“When I tell the truth, it is not for the sake of convincing those who do not know it, but for the sake of defending those that do.”
  ― William Blake


20 jaar Amenra dus… Zo breed als het programma is, zo is het uitgebreide interview aanleiding genoeg gebleken om over meerdere delen te verspreiden. Hierbij het tweede deel, deel één is hier te lezen en deel 3 vind je hier.

Tekst: Steve Gröniger // Fotografieserie: Jeroen Mylle Met dank aan het Museum voor Schone Kunsten, Gent

foto Jeroen Mylle

 


DE MENSELIJKE DRIFTEN

foto Jeroen Mylle

Een deel twee dus. Welnu, gezien de aanleiding, omstandigheden en de waarde van het gesprek an sich is het verder een kwestie van niet tekort willen doen aan ’20 jaar Amenra’. Wanneer je dus ’in gesprek’ gaat met deze wereld en die wereld induikt, is er geen ontkomen aan dat je geconfronteerd wordt met de bloedingen van het eigen onvermogen in het streven naar een vorm van perfectie. Tijd voor het tweede deel van het interview, omlijst door de fotografieserie van Jeroen Mylle.

In de twintig jaar dat Amenra nu bestaat is het een wezenlijk onderdeel geworden van jullie leven en wie jullie zijn als mensen. Ik las dat wat jullie betreft de overtuiging er is dat de muziek tot in het einde der tijden mag bestaan, en wanneer Amenra zou stoppen de leegte in jullie leven van een te grote orde zou zijn.

‘Ja, ik denk van wel. Omdat ik ook vind dat wat wij doen eigenlijk iedereen toebehoort. De muziek die wij maken raakt universele thema’s die eigenlijk al sinds het begint der mensheid werden aangewend, of je het nu hebt in het opzicht van muzikaal, tribaal, ritueel, et cetera. Ergens werken wij met het essentiële spirituele van het menselijk discours. Dat bewustzijn heeft zich gaandeweg meer en meer in onze muziek genesteld, maar het is dus niet van ‘ons’. Het is meer een missie geworden die we dragen en zo goed mogelijk willen uitvoeren.’

Waar lag het specifieke moment qua bewustzijn dat Amenra groter was dan de som der delen?

‘Ik denk niet dat je kunt spreken van een specifiek moment, maar dat het geleidelijk aan meer iets is dat je overvalt en bij de verschillende bandleden op verschillende momenten zal hebben plaatsgevonden en een bepaald respect ook ervoor heeft afgedwongen. Ik geloof er inderdaad heel sterk in dat de som meer is dan de individuele onderdelen. Ook als je bijvoorbeeld kijkt naar verschillende zijprojecten (o.a. CHVE, Wiegendood en in het verleden veel vanuit het Church of Ra collectief – red.), dan zit er altijd wel iets intrinsieks in dat verbonden is met de geest van Amenra. Het zal nooit het bredere spectrum van Amenra specifiek bevatten, maar eenieder die er op zijn manier invulling aan geeft neemt daar toch een aandeel van mee in hetgeen wat hij doet.’

foto Jeroen Mylle

Is het hiermee zo dat Amenra leidend fungeert als gedachtenvader in het overkoepelend geheel van wat jullie doen?

‘Misschien niet zo sec gesproken dat dat het geval is bij alle leden van de verschillende projecten, maar ik denk dat de creatieve vaders ervan eenzelfde iets in zich dragen. Zeker als je het hebt over Church of Ra – waar we niet zo heel vaak meer wat mee doen -, is het vooral het aandeel van iedereen waaruit energie ontstaat en kracht kan worden geput in nieuwe samenwerkingen. Daarbij is het niet een verzameling van bands, maar vooral muzikanten, kunstenaars en dergelijk die samen die Church of Ra-wereld hebben opgebouwd en verder hebben doen groeien langs projecten die daaruit voortkwamen.’

foto Jeroen Mylle

In eerste instantie zag ik Amenra als de introverte kluizenaar die opgesloten met de schoonheid van zijn eigen pijn zijn werk doet, maar dat beeld lijkt – gezien de progressie van de voorbije jaren – steeds minder het geval te zijn door de openheid die jullie nu uitstralen en podia die jullie bestijgen.

‘Ik denk dat wij nog altijd die kluizenaar zijn, in die zin dat wij nog altijd onze eigen visie en aanpak hebben op alles. Wij hebben onze eigen agenda en proberen verder niet mee te draaien op de druk of verwachtingen die vanuit de muziekindustrie worden gelegd. Uiteindelijk doen we nog altijd zo goed als mogelijk ons ding, wat wel moeilijker en moeilijk wordt, maar we zijn daar nog altijd heel bewust mee bezig.’

Levert het dan niet veel spanningen en overdenkingen op om bijvoorbeeld ja te zeggen tegen de meer mainstream festivals, zoals bijvoorbeeld Lowlands en Pukkelpop, waar over het algemeen ‘jullie publiek’ niet aanwezig is, en om dan ineens die wereld binnen te vallen?

‘Nee, want eigenlijk zijn we dan weer bij waar we het al eerder over hadden; dat we vinden dat we met onze muziek iets aanraken dat in iedereen zit. Ik denk dat wij op een publiek van 15.000 man op een mainstream festival, waar 60% per ongeluk de tent komt binnen gewaaid bij wijze van spreken, als wij maar een klein deel van die mensen kunnen raken met wat wij doen, dan hebben we precies gedaan waar wij voor zijn gekomen. Natuurlijk kunnen wij niet een mens die daar puur is om zich te amuseren en een feestje te bouwen overtuigen van ons verhaal, maar daartussen lopen er ook mensen die misschien verloren rondlopen of pijn hebben en die herkennen zich misschien wel in het verhaal dat wij vertellen. Wij zijn er verder natuurlijk ook om de mensen op de hoogte te brengen van ons bestaan.’

Is het in die zin dan meer om gelijkgestemde zielen te vinden?

‘Ja, en mensen die we kunnen raken en waar we iets voor kunnen betekenen eigenlijk. Ieder podium dat ons aangereikt wordt en we mogen gaan beklimmen, daar gaan wij zoveel mogelijk ons uiterste best doen om van betekenis te zijn.’

foto Jeroen Mylle

Maar als je op welk podium dan ook zoveel van jezelf geeft, hoe behoud je dan je creatieve energie en hoe laad je weer op om met dezelfde overtuiging te kunnen blijven spelen en nieuwe muziek te maken

‘Je krijgt natuurlijk ook heel veel energie terug van publiek. Sterker nog, je krijgt zelfs het mooiste dat er is, en dat is zingeving. Dat is toch wel een heel waardevol iets, en in die zin krijg je dus heel veel terug. Het is ook onze identiteit gaan bepalen om in dat opzicht juist alles te geven op het podium, maar om dat te kunnen doen nemen we ook de tijd voor onszelf. Bijvoorbeeld dat we op dit moment nergens de behoefte hebben om te schrijven, of bezig te zijn met eventueel een ‘Mass VII’. Iedereen is oké momenteel en er is nergens drang om weer diep te gaan om een eerlijk verhaal op plaat te kunnen vertellen. Daarnaast hebben we zo onze eigen rituelen onder de radar die niet op social media en dergelijke verschijnen, of doen natuurlijk iets met zijprojecten. We vullen de tijd die we hebben op onze eigen manier in en van een reden voor een nieuwe Amenra-plaat is er op dit moment dus geen sprake.’

foto Jeroen Mylle

Dus geen last van de buitenwacht die graag nieuw materiaal zouden willen?

‘Natuurlijk zou het slim zijn om iedere twee jaar een nieuw album uit te brengen, want daarmee valt geld te verdienen en dan heb je weer een aanleiding om mee te kunnen gaan touren, maar zo werken wij niet . We zouden het kunnen doen, maar wat maken wij dan? We maken dan gewoon een leeg auditief gegeven als huls die inhoudelijks niets te zeggen heeft. Waar haal je dan nog je eer uit, en vooral waarom? Dat is eigenlijk een hele belangrijke vraag die wij onszelf heel vaak stellen; ‘Waarom? Waarom doen wij dit? Doen wij dit omdat het van ons verlangd wordt? Doen wij dit omdat het geld oplevert?’. In die gevallen is de keuze heel gemakkelijk gemaakt en doen we het niet.’

Is controle hebben, of het in de hand houden van de eigen wil en lotsbestemming, sowieso niet een belangrijk thema?

‘Zeker. We proberen inderdaad onszelf te bewaken in de zin dat we ons afvragen: ’Wat staat er allemaal te gebeuren? Wat klopt er, en wat klopt er niet?’ Wat niet past en niet klopt wordt van tafel geveegd en dan gaan we verder door met waar dat wel het geval is. Dat is altijd hoe we het gedaan hebben en tot op heden hebben we hierin nog geen verkeerde beslissingen genomen, wat ook wel weer tegen onze eigen verwachtingen in is eigenlijk (lacht). Maar het is vooral een mooi gegeven wel, zeker nu; hoe langer we bestaan, hoe meer ik de indruk heb dat we steeds meer de ruimte krijgen om het over onze inhoud te hebben en niet meer alleen over de uiterlijke schijn van het zijn van ‘die Vlaamse metalband’. Daar gaat het niet langer om, dat was het vehikel en de klei waar we mee werkten en het is veel meer dan dat. Een bewijs hiervoor is bijvoorbeeld het project dat we in samenwerking met De Brakke Grond gaan doen; een tentoonstelling van verschillende kunstwerken en gelijkgezinde muzikanten kunnen uitnodigen die op hun manier hetzelfde doen als wij, alleen dan in hun eigen vorm, maar wel in eenzelfde soort gemoedstoestand opereren.’

foto Jeroen Mylle


Dit is deel 2 van een drieluik met Colin H. van Eeckhout. Deel één is hier te lezen en deel 3 vind je hier.

Dit interview is gehouden in het kader van ‘Amenra viert twintigjarig bestaan met driedaags programma in Paradiso en De Brakke Grond’.


Passe-partouts voor alle programma’s zijn reeds uitverkocht, tickets voor alle afzonderlijke programma’s zijn te koop via de websites van Paradiso en de Brakke Grond. Een volledig overzicht van alle programma’s staat op deze pagina

foto Jeroen Mylle

foto Jeroen Mylle





Deel dit artikel