‘Savages komt naar de Melkweg’, klonk het. Ok! ‘Samen met Bo Ningen.’ Nog beter! Elke keer dat we de Britse post-punkers van Savages zagen was het steengoed en indrukwekkend, van London Calling 2012 tot Lido, Berlijn en Best Kept Secret 2013. Weer een jaar later namen Savages en Bo Ningen het tegen elkaar op tijdens het Le Guess Who? festival en ging het nog een tandje heftiger. En nog eens op Into The Great Wide Open vorig jaar. Dat hoorden we althans, want we misten vrijwel de hele, breeduit bewierrookte show. Met al het getoeter over die Vlieland-gig was het pleit beslecht: we moesten bij die enige Nederlandse clubshow van deze tournee zijn.
Tekst Ingmar Griffioen, foto’s Jan Rijk
Bijna vier jaar terug stonden Jehnny Beth (die we kenden van het Franse lo-fi duo John & Jehn, maar eigenlijk Camille Berthomier heet), Gemma Thompson, Ayse Hassan en Fay Milton op London Calling met alleen een live-EP op zak. De indruk was er niet minder om, en met debuutalbum ‘Silence Yourself’ liet Savages in 2013 de potentie ook op plaat gelden: een felle, duistere en intense post-punkplaat welteverstaan, die hevig appelleert aan de nihilistische kant van Manchester, Factory Records en Joy Division die we koesteren. Na een zeer sterk liveseizoen neemt de band in april 2015 de opvolger ‘Adore Life’ op. Johnny Hostile (aka Nicolas Congé, en de mannelijke helft van John & Jehn) verzorgt de productie. Voor de mastering tekent opvallend genoeg de Deense elektronische producer Anders Trentemøller. Het wachten wordt al enigszins verzacht door bassiste Ayse Hassan met haar meer elektronische Kite Base project, maar de honger blijft. Dan ligt in januari ‘Adore Life’ er. Even wennen, want Savages neemt vaker gas terug, maar het werkt juist daardoor. Interessante ontwikkeling maakt de groep door.
We moeten er dus coûte que coûte live bij zijn. En wel vooraan, met onze neus op de instrumenten. Makkelijker gezegd dan gedaan, want bij aankomst blijkt de rij voor de deur dusdanig ver het Leidseplein op te slingeren, dat we ons sowieso ‘A sad sad person’ wanen.
Even dan, want een kwartier later staan we voor Bo Ningen en hebben enkel het openingsoffensief gemist. Opvallend hoe Savages en deze Japanse band elkaar gevonden hebben. Ze maakten samen ‘Words To The Blind’, een door Dada geïnspireerde plaat die live onder meer op Le Guess Who? 2014 tot ontlading kwam. Vanavond laat het viertal ziedende noise en post-punk op een langzaam vollopende zaal los. Redelijk niets ontziend, wat onvriendelijk en bij vlagen dissonant. Met krijsende frontman, plus een oogverblindende lichtshow. Bo Ningen groovet ondanks een ogenschijnlijke overkill als een malle. Wat een drive! Goede bekken trekt die frontman ook. De beleving is enorm, na de gitarist gaat de bassist ook helemaal los op z’n instrument. Vanaf de rand van het podium plaatst hij de bas op z’n heup en steekt ‘m schuin omhoog richting het plafond. Daarbij bespeelt hij ‘m van achteren en ziet het ritueel er vooral uit alsof hij het instrument elk moment kan gaan offeren à la Jimi. In een bizar fel noisend slotstuk zwaait de gitarist zijn instrument vervaarlijk rond en eindigt de bassist uiteindelijk op de versterker. Op een knappe afsprong volgt een groot applaus. De toon van de avond is ferm gezet.
De opkomst van Savages leidt al tot de nodige beroering in de afgeladen Melkweg Max. Wow. Als een balletdanseres zo gracieus bewegend, gebiologeerd door iets ongrijpbaars en met die donkere indringende blik komt Camille Berthomier meteen binnen. ‘I Am Here’ indeed. Na ‘Sad Person’ ziet ze dat het vanavond goed zit in Amsterdam, zo verraadt die glimlach. Gitarist Gemma Thompson heeft de noise vanaf de eerste tel te pakken en vanaf het derde nummer heeft de groovende ritmetandem ook het gas erop. Goede basis en wat een drive. Savages is vrijwel totaal in het zwart gehuld, Jehnny Beth heeft het haar glad naar achteren gekamd. Geen frivoliteiten, deze band is qua strak imago ook helemaal af. Waar Beth wild rondbeweegt oogt de rest van de band vooral onverstoorbaar en geconcentreerd, bassiste Ayse Hassan doet alleen tussen de nummers haar ogen open. Er is vrijwel geen contact onderling, Savages draait niet om spelvreugde maar om opperste concentratie en diepe passie.
Toch is het eerste kwartier niet zo overrompelend, ontbeert het die felle post-punkslagen in het gezicht waar we naar smachten. ‘Shut Up’, het openingsnummer van ‘Silence Yourself’, maakt al wat meer los, ondersteund door een rake minimalistische lichtshow, die alleen oplicht als drummer Fay Milton uithaalt. “This one is for the girls in the room”, verkondigt Beth dan met een veelbetekenende frons en duivelshoorns gebaar. Ja, met ‘She Will’ slaat de passie, de vlam nu over op de Melkweg. Muzikaal is het aanvankelijk vooral een relaxed Cure-ritme, maar het gaat helemaal over the top met de act van Beth, het “She Will” mantra, een theremin-achtig geluid en andere gitaareffecten. Net als je denkt een vroeg hoogtepunt te noteren, gaat Savages, de Melkweg, die kille lichtshow en vooral ‘Husbands’ next level intens. Die gejaagde felle gitaarriff is ook ideaal om je meekrijsend helemaal op over te geven en die onverbiddelijke groove om op door de zaal te dansen.
Doen we natuurlijk niet. Ho. Even cool blijven en professioneel gereserveerd kijken. De Melkweg staat ook te vol voor dergelijke uitspattingen immers. Op ‘Evil’ staat Jehnny Beth, die soms wel wat van een bokser weg heeft, de zaal weer in elkaar te slaan. Zij leeft die muziek op een wijze, die het moeilijk maakt om je ogen van haar podiumact af te halen. Ze wenkt de mensen verder naar voren, trekt ze als het ware naar zich toe en wakkert die voorzichtige pit vooraan verder aan. Ayse Hassan lijkt volledig in trance en staat ook tussen de nummers te stuiteren. Het zal de clicktrack in haar oor zijn, merkt een snuggere Rotterdammer op. Beth is de enige die nog eens uit haar rol valt en zich, nadat ze tevreden de uitgelaten Melkweg beschouwt, een glimlach permitteert.
“Do you know the feeling when you are in love and think you are doing the wrong thing…? Well…” Jehnny Beth zet een evil grin op “… This is a song that says: Fuck it, do it anyway!”
Met ‘When in Love’ heeft de set duidelijk de volgende trap bereikt en met ‘I Need Something New’ is de elektronische drive dik, duister en niet te negeren. Een man die al de hele tijd vooraan onder de trap een soort manische kickboks-oefening doet is opeens verdwenen, duikt weer op met twee halve liters en zet ze net op tijd neer voor ‘The Answer’ er gemeen hard en noisy inknalt. Zijn denkbeeldige vijanden zijn ook terug.
De Française heeft intussen de luipaard pumps uitgeschopt en raast blootsvoets over het podium. Ze voelt zich duidelijk in haar element en deelt graag met het publiek, dat ze gehurkt handjes geeft. Daarbij glijdt ze even uit over een bierflesje. Beth staat op, schrijdt weg en keert met een soepele draai weer terug om het flesje het publiek in te schoppen. Zo op de stropdas van muziekjournalist Jasper Willems, wie de scherven aan z’n voeten niet eens opvallen, totaal gebiologeerd als hij het tafereel gadeslaat. Die Daily Indie-interviewer had ze vast even niet herkend, maar het is haar vergeven.
“Do you want more?”, daagt ze uit. “Feed me on the leash. Now pick me on the leash like a dirty little dog.”
Het is de prelude naar een intens ‘Hit Me’ en gaat Beth dan echt op het publiek lopen? Yup. Sierlijk en beheerst stapt ze op blote voeten het publiek in, gaat even zitten om dan weer op te staan en met gebalde vuist “I think I’m ready tonight” te brullen. Een beschaafde rugcrawl verder is ze terug op het podium voor ‘T.I.W.Y.G.’, een manisch opzwepend nummer rond de boodschap “This is what you get when you mess with love”.
Dan lijkt het even gedaan met de pret, maar nee; ze starten direct weer door met nog drie nummers. ‘Adore’ is prachtig opgebouwd. Wat op plaat nog wat ingetogen lijkt, is ook hier een sleutelnummer, en komt nog een stuk meeslepender van het podium. Het is tijd om voorprogramma Bo Ningen en de crew te bedanken, want de tour is bijna ten einde. Maar niet voor de genadeloze afsluiter: “Dont let the fuckers get you down”. Precies dat. En daarvoor komt Bo Ningen ten tonele; double bass! Insane guitar noise!
Dan is het na achttien nummers zonder toegift klaar. En zo hoort het ook. Op zes nummers na heeft Savages de eerste twee albums gespeeld en dat het oeuvre dat in zo korte tijd al toelaat, zegt veel. Dit is een band op de toppen van haar kunnen, waarbij we geenszins uitsluiten dat die toppen over twee jaar nog een stuk hoger reiken. En wellicht op Down The Rabbit Hole al, waar we weer tegen het podium aan gedrukt de Savages-ervaring moeten ondergaan. Geen keuze.
Jehnny Beth is bezeten en wij ook.
Meer foto’s van Jan Rijk hieronder en op Dutchpix.com.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.