opeth sorceressHet Stockholmse Opeth liet in 1995 met debuutplaat Orchid een frisse wind door de death metal waaien. Het album kende een toen nog eigenzinnige mix van death en black metal. De Zweden liepen het plezierig recalcitrante pad verder af, bezaaid met progressieve tendensen. Een tussentijdse mijlpaal werd bereikt op Blackwater Park (2001), dat Opeths perfecte symbiose bleek van death metal en prog. Weer een aantal platen later ging vanaf Heritage (2011) Mikael Akerfeldts typische afwisseling van grunts en cleane zang overboord. Eén van de twee gitaristen en de frontman zingen louter nog clean en bovendien domineert progressieve seventies rock de bandsound als nooit tevoren. Eind september kwam dan nieuwe langspeelplaat Sorceress uit.

Door Jurgen de Raad

Voorganger Pale Communion (2014) werd gekenmerkt door een magnifieke mengelmoes van jaren zestig, (vooral) zeventig en tachtig klanken in progressieve saus. Op Sorceress kristalliseert de nostalgie zich verder uit in een bont geheel van prog en symfo, tot psych en hardrock aan toe. Nu knoopt de groep in meer eigentijdse metal de elementen – soms dan weer in een old school doomy vibe – aan elkaar in elf avontuurlijke nummers.

Over nostalgie gesproken. De korte opener Persephone ademt één en al filmische atmosfeer, die zo lijkt weg te komen uit een sixties spaghetti-western. Dit sfeervol akoestische gitaarwerkje biedt een soort ‘weemoedige cowboy’-thematiek.

Vervolgens overgiet de titeltrack je direct met prikkelende prog. A la Emerson, Lake & Palmer, met wat mooi schurende vintage synth. Stotende doomende metal neemt het roer over en leidt naar een spannend onderonsje van springerige prog en subtiel metalvenijn. Opeth bewijst er meteen al weer zijn knappe bundeling van genres mee.

Het Zweedse kwintet vervalt op het album nooit tot eventuele verkramping in de stijlenmix. De luisterbaarheid ervan is eigenlijk geen moment in het geding. Hooguit een meer springerig verloop van met name bepaalde prog-stukken zou soms weleens kunnen vermoeien, maar dat doet niets af aan de songgerichte opbouw met kop en staart. Hoe mooi gaan bij The Wilde Flowers aardig toegankelijke progrock (Akerfeldts catchy zanglijnen) en complexe segmenten wel niet samen. Of brengt de van metal doortrokken track Chrysalis je weer in een soort cooling down psych-toestand via uitweidende gitaren en slepende reverb-zang. Nog zo’n sterk en duidelijk staaltje afwisseling geeft Strange Brew. Hoor onder andere maar eens hoe een indrukwekkend drummende Martin Axenrot – overigens geweldig op de hele plaat – zich in de samengebalde complexe prog, psych en doomy zwaarte laat gelden.

Will O The Wisp is misschien het meest reflectieve nummer op Sorceress. Er hangt veel warme melancholie overheen en het heeft een innemende ‘vervliegen van tijd-atmosfeer’. Met een gracieuze tekstuele bespiegeling over de betrekkelijkheid van fouten maken in het leven, als een soort van druppel op de gloeiende plaat van de onverbiddelijk doortikkende tijd. Stemmige akoestische gitaarriedels, een zalvende moog en verfijnde melodie vallen Akerfeldts gevoelige zang bij in deze bloedmooie track.

Het zwevende en merendeel instrumentale Sorceress 2 en oosterse, wat ´duizend in één nacht´-sfeer uitstralende The Seventh Sojourn drukken je nog extra in de psychedelische blur. Bezwerende percussie en ´buikdansende´ violen beklemtonen bij laatstgenoemde de psychvibe op sfeervolle wijze. Era kent nog het hoogste gehalte (meer) stevige metal dat op Sorceress is te bespeuren. De pedal to the metal-inputs vind je hier terug in opzwepende, puntige riffs die gedoseerd gestut worden door double bass-geklop. De song gaat naadloos over in de korte epiloog van de plaat Persephone (Slight Return); licht klassieke piano plus een scheutje spoken word sluiten de langspeler rustig af.

Resumerend kan je stellen dat Opeth met Sorceress opnieuw goed louterende seventies prog serveert, die grotendeels de boventoon voert temidden van het stijlenpakket. Vergeleken met Pale Communion zijn de progressieve ingrediënten op de nieuwste full-length wel iets minder hectisch van structuur. De plaat klinkt daardoor toegankelijker dan zijn voorganger en dat is knap. Met meer geraffineerde controle in de toch overwegend avontuurlijk glooiende tracks. En, de retrowaas voelt bij Sorceress nog authentieker aan. Het gegeven dat de band de plaat in de vermaarde Rockfield Studios in Wales opnam draagt daar zeker toe bij. Het studiocomplex heeft een rijke historie, zo namen Rush, Queen en Budgie er platen op.

Zij die Opeths typische metalalbums prefereren, zullen bij dit album wellicht nog verder bij de Zweden vandaan komen te staan. Nieuwe zielen zijn en worden ongetwijfeld weer gewonnen. Want dat Sorceress gewoon een retegoede plaat is van een band die lekker eigenzinnig zijn creatieve weg uitstippelt, mag wel duidelijk zijn.

Sorceress is uitgebracht bij Nuclear Blast en kan je onder andere beluisteren via Spotify (hieronder, aangevuld met bonusmateriaal van eerder werk). 17 november spelen de Zweden in Brussels Ancienne Belgique en een dag erna wordt 013 in Tilburg aangedaan.

´



Deel dit artikel