high-on-fire-luminiferousIn een tijdperk waarin doom en zeker stonermetal en sludge steeds meer mensen op de banken krijgen, staat High On Fire alweer met de banier te zwaaien. Al zeventien jaar en zeven albums lang laat de groep uit Californië zien hoeveel power je met drie man kan ontwikkelen en hoeveel rek er in de genres zit. Op de eerste platen The Art Of Self Defense (2000) en Surrounded By Thieves (2002) waren de uitgangspunten al heavy metal, stoner, doom en Black Sabbath en dat is gelukkig nog steeds zo.

Door Ingmar Griffioen

 

High On Fire ontstond in 1998 in Oakland nadat stonermetal-pionier Sleep (Must-check: Dopesmoker) ermee stopte. Zanger-gitarist Matt Pike vond in drummer Des Kensel en bassist George Rice twee zwaar gelijkgestemden. Rice verdween na Surrounded By Thieves van het toneel, waarna eerst Joe Preston (Melvins/Thrones) overpakte en sinds 2006 Jeff Matz (Zeke) de baspartijen doet. Na eerder met producers als Jack Endino en Steve Albini gewerkt te hebben, is vanaf het vorige album De Vermis Mysteriis de productie in handen van Converge-gitarist Kurt Ballou, die op dat punt een fiks cv aan het opbouwen is.

Niettemin is er wel wat veranderd. Luminiferous is gevarieerder dan de vorige langspeler, die op twee ‘rustpunten’ na vooral redelijk rechttoe rechtaan heavy sludge metal bood. Vanaf de niets ontziende opener The Black Plot zijn meteen een aantal zaken duidelijk: het tempo ligt dankzij de ‘losgeslagen’ drummer Kensel onmenselijk hoog, er is aanzienlijk meer ruimte voor tempowisselingen (en acute breaks) en er is een prominentere rol voor de zang van Pike. Je kunt ook zeggen: de frontman heeft z’n vocale arsenaal uitgebreid. We noteren in die eerste track meteen melodieuze stukken, praatzang, dieper gegrom en een paar ijzingwekkende screams.

Het hamerende Carcosa vertoont naast stoner, math en heavy metal ook Mastodon-trekjes. Dat ligt niet alleen aan het naar math neigende gitaarwerk en de vele dynamiekwisselingen, maar zeker ook aan de stem van Matt Pike, die qua zanglijnen ook naar de grom van Brent Hinds hint. De gelijkenis met Mastodon en die zanglijnen komt nog sterker tot uiting in The Cave. Daarmee noemen we meteen de meest toegankelijke, bijna grungy uitschieter van de plaat.

Gaandeweg trapt de band het gaspedaal steeds verder in, soms zover dat tracks als The Dark Side Of The Compass en zeker Slave The Hive van heavy richting speed en trash metal gaan. De solo’s van Pike zijn dan weer helemaal heavy metal. Dat geldt zeker ook voor de classic riff en de machinale drumpartijen in het intro van het titelnummer, dat na een minuut uitgroeit tot een ziedende Motörhead-beuker. Een song die de impact heeft om menige zaal in een mum van tijd te veranderen in één grote draaikolk waarin alleen nog geheven vuisten en rondzwaaiende biertjes en lichaamsdelen te ontwaren zijn. Afsluiter The Lethal Chamber is dan weer een wat trager openende, heerlijk slepende sludge metal affaire.

Slave The Hive verscheen in 2013 al op een Scion AV-sampler. Tekst loopt door onder de embed!

Al met al gaat High On Fire op deze zevende plaat van hardcore metal, als een op hol geslagen Motörhead, tot slepende sludge en de meer melodieuze aanpak van een Mastodon. Bedenk daarbij dat de Amerikanen weer patent hebben op superieure stonerriffs en minutieus machinaal drumwerk en dat Pike zich vocaal flink ontwikkeld heeft en je hebt een verdomd indrukwekkende langspeler in handen.

Er is ook slecht nieuws, want je hebt net eind vorige maand de Nederlandse shows in Patronaat en Volt gemist.



Deel dit artikel