Het is bijna net zo’n mooi jongensboek als dat van John Coffey zelf: fotograaf Tom Roelofs volgde de razende Utrechts-Barneveldse formatie vier jaar lang op de voet. Hij was er bijna vanaf de eerste show (in de nieuwe bezetting) bij. Bijna, ware het niet vanwege een akkefietje met gitarist Alfred van Luttikhuizen, of nu ja: een misverstand dat vier jaar later nog een mooie anekdote is. Zo zijn er vele en natuurlijk ook vele geweldige foto’s, waar – Tom Roelofs’ stijl – de live-energie vanaf spat. De fotograaf heeft het onmogelijke gedaan: een selectie maken uit zijn archief voor een fotoboek, dat je nu hier kunt bestellen, of vanavond in Paradiso kunt kopen bij die aller-allerlaatste show.
Check ook:
– Het retrospectief ‘Hoe John Coffey van Barneveld tot Paradiso de weg bereidde voor meer Hollandse hardheid’
– ‘De levenslessen die ik van John Coffey leerde’
Nog zo’n lastige klus: 6 foto’s voor Never Mind The Hype uitzoeken en daar wat over vertellen. Tom dook er zo onvervaard in als normaal in die pit en klaarde ook die klus eventjes. Wel hadden we nog wat uitleg nodig, dus pakten we de telefoon en troffen de auteur van het boek in een Antwerpse supermarkt. Allez: Leg eens uit Tom. Of nee, vertel eerst eens hoe dat allemaal zo begonnen is. Waarom John Coffey en waarom jij? Waarom zo lang en wat straks?
Door Ingmar Griffioen
Was je nu bij de allereerste John Coffey-show in de nieuwe bezetting?
“Nee, dat niet. Wel de allereerste Popronde-show in 2012. Het was de dag na de plaatrelease.”
De dag erna?
“Ja daar zit nog een grappig verhaal aan vast. Alfred was een tijdje gitaartechnicus van Blaudzun en ik was ingehuurd om foto’s te schieten. We waren aan het babbelen en hij vertelde dat hij met zijn bandje een plaat uit ging brengen. De volgende dag mailde ik de band ‘Gaan we nog wat doen?’. Waarop Alfred tegen de rest van de band zei: ‘Nee, hij was best wel arrogant laatst, ik wil niet met hem werken’. Toen kwam ik ze de dag erna tegen, klikte het wel en vanaf toen ben ik eigenlijk bijna non-stop aan het werk geweest voor ze. Die eerste Popronde-show was meteen zo’n klein zaaltje met een balkon eromheen en daarna wist ik: ‘Dit is best wel een vette band live’.”
Opvallend dat je deze band dan blijft volgen. Dat doe je niet met alle bands.
“Nu ja, ik werk veel met buitenlandse bands en die komen hier maar een paar keer per jaar. In Nederland heb ik eigenlijk alleen John Coffey en Mannheim, en Mannheim is nu wat stiller.”
Waarom John Coffey? Wat triggerde je in die band?
“De combinatie vette muziek, een vette liveshow en hele toffe jongens. Dat zijn de drie ingrediënten die er moeten zijn eigenlijk. Er zijn ook wel rustiger projecten, waar ik live bijna niks schiet, maar dan is het een heel interessant documentaireproject. Of dan zijn de muzikanten zo interessant dat ik om die redenen met ze wil werken.”
Zeker sinds de release van de plaat The Great News heeft John Coffey nogal wat mijlpalen gehaald, waaronder een paar monumentale shows. Wat waren voor jou nu de mooiste momenten.
“De vetste waren toch wel de kleine shows in de Vera Kelder. Van die kleine clubtour heb ik alleen die meegemaakt, maar het was echt tof om na een paar jaar weer terug te zijn in zo’n kleine venue, met een band die best wel ontploft was. Tickets aan de deur verkopen voor 2 euro, er mochten geloof ik 100 man in, en binnen een paar minuten stond het helemaal vol.
“En ik had nog nooit een skateshow meegemaakt met een band, wel een keertje in Duitsland ’s nachts, maar in deze setting indoor – in Burnside, Deventer en Area 51, Eindhoven – dat was wel echt een van de dingen die ik altijd nog een keer wilde doen. En dan meteen twee keer in een week.”
Voor deze voorpublicatie heb je zes foto’s geselecteerd en bij de eerste zie ik David uit een slaapkamerraam kijken.
“Dat was na een Duitse show, op een slaapplek in Nederland. Het gaat om de rust, het moment dat je niemand ziet en dat de band net wakker wordt. Een heel intiem moment, waarbij ze met z’n tweeën een beetje aan het babbelen zijn. Het was ook het grote contrast: Heel rustig op die foto, terwijl de nacht ervoor zowild was. De show in Duitsland was al dik, en daarna… er zit ook een foto in het boek van een crowdsurfende geluidstechnicus… en op de weg terug naar die show, de tourmanager was de enige die nog nuchter was. En uiteindelijk belandden we naakt in een appartement, waar iedereen dronken rondrende. Daar kwam ook nog een Europese vlag bij kijken, die staat ook in het boek, een heftige avond.”
Op de tweede foto zien we jou op de grond van de bus liggen?
“Dat klopt. Ik had ‘m uiteindelijk niet geselecteerd, maar de band zei dat die erin moest. Ik zou met een vriendin hun show in Osnabrück gaan bezoeken. Zij had last minute de trein gemist en toen stond ik daar na afloop. ‘Ehm jongens…ik ken hier niemand en heb niet zo’n zin om in m’n eentje door Osnabrück te zwerven… kan ik misschien mee terugrijden?’ ‘Ja hoor, er is nog één plek.’ Dat was deze, precies achter de voorstoelen in dat kleine, zespersoons busje dat ze toen hadden. We hadden het eerst op schoot geprobeerd, maar een aantal mensen vond me toch te zwaar. Dus eindigde ik daar. Eén van de jongens had ondertussen mijn camera gevonden, ik ben er nog steeds niet achter of het David of Carsten was…”
Moest je vaak dit soort capriolen uithalen?
“Ik kom wel vaker in rare situaties terecht ja. Ook omdat ik meestal de laatste plek in de bandbus inneem. Die plek is er dan eigenlijk niet meer, maar dan wil ik toch mee… Ach, ik red me meestal wel. Als ik m’n fototoestel maar mee kan nemen. Wat scheelt is dat sommige bands op een gegeven moment professioneler worden. Dan wordt het makkelijker, omdat de tourmanager dan gewoon oplet hoeveel mensen er mee moeten. In het begin wordt dat nog wat makkelijker opgelost. Op de grond dan maar.”
Ben je in al die tijd nooit gestrand?
“Een keer op Utrecht Centraal alleen. Ik was met een Duitse band op stap geweest. We hadden een show gehad in Hannover en ik kwam ’s ochtends heel vroeg aan en er reed niks meer. Ik kon niemand bereiken, dus ging ik proberen te slapen op Hoog Catharijne en ben ik weggestuurd door de politie. Ik moest netjes op een bankje gaan zitten van ze. Toen heb ik maar gewacht op de eerste trein. Dat valt heel erg mee dus en dat komt weer omdat ik meestal wel bekenden in de buurt heb, waar ik na een berichtje terecht kan. Het moet nog een keertje heel erg fout gaan, dat moet haast wel.”
Bij de derde foto heeft of iemand een paar dikke lijnen op de vloer gelegd of het is toch tape.
“Dat is naar aanleiding van de Vera Kelderbarshow en ook meteen de laatste foto van het boek. Ze hadden John Coffey met tape op de grond geschreven. Het heeft te maken met wat ik net vertelde: dat dat één van de tofste shows was om bij te zien. Omdat het juist zo klein was, omdat je eigen niet kon crowdsurfen met dat lage plafond, maar iedereen het toch deed. Dit is twee minuten na de show, een paar mensen staan nog na te babbelen. Er zit ook zo’n foto aan het begin van het boek waar ze ‘heart’ hebben geschreven. Het bleek goed te passen bij de troep die ze achterlaten na een gig.”
Foto 4 is een bekende, die heeft de band ook voor liveposters gebruikt. Ze lijken met z’n allen op het drumstel te staan?
“Klopt. Het is een half geluksmomentje. Volgens mij hadden ze dit nog nooit eerder gedaan live. David trok Carsten, de drummer, helemaal naar voren op het podium en hij stond zo mooi gedraaid. Ik stond achter een versterker te wachten wat er ging gebeuren. Op een gegeven moment had ik er vier op staan… ‘Kut, ik mis er eentje!’ En toen kwam David eraan rennen en ‘klik’: perfect, ik heb er vijf. Dat komt niet heel vaak voor: een hele vette foto waar ze allemaal op staan. Meestal mist er eentje. We hebben toen op Bevrijdingsdag drie shows gedaan en dit was de eerste, in Utrecht. We zijn toen eigenlijk zo hard aan het werk geweest, dat ik afgezien van de foto’s niets meer van die dag weet. Het was echt ‘aankomen-spelen-vertrekken’.
“Wat ik met deze band altijd doe: We hebben een shared googledrive en ik upload daar meerdere keren per dag foto’s op, zodat de band zelf de socials kan onderhouden en ook de eigen profielen. Binnen een uur na de show staan de foto’s erop, ’s ochtends ook weer en als er iets ’s middags gebeurt ook bijna meteen. Het is bijna een wedstrijd. Dat ik voor Instagram probeer sneller te zijn dan hun eigen camera’s. Dat is best wel een leuke race. En grappig om te zien dat zodra we Wifi hebben, er op alle accounts foto’s online komen.”
De vijfde foto dan. Chris en David die over de grond rollen in…
“Dit is in Luik in de backstage. We kwamen van een ander Belgisch optreden af, ergens rond Antwerpen en heel saai, zo’n nieuw pand en heel lelijk. Toen kwamen we in die kelder waar maximaal 300 man in kunnen, echt zo’n punkkelder. De show was echt insane en de jongens zaten er ehm… nogal baldadig in. Dit is een paar minuten voor showtime, even wat energie kwijt en met elkaar stoeien.”
Waren er wel eens foto’s op de googledrive, die de band toch liever niet wilde?
“Ik heb er wel een paar gehad, vooral omdat er dan iets te veel naakt te zien was. Meestal zaten we wel op een lijn, regelmatig discussieerden we of iets wel of niet kon en soms zette ik er dan voor de grap een foto tussen die eigenlijk niet k0n, om de reactie te zien. Meestal voel ik dat wel goed aan, soms is het wel op het randje en dan leg ik uit waarom het wel kan. Meestal is het dan toch ‘ja’ geworden.
“Er zaten ook foto’s van hen in Paradiso in, waar het publiek niets deed. Zij waren de support van Blood Red Shoes. Toen waren zij ook veel minder bekend en je ziet het publiek staren of niets doen. Verderop in het boek is de Paradiso uitverkocht en het contrast tussen die foto’s is zo groot. Daar hebben we wel een hele discussie over gehad. Maar ja, je moet ook de kutmomenten laten zien, de momenten dat je heel hard moest werken nog om verder te komen. Dat het bijna vanzelf gaat, is niet altijd vanzelfsprekend geweest.”
Wat waren de tofste podia?
“Stiekem de kleinste, de intiemste showtjes, waar iedereen bij wijze van spreken de adem van elkaar ruikt en het bier tegen het plafond aan gooit. Ik vind die grote shows vet, maar houd toch meer van intieme zaaltjes. Toch is het ook leuk om een keer de hele tour lang grote podia te doen. De meeste bands waar ik voor werk, spelen niet voor 60- tot 70.000 mensen.”
De laatste foto is van de Homecoming show in de TivoliVredenburg Ronda?
“Ja, dat was wel een feestje. Volgens mij was het hun eerste headline show van die grootte. Het was voor mij heel tof dat er die dag alleen maar bands stonden waar ik mee getourd had, of persoonlijk ken. Bij alle bands die speelden wilde ik gaan kijken en heb ik een stuk van de set gezien, terwijl je normaal op een festival echt niks ziet. De Tivoli heeft er nog nooit zo leuk uitgezien, omdat in alle hoekjes wel wat te doen was. Dat was wel een mooi hoogtepunt voor de band ook. De zaal stond ook helemaal vol met bekenden.”
Waarom van die lange avond deze foto met de balonnen?
“Om te laten zien hoe druk het was, het on stage gevoel. Ik denk dat dit de hele avond omschrijft in één foto: veel mensen, gezelligheid, het hele gevoel van die avond zit erin.”
Wat ga je na Paradiso doen Tom? Val je in een gat, of ga je een andere band oppikken?
“Een hele goede vraag. Ik ga voor het eerst in jaren vakantie nemen. Drie weken naar Spanje met vrienden. We gaan niets doen, maar tegelijk heel veel doen volgens mij. Iets met drank misschien, we gaan het wel zien. Daarna heb ik nog wel wat gaten, maar ga ik in ieder geval veel touren met Cocaine Piss, zo van begin december tot de kerst. En ik ben nog met wat andere bands wat aan het opzetten om de gaten op te vullen.”
Bestel Tom Roelofs’ fotoboek van 4 jaar John Coffey in de webstore van de band.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.