Amenra in Paradiso, foto Maron Stills

Voor de trouwe lezer van dit platform mocht niet ontgaan zijn dat de afgelopen week in het teken stond van het twintigjarig jubileum van Amenra. Na een interviewdrieluik (lees: deel 1, deel 2 & en deel 3) met frontman Colin H. van Eeckhout vond dit weekend in Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond en Paradiso de uitgebreide viering ervan plaats. In De Brakke Grond werd er uitgebreid  en dieper ingegaan op het artistieke spectrum van Amenra met exposities, performances, muziek en gesprekken. De Paradiso werd de zaterdagavond ingericht als ‘The Building of The Free Church’, waarbij naast de band zelf Lingua Ignota, Alcest, Threha Sektori, Bossk & Year of the Cobra het affiche sierden. Dit is een getuigenverslag vanuit een weerbarstige herfstdag in Mokum.

“Our torments also may in length of time
Become our Elements.”― John Milton

Tekst: Steven Gröniger // Fotografie: Maaike Ronhaar

INTRO
De afgelopen weken mocht ik mij volledig verliezen in de wereld van Amenra, waarvan uiteindelijk op voorhand gesproken de zaterdagavond in Paradiso de apotheose moest gaan vormen. In aanvang van het in woorden proberen te vatten van hetgeen zich heeft afgespeeld, overheerst er nu toch onmiskenbaar een gevoel van leegte en bedroefdheid. Het direct in contact zijn met de geest van Amenra zal na dit – voorlopig – laatste relaas uit mijn pen wat betreft dit onderwerp aan intensiteit een significant stuk minder zijn. Langs alle opgedane ervaringen, indrukken en het nu aanbelanden in het verwerkingsproces van het geheel, kan ik niet onderkennen dat na alle weldaad het nu toch voelt als een zwart gat. Ik wil niet zeggen dat het een definiërend moment is in mijn leven, maar dat het nogal een belevenis was moge duidelijk zijn. Waarbij ik, voordat we over gaan tot de orde van de dag, ook wil duidelijk maken dat het vooral een waardevolle eer was om te mogen doen en de geleerde lessen nog lang na zullen dreunen in mijn gedachten. Dit Amenra-verhaal is een waanzinnig hoofdstuk in het ongemakkelijke leven van een onbeholpen stukjes tikkende kluizenaar.

PROLOOG: Chaos Reigns

Na een korte nacht vanwege de nogal lakse houding die de Nederlandse Spoorwegen heeft aangaande storingen, de berichtgeving hiervan en het gebrek aan capaciteit om daarover helder en oplossingsgericht te communiceren, kan ik na een paar uur half slaapdronken wéér de trein in stappen. De bestemming is Amsterdamse met als doel om op tijd te geraken bij de soundcheck van Amenra… Wat dus niet lukt, want de NS heeft geen ene fuck met u en uw beoogde planning te maken, zeker niet als er iets van het najaarsweer aan de gang is. 

Het is moeilijk te omschrijven, maar in mijn beleving is Amsterdam altijd op zijn mooist, wanneer het najaar over de stad is gevallen. Met name in de avonduren zijn de avonturen vaker memorabel doordat een samenspel tussen straatverlichting en de vallende regen een veel meer sereen karakter geven aan de straten en gevels. Bijkomend voordeel van het najaar is ook de helft minder toeristen en ander volk op straat.  Maar goed, doet er verder niet toe. 

Amenra in Paradiso, foto Maron Stills

ARRIVÉ
Als ik aan de overzijde van Paradiso nog even het gebouw gade sla en een sigaret opsteek, begint het besef binnen te dringen dat daar in dat historische gebouw vandaag dingen gaan gebeuren waar evenals ik vele mensen reikhalzend naar hebben uitgekeken.  Ik laat daarom vanaf dat moment alle chaos los laat de dag zijn voor wat ze is. Bij het betreden van de grote zaal blijkt de band gelukkig nog net in de staart van de soundcheck te zitten. Ik word door de visuals en het bak aan geluid meteen weer met beide voeten de grond in geramd: ‘Godverdomme, we gaan echt Amenra doen vandaag…’

DE BEELDENSTORM
Na een buitengewoon plezierig gesprek met Colin over het interview dat we de dag ervoor hadden in De Brakke Grond plus de bedankingen over en weer, besluiten fotografe Maron Stills en ik om  de expositie ‘de Beeldenstorm’ in De Brakke Grond te gaan bezoeken. Eenmaal aangekomen in de expositieruimte is meteen duidelijk dat het meer dan de moeite waard is om een overvolle tram in te schieten tijdens een stortbui. Het meest opvallende gevoel dat zich van mij meester maakt tijdens het opnemen van de verschillende werken, is die van rust en sereniteit op de innerlijke gemoedstoestand. Het wat, waarom, hoe en alle andere overdenkende gewauwel, laat ik verder voor mijzelf. Het is alleen wel een oprecht fijne, bekant magische, gewaarwording. 


Amenra frontman Colin H. Van Eeckhout stelde een tentoonstelling samen met werken van verschillende kunstenaars die zich laten inspireren door dezelfde thematieken als de band Amenra, en elkaar wederzijds inspireren. Met werk van onder andere Tine Guns, Stefaan Temmerman, Maarten Kinet, Colin H. Van Eeckhout, Aline Gorsen, Kristoffer John Mondy, Christophe Mencke, Philipe Lantoine, Dehn Sora, Arjen Kunnen, Tom Claus en Anaïs Chabeur.

Deze diashow vereist JavaScript.


THE BUILDING OF THE FREE CHURCH
Normaal gesproken is mijn teneur als verslaggevende muzieksjaak er een van het in alle rust ondergaan van een optreden en vanuit dat perspectief een onbeholpen stuk te schrijven naar het beste van mijn vermogen. Dat loopt in dit geval anders dan gepland. In de route die ik loop vanuit de backstage naar de zaal, kom ik een onnoemlijke veelheid aan bekenden tegen. Ik vraag me ineens af of ik eigenlijk wel de kluizenaar ben die ik mezelf voorhoud? Of ben ik ineens toch een gast die rijk is aan een netwerk van semi-sociale contacten? Of is mijn leven gaandeweg inmiddels verrijkt met gelijkgestemden en zijn die hier ineens ook allen tezamen? Fuck it. Het is wat het is en voor de rest zorgen voor morgen. Allereerst is het tijd voor Lingua Ignota. De dame waar ik mij emotioneel op heb voorbereid of in alle naïviteit dacht te kunnen doen…

Lingua Ignota in Paradiso, foto Maron Stills

LINGUA IGNOTA
In een recensie van haar album CALIGULA, gaf ik al eens aan dat mij het vermogen ontbrak om woorden te verzinnen die haar muziek in het geheel recht zouden kunnen doen. In de middag slaat de bewustmakende paniek al om het hart wanneer ik haar buiten Paradiso aantref. In al mijn ongemakkelijkheid doe ik alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat zij hier staat, maar fucking hell… Wederom bekruipt mij het gevoel dat naast het overkoepelende gevoel dat deze stad mijn ‘Eleanor’ is, deze dag in al zijn weldadigheid misschien wel mijn schrijverswaterloo gaat zijn. Er is namelijk maar zoveel dat je aankunt in het leven, is de algemene aanvaarde tendens, toch?

Ik kan lang van stof zijn. Dat is wel duidelijk. In dit geval kan ik niet anders dan het beperkt houden, omdat ik wederom niet het vermogen heb om dit gedegen en op waarde te kunnen beschrijven. Het is van pure pijnlijke schoonheid die op een nietsontziende manier confronteert. Als een empathische rollercoaster gaat ze dwars door je sodemieter en dat is eigenlijk met geen pen te beschrijven. Het enige anker dat ik in gedachten vind en waar ik mij aan in alle macht aan vastgrijp, is de herinnering aan een performance van Diamanda Galás. De ervaring die ik opdeed tijdens dat optreden, hield mij voor lange tijd op de been. Ik raak alleen uit het lood geslagen door de bloedeerlijkheid en de overtuigingen die in dergelijke optredens liggen. Hier is geen vooropgesteld plan of zelf begrenzende mindset tegen opgewassen. Ik kan verder wat diepgravende gedachtegangen opschrijven over de zelfkastijding met de verlichtingslampen die ze pleegt en daar ver gezochte metaforen over gaan ophoesten, maar iedere poging daartoe is een oefening in totale onbeholpenheid in het proberen te vangen in woorden wat niet mogelijk is. Je kan het alleen maar beleven. Ik heb in ieder geval mijn best gedaan voor wat het verder waard is, maar in alle beladenheid is dat de meest eerlijke conclusie. Haar na afloop van het optreden ontmoeten en haar in al mijn onbeholpenheid persoonlijk kunnen bedanken, levert een groot aandeel in mijn verwerkingsproces van van alles en nog wat. Mijn hemel, wat was dit een extreme beleving in al zijn meest pijnlijke schoonheden in uitvoering en vervoering gebracht. Ik ben even weg… 

ALCEST
Oiseaux de proie, oftewel roofvogels, afkomstig van het in 2016 verschenen album Komodo, is het nummer dat compleet bezit van mijn gemoedstoestand nam op het moment dat ik op een bepaald moment iets gedaan moest krijgen. Het gaf mij kracht om confrontaties aan te gaan door de sonische dynamiek van het laveren tussen ademen en vol gas geven, vergelijkbaar met een roofdier die een aanval op zijn prooi aan het anticiperen is. Of de band vanavond in Paradiso net zo indrukwekkend partij geeft als onlangs in de grotten van Prophecy Fest, zal voor de overlevering zijn. Toch is dit optreden, ondanks het gebrek aan materiaal van het nieuwe album, er toch juist vooral één die de overlevering waard zal zijn. Natuurlijk zijn publiekslievelingen Autre Temps en Là Où Naissent Les Couleurs Nouvelles van het niveau inlijsten waard en is niet te miskennen dat ze in opzienbarend zin de melancholie en emoties van deze avond op hun manier dragen. De band kan op bijval rekenen van het publiek dat zichtbaar in alle enthousiasme meegaat in hetgeen te band te bieden heeft. Met het gewicht van een beladen avond als deze je eigen show kunnen brengen, die allesbehalve enige vorm van tekort doet in deze, is het uitbundige applaus achteraf meer dan waard. Even slikken en weer doorgaan…

Alcest in Paradiso, foto Maron Stills

AMENRA
Oké, dit is de apotheose. Dit is het moment. Dit is de reden van de hele opmars van dit artikel. Dit is het moment van het de volledigheid van het causaal verband. Dit is Amenra…
Dit is… niet te doen.

“It seems like a lifetime, or at least a Main Era—the kind of peak that never comes again.

Maybe it meant something. Maybe not, in the long run . . . but no explanation, no mix of words or music or memories can touch that sense of knowing that you were there and alive in that corner of time and the world. Whatever it meant. . . .

History is hard to know, because of all the hired bullshit, but even without being sure of “history” it seems entirely reasonable to think that every now and then the energy of a whole generation comes to a head in a long fine flash, for reasons that nobody really understands at the time—and which never explain, in retrospect, what actually happened.        

There was a fantastic universal sense that whatever we were doing was right, that we were winning…

And that, I think, was the handle—that sense of inevitable victory over the forces of Old and Evil. Not in any mean or military sense; we didn’t need that. Our energy would simply prevail. There was no point in fighting—on our side or theirs. We had all the momentum; we were riding the crest of a high and beautiful wave. . . .” – Hunter S. Thompson.

Amenra in Paradiso, foto Maron Stills

In alle oprechtheid rest mij niets anders dan in alle onmacht te leunen op de gericht verkozen verwoording van de heer Thompson, die in het gevoel en de beleving als beschouwer het meest magistraal kan verwoorden. Ik kan het natuurlijk hebben over de opkomst, de nummers die gespeeld worden en de alles overmannende energie die daarin meedogenloos is. Het wordt en kan nooit meer beter worden dan dit. Het is niet wat je hoopte te verwachten, het is veel meer dan je verwachtingen eigenlijk aan zouden kunnen. Om dat op deze korte termijn quasi-informerend te beschrijven is godsonmogelijk, maar vooral een goede oefening in valse bescheidenheid. Eenieder die getuige was van dit fenomeen in Paradiso zal beseffen dat er geen groter onrecht aan de ervaring zou kunnen worden gedaan. Dus laten we de ervaring op zichzelf bestaan. 

Grote woorden voor nu, misschien, maar verslagen woorden zijn het vooral. Eigenlijk dekt de titel bovenaan het artikel de lading wel en wordt wordt het gewoon niet beter. Maar goed, dat roepen we eigenlijk inmiddels na iedere Amenra beleving. Voor nu is het even verzwelgen in het grote zwarte gat dat voor nu voor ons valt…’

Rawk on,

Rawkward Steve   


Meer foto’s van Maron Stills op haar website en in de galerie

Deze diashow vereist JavaScript.



Deel dit artikel