Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

We schrijven 11 februari 1997 als ik voor het eerst de gewijde grond van Paradiso betreed. Een vriendin met connecties heeft tickets voor TOOL geregeld. Via Kink FM zit het nummer Stinkfist ramvast in m’n kop gebeiteld en het – een half jaar eerder verschenen – tweede album Ænima is op cassette en cd bijzonder grijs gedraaid. Het resulteert in mijn eerste betekenisvolle concertherinnering, een avond die qua indrukken en muzikale intensiteit vele malen dieper raakte dan The Cure of Smashing Pumpkins in Ahoy of Normaal in de Veilinghal in Wijk bij Duurstede. Frontman Maynard James Keenan was van top tot teen in blauw geschilderd en zijn bovenlichaam en kop waren beplakt met iets dat op fluorescerende puzzelstukjes leek. Ik was verbijsterd, gebiologeerd door die gedaantes (de bassist en gitarist waren ook in verf gedoopt) en aan de voormalige kerkvloer genageld liet ik de onverbiddelijk spelende band over me heen walsen.

Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

Ruim 22 jaar later, op een van de warmste dagen van het jaar, is het tijd voor een weerzien en meteen ook voor m’n eerste bezoek aan de Ziggo Dome, die ik alleen voor de opening van binnen zag. Het is een fors understatement om te stellen dat ik in beide opzichten extreem benieuwd ben. Mooi ook dat ik voor deze show weer eens die cd’s uit de kast moest trekken, want de Amerikaanse groep is ‘anti-streamingdiensten’ en dus niet legaal online te beluisteren. Ok, wel op YouTube uiteraard. De nostalgie krijgt nog een extra dimensie. De eigenzinnige frontman Maynard James Keenan heeft het niet zo op camera’s en fotografen, en heeft ook het gebruik van mobiele telefoons verbannen. Dat belooft een oldschool belevenis en misschien wel verslag doen met het notitieblokje en de balpen in de achterzak.

Tekst: Ingmar Griffioen // Fotografie: Paul Verhagen

Voor wie wil zwelgen in TOOL-melancholie (toegegeven: dat trekt best een beetje) zijn de voortekenen goed: tijdens de eerste Europese shows in zeven jaar speelt TOOL een set van zo’n dertien songs, redelijk verdeeld over de vier albums die ze in dertig jaar uitbrachten. De set is bovendien in de Verenigde Staten al ingeslepen en bevat de twee nieuwe nummers die de groep in mei uitbracht: Invincible en Descending, beide ieder goed voor een slordige twaalf minuten. Die songs – de eerste nieuwe in dertien jaar tijd – zijn niet eens officieel uitgebracht, maar dankzij fans wel op YouTube en Soundcloud te vinden. Eigenlijk onvoorstelbaar knullig voor een band met de statuur van TOOL, althans vanuit promotioneel en financieel oogpunt. Maar TOOL staat wel in de Top 10 grote bands die weigeren te streamen… Zo, nu jij weer. (Er zijn inmiddels wel Spotify- en Apple Music-profielen aangemaakt, dus wie weet…)

Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

Er zullen ook weinig bands zijn die zo’n anticipatie teweegbrengen als TOOL. Fans wachten al dertien jaar op een opvolger van 10.000 Days en ondanks deze comebacktour en de twee nieuwe nummers blijft dat vijfde album een onwezenlijk, bijna niet te bevatten idee. Gaat dat echt gebeuren deze zomer? Gaat die officiële releasedatum van 30 augustus 2019 nu wel gehaald worden? Na al die jaren van halve beloften (sinds 2007 spreken bandleden er al over), uitstel, geruchten, teasers en toch weer die oorverdovende stilte? Ook daarom hadden we zo graag in Amsterdam wat onuitgebracht nieuw materiaal gehoord, bij voorkeur van het niveau van Descending en Invincible, want die zijn zeer op smaak.

Fiend in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen
Fiend in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

OPENER FIEND
TOOL heeft een best voorprogramma geregeld, geen jonge honden, wel een groep van vier zeer ervaren mannen. Fiend is een Parijse heavy psychband, opgetrokken uit onder meer leden van Ministry en Senser. Het beluisteren van het album Onerous (2013 alweer) gebood ons eigenlijk om echt op tijd in de Ziggo Dome te zijn. Helaas deed de planning geen recht aan die ambitie, maar het laatste nummer smaakte zeker naar meer. De platen van fotograaf Paul Verhagen trouwens ook.

Die spanning vooraf heb ik lang niet zo gevoeld voor een concert; dagenlang inluisteren, nerveus voetje voor voetje schuifelen in de rij buiten, telkens op het horloge blikken, eenmaal binnen snel muntjes en bier halen want anders is er vooraan dadelijk geen plek meer…
Ondertussen stofzuigt iemand de podiumvloer, de band zelf laat duidelijk ook niks aan het toeval over. Waarschijnlijk sta ik net zover van dat podium als toen in 1997, de zaal een paar kilometer verderop was ook uitverkocht en vol verwachting. Wat je sowieso niet had destijds waren mensen met mobieltjes, als het aan de band ligt nu ook niet. In de mail, op A4’tjes bij de ingangen en in een wat strenge audioboodschap voor aanvang wordt gewaarschuwd dat filmen tot verwijdering uit de zaal zal leiden.

Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

TOOL
Klokslag 21.00 uur gaan de zaallichten uit en juicht de Ziggo Dome voor het eerst. We zien boven het podium een gigantisch object oplichten, dat nog het meest doet denken aan een Davidsster, maar dat in het mathematisch verantwoorde universum van TOOL waarschijnlijk als hexagram bedoeld is. Dit is de eerste keer dat ik een concert in zo’n grote concertzaal beleef: 17.000 toeschouwers herbergt de volle dome. Dat is zeg maar vijfenhalf keer een uitverkochte 013 of ruim elf keer een ramvolle Paradiso. Als je zoveel man vervolgens vanaf de eerste tel los ziet gaan op de tonen van Ænema… dan maakt dat nogal indruk.

Het openingsnummer komt hard binnen en belangrijker: net zo onverbiddelijk en strak zoals gehoopt. Dat stelt gerust, het is TOOL menens vanavond. Een pleistertje voor de arme fotografen, die na dit nummer, slechts 8 minuten na aanvang weer naar huis mogen. En dan denderen er in de opener ook nog eens allemaal schermen naar beneden, zo vanaf het plafond tot de podiumrand. Voor de bezoekers pakken die aanzienlijk beter uit, want daarop projecteert de groep soms adembenemende visuals en die geven de show een enorme boost.

“NIET FILMEN!”
Ik beeld me in dat ik de puzzelstukjes zoveel jaar verder weer zie, nu als blokjes op de Schotse broek van Keenan, die zich helaas achterop het podium, op een verhoging naast drummer Danny Carey heeft geposteerd. Langs bassist Justin Chancellor kan ik net zien dat hij ditmaal wel volledig gekleed is en getooid met een soort dubbele kuif. Aangezien ik nergens een mobiele telefoon zie, voelt het alsof ik in overtreding ben als ik deze notities maak, een rare gewaarwording. Af en toe schieten zaklampen van de security het publiek in ter controle. Een man een meter voor me waagt het erop tijdens The Pot en wordt binnen een paar seconden gespot en vermanend toegesproken: “Niet filmen.” Even later komt een securityteam langs en voert hem af. Gewaarschuwd of niet, het is nogal een pittige maatregel net na het tweede nummer. Ik probeer de zaklampen en het big brother gevoel te negeren en ouderwetsch te genieten, maar dat lukt niet direct. Gek hoe dat werkt.

Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen
Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

NIEUWELING IS TYPISCH TOOL
Eigenlijk is de opbouw van het volgende nummer, nieuweling Invincible, vergelijkbaar. De song is niet heel vernieuwend, wel typisch TOOL en erg goed. Opvallend toch hoe zonder die streamingdiensten, MTV, radio etc, het intro al direct tot golven van herkenning leidt. Het wordt zelfs meegezongen: “Warrior!”. Dat machinale en aanzwellende zit er verdikkeme ook in, en in nummers van bijna een kwartier kun je dat effect ook ten volle benutten. Sterker: het zou bijna crimineel zijn als je dat niet doet.

Wat gelukkig nog heel wat meer opvalt: die lichtshow, de visuals en vooral die lasers maken een wel erg schoon visueel plaatje. Samen met de zware, soms overweldigende TOOL-sound geeft het een zeldzame totaalervaring, een complete show die me even doet denken aan het visuele genot van Nine Inch Nails. Ik was vooraf benieuwd of die gekoesterde dreiging nog wel zo prominent voelbaar zou zijn. Bijvoorbeeld in die langgerekte instrumentale, ritmisch sterke stukken. Het antwoord luidt: zeker wel. Bijvoorbeeld in het tussen de twee nieuwe nummers gesandwichte Schism. Amsterdam brult in koor: “Communicatioooooooon!” Die opbouw… versterkt door de beelden en de rook, het lange stuk waarin telkens dezelfde akkoorden en woorden herhaald worden. Wow. Dit is sublieme suspense van TOOL. Het wordt natuurlijk nog beter als de song dan na 5 minuten nogmaals echt ontbrandt. Drummer Carey, deels ingebouwd met plexiglas, gaat nu helemaal tekeer.

Intolerance, na precies een uur, is een fikse stap terug in de tijd, naar 1993 zelfs toen debuutalbum Undertow verscheen. Het nummer komt stampend en Teutoons tot ontlading en wordt aardig meegezongen. “I am not innocent. You are not innocent. No one is innocent.” Ik druk big brother weer even weg en geniet. Die herkenning, daar gaat dit, zo te zien grotendeels uit dertigplussers bestaande, publiek toch nog harder op. Het is ook het succes van dat kenmerkende volle geluid, gedreven door gitarist Adam Jones met hulp van af en toe een pedaaltje, en die brute ritmesectie. Hoe TOOL dat flikt in deze standaard bandbezetting is knap.

Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

STATISCH
Voor Jambi zoeken de snarenmeesters elkaar eventjes op, ook een unicum in een verder statische show, die het qua looks meer van de video moet hebben. Sublieme visuals bereiken veelvuldig het wiskundige, zinnenprikkelende niveau dat we van TOOL en kunstenaar Allyson Grey gewend zijn. Ook het onderbewustzijn wordt weer heerlijk gekieteld. Maynard James Keenan vuurt ze af: “Wish it Away, wish it all away!” De frontman toont vandaag alleen vocaal spierballen, zijn concert speelt zich af op een of twee vierkante meter achterop het podium, en koestert wellicht zijn onnavolgbare status. Toch voelt het een beetje ongemakkelijk hoe TOOL met de punt naar achteren speelt, hoe Jones en Chancellor veelvuldig naar achteren kijken voor de interactie. Keenan hoeft daar niet te blijven staan toch? We hebben geluk dat we tegenover de bassist staan, die geregeld wat speeksel en beleving door het gordijn spuugt.

“In my …. shadowwww!” blaast Keenan in een klap onze gedachten weg. “Change is coming through. My shadow. My shadow’s. Shedding skin. I’ve been picking. My scabs again.” We zijn alles direct weer vergeten als TOOL ons meezuigt in Forty Six & 2, wát een daverend en beklemmend hoogtepunt. We voelen ons meer dan beloond met het zoveelste prijsnummer van Ænima. Daarna, we zitten al tachtig minuten in de set, verdwijnt de band backstage. Tijd voor een drankpauze. 13 minuten krijgen we zelfs de tijd, dan komen eerst de visuals terug en verschijnt de datum 30 augustus, door de Ziggo Dome onthaald op voorzichtig gejuich. Danny Carey pakt door met de inmiddels gebruikelijke drumsolo, die na 10 minuten langzaam weg sterft… waarna de band jammend overgaat tot Vicarious. Het publiek is weer bij de les. Daarna ontladen band en toeschouwers nog eenmaal volledig met Stinkfist, de iconische albumopener die ook live vanaf de eerste dwarse gitaartonen bij de strot pakt en veertigers weer als tieners door de pit lazert. Klasse.

Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen
Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

GEVAAR
Tot slot is Keenan dan toch even vooraan op het podium te vinden, om twee konijnenoren achter het hoofd van bassist Justin Chancellor te vormen. Hm. Typische prank. TOOL in Amsterdam blijkt toch een aparte concertervaring. Het is natuurlijk gevaarlijk om een concert in te vliegen met de ervaring van zo lang geleden. Anderzijds ontkom je niet aan vergelijkingen als de vorige keer zoveel indruk maakte. Nooit komt het zo dichtbij als destijds, dat kan wellicht ook haast niet met deze schaalvergroting. Op geen enkel moment voel ik dat gevaar, dat idee dat het elk moment kan ontploffen… daarvoor is een stap naar het publiek toe toch onontbeerlijk. Dit voelt als een soort gewapende vrede, een permanente sluimerstand en daarin gedijt mijn concertbeleving niet per se het beste.

TOOL was ruim anderhalf uur goed op dreef, uiterst solide, soms overweldigend en zwaar en zeker ook visueel boeiend, maar er brandt toch een licht onbevredigend gevoel na… Hoe kan dat? Dat het niet de epische en gedroomde ervaring was, dat kippenvel ontbrak. Iets met hoge verwachtingen, en iets met een kapotte boog nadat de band 25 minuten rekte om nog twee nummers te spelen.

RAZEND KNAP
Daarentegen had TOOL gevoelsmatig alles kunnen spelen uit hun oeuvre, en ook van de aanstaande plaat, en dan nog had je het gevoel dat ze het tot in de puntjes zouden beheersen en overtuigend op het podium zouden brengen. Dat is ook razend knap, zoals het ook niet alledaags is dat het materiaal van twintig jaar geleden nog zo’n impact heeft.

Ok, kom maar door met die vijfde plaat. En mocht je straks op Hellfest, Werchter of Download Madrid zijn… you’re in for a hell of a ride you lucky bastard!

Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen
Tool in Ziggo Dome, foto Paul Verhagen

EINDREDACTIE KOM ER MAAR IN:
Maar speelden ze nu Stinkfist?
“Ja.”

Ænema met het nodige vuurwerk?
“Yup.”

En zo’n beetje alle hits uit het decennium van de drie albums Aenima, Lateralus en 10.000 Days?
“Zeker.”

Overtuigde het, was TOOL in goede doen?
“Absoluut.”

Visueel tot in de artistieke puntjes verzorgd en bij vlagen overweldigend?
“Oh ja!”

En de nieuwe nummers stonden live ook en smaakten naar meer?
“Jawel.”

Je staat op 30 augustus in de rij voor de betere platenspeciaalzaak voor album numero 5?
“Zonder twijfel.”

De Ziggo Dome al tijden uitverkocht en uit z’n plaat?
“Check.”

Dus eigenlijk loop je gewoon te zeuren?
“Ja.”

Was het een geval van met te hoge verwachtingen aan de wedstrijd beginnen?
“Misschien wel ja.”

Ok, ok. Wat had je nog meer willen hebben dan?
“Passie, beleving, vonken die overslaan, relletjes… dat werk.”

Is het fair om een band die verder nogal magistraal concerteert af te rekenen op een gebrek aan beleving en interactie? Zeker als je dat bij Kraftwerk en Nine Inch Nails wel als passend accepteert…
“Twijfelachtig.”

Ok, dus 4 uit 5 sterren?
“4,5”

Right, gooi het eerste deel van die klaagsmurfreview maar weg en tik alleen dit op.
“Pfff.”



Deel dit artikel