Steel Panther in TivoliVredenburg, foto Rob Sneltjes

Steel Panther, foto Rob Sneltjes

Het zal een jaar of 8 geleden zijn geweest, toen ik voor het eerst hoorde van Steel Panther via een interview in de Aardschok na aanleiding van hun tweede album Balls Out. Ik kon mijn vinger er niet achter krijgen of de band een grap was of een eerbetoon aan de glam metal, zoals die in de jaren ’80 hoogtij vierde met bands als Mötley Crüe, Poison en Twisted Sister. Ik had toen niet direct de behoefte om me verder in Steel Panther te gaan verdiepen, maar om de paar jaar doken de in strak spandex gestoken heren toch weer op met een nieuw album. Inmiddels staat de teller op vijf albums met het vorig jaar verschenen Heavy Metal Rules. Als Steel Panther een grap is, dan moet het wel een goede grap zijn. Dus ging ik toch maar eens kijken toen ze op een regenachtige zondag neerstreken in Utrecht.

Tekst: Joost Schreurs // Fotografie: Rob Sneltjes

Rond 8 uur is de zaal al goed gevuld. Het publiek is opvallend divers, metalheads met bandshirts en ‘normale’ mensen met overhemden. Jong en oud, mannen en vrouwen; het houdt elkaar goed in evenwicht. Daarbovenop zijn er nog de echte fans van Steel Panther, voor de gelegenheid uitgedost in hair metalpruiken, bandana’s, strakke leggings en cowboylaarzen (m/v). Is dit echte toewijding of gaan ze gewoon mee in de grap? We gaan het ontdekken, maar niet voordat Wayward Sons zijn ding heeft gedaan.

Wayward Sons, foto Rob Sneltjes

Steel Panther, foto Rob Sneltjes

WAYWARD SONS
In Groot-Brittannië stikt het nog van de echte hardrockbands die het erfgoed van The Who, Status Quo en The Quireboys in ere houden. Wayward Sons komt voort uit deze scene en is door Steel Panther uitgenodigd voor de Europese tour. De Britten nemen hun taak als opwarmer serieus en het enthousiasme op het podium werkt aanstekelijk, want al tijdens het tweede nummer Don’t Wanna Go, een AC/DC-achtige stamper, ontstaan de eerste pitjes in het publiek. Hoewel Wayward Sons vorig jaar pas het tweede album uitbracht, ‘The Truth Ain’t What It Used To Be’, staan er vijf ervaren rockers op het podium, die met hun degelijke en smakelijke hardrock de hoofden in beweging krijgen. Na drie kwartier zit het erop en wordt alles in gereedheid gebracht voor Steel Panther.

STEEL PANTHER
Glam metal-sterallures ontbreken vooralsnog, want keurig op tijd start de intromuziek en in vol ornaat stappen de vier heren het podium van de Ronda op om er met Eyes Of A Panther direct in te knallen. Veel, zo niet alles, draait bij Steel Panther om seks en dat wordt in het tweede nummer Let Me Cum In al direct bevestigd. Dubbelzinnig of ‘tongue in cheek’ kun je het niet meer noemen, want de seks wordt in dikke plakken geserveerd, als een muzikale versie van de Porky’s en American Pie films.

Steel Panther, foto Rob Sneltjes

Steel Panther, foto Rob Sneltjes

Gitarist Satchel is de grootste lolbroek van het spul en neemt tussen de nummers door veel tijd voor zijn grappen en grollen. Aan politieke correctheid doet Steel Panther niet. Tijdens Asian Hooker verschijnt er een Aziatische dame in suggestieve kleding op het podium en tijdens Party All Day (Fuck All Night) stroomt het podium volledig vol met vrouwelijke fans, die zich over seksualisering van het vrouwelijk lichaam niet druk lijken te maken. Zelfs gehandicapten moeten het ontgelden met een grap over Rick Allen, de Def Leppard drummer die in een ongeluk een arm verloor.

Steel Panther lijkt een anachronisme in deze tijden van #metoo en toenemende politieke correctheid, maar de op een geföhnde haar na uitverkochte Ronda lijkt zich daar geen zorgen om te maken. Want waarom zou een ‘social justice warrior’ 50 euro neertellen om zich zeven kwartier dood te ergeren? Dit publiek wil vermaakt worden en ongegeneerd kunnen lachen om de onderbroekenlol van Steel Panther. En eerlijk is eerlijk, muzikaal is het ook gewoon dik in orde. Zanger Michael Starr haalt hoge noten waar Vince Neil of Axl Rose alleen nog maar van kunnen dromen en Satchel is een uitstekend gitarist (in de jaren ’90 ooit ontdekt door Rob Halford, in zijn Judas Priestloze tijdperk). Logisch ook, want zonder goede muziek zou de gimmick snel zijn uitgewerkt en de interesse voor Steel Panther weggeëbd. Nu toeren ze al ruim 10 jaar de hele wereld over.

Steel Panther, foto Rob Sneltjes

Met Death To All But Metal, van debuutalbum ‘Feel The Steel’ (2009), wordt de reguliere set afgesloten. De belofte van Satchel om de deuren op slot te doen en tot 6 uur ’s ochtends door te spelen, wordt niet waargemaakt, maar toch krijgen we nog een toegift: Gloryhole… Wie niet weet wat dat is, luister het nummer, want er wordt niets aan de verbeelding overgelaten. Eigenlijk is dat typerend voor Steel Panther, alles ligt er meters dik bovenop en subtiel komt niet in hun woordenboek voor. De vraag of het om een uit de hand gelopen grap gaat, moet haast wel met ‘ja’ beantwoord worden. Maar een goede grap is het wel.

Steel Panther, foto Rob Sneltjes

Onze fotograaf Rob Sneltjes schoot er vanwege het hoge fotogenieke gehalte van de band even ongeremd op los en dus vind je hier deze uitgebreide galerij:

Deze diashow vereist JavaScript.

 



Deel dit artikel