Zeal-and-Ardor-–-Devil-Is-FineOm maar gelijk met de deur in huis te vallen: Zeal & Ardor’s Devil Is Fine is een ontzettend spannend en creatief werk. De onwaarschijnlijk combinatie van Afro-Amerikaanse worksongs, spirituals, deltablues en Noorse black metal met een vleugje elektronica werkt verrassend goed. Niet alleen past de melancholie en het ritualistische van de Afro-Amerikaanse muziek prima bij black metal, tevens is het esthetisch helemaal niet zo ver gezocht. De gruizige veldopnamen door etnomusicologen John Lomax en zijn zoon Alan van de liederen die werden gezongen door Afro-Amerikaanse veldarbeiders, gevangenen en rondreizende bluesgitaristen liggen in dezelfde lijn als het lo-fi productieprincipe in black metal.

Door Daan Holthuis

Sinds vorig jaar circuleert het album al gedeeltelijk op het internet dankzij de Bandcamp-pagina van het oorspronkelijke eenmansproject van de Amerikaans-Zwitserse mastermind Manuel Gagneux. Ook verzorgde Reflections Records medio 2016 al een vinyl-release en zo maakte de plaat al behoorlijk de tongen los. Deze maand ziet het album echter de officiële fysieke release (in alle formaten) via het Canadese MVKA. Bovendien heeft Gagneux sinds kort een groep toegewijde muzikanten om zich heen verzameld en staat er komend voorjaar een heuse tournee op stapel, waaronder een show tijdens het Roadburn Festival in Tilburg.

De eerste livesessie, vastgelegd door Couleur 3:

Oorspronkelijk is het project ontstaan als een soort grap op de spraakmakende website 4chan, waar Gagneux anoniem muziek plaatst op de messageboards en aan z’n volgers vraagt welke verschillende muziekgenres hij de volgende keer samen moet voegen. Daarop wordt hem gevraagd om black metal samen te voegen met “nigger music”. Gagneux, zelf met Afro-Amerikaanse wortels, laat zich niet provoceren en gaat ermee aan de slag. Nadat het begint als een soort Satanische gospelmuziek, ziet hij eerst een thematische overeenkomst, namelijk tussen het opgedrongen Christendom in Scandinavië en bij de Afrikaanse slaven die naar de Nieuwe Wereld zijn vervoerd. Later ontdekt hij steeds meer de eerder genoemde muzikale overeenkomsten. Op deze manier ontstaat de met blues geïnjecteerde black metal van Zeal & Ardor.

Normaliter zijn de blueswortels van metal nauwelijks te traceren in de verpulverende waas van distortion en blastbeats in black metal. Zo schrijft socioloog Keith Kahn-Harris in zijn boek Extreme Metal: Music and Culture on the Edge (2007) dat de uitsluiting van Afro-Amerikaanse elementen zoals ritmische syncopering en blues-toonladders opvallend is. Daarbij is deze uitsluiting in sommige gevallen zelfs doorgeslagen in daadwerkelijk racisme en fascisme, denk aan een persoon als de Noor Varg Vikernes (Burzum) en de hele Nationaal Socialistische Black Metal scene. Dat dit album juist Afro-Amerikaanse muzikale kenmerken mengt met extreme metal maakt Zeal & Ardor’s tot “blackened blues” omgedoopte muzikale cocktail extra bijzonder.

Het album roept geen beelden op van kerkverbrandingen, ijzige bergen en uitgestrekte Scandinavische wouden, maar occulte rituelen in de nacht op afgelegen plekken in de Bayou, het rivierrijke gebied in de Mississippi-delta. Dit is vooral het geval op de songs “In Ashes”, “Come On Down”, “Blood in the River” en het titelnummer. Deze staan bol van in elkaar grijpende, repetitieve zanglijnen, gekleurd door de donkere stem van Gagneux en ijzige, tremolo gespeelde gitaren. Desondanks doet het drieluik van intermezzo’s “Sacrilegium” als onsamenhangend aan met z’n vreemde elektronische beat in het eerste deel, dromerige melodie op een mbira (een instrument uit Afrika dat in het Nederlands een duimpiano heet) in het tweede deel en de afsluitende synths. De geprogrammeerde drums vallen ook compleet uit de toon op de verder authentiek aandoende plaat. Deze kritiekpunten vallen in het niet vergeleken met de rest van de kortdurende plaat die barst van het potentieel en originaliteit.

Tenslotte zijn mijn persoonlijke hoogtepunten de twee vreemde, maar unieke eenden in de bijt “Children’s Summon” en “What Is A Killer Like You Gonna Do Here?”. De eerste doet bijna Dimmu Borgir-achtig aan met z’n gejaagde ritme en snelle melodieën, gespeeld op de mbira. De tweede is een geheimzinnige en donkere bluessong à la Nick Cave, die eindigt met een solo die zo gespeeld had kunnen worden door Robert Johnson, de legendarische gitarist die ooit zijn ziel aan de duivel verkocht op een kruispunt in Mississippi in ruil voor succes. Mocht het een waargebeurd verhaal zijn, had Zeal & Ardor’s Devil Is Fine zo maar de geluidsopname kunnen zijn van de transactie tussen Johnson en de Geit van Mendes.

Devil Is Fine komt uit op vrijdag 24 februari via ADA/MVKA Music en Zeal & Ardor staat vrijdag 21 april op Roadburn. 



Deel dit artikel