Wakker worden op Sjock is zaterdag geen straf: de tenten blijken zowaar in de schaduw te staan. We ontwaken wel bijzonder vroeg, omdat vlak achter ons de derde area (Newcomer Stage) wordt opgebouwd. Het zonnetje schijnt direct en ook de rest van het festival wordt weer in alle gemoedelijke chaos opgetuigd. Het plan is om het verslag van vrijdag gereed te hebben, voordat de temperatuur al te zeer oploopt en het programma serieus losgaat. Dat faalt jammerlijk, de soundcheck van Bark is al een ferme kaakslag en vervolgens moeten we de persruimte – zeg maar een houten tafel in de hoek van de pittoreske sportkantine, waar ook de walkie talkies worden uitgedeeld – alweer verlaten om die band de Main Stage te zien aftrappen.
Backstage is Sjock ook een genot, een toonbeeld van vriendelijkheid en vol historie: Onder het bord van de Koninklijke St. Ambrosiusgilde (opgericht in 1711) smeren de liefste dames broodjes op bestelling voor de festivalcrew (louter vrijwilligers), de bands en hun entourage, en twee verdwaalde persmuskieten. Met vereende krachten, en veel gratis koffie, slingeren we het verslag online en stappen met volle overtuiging en gemoed de zaterdag in: een erg sterk geprogrammeerde dag op een alsmaar heter en stoffiger terrein. Het is meteen de eerste uitverkochte Sjock-dag in 42 jaar (4500 betalende bezoekers), meldt de organisator trots.
Lees ook:
– de vrijdag van Mick Collins (Gories/Dirtbombs)
– de zondag waarop Hellacopters en New Bomb Turks het stof eraf bliezen
Tekst: Ingmar Griffioen en Timothy Aarbodem / Fotografie: Timothy Aarbodem
BARK
Bark uit Antwerpen (en deze contreien) opent dus, ook een band die tot ons kwam via wijlen Bidi (altijd een pleitbezorger van de betere Belgische hardheid). Van het podium vliegt straffe metal met onder meer oud-leden van Your Highness en Martyr. Ze knallen direct Voice of Dog erin, het titelnummer van de sterke debuutplaat uit 2016. Misschien slaat die titel op de meer dan brute strot van zanger Ron (die hij zo’n twintig jaar terug al testte bij hardcoregroep Hard Resistance). “Het Volgende nummer zou ik willen opdragen aan de schaamteloze nachten komende van… waar dan ook.” Bark laat vandaag ook een Spaanstalige kant horen met een Sepultura feel, wellicht de invloed van de Argentijnse gitarist Martin Furia. Meer Soulfly nu en de gitarist en zanger hebben er ook het dready haar voor. “Sjock houden jullie van metal?” Mwah. Niet echt zo lijkt. Het is nog vroeg (12.45) en het zonnetje schijnt heerlijk, maar op het veld staan toch al een handvol rijen haar en vuisten in de lucht te slaan. Dan eentje van de nieuwe plaat (“This one is for all the innocent victims”) en daarmee nog heviger en rappere Latin metal. “Can you say I?”, wil Ron weten. Absoluut!! I. Remain. Untamed. Damn, wat een ontzettend bazennummer. Niet iedereens kopje thee, maar wat een apestrakke band en wat een klappen in het slaperige gelaat. (IG)
TOXIC SHOCK
Totale chaos vanaf de eerste noot. Het Antwerpse Toxic Shock is hier op een missie, het spelen van een vernietigende set. De band lijkt te zijn weggelopen van het Amerikaanse Venice beach en maakt hardcore punk met thrash-invloeden, een genre dat ook wel bekend staat als ‘cross-over’. Zanger Wally klimt overal op en duikt zelfs het publiek in. De wenkbrauw van de Wally ligt al gelijk open, maar hij gaat stug door met zijn sadomasochistische capriolen. Toxic Shock is soms absurdistisch met teksten als “I’m a zombie” of de opmerkelijke quote “Deze is voor Bart, Bart is behandeld voor zijn kwaad.” Aan de andere kant wordt een kanttekening gemaakt bij de klassieke hardcore-mentaliteit in een nummer als Singalong Let Down, waarbij de quotes je om de oren vliegen maar die concludeert dan ‘These songs are burning in my mind, but are not turning into acts’. Helaas staat het veld nog niet helemaal vol, maar Toxic Shock mag wel de eerste pit van de dag op zijn naam zetten. (TA)
THE GLÜCKS
Bij The Glücks vragen we ons af of ze dat grote podium wel aan kunnen in die kleine bezetting. De opstelling is Black Box Revelation, of een omgekeerde Blood Red Shoes: zij achter de drums en zang, hij gitaar, zang en brulwerk. Meer White Stripes dus eigenlijk en daar zijn ze met die ophitsende garagepunkrock ’n roll ook wel schatplichtig aan. Alek en Tina vliegen er vol in, en het veld staat ook lekker gevuld met de kopjes en knieën te knikken als ze uptempo prijsnummer CuCuCool inzetten. Het volgende nummer heeft een nog zwaardere en opzwepender kick van Tina’s bassdrum, terwijl Alek de licks en screams nog scherper aanzet. De zonneschijn en warmte hebben halverwege de middag inmiddels plaatsgemaakt voor een dreigende lucht en een verkoelend briesje, wat wel prima bij de muziek past. Stijlvol panterprintje op het drumstel trouwens. Hij waagt zich aan gierend gitaarwerk, Kick Out The Jams en een hap uit de microfoon. Goed op smaak dit jonge Belgische duo, dat we al vaak op de Nederlandse podia zagen en dat zal toch zeker niet voor het laatst geweest zijn. (IG)
THE VICE BARONS
The Vice Barons uit Brussel waren al actief in de jaren ’90, maar zijn sinds enkele jaren weer bezig met hun comeback. Ze spelen Kraftwerks Das Model, gestoken in een ‘classic instrumental’ surfrockjasje, als opener van de set. Dit zijn connaisseurs die niet schromen om zich buiten de gebaande paden van de surf te bewegen, echter de sound blijft getrouw aan de jaren ’60 instrumentale rock met hier en daar een vleugje garagepunk. Pink Floyd’s Wish You Were Here weerklinkt ook ergens in de set. De klassieke ‘garage stomper’ The Witch van The Sonics, nu met zang, als afsluiter is een uitzondering op het voornamelijk instrumentale repertoire. Naast de covers hebben The Vice Barons ook eigen werk met titels als Like Weird, Fuzzy n’ Weird en Operazione Vendetta, die niet zouden misstaan in een soundtrack van een Tarantino-film. Dat zij wel een beetje weird zijn blijkt uit de praatjes van de nog jonge, maar wazige gitarist: “I want to make love to you all, naked” of “I’m oke, if you want to know”. Maar goed, de stijlvolle toevoeging van de gogo danseressen, die zich elk nummer in andere 60s outfit begeven, zorgen er al snel voor dat je die weirde gitarist vergeet. (TA)
CLOWNS
Het hoofdpodium is aan Clowns uit Australië en favoriet van Sjock-organisator Hans. Ze knallen Bad Blood, titelsong van de tweede plaat uit 2015. Heftige hardcorepunk, waar we alsmaar harder op gaan. Het hoofdveld staat voor het eerst geramd en Clowns “couldn’t imagine to be anywhere else in the world today”. Dat komt mooi uit, want wij evenmin. Het publiek kan nog wel wat pit gebruiken. Opzwepen vanaf de barrier voldoet niet en dus neemt zanger Stevie Williams een weloverwogen duik in het publiek. Yup, erop springen werkt inderdaad beter. Dit gaat richting de opgefokte hardcore punkrock die we van New Bomb Turks, Riverboat Gamblers en Columbian Neckties zo leerden waarderen. Kort door de bocht: een meer opgefokte John Coffey, met ook meer rock ’n roll in de arrangementen. Lekker meebrulbaar ook. Die opgefokte Aussie punk is halverwege de set erg aan hier.
Ja dan mag je met je arm in de lucht triomferen, dan mag je om “make some noise” vragen. “We were offered to play in Serbia on the same day, then we were asked to play here with Zeke and Bad Religion… So we said ‘fuck them, we are going to Belgium to play for people that actually matter’.” Clowns is blijkbaar al een jaar of 8 in ontwikkeling: “We tried to be a punkband and a hardcore band. So now we are gonna play some old songs that are hard and fast.” Potver, dat gaat erin als Maes pils (voor 2 euro) in een Sjocker. erg fijne band, de zanger ontwijkt ook slim de geografische valkuilen: “See you at the front for Zeke and Bad Religion. Or at the bar where you can buy us beer and tell us all about your family or.. We don’t care what, we think Europe is the greatest continent in the world and we love all you people.” Thanks dude, we love you too. Mensen, vergeet ook niet dat nieuwe album Lucid Again te checken. Goede tip Hans! Maar we zagen aan je Peter Pan en Sonics-shirts al dat het goed zat. (IG)
GUANA BATZ
Bijna etenstijd en op het veld zie je overal plukjes mensen die op zoek zijn naar elk plekje schaduw, naast de PA toren bijvoorbeeld of tegen de hekken, wat gezien de vochtigheidsgraad daar (…) niet zo’n sterk plan is. Guana Batz hoe lang zijn die nu alweer bezig? 35 jaar! Jeetje, een Engelse psychobillylegende die opgericht werd toen ik nog niet eens een radio en cassettedeck bezat. Je ziet het wel wat aan de grijze haardossen, maar niet aan hoe ze met de contrabas en gitaar over het podium slepen. Ook aan de hand van de uitbundige psychobilly zou je het misschien niet direct zeggen. “Oh you’re my baby”, zegt de zanger met de pet en de indrukwekkend volgetattoeëerde spiermassa’s. Can’t Take The Pressure brengt nog snellere psychobilly. Tof, wel lastig dansen lijkt me. Dan wordt die vrouw ook een soort oncontroleerbare draaitol. De Batz spelen Burning Up, de titeltrack van de recente EP. Burning Up is de eerste opname in 20 jaar tijd. Net uit en het klinkt op zich niet minder dan het oude werk dat we net hoorden. Maar ook niet heel anders en de vraag werpt zich op: wie zit daar nog op te wachten? Ongeveer twintig man op dit veld vermoedelijk, maar het kan ook zijn dat ze zin hadden in een pitje. (IG)
Het aantal mensen (ok, mannen vooral) dat compleet laveloos op de meeste onooglijke plekken van het terrein ligt out te gaan, neemt behoorlijke vormen aan. Er ligt er eentje in opmerkelijke houding naast de PA op het charmante veldje van de Newcomer Stage. Als we even uitrusten op het gras spotten we er nog eentje, die in de PA-tent achter de tafel ligt. Wellicht de geluidsman? Nee, toch een ander blijkt 25 minuten later. De echte geluidsman stapt over hem heen, waarbij de man hevig opschrikt. Maar de ander kalmeert hem: “Do you speak English? You can lie there, on the side.” Wow, bij menig festival zou je voor minder van het terrein verwijderd worden, hier krijg je een ligplaats in de schaduw. Chille mensen hier. De enige echte misser op Sjock: waar is het speciaalbier? En dat in België? Nee we hoeven geen IPA bocht, we missen de triples, dat Trappistenbier sowieso. Als de drankomzet dan toch zo belangrijk voor het festival is (Sjock ontvangt nul subsidie en heeft alleen Maes bier als sponsor), dan zouden wij het wel weten: Introduceer halve liters, een speciaalbierbar met Biergarten en pak uit met dat klasse gerstenat dat hier overal gebrouwen wordt! (IG)
SUNPOWER
De slaper moet nu toch opstaan, de soundcheck van Sunpower laat geen andere optie. Shit is meteen aan zeg, gejaagde schreeuwpunk en de pit ontploft iedere song weer, zien ook Charlie & Mees (die blijkbaar een prijs gewonnen hebben en vandaag zonder Lesbians op stap zijn). Ook een set covers, waaronder The Doors’ Break On Through en Miracle Workers’ Go Now, slaat aan en een groot gedeelte van het publiek zingt alles mee. Circle Jerks vibe. “Kill, kill, kill, killed by Death”, minimalistische teksten. Het Vlaamse Sunpower mag dan al wel sinds 2002 bezig zijn, ze pakken deze kans: “We hebben lang moeten zeveren om hier te staan, dus jullie zijn nog niet van ons af.” Heel goed, nog een toegift erachteraan, waarin de uitgelaten pit redelijk doldraait. De eerder al tot enige hilariteit heen en weer geworpen slipper verdwijnt met een fraaie boog in de bomen buiten het terrein. Die Newcomer Stage, vandaag voor het eerst open, is duidelijk een prima toevoeging. Zeker voor hen voor wie het op de grote stage soms allemaal wat te belegen en ingedut dreigt te worden. (TA/IG)
BRUTUS
Brutus begint om onduidelijke redenen 10 minuten te laat. Ze beginnen meteen met materiaal van dat toch wel verrassend sterke debuutalbum Burst. Onder meer opener March, het spannend openende, dan volledig ontbrandende en zeer meezingbare Drive en het meeslepend tot furieuze Horde II komen voorbij in een daverende, bij vlagen manische set. Terwijl Stefanie in Child mag tonen dat ze eigenlijk een jaloersmakend energieke metaldrummer is. We krijgen ondertussen Helldorado-jokers uitgedeeld van (tegenwoordig festivalbaas) Peter van Elderen, die even later Brutus vanaf het podium staat te bewonderen. Snappen we, en als we meteen die joker mogen inzetten: Boek Brutus Pedro!
Brutus mag dan pas één EP en één album uit hebben, het Leuvense trio is stilaan best wel een grote band geworden (opgepikt door internationale labels Sargent House en Hassle Records) en we horen meteen waarom. “Dank u wel, merci om te klappen.” Het sportveld staat nu wel tot de bosschages gevuld. De uitgelaten taferelen van net bij de Newcomer Stage blijven uit, misschien omdat iedereen aan de zoden genageld staat. Door de felle shoegaze noiserock, die gedreven wordt door Stefanies meppen, maar die ook door haar stem en de sterke songs een poppy en erg overtuigende kant heeft. En een genadeloze. Het is best knap dat beide kanten ook live zo goed overeind blijven. Single All Along is een sleutelsong geweest, zeer opzwepend en toch ook poppy door die meesleurende zanglijnen en die is bijzonder goed door Studio Brussel opgepikt. Klasse. Kijk, dat gebeurt in Nederland niet hè. En maar zeuren dat er in België zoveel mooie bands opstaan en goede muziek gemaakt wordt, en dat er in het Nederlandse gitaarlandschap geen spannende dingen gebeuren. Kul. Maar het mag wel een beter podium krijgen, dat de nieuwe aanwas de rolmodellen ook via tv en radio aangereikt krijgt. Terug naar Brutus. De uitdrukking over het publiek heen spelen is zeer op z’n plaats. Brutus ontstijgt zichzelf met deze berestrakke set, ontstijgt dit festival en nog zoveel meer. (IG)
Ondertussen in de Titty Twister loopt een grote man ongemerkt een biertje omver. Dan kun je zeggen: ‘Welke zot zet er nu een biertje op de vloer in een festivaltent?’, maar de eigenaar is toch verontwaardigd. Je ziet de jongen tegen z’n vrienden gebaren: ‘Kutzooi, heb ik weer’. Tot de vriendin van de grote man hem aanstoot en een muntje geeft. Grote ogen. Totaal verrast en glunderend omhelst hij haar en gaat dan tegelijk met z’n biertje meteen ook een wijn voor haar halen. Knuffels en glimlachen alom. Bezoekers als die mevrouw, een veertiger met een fraaie blonde kuif, maken je festival, die drukken een klein maar stiekem heel belangrijk stempeltje op de sfeer. (IG)
THE CACTUS BLOSSOMS
The Cactus Blossoms zijn twee broers uit Minneapolis, Minnesota. De muziek die Jack Torrey, Page Burkum en band maken is misschien niet iets dat je snel zou tegenkomen op NMTH, maar het was te mooi om ze niet te vermelden. Tevens past de band perfect in The Titty Twister, waar rootsmuziek centraal staat. Hun close harmony Americana doet denken aan The Everly Brothers of Roy Orbinson, heel fragiel, subtiel en gedetailleerd. Eén van de broers kampt helaas met stemproblemen, “sounding like an old hillbilly”, waardoor de gitarist een groot deel van zijn zangpartijen overneemt. De ‘geblesseerde’ speelt nu echter wel hele mooie gitaarlijntjes. Interessant feit is dat de band verscheen in de populaire tv-serie Twin Peaks met hun nummer Mississippi. De spreekstalmeester van Sjock stelt dat het misschien wel het mooiste optreden in de Titty Twister is geweest, ik geef hem geen ongelijk. (TA)
ZEKE
Zeke doet wat Zeke het beste doet: speedrock. Hun nummers worden onophoudelijk aan elkaar geregen (of misschien wel geragd?). Als een militaire eenheid vuren ze salvo’s op ons af, met af en toe een maniakale “hehehey!” of “1-2-3-4!” van zanger/gitarist Blind Marky Felchtone om de boel aan elkaar te verbinden. In typische Zeke-stijl laten de praatjes tussendoor, als daar al tijd voor is, je enigszins beduusd achter. Zo is het een wonder dat de bassist er nog is, door “drugs and fighting” zit hij in 1995 regelmatig in ‘jail’ zegt Marky, of “This is a song about fucking all night, it’s called ‘Fucking All Night’”. Het laatste nummer wordt al snel aangekondigd, maar ze doen er zeker nog een stuk of vier a vijf voor de encore. Led Zeppelin’s Heartbreaker gitaarsolo wordt er nog even bij gehaald, en ze gaan weer door. Nummer ‘Arkansas Man’ is een fijne afwisseling, hier zit toch zeker meer groove in ten opzichte van de rest van de set, die voor de Zeke-leek misschien toch wat eentonig aan kan voelen. Tien minuten voor het geplande einde zijn ze klaar, zoals het bij een speedrockband hoort, en zo laat Zeke ons ook achter met dreigende feedback. (TA)
BAD RELIGION
Headliner time, 70 minuten liefst. “One Nation under god”, het is nogal een mantra behorend bij klassieker American Jesus, die ons (bekennen we met enig schaamrood) zomaar aan Green Day doet denken. Los Angeles Is Burning is alweer zo’n klasse nummer, met een scherpe en actuele tekst. Bad Religion schudt er aardig wat uit de mouw. Anno 2017 is het een vijfkoppige band, waarin bassist backing vocals doet, en iedereen er wel oud uitziet maar nog wel z’n ding doet, ook marathonloper Dolf Jansen op gitaar. Het kenmerkende logo (kruis met verbodsteken) is er dankzij een reusachtige backdrop ook prominent bij. Greg Graffin heeft nog steeds die melancholische meeslepende zang, klinkt alleen wat heser. Zoals de hele band wel wat softer klinkt vanavond, of beelden we ons dat maar in?
Wellicht speelt jeugdsentiment ons parten. Hang naar de tijd dat we met z’n allen in de 2CV van de moeder van Laurens, de eerste van de rebellenclub die een rijbewijs had, scheurden en luidkeels Generator meezongen. Het voelde al als een enorme bonus om ze jaren later (1998?) op Lowlands te kunnen zien bij. Het ging best los op het veld bij de Converse outdoor stage, maar toch leek het me toen al een relics from the past ding. En eigenlijk is het veelzeggend dat we bij dat eerste nummer meteen aan Green Day dachten. Ach zo’n 21st Century Digital Boy of Streets of America (heb je dat land weer..) komt nog best fel van de planken. Kijk naar dat volle veld en je denkt: ja dat is een Sjock-waardige headliner. Kijk naar dat bedaarde veld halverwege en je hebt je bedenkingen… Graffin ziet aan het publiek (40+ is geen uitzondering hier) dat er best behoefte is aan wat ouder werk. “Some of you might recognise this… That’s why we are still on stage after 37 years.” Een prestatie, maar je moet je ook afvragen hoe je voorkomt dat we het heilige vuur langzaam zien doven on stage. Maar goed, bij Punk Rock Song hebben ze onze jeugd zeker wel weer ferm te pakken. En even later staan we toch met geheven glas “Like a rock, Like a planet, Like a fucking atom bomb” mee te brullen. (IG)
KING SALAMI AND THE CUMBERLAND 3
Afsluiten na een grote headliner lijkt misschien een ondankbare taak, maar voor de multinationale (met leden uit Japan, Spanje, Frankrijk en de Caraïben), in Londen-gebaseerde King Salami and the Cumberland 3 is dat geen probleem. Sterker nog, een meer waardige afsluiter van dag twee kunnen we niet wensen. In 2014 stond de band nog op het hoofdpodium, maar The Titty Twister zorgt voor precies de juiste dampende, intieme sfeer die de avond tot een extase zal voeren. Zelf schrijven ze zich aan als “London’s greatest and most sensational Rhythm n’ Blues Punkband”, maar het is ons soms niet zo duidelijk waar we precies naar staan te kijken, toch is het oh zo lekker! Het doet denken aan Screaming Jay Hawkins meets The Sonics meets de absurditeit van ska, al is daarmee de lading nog niet geheel gedekt.
Frontman Jimmy Pantzavolta is een echte eyecatcher, die zelfs zijn sambaballen met grote overtuiging schudt. Hij is als een predikant. “We’re comming to get you motherfuckers” zegt Pantzavolta met zijn doorleefde stem, maar hiermee verzoekt hij het publiek vriendelijk om de nieuwe, derde plaat van hem te kopen. De Loony Tunes tune wordt nog gespeeld net voor de toegift, die helaas zal bestaan uit één nummer: de cover Tainted Love, een ‘Northern Soul’ klassieker van Gloria Jones (en dat ene bandje Soft Cell). King Salami and the Cumberland 3 mogen helaas niet doorgaan omdat er plaats gemaakt moet worden voor de dj. Zonde, de afgeladen tent smeekte om een extra nummer, maar een mooi einde dat was het. (TA)
Lees ook:
– de vrijdag van Mick Collins (Gories/Dirtbombs)
– de zondag waarop Hellacopters en New Bomb Turks het stof eraf bliezen
Meer foto’s van Timothy Aarbodem in de galerij hieronder.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.