“A man can’t soar too high, when he flies with his own wings.”

― William Blake

20 jaar Amenra’. Laat dat gegeven eerst even op u inwerken…
Dit is deel 1 van een drieluik. Lees ook deel 2 en deel 3!

Tekst: Steve Gröniger  //   Fotografieserie: Jeroen Mylle

Met dank aan het Museum voor Schone Kunsten, Gent

Gitarist Mathieu Vandekerckhove (l) en frontman Colin H van Eeckhout in Museum voor Schone Kunsten, foto Jeroen Mylle

foto Jeroen Mylle

DE AANLOOP

In het laatste weekend van september viert Amenra van de 27ste tot en met de 29ste het twintigjarige jubileum in Paradiso en Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond in Amsterdam. De band uit Kortrijk pakt groots en meeslepend uit met een gecureerd programma dat volledig is gevormd naar het artistieke spectrum van de band. Langs unieke performances, exposities en een avondvullend programma ‘The Building of the Free Church’ in Paradiso op de zaterdag, waar bevriende bands Alcest, Lingua Ignota, Treha Sektori, Year Of The Cobra en Bossk mede acte de présence zullen geven. Een dag ervoor vindt ‘A night by Colin H. Van Eeckhout’ plaats in De Brakke Grond, met onder andere broeder Dieleman en Onmens, ‘ expositie de Beeldenstorm’, ‘This Kind of Bird Flies Backwards’, een post-metal-dance performance met Natalie Pieczuro én ‘The Pain of Others’, met filosoof en theatermaker Peter Aers. Dat is op voorhand een tamelijk waarachtig breed en rijk programma mogen we wel stellen. Aanleiding genoeg ook om in gesprek te gaan met de band.

PROLOOG

In aanloop naar een mogelijk artikel vroeg de hoofdredacteur ‘Als je Amenra in het kort samen moest vatten, hoe zou je dat dan doen?’. Mijn initiële antwoord in deze was iets in de trant van ‘Een lantaarn die de pijn doet verlichten, en tegelijkertijd de ziel confronteert met de serene genezende schoonheid van de donkere schaduw die wordt opgeworpen’. Het was een late avond, en misschien had ik al een paar neutjes op die de zweem van melancholie tamelijk deden versterken, maar het was toch vooral een pure gedachtenimpuls die zich zonder verdere overdenking meester van mij maakte en gevoelsmatig de spreekwoordelijke spijker op zijn kop ramde. In  een creatieve bui opperen we het idee om de band voor een fotoreportage naar een galerie of museum te lokken om vanuit de beleving daar een artikel op te bouwen. Helaas sneuvelt dit idee omdat volgens een museummevrouw ‘de uitstraling van ons platform niet zou passen bij het deels religieuze karakter van de tentoongestelde kunst’… Gelukkig zijn de band en het Museum van Schone Kunsten in Gent een pak ruimdenkender. Zo kunnen we onder auspiciën van Amenra het museum in voor een reportage en daarnaast een opzichzelfstaand interview houden met frontman Colin H van Eeckhout.

Spot het kenmerkende ’tripod’ logo, foto Jeroen Mylle

DE VERLOREN ZOON

foto Jeroen Mylle

Hoe was het in het museum?

Ja, mooi, inspirerend wel. In onze streek zijn er momenteel veel herdenkingen omtrent de oude meesters; we zitten nu in het jaar van Bruegel en volgend jaar is het jaar van Van Eyck, waarbij er ook veel sociale activiteiten plaatsvinden met muziek en bands die met dat thema spelen. Momenteel zenden ze enkele docu’s uit op Canvas waar onder andere Mathieu Vandekerckhove, onze gitarist, de score voor verzorgd en verder zijn we als band met een nog aantal plannen bezig rondt dat thema.’

In de prachtige fotoserie die is geschoten door Jeroen Mylle valt mij één beeld direct op door de indringendheid ervan. Het is een foto van De verloren zoon van Constantin Meunier, waar Colin geïntrigeerd en in gedachten verzonken naar de rug van het beeld staat te kijken.

‘Dat is sowieso mijn favoriete beeld. Ik vind het ook een heel mooi beeld van langs achter bekeken, daar zie je eigenlijk alleen de rug en kun je niet goed zien wie er nu eigenlijk omhelst. Ook in het algemeen het beeld van de tengere oude man in deze situatie zo. Qua thematiek is het ook iets natuurlijk wat past bij ons als band en het verhaal dat wij willen vertellen.’

COLIN H VAN EECKHOUT, FRONTMAN VAN AMENRA

De eerste vraag die ik wil stellen is misschien wel de meest lompe die ik mij kan bedenken. Ik bedacht mij ineens een vulgaire wijsheid van enfant terrible van de muziekjourno’s Lester Bangs, die stelde dat je moest openen met de meest mogelijk overvallende kutvraag, zodat je daarna altijd vragen kon stellen die minder kut zouden zijn, maar de boel dus gedurende het interview op geestelijke scherpte van beide partijen verbleef. Of ja, je interview is subiet ten einde, natuurlijk…

Hoe is het om anno nu Colin H van Eeckhout te zijn, de frontman van Amenra dat 20 jaar bestaat?
‘Boeiend. Dat is het eerste woord dat in mij opkomt. En verder heel leerrijk ook; door de vele ontmoetingen die ik heb met mensen, de vele samenwerkingen en de vragen die aan mij gesteld worden, zoals ook in interviews bijvoorbeeld: als je zo hard verplicht bent om over alles na te denken en te duiden dan kom je vaak tot interessante inzichten over wie jezelf bent en over wat jou maakt als persoon.’

De begrafenis van een trappist Constantin Meunier, foto Jeroen Mylle

Voelt dat ook als een verplichting?

‘Ik vind het eigenlijk vanzelfsprekend en gewoon wel. Ik zie in die zin ook niet tegen interviews en dergelijke op: Als het gesprekken zijn met mensen die wat diepgaander zijn en die een zekere basis intellect bezitten valt dat heel goed mee en kan dat dus echt heel interessant zijn. Maar ja, Colin van Eeckhout. Eigenlijk is het heel eigenaardig hoe het allemaal gelopen is…’

Wat maakt het eigenaardig? Is dat gesproken vanuit hoe de band eigenlijk zonder idee ooit is begonnen en waar jullie nu inmiddels staan?

‘Ja, we zijn begonnen als jonge tieners die eigenlijk iets zochten wat cool was om te doen en in ons geval was dat in een band spelen en skateboarden et cetera. Gaandeweg evolueer je als groep en mens en door omstandigheden en tegenslagen hebben we ingezien dat die muziek toch wel iets heel krachtigs kon zijn en een zekere helend karakter had. Daar zijn we uiteindelijk steeds harder op verder gegaan, en zo ver mogelijk in gegaan als we kunnen.

Waar kwam hierin als band het omslagpunt in het grotere bewustzijn dat het werkte wat jullie deden?

‘Eigenlijk door de verschillende dynamiek rond de personen binnen de band. Zeker voor mij als zanger van de band geldt; ik giet het gevoel in woorden en wordt daarmee een ogenschijnlijk een soort moderator van het gebeuren, terwijl de muziek op zichzelf en abstracter blijft voor een deel, is het de zang en de tekst die de geest aanjaagt. Het keerpunt om dit te kunnen doen kwam in mijn geval toen ik begin twintig na een ziekbed van zes maanden mijn vader verloor. Dit veranderde voor een groot deel mijn kijk op het leven en de wereld: ik ging van een redelijk beschermde jeugd naar ineens een versnelling of wat hoger op moeten schakelen richting volwassenheid. In mijn ogen kwam daar het keerpunt in het spirituele karakter van de band: de teksten kwamen opeens heel dicht op mijn huid, oprecht en eerlijk. Eigenlijk had ik pas vanaf toen een echt verhaal te vertellen. ‘

foto Jeroen Mylle

Is dat daarmee dan ook het moment van het oprecht kunnen loslaten van bullshit en je ongeremd zelf durven en kunnen zijn?

‘Nou ja, het was sowieso al een vooropgesteld doel om de clichés te vermijden van een bepaalde scene waarin je fungeert als band, of over dezelfde zaken te zingen en bepaalde thema’s te herhalen en dergelijke.’

Dus er was nergens überhaupt een noodzaak te conformeren aan een vooropgesteld clichématig beeld?

Als het je keuze is kun je altijd conformeren, maar ik zag daar het nut niet van in. Ik hechtte teveel waarde aan het medium muziek daarvoor. Ik had het gevoel ‘daarvoor is dit niet voor bedacht, er schuilt veel meer in dit artistieke gegeven muziek dan wij hier nu uit putten en laten we daar vooral op naar opzoek gaan in plaats van het oppervlakkig te houden.’ ‘Ik heb het geluk dat mijn mede-bandgenoten, die voor 95% instaan voor alles wat muziek is, het belang dat ik eraan hechtte inzagen en respecteerden en mij blindelings wilden volgen in welke richting we inhoudelijk gingen. We zijn altijd beste vrienden geweest, dat zijn we nog altijd, en dat zorgt voor een zekere en dikkere magie in ons bestaan als band.’

Zijn ze in zekere zin ook een redding geweest in jouw leven?

´Zeker. Zij hebben zonder meer zin gegeven aan mijn leven. En zeker nu, na zoveel jaren, te merken dat er een groot aantal mensen is die ons volgt en energie en kracht kan putten uit wat wij doen; dat is een heel mooi iets om deel van te mogen uitmaken en aan mee te mogen werken. Sowieso is het menselijke karakter en het functioneren van onze samenwerking  een hoofdkenmerk die een zekere magie in zich dragen en in essentie wij ook willen uitdragen als Amenra.´

Ondanks, of misschien dankzij, de zware lading en emoties die naar voren komen in de muziek, heeft jullie muziek voor veel mensen een buitengewoon helende werking. Hoe is het om te ervaren dat de veelal direct persoonlijke pijn die je hebt vertaalt naar muziek op veel mensen een diepe impact heeft in troostende en helende zin?

‘Verbazend is een slecht woord, maar dat hadden we eigenlijk nooit van te voren zien aankomen, noch dat we doelbewust dachten dat wij dat vermogen in ons hadden. We werkten vooral aan muziek die voor ons zijn werk deed en waarin we ons gevoel een plaats konden geven, hierin hadden we nooit kunnen vermoeden dat dit zich op zo’n manier zou kunnen gaan vertalen naar een erkennend gevoel bij andere mensen. Op dat moment wordt je positie als band zijnde ook belangrijker en je wilt dat ook met respect gaan invullen: de muziek krijgt een functie die niet alleen uzelf dient, maar ook anderen mensen. Niet in de zin als voorbeeldfunctie zijnde verder, maar je merkte wel dat er in de bewustwording ervan er bij ons naar mensen toe een bepaalde verantwoordelijkheid ontstond. Uiteindelijk wil je er daardoor nog meer je best voor gaan doen.’

foto Jeroen Mylle

Wat doet het dan met je als je bemerkt dat deze pijn iets is wat bij de mensen die jullie muziek luisteren oprecht leeft en voor een dusdanige manier erkenning zorgt?

‘Achteraf bekeken, langs interviews door de jaren heen en daarover verder na te denken en te analyseren, is dat eigenlijk wel een logisch gegeven dat die pijn breed gedragen wordt. In ieder geval  die zin dat iedereen op een bepaald moment in het leven geconfronteerd wordt met een substantiële pijn die moet worden gedragen en waarvoor vervolgens een plek moet worden geven in het leven: op enig moment wordt iedereen wel een keer op de knieën gedwongen en is de pijn die verwoord wordt in de muziek eigenlijk een universeel gegeven. Ik zeg vaak tegen mensen die op dat moment niet snappen wat wij doen het ooit wel gaan snappen. Je moet ergens geleden hebben, of nog lijden, om te kunnen herkennen en erkennen wat wij doen, denk ik. Iedereen heeft het volste recht om wat te vinden van wat wij doen, en natuurlijk begrijp ik dat je moeite moet doen bij ons, zeker als ‘metalband’ zijnde, maar ik denk dan ook: ‘ooit valt z’n Frank wel’.’

En over de mensen waarbij het muntje wel gevallen is, voel je daar een verantwoordelijkheid over?

‘Eigenlijk wel. Ik heb zelf heel veel gehad aan bepaalde muziek, of een bepaald nummer, die aan mij groeide, onderdeel van mij werd en op dat moment haast voelde alsof de muziek bijna voor mij persoonlijk geschreven leek. Wanneer deze artiest dan de bijvoorbeeld een kill switch omhaalde, of 180 graden draaide met de muziek, of in het geheel besloot compleet anders te zijn, dan had ik daar gevoelsmatig veel moeite mee en voelde mij dan zelfs een soort van bedrogen. We hebben met Amenra nooit veel willen veranderen, want ons verhaal is ons verhaal en dat is wat wij willen uitdragen, maar naast dat het niet voor ons is om ineens van stijl te veranderen omdat iets ‘hip en trendy’ of wat dan ook is, vermoed ik verder dat wij in dezelfde beleving fungeren en een waardevolle band hebben met mensen op eenzelfde manier die ik met sommige artiesten en muziek had. Daarmee ervaren wij inderdaad ook een zeer zekere verantwoordelijkheid om deze mensen niet te willen teleur te stellen. Daarbij hebben we ook diverse zijprojecten om andere artistieke uitspattingen in kwijt te kunnen.‘


Dit is deel 1 van een drieluik. Lees ook deel 2 en deel 3

Dit interview is gehouden in het kader van ‘Amenra viert twintigjarig bestaan met driedaags programma in Paradiso en De Brakke Grond’.


Passe-partouts voor alle programma’s zijn reeds uitverkocht, tickets voor alle afzonderlijke programma’s zijn te koop via de websites van Paradiso en de Brakke Grond.

Een volledig overzicht van alle programma’s staat op deze pagina


foto Jeroen Mylle



Deel dit artikel