John Coffey, foto: Rob Sneltjes

John Coffey, foto: Rob Sneltjes

tekst Christel de Wolff, foto’s Rob Sneltjes

Dat er in Friesland een heleboel te beleven valt, daar twijfelen we natuurlijk al lang niet meer aan. En terwijl Into The Great Wide Open volop aan de gang was op Vlieland, vond er afgelopen weekend ook nog CityRock Leeuwarden plaats, een stevig rockfestival in het Rengerspark net buiten het stadscentrum. Het festival bestaat al wat langer, maar vond eerst altijd als een soort preparty de dag voor het Into The Grave festival plaats. Dit jaar heeft het zich voor het eerst afgesplitst en is daarom naar de nieuwe locatie en datum verhuisd. CityRock heeft er meteen ook een tweede dag bij gepakt.

CityRock, foto: Rob Sneltjes

CityRock, foto: Rob Sneltjes

Het is wel de eerste keer dat het park een festival host en daardoor vertoont het terrein wel nog wat schoonheidsfoutjes (hoe zit dat nou met die verstopte ingang, en waarom moeten we haast het terrein af om bij het toilet te komen?) Bij binnenkomst springt één detail in het oog: het podium is gebouwd aan de onderkant van één grote heuvel. Dat is handig:  je hoeft niks op het podium te missen want als er iemand voor je neus komt staan, ga je gewoon een stukje verder de heuvel op. Als het donker is echter, en nadat het op dag twee nogal flink heeft geregend, blijkt het ineens niet meer zo handig. Enkels zwikken en er zijn heel wat glijpartijen, het meeste gelukkig met goede afloop wat een hoop hilariteit bezorgt aan hen die (nog) wel op beide benen staan.

Naast de terreinkeuze is er nog wat bijzonders aan CityRock Leeuwarden. Het festival heeft heel duidelijk onderscheid in de programmering van beide dagen gemaakt. Op vrijdag wordt geopend door het piepjonge Abdomen en afgesloten door The Hives. Die laatsten draaien weliswaar al een tijdje mee (sinds 1993), het stelt allemaal niks voor vergeleken met de line-up op dag twee met bands die al tot wel vier decennia actief zijn. De generatiekverschillen uiten zich ook op het terrein, het publiek op zaterdag is een stuk grijzer dan dat van de vrijdag.

Abdomen, foto: Rob Sneltjes

Abdomen, foto: Rob Sneltjes

Abdomen, foto: Rob Sneltjes

Abdomen, foto: Rob Sneltjes

VRIJDAG
Vrijdagmiddag klokslag 16.00 uur. Abdomen speelt een thuiswedstrijd. Op een vrij leeg veld trappen de Leeuwarder boys af. Ze zetten een strakke set neer met als hoogtepunt de nieuwste single die precies tijdens dit optreden is uitgekomen. Met Wrong (en achterkant It’s Okay) laat de Friese band zien waar ze op dit moment staan in hun muzikale kunnen. En dat belooft heel veel goeds voor de aankomende Popronde, waar het trio voor is geselecteerd.

Kort nadat Abdomen het podium heeft verlaten, is het de beurt aan Paceshifters. Zij zullen de early birds die al aanwezig zijn vermaken met een stevig potje alternatieve rock. Deze én The Sore Losers worden echter gemist omdat uw verslaggever het leuker vond om met de lokale band even een kijkje te nemen in de backstageruimte die op z’n minst opvallend te noemen is. ‘What happens backstage’ blijft natuurlijk backstage, maar de kleedkamer-units zijn gedropt op een heuse kinderboerderij en de aanblik van de vele konijntjes, kippen, varkens én een enorme speeltuin, haalt de kleuter in iedere muzikant weer even naar boven.  Dit resulteert in overuren voor de backstagecrew die steeds muzikanten moet zoeken tussen de geitjes en tegelijkertijd hele bands bij de speeltoestellen moet wegslaan.

Paceshifters, foto: Rob Sneltjes

Paceshifters, foto: Rob Sneltjes

John Coffey, foto: Rob Sneltjes

John Coffey, foto: Rob Sneltjes

Abdomen is hun kleedkamer al kwijtgespeeld aan de hoofdact van de avond en heeft eigenlijk niks meer te zoeken in de backstage-speeltuin. Met een teruggevorderd biertje in de hand om zo toch nog een beetje te kunnen schommelen, lopen ze weer terug het terrein op. Precies op tijd voor John Coffey. Zoals we inmiddels allemaal wel weten is de Utrechtse hardcore-band bezig aan hun afscheidstournee. Voor de mensen die dat toch nog niet helemaal hebben meegekregen, herinnert zanger David Achter de Molen er toch nog maar weer eens even aan. Shit zeg. In tegenstelling tot wat we nog niet zo lang geleden op Lowlands zagen, waagt de band het niet om van het podium te springen om het publiek dat inmiddels flink is toegestroomd extra op te zwepen. Desalniettemin is John Coffey een van de energiekste acts die we vandaag te zien krijgen. “Is gewoon lekker”, souffleert collega Rob Sneltjes. Nou, precies.

Opnieuw naar de bekende weg vragen doen we bij De Staat. Zijn er in 2016 eigenlijk nog festivals waar deze band uit Nijmegen NIET heeft opgetreden? Bij Never Mind The Hype zagen we de groep in ieder geval al heel vaak en steeds moesten we concluderen dat ze in topvorm zijn. CityRock is daarop geen uitzondering: De Staat staat weer als de spreekwoordelijke hoop stenen met een dak erop.

De Staat, foto: Rob Sneltjes

De Staat, foto: Rob Sneltjes

Dan is het nog tijd voor The Hives. Vanuit het hele land zijn fans inmiddels toegekomen want dit is de enige Nederlandse show van de Zweedse supergroep dit jaar. Fans worden niet teleurgesteld. De rockshow van de Hives ligt goed in het gehoor en is een genot om naar te kijken. Aan ieder detail is gedacht, de band zet een sterke setlist neer met hits uit verschillende periodes en met met name zanger ‘Howling’ Pele Almquist en broerlief op de gitaar weten als geen ander hoe ze het publiek uit de hand moeten laten eten.

The Hives, foto: Rob Sneltjes

The Hives, foto: Rob Sneltjes

Het enige nadeel is dat de show maar zo kort duurt. De band is wat later begonnen als gepland en speelt niet noemenswaardig langer door. Ruim voor twaalven is het stil in het Rengerspark. Publiek schuifelt de heuvel af op zoek naar de fiets die hen linea recta naar huis zal brengen, zodat de volgende dag weer vol frisse moed aan een nieuwe festivaldag kan worden begonnen. Of toch naar Scooters, een kroeg in het centrum van Leeuwarden die twee dagen lang de heuse CityRock afterparty verzorgt. Een beetje pijn is fijn.


ZATERDAG

Helhorse, foto: Rob Sneltjes

Helhorse, foto: Rob Sneltjes

De Hûnekop, foto: Rob Sneltjes

De Hûnekop, foto: Rob Sneltjes

Dat was een heel fijn feestje gisteren, overdenken we al geeuwend op de fiets de volgende middag. Uit de verte klinkt alweer een behoorlijke bak herrie. Het is Helhorse die de stad wakker schreeuwt. Net als gisteren, lukt het de eerste bands helaas niet zo om veel publiek te trekken. Maar goed, het is nog best wel vroeg er kan nog van alles gebeuren…

De gang gaat er in tijdens De Hûnekop, lokale Friese feestbeesten die zingen in hun eigen taal. Het voelt alsof er een cursus Fries het podium af geschreeuwd wordt. De helft van de teksten en gemaakte grapjes gaan langs ons heen vanwege die taalbarrière, maar met een gewillige tolk van 3voor12 Fryslan lukt het ons om ook te lachen, zij het ietsje later dan de rest.

Na de plaatsgebonden Hûnekop, de universele psychedelische bluesrock van DeWolff. Vergeleken dan de oude rockers op het podium vandaag, zijn de Limburgers nog ontzettend jong, maar dat neemt niet weg dat ze er bij staan alsof ze al 100 jaar in het vak zitten. Ervarener kan haast niet, zanger en gitarist Pablo van der Poel weet precies hoe hij het publiek moet inpakken. De band is net uit Zuid-Frankrijk komen rijden, maar bij aanblik van deze Friese mensenmassa zegt hij geen spijt te hebben van de ellelange reis. Dat hij vandaag geen gekke sprongen op en van het orgel van bandmaat Robin Piso doet, is te wijten aan het feit dat hij door zijn rug is gegaan. Spijtig en zeer vervelend, maar onbedoeld heel herkenbaar voor het oudere publiek dat even pijnlijk naar de eigen rug grijpt.

DeWolff, foto: Rob Sneltjes

DeWolff, foto: Rob Sneltjes

Een snelle changeover en dan opnieuw een trio op het podium: Kadavar. De bandleden staan meters ver bij elkaar verwijderd en kijken elkaar geen moment aan. Ook het contact met het publiek is beperkt. Vanachter bouncende kapsels blazen de ‘Berliners’ hun stonerrock van het podium en die heeft geen opsmuk nodig.

Kadavar, foto: Rob Sneltjes

Kadavar, foto: Rob Sneltjes

Queensrÿche, foto: Rob Sneltjes

Queensrÿche, foto: Rob Sneltjes

Waar de meeste festivals tegenwoordig erg veel aandacht besteden aan ‘groen’ en duurzaam (hipster) eten is CityRock helemaal terug naar de basics gegaan. Het festival biedt een prima gevarieerde menukaart aan, zolang het maar gefrituurd is. Helemaal mooi, maar helaas blijken bepaalde snacks populairder dan gedacht en voor de derde keer al staan we in de rij om vervolgens te horen dat onze keuze op is. Rond etenstijd verdwijnen een hoop festivalgangers dan ook even de stad, mogelijk op zoek naar iets met een blaadje sla erbij.

Als de buikjes vol zijn, keert men terug naar het terrein waar Queensrÿche al staat te wachten. Waar Kadavar de interactie een beetje miste, entertaint deze band het publiek tot op het gekke af. Als er een jong meisje uit het publiek wordt getild om een plectrum aangereikt te krijgen van een van de bandleden is dat natuurlijk ontzettend cheesy. Maar de band komt er wel mee weg op deze ‘ouwe lullen’-zaterdag. “Ben je met opa mee, meisje?”

Zo voel ik me met mijn 23 jaar ook wel een beetje. Waar ik doorgaans toch op z’n minst wel van een band gehoord heb, ben ik compleet blanco bij aanblik van Mother’s Finest. Dat, terwijl mijn collega’s de band aanprijzen als hun ‘jeugdsentiment’. Ik verschuil me niet graag achter de generatiekloof, maar dit is écht voor mijn tijd. Of? In het publiek zie ik nog meer verwarde gezichten en er zingen opvallend weinig mensen mee. Maar ook zonder voorkennis is Mother’s Finest een feest om naar te kijken. Het is een verwarrend bont gezelschap dat al even verwarrende muziek maakt. Is dat Catweazle op gitaar? Met grijze sik in fluwelen outfit tovert hij gitaarsolo’s alsof het niks is. Af en toe vergeet hij in zijn enthousiasme zijn plaats en moet dan subtiel worden weggeduwd door leadzanger en –zangeres. Het publiek smult van de komedie. Maar het is niet alleen maar toneelspel. Mother’s Finest (we googleden zangeres Joyce Kennedy, die 68 blijkt te zijn!) zet een show neer met de energie waar een hoop jonge bands alleen maar van kunnen dromen.

Mother's Finest, foto: Rob Sneltjes

Mother’s Finest, foto: Rob Sneltjes

Dan is het alleen nog een beetje volhouden tot Uriah Heep het festival afsluit. “Hierom ben ik al twee dagen naar de klote”, klinkt er achter me. Mooi is dat. Stromende regen gooit roet in het eten, alleen de diehard fans zullen blijven staan. Dat zijn er gelukkig heel wat.  Mijn collega’s en ik blijken toch niet zo’n grote fan te zijn. Als het een kwartier in de set nog harder begint te plenzen, gebruiken we dure fotospullen als excuus om ons uit de voeten te maken en na te genieten in ons behaaglijke onderkomen in ‘de mooiste stad van het noorden’.

Uriah Heep, foto: Rob Sneltjes

Uriah Heep, foto: Rob Sneltjes

Leeuwarden CityRock was mooi en ontving zowel locals als import met open armen. “Goeie reis en tot volgend jaar!” horen we bij het weggaan. Ik betrap mezelf erop volmondig: “ja toch, zeker weten!” over mijn schouder te roepen.  Ja toch, zeker weten. Dit weekend in september strepen we graag aan in onze festivalagenda’s voor de komende jaren.

Meer werk van Rob Sneltjes op zijn website en in de galerij hieronder 

Deze diashow vereist JavaScript.



Deel dit artikel