Je kent ze wel die middelgrote regiofestivals; twee podia, twee bier- en één snacktent en op het affiche een paar namen uit de categorieën pop, urban, dance en rock. Vaak de artiesten die al op Noorderslag opvielen en sindsdien elk weekend minimaal twee keer optreden (denk: Sevn Alias, Indian Askin, De Likt) en een of twee grote namen als Kensington en Typhoon. Als je mazzel hebt, hebben ze John Coffey en min of meer per ongeluk Death Alley geboekt. Of anders is, om die ene oude rocker in de programmacommissie te plezieren, voor een laatste keer Peter Pan geregeld. Vergeet die misère; in Dalfsen hebben ze Stone Rock en boeken ze gewoon alleen maar rockbands, enkel toffe rockbands zelfs. Net zo makkelijk.
Tekst Ingmar Griffioen, foto’s Erik Delobel en Stefan Kemp, video Stefan Kemp, alround support en Grunten voor Munten-coördinatie Waldo Volmer
Dalfsen leuk, maar ehm waar is dat?! Net voorbij Zwolle dude, kun je zo met de trein in een tot anderhalf uur naartoe vanaf de Randstad. Sterker: Stone Rock heeft het festival net naast het schattige stationnetje van de Overijsselse plaats opgetrokken. 5 minuten lopen verder sta je voor de poort en direct erna voor een enorme ‘zwevende kei’… Snap je meteen de naam van het festival. Check. Alles duidelijk voor die zesde editie; waterdichte kisten aan, zonnebril én poncho én oordoppen mee en gaan!
Ho ho ho, dat spoor is niet dermate geprivatiseerd dat je zelf mag rijden hè, daar komt een vervoerder bij kijken. Oh ja, die Nederlandsche Spoorwegen die in het weekend altijd werkzaamheden uit laat voeren en… Verdomd als het niet waar is… onze trein is weer geannuleerd, het alternatief ook en de volgende komt 10 minuten te laat. Ok, de zon schijnt en het is weekend, dus even rustig in- en uitademen maar. Op Zwolle maken we bovendien kennis met een heel ander serviceniveau. Daar wachten de mensen van Arriva gewoon op die vertraagde NS-meuk. Respect!
Meer respect voor deze video van Kempmeister Stefan, waarmee je voor je verder leest vast een beste impressie van Stone Rock 2016 krijgt:
MAGNETIC SPACEMEN
Op het festival zijn ze ook al zo vriendelijk en zwaaien ons zo naar binnen. Precies op tijd enteren we de tweede tent van Stone Rock, waar de Tukker garagecrew Magnetic Spacemen al staat te vlammen. De groep heeft die EP uit 2014 dit jaar opgevolgd met een 7″, waarvan Youth Glory als een smerige Drentse Smells Like Teen Spirit mag gelden. “Het volgende liedje gaat over robots die de hele wereld gaan overnemen.” Het trio maakt typische gejaagde, ongetwijfeld lo-fi in de barn opgenomen, garagerock ’n roll. Met zanger-bassist die nu al een verpleurde grungestrot heeft (en lekker waanzin in die zang legt) en de gitarist op tweede stem. Beide in Toy Dolls-shirt gehuld. Twee jongens slaan al haar tegen het podium en bouwen dan een viermans pitje op het volgende feestnummer.
‘Gaat lekker, kan beter’, denkt zanger Sam. Hij gaat er even voor op de monitor zitten, spreekt het publiek aan en wenkt ze naar voren. Het is nog geen 4 uur, maar hij krijgt die kids de pit wel in. “Er spelen nog vele andere vette bands zoals The Deaf, Paceshifters, en dan John Coffey”, legt hij uit. “We doen er nog twee. Nog even feest jongens en dan aan het bier.” Magnetic Spacemen heeft ook nog een stoner-achtig nummer in petto, dat halverwege stopt en weer doorstart. Beestachtige jonge band hoor. Gaan we nog plezier aan beleven, bijvoorbeeld op de Popronde.
THE DEAF
Het terrein ligt er goed bij, is al halfvol en dorst dat je krijgt van zo’n lange treinreis. Via de bar op naar The Deaf op de Main Stage dus. Wel even door de regen eerst, dat is jammer. Gelukkig hebben we al munten (lange onoverdekte rij) en is Stone Rock een tentenfestival. Net als Sam even eerder is Spike ook zo de eerste snaar kwijt. Midnight Mau staat alweer als een malle aan dat orgel te zwiepen. Het leukste aan The Deaf is dat ze niet zozeer van lompharde rock maar van beat en rock ’n roll houden en dat in pakkende liedjes als Go Loose Yourself, 1973 of het meer rockabilly Lay Down Honey opdienen. Minstens zo grote kracht is dat ze altijd 150% lijken te geven en spelen alsof ze er gruwelijk veel zin en lol in hebben en dat werkt. Slaat snel over op de grote tent en Stone Rock gaat prima op die hard pompende orgel rock ’n roll uit de Beatstad.
Beetje extra opzwepen lukt Spike ook aardig: “Of gaan we de hele dag stilstaan?”, “De volgende heet ‘I Got Love’ so you better show us some love”, plus een trucje: “elke keer als Mau op de mondharmonica blaast maken jullie veel lawaai”. Het moet gezegd: Spike heeft er een goede zangstem voor. We hadden de chef nog zo beloofd Di-rect niet meer te noemen, maar sorry: ‘waarom zochten die destijds een nieuwe vocalist buiten de groep?’ Raarrrr. Hier vliegen de bierbladjes en ballonnen door de lucht. En toont The Deaf gevoel voor historie met eerst Dead Moon Rise (“geschreven als ode aan Dead Moon, de meest fantastische garagerockband ooit”) en The Victor, Nederbeatklassieker van Q65 uit 1965. De eerste single van de stadgenoten van weleer zelfs en die doet het 51 jaar later nog uitstekend. Spike tegen ‘die stoere mannen vooraan’: “Hebben jullie zin om een pitje te bouwen of blijf je op een stonerrockfestival de hele dag met je handen in je zakken staan? Dit is het laatste liedje, maak er echt een teringzooi van hè!” Goede. Dat had Dalfsen even nodig.
IT IT ANITA
En toen brak de zon weer door op Stone Rock, net op tijd voor de waanzinnige Belgische noiseband It It Anita. ‘Ok, maar ehm die speelden toch ook in de tent?’ Jazeker, nu ja grotendeels, maar daarover later meer. Met dank ook aan fotograaf Edwin rollen we met een dikke smile de tent in. En wat een badass noisers zijn die Luikenaren zeg. Met vooraan op het podium geposteerd twee brullende gitaristen, waarvan de een binnen een mum van tijd in het publiek te vinden is. Wild, heel wild en over the top, maar melodieus ook. Richting Sonic Youth. Heftig en soms op het onvriendelijke af, maar de jongste bezoekers herkennen Belgische kwaliteit en staan op het podium te rocken.
We zijn niet helemaal onbekend met de groep. We tipten ze al voor Eurosonic naar aanleiding van de EP Recorded By John Agnello, die ze inderdaad opnamen met producer John Agnello (Sonic Youth, Kurt Vile, Thurston Moore). Na de show in Huis de Beurs waren we nog een beetje meer fan en de Belgen vliegen er vandaag ook aardig in. En uit trouwens. Een gast uit het publiek krijgt een gitaar omgehangen en gaat ervoor. Als hij ‘m onder protest teruggegeven heeft, gaat de drummer er vandoor. Even later staat driekwart van It It Anita in de zaal te spelen. Allejezus wat gaat dat los, maar de drummer is nog niet tevreden en sjouwt alles naar buiten. Nog een etappe verder zit ie als een maniak onder de ‘zweefkei’ op z’n slagwerk te roffelen en is ons Stone Rock-plaatje eigenlijk al af.
BOMBAY VS BMX
Bombay begint met jongste radiotroef Bleach kenmerkend warm aan misschien wel de meest melodieuze set van de dag. De Amsterdammers hebben het niet makkelijk in de grote tent met concurrentie van het enige foodcourt, het zonnetje en allerlei extra-curriculaire activiteiten als Grunten Voor Munten in Jack’s Rock Shack. Wij moeten na It It Anita eerst even bijkomen en blijven bij een BMX Contest hangen. Zes gastjes op kleine fietsjes halen onder het oorverdovende genot van straightup rock als Danko Jones sicke tricks uit op een niet overdreven grote halfpipe. Adembenemend. Beer, burgers, BMX of Bombay is de BAMvraag en we willen toch meer Bombay zien nu. Die Show Your Teeth plaat is bizar sterk, begint eigenlijk met zes klasse songs op rij en parels als Gold Rush en Slow Motion verloochenen zich ook live niet. Frontman Mathias Janmaat haalt het publiek goed naar voren, waar Shackles And Chains ons nog even fijn terugvoert naar de vorige plaat. Lighten The Low heeft een sterk melodieus refrein, maar het knappe zit juist in hoe Bombay met het instrumentale schuurt en pakt. Goede, bevlogen set (geldt ook voor BMX’ers). Prettig dit.
PACESHIFTERS
Dat geldt niet voor de rij voor de burgers, dus meteen door naar een uitpuilende Handlebar voor Paceshifters. Het rocktrio komt uit Wijhe, hemelsbreed zo’n 15 km verderop, en het is dan ook een groot raadsel waarom die hier zo populaire jongens in de kleine tent staan. Gelukkig lopen we de programmeur tegen het lijf om dat op te helderen: Dat was dus op eigen verzoek, respect guys! En een goede zet. Zanger-bassist Paul Dokman (in Death Alley-tee) en zanger-gitarist en broer Seb geven alles op de rand van het podium, terwijl Jesper Albers vanachter de drumkit forse ruggensteun geeft en het publiek al snel tegen het podium op golft. Op de een of andere manier krijgt Paceshifters nog altijd etiketten als ‘jong’ en ’talentvol’ opgeplakt, terwijl ze in het zevenjarige bestaan toch al drie albums plus een split-EP met Supersuckers afleverden en twee jaar terug al op Pinkpop en Zwarte Cross speelden.
Belangrijke kracht is dat beide Dokmannen kunnen zingen en met eendere stemkleur. De mensen staan hier tot buiten de tent voor het trio, dat natuurlijk een halve thuiswedstrijd speelt, maar die behoorlijk nailt. Niet dat ze ‘m op z’n gemak winnen, meer dat ze er overheen vlammen Duitsland-Brazilië stijl. Pitje voor het podium hoor. Die wordt ook steeds pittiger, een eerste crowdsurfer erop en die oudere knakker even oprapen. De set wordt ook alsmaar beter. Bier erin en alles. Was alweer even geleden (tourtje met Shaking Godspeed…), maar verdikkeme; vette band die Paceshifters, en na al die jaren toch wat onderbelicht nog. Er schijnt aan een opvolger van Breach (2014) gewerkt te worden en eerst gaan ze in september met Green Lizard en gasten als Rude Boy een hele toffe ’25 Years Of Nevermind’ tour doen. Luister naar een nummer als Drone en je voelt die 90ies grunge weer volop en weet dat zij ‘m ook voelen.
DRIVE LIKE MARIA
Terug naar de grotere tent en..oh yes… “We’re on a high baby!!” Niet op die train trouwens, gewaagde keuze op deze plek. Goede binnenkomer bij Drive Like Maria, die er vervolgens meteen die nieuwere single ingooit. Keeps Me Going rockt heerlijk bluesy en gevoelvol in de beste Black Keys-traditie. En de band rockt ‘m ook aardig schtevig. Ze zijn al even met z’n vieren en het moet ook gezegd: het is wel echt beter dat Björn Awouters het frontmanschap niet meer met drummen combineert. Voor de vlotte show sowieso. ‘Oudje’ Talk To Me krijgt een meeslepend gezongen intro mee van hem, waarna Nitzan Hoffmann er overheen gitaart. Dat materiaal van debuutplaat Elmwood (2009) staat nog fier overeind.
Goede gitarist hoor die Hoffmann. Ze is ook een van de weinige muzikantes die op het podium straalt zonder dat ze de behoefte voelt om haar vrouwelijkheid uit te buiten. Wat uiteraard ook niet nodig is. Als ze middenin het volgende nummer aanzet voor deel 2 en met een ‘whooo’ van de monitor springt, is dat zo goed getimed dat we voor het eerst kippenvel hebben. En er is toch al aardig wat gerawkd vandaag. Het Belgisch-Nederlandse viertal staat dan ook goed te blazen hier. “We. Get. To. Tell. You. It’s. Alright.” It is en met King Of My Town nog wat meer. Het ene moment bluesy rockend en wat meer ingetogen, maar dan weer als vanouds Driving Like Josh, Brant en die hele desert stoner vibe. Ze werken dus aan een serie van drie EP’s, de tweede komt in november, legt Nitzan uit. “Ik hoop dat we binnenkort weer in de buurt mogen spelen.” Doe daar wat aan mensen!
SEITAN SLEMPEN ANYBODY?
Ondertussen hebben we serieus honger, niet zo gek ook om 21.00 uur, en is de rij voor het eten nog onverminderd lang. Maar wacht eens even, is dat wel één rij? Aarzelend en licht beschaamd passeren we een man of zestig en vragen toch even bij dat vega-loket… En wat de neuk: Er staan tientallen mensen op friet en burgers te wachten en niemand op een seitan kapsalon? Let’s eat people!
DEWOLFF
Net wat minder hitsig, maar niet minder op smaak zijn de jongens van DeWolff. En we zijn er ook net zo hongerig naar. We kunnen zeggen dat de Limburgse bluesrockers getransformeerd zijn tot Utrechtse soulvolle psychbluesers, maar dat is een mager begin. DeWolff komt met de interliner naar Dalfsen en dat is niet vanwege sterallures. De band stond vanmiddag nog op Bospop in Weert (frontman Pablo van de Poel: “Ik moet nog even die DSM-koppijn wegspelen”), de dag ervoor nog op het Franse Terres Du Son festival en zondag weer op Big Festival in Biarritz. Living the rock ’n roll dream. Vandaag schieten ze er bluesy en soulvol in met jongste titeltrack Roux-Ga-Roux, dat erg prettig doorstart in Black Cat Woman, druipend van sex en soul. Net als Paceshifters heeft DeWolff misschien wel last van het vooroordeel dat ze jonge gastjes zijn die een aardig mopje van hun voorbeelden kunnen spelen, en ook in dit geval zijn ze dat niveau al vele jaren terug gepasseerd.
Deze jongens gaan inderdaad ver terug in de muziekgeschiedenis en slagen er, zeker sinds het nieuwe album, bijzonder goed in om het te laten aanvoelen als oorspronkelijke en vooral zwoele en meeslepende muziek. Gitarist Pablo en toetsenist Robin Piso soleren nog steeds als een malle, maar met zoveel gevoel. Pure sex dit, met behoorlijke bravoure gebracht ook en het gaat in Dalfsen als ware het Nozem Olie. “Dat vinden jullie lekker hè? Want some more of that?” Zeker. “Dit nummer gaat over onze oude manager en het heet Easy Money”, zei Pablo dat echt? De heerlijke nieuwe track heeft in ieder geval uitbuiting van de puur in kunst geïnteresseerde artiest als intrigerend thema. De show wordt een partij psychedelisch, zeker met die toetsenpartijen van Piso. En dan nu een versnelling van Black Mountain proporties. Damn… De bandleden gaan zelf helemaal los en de volle tent beloont dat met een bezielend applaus en gejoel. ‘Yeah, we wanna be together in this love dimension’, maarrr…
Tijd om de laaste munten stuk te slaan op het Singlefeestje (voor de Hardrock Karaoke zijn we gek genoeg nog net te nuchter) en langzaam door het gras richting de trein te stiefelen. ‘Ho ho wacht eens even, had Stone Rock niet nog een headliner klaarstaan om dat festival uit te blazen?’ True. Maar iets met laatste treinen… Dat zuigt ja, maar hoezeer we ook van John Coffey houden, kamperen voor die ene laatste band is niet echt een optie. We hebben wel uit betrouwbare bron vernomen dat het weer fokking goed was…
En we beloven een van de laatste shows mee te pakken. Tot Paradiso sowieso! Fotootje van Erik dan maar waar het spelplezier vanaf stoomt.
Stone Rock 2017 gaat groter!
John Coffey zien we dus niet terug op Stone Rock 2017 en wat dan evenmin terugkeert is de Zwevende Kei. Niet dat iemand dat ding gaat neerhalen. Nee: Stone Rock is met de uitbreiding van 1500 naar 2000 bezoekers dit jaar simpelweg uit het jasje gegroeid op dit terrein en gaat voor de zevende editie elders de tenten opslaan. Props voor die groei, we zijn benieuwd naar de volgende!
Meer foto’s van Erik Delobel en Stefan Kemp in de galerij hieronder
Lekker verslag. Nu toch nog wat van het festival meegekregen.. Thnx Hoe was de vegan kapsalon?
@Seitan Chef Thanks! Kapsalon was heerlijk, lekker pittig ook. Er kwam wat stoom uit m’n fotograaf na afloop… Dank voor de snelle service ook!