden opgezweept waarbij het volume op de juiste momenten aanzwelt en de afronding weer mooi wordt afgewerkt. Ze zijn niet per se de meest vernieuwende act van Eurosonic, maar in het genre tikken ze een degelijke en vermakelijk set af. (MH)
Hexvessel komt binnen en speelt leeg
Zooo Hexvessel komt binnen. Slecht opgelet trouwens: na twee rondjes om Der Aa-Kerk, komen we erachter dat het in Der Aa-Theater plaatsvindt. Maar we zijn nog op tijd voor dit Finse folk/psychritueel. Met Max Cavalera op gitaar, dude met skapet op toetsen, een woeste metal-drummer, ingetogen bassiste incl. dreads en folky klederdracht en een zanger/gitarist met tats die oogt als een Spaanse crooner. Bizar en ook muzikaal gaat het veel kanter op. Ze spelen het theater, eerst nog hard lullend, vlotjes leeg. Na 15 minuten en drie songs al. Zonde. Hexvessel, dat dit jaar al voor de derde keer op Roadburn zal aantreden biedt vandaag een sterke melange van prog, jazzy toetsen, classic rock zang en een psychrock heavy feel. Ze moeten even op gang komen, maar dan heb je ook wat. Zoals de wat toegankelijker, freakfolky en rootsy track Earth Over Us, die in oktober uitkwam. Verder spelen ze veel nog onbekende songs van het aanstaande album When We Are Death. De band groeit in de set met van die dreigende, zware zang van Mat McNerney die richting David Eugene Edwards gaat en nu een stuk dikke Black Mountain groove. Nu even ingetogen musicerend en een trompetje erbij. En ze hebben ook die theatrale, rootsy kant die een goede brug is naar TBHR straks. (IG)
De séance van TBHR maakt weer diepe indruk
Een paar bier en rookworsten verder staat het Belgische TBHR in hetzelfde theater, maar wat een verschil! De Finnen doen er goed aan om even naar de rook- en lichtshow en bezieling van deze Belgen te kijken. Veel beklemmender dan The Black Heart Rebellion wordt het niet, zeker niet op deze goede, maar toch redelijk tamme openingsdag. Ongelofelijk dat mensen door zoveel intensiteit heen kunnen lullen. Opener Body breaks is al zo’n wurggreep; broeierig en intens dreigend. Onheilspellender. De totale overgave waarmee de Vlamingen hun instrumenten bespelen, of nee afranselen maakt net als op de jongste Incubate weer diepe indruk. Wederom tarten meerdere delen van het instrumentarium vrijwel iedere beschrijving. Tweede track Flower Bone Ornaments is iets rustiger. Af en toe is er een ijl, aanzwellend, occult aandoend intro en dan knalt die passie er weer zo vol in. Net als je denkt dat ze louter in de inktzwarte diepte zwelgen, hebben ze ook de folky kant van Wovenhand te pakken. Met dat intens sinistere geluid uit die ’trekzak meets draailier doos’ en dat gebeuk op die enorme spiraal. Zien is geloven is beleven. De laatste track (Violent Love?) is de meest uitbundige, met aanzwellende scapes, drums, dubbele gitaren en bijna brulzang die erin knallen. Damn. Wat een hoogtepunt en dat op woensdag al… (IG)
MY BABY‘s motor loopt als een zonnetje
Een volgepakt Huize Maas is op de eerste avond van Eurosonic in afwachting van het voodoolicious lekkere MY BABY. Na een volgeboekt 2015 en de ene positieve recensie na de andere mag Eurosonic (wederom) niet op het programma ontbreken. Met de opzwepende woorden of we zin hebben in ‘some voodoo’, weet gitarist Daniel Johnston meteen de zaal in vervoering te brengen. Na een bezwerend intro op een sitar betreedt de charmante Cato van Dyck het podium om meteen haar visitekaartje af te geven met haar uitermate sterke vocalen. Het bereik van haar zang gaat alle kanten op, maar mist nooit een afslag. Ogenschijnlijk geïmproviseerde nummers lijken geen eind te kennen. Een begin en eind is altijd te herkennen, maar de kracht van hun spel licht in wat er tussen die twee momenten zich afspeelt. Het is duidelijk dat drummer Joost van Dyck en Johnston de brandstof zijn van de MY BABY-motor, met daarbij Van Dyck met haar spel, stem en charme de onuitputtelijke katalysator. Een optreden meemaken van MY BABY is absoluut geen straf, ook al houd je wellicht niet van het genre. Ze brengen zoveel meer dan de Louisiana blues, waar de band haar basis vandaan haalde in de beginperiode. Alle soorten lagen, invloeden en uitstapjes zijn denkbaar én haalbaar voor het trio. (MH)
Huize Maas wordt vakkundig ingewijd als partyzone door AFTERPARTEES
Op het moment dat je denkt: “Ach, AFTERPARTEES. Ik heb ze al zo vaak gezien. Het zal wel…”, sta je uiteindelijk toch weer naar ze te kijken tijdens Eurosonic. Je betrapt jezelf erop dat de mondhoeken omhoog gaan na elke mondelinge toelichting van frontman Niek Nellen, de benen weer op de maat meebewegen en je vindt rondvliegend bier in deze setting eigenlijk wel grappig. Dat is uiteindelijk de kracht van deze band: ontluikend grappig en vermakelijk. De muziek die ze maken is niet per se van een briljant niveau, maar in de loop van de jaren heeft Nellen zijn zang wel goed onder controle gekregen. Gezien het internationale karakter van Eurosonic spreekt Nellen in zijn intermezzo’s het publiek toe in een combinatie van Engels, Duits, Nederlands en verdwaald Limburgs. Het levert een stroom aan nikszeggende, doch leuke anekdotes en one-liners. Duidelijk is ook dat een groep – reeds zeer beschonken – fans toe zijn aan een afterparty. Nellen zweeft een aantal keer moeiteloos op de handen en schouders van zijn volgelingen door de zaal. Zelfs op die momenten krijgt hij toch nog fatsoenlijk de woorden uit zijn strot. En passant spelen ze naast de welbekende nummers als ‘First/Last’, ‘Lilly’ en het naar eigen zeggen inhoudsloze ‘Bathroom Floor’ een aantal nieuwe nummers in de set. Het losgeslagen zooitje vooraan het podium vindt het allemaal prachtig en zijn niet meer te stoppen als de Nellen en de zijnen nog wat meer olie op het vuur gooien en alle AFTERPARTEES registers worden opengetrokken. Schade: ettelijk gesneuvelde glazen, wat blauwe plekken en een bijna ontwrichte kroonluchter in Huize Maas. (MH)
Poeh, die woensdag is wel een serieuze festivaldag geworden, met serieuze bands, een paar uitschieters en serieuze blokkenschema-dilemma’s. Oh well, bring on the thursday!
Lees ook:
– Eurosonic-donderdag: toch weer die Belgen! Denen, Britten en Kroaten ook op stoom
– Eurosonic-vrijdag: circlepittende Nederlanders, psychende Britten, harde IJslanders en nog leipere Belgen
– Noorderslag: harde keldermarathon met St. Tropez, Iguana DC, Terzij De Horde en Death Alley en grote shows Birth of Joy en Pauw
– ‘Het beste’ van ESNS: met Death Alley, TBHR, Indian Askin, It It Anita, John Coffey, My Baby…
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.