Het verhaal van de nieuwe Nederlandse act FREJA is een bijzondere en eentje die je niet zo snel hoort. Twee geluidstechnici (FOH)/muzikanten, C. (Witte Wieven) en W. D. (Laster, Verval en live-gitarist voor Witte Wieven), vonden elkaar tijdens het project Maalstroom dat speciaal was opgezet voor Roadburn 2019. Die ervaring beviel hen zo goed dat ze besloten om met z’n tweeën verder te gaan met het schrijven van nieuwe muziek. Het klikte niet enkel op muzikaal niveau, ook persoonlijk was er een connectie, en niet veel later bloeide er een romance op. Na het vinden van een concept, een bandnaam en genoeg materiaal voor een langspeler, diende de eerste lockdown van 2020 zich aan als hét moment om alles op te gaan nemen. Het resultaat is het debuut Tides, waarop de twee hun visie van sfeervolle black metal laten horen in zes diverse nummers. Men wilde zich niet enkel tot de studio beperken en dus vroegen zij bekenden om in hun liveband mee te doen. Het eerste optreden is dan ook meteen een vuurdoop op het prestigieuze festival Roadburn. Ietwat brak en nog niet helemaal fit staan C. en W. D. Never Mind The Hype te woord na een avond in een uitverkochte Effenaar te Eindhoven, waar ze met Witte Wieven hebben geopend voor DOOL. Uw interviewer is van meet af aan benieuwd waarvan zij elkaar kennen.   

Tekst: Wouter Hommel

MAALSTROOM 
W. D.: “Nou, C. en ik wij kennen elkaar sinds… Ik geloof 2016 of 2017? Zij is sindsdien de vaste geluidsvrouw van Laster. Zo kennen we elkaar dus, via de muziek. Wij speelden een keer in Little Devil, Tilburg, waar jij toen dus het geluid deed en had ik zoiets van: ‘Hè? Werk jij hier?’. Ik kende jou al wel van de wandelgangen, maar nog niet persoonlijk. Op een gegeven moment wilden wij met Laster een vaste FOH (front of house) en ik dacht bij mezelf na die keer in Little Devil: ‘C. is chill’.”
C.: “We zaten daardoor ook al een beetje in dezelfde scene en met Maalstroom werd die hele bende bij elkaar gegooid. Alle connecties werden op een hoop gegooid.”
W. D.: “Ja, Johan (van Hattum – bassist van Terzij de Horde en programmeur bij EKKO, red.)) was gevraagd vanuit Roadburn om iets te organiseren. Die heeft alle mensen bij elkaar gezet en zei: ‘doe maar wat’. In eerste instantie was ik super sceptisch, maar uiteindelijk heb ik met alle samenwerkingen wel meegeholpen. Dat was dan wel weer typisch; eerst heel sceptisch zijn en dan te veel hooi op je vork nemen, haha. Ik ben nu eenmaal best een pragmatische gast. C. had een intro gemaakt en die beviel mij zo goed dat ik haar opbelde en zei: ‘Kom, we gaan muziek maken samen’. Dus hadden wij afgesproken bij mij in de studio en hebben we meteen een nummer geschreven.”
C.: “Ja, dat ging best snel. In die tijd is er ook een romance opgebloeid en dat is toch ook wel een groot deel van dit project. We hebben elkaar ook sowieso gevonden door de muziek. Misschien is dat ook een reden waarom we goed matchen.”

Maalstroom, photo: Paul Verhagen

Maalstroom tijdens Roadburn 2019, foto Paul Verhagen

W. D.: “Daarna hadden wij afgesproken en toen was het eigenlijk meteen raak. Dat was wel bijzonder. In één keer zaten wij er middenin en toen voelde het ook als een maalstroom, voor mij in ieder geval. Alles tegelijk: een nieuwe liefde, meteen een groot project, waar we veel voor moesten repeteren en waar we veel afspraken en meetings voor hadden.”
C.: “En omdat wij allebei geluidstechnicus zijn, hebben wij veel dingen op ons genomen tijdens die repetities. Daar was vrijwel niemand voor geregeld, maar er moest wel geoefend worden op een podium met PA aan en dan moeten er wel microfoons geplaatst worden. We hadden dus een soort van dubbelrol. W. D. heeft dat zelfs een paar keer alleen moeten doen, wanneer ik er niet was…”
W. D.: “Toen moest ik drummen, gitaarspelen én ik moest in dB’s alles regelen en het geluid doen. Dat was dus wat ik bedoelde met te veel hooi op mijn vork nemen, haha. Dat was eigenlijk iets te zwaar, maar ja…”
C: “En op de dag zelf hield dat niet op. Het was echt een supervette ervaring hoor, maar we willen het nooit meer op die manier doen, haha. Het was dus eerst spelen met Witte Wieven, dan rond een uur of zes geluid doen voor Laster en daarna ’s avonds laat nog Maalstroom. Dat was volgens mij de meest intense dag uit mijn leven, maar het was wel vet. Daarbij kwam ook nog dat wij een soort van prille liefde waren. Dat gaf het wel een extra dimensie.”
W. D.: “Toen al die hectiek voorbij was, konden we even landen. Ik ben daarna nog met Laster in China geweest en wij zijn die zomer van 2019 verdergegaan met schrijven. Zo van, dat hebben we gehad, met die Maalstroom-nummers gaan we nooit meer iets doen. We gaan op een andere manier met z’n tweetjes verder.”

Maalstroom, photo: Paul Verhagen

Maalstroom tijdens Roadburn 2019, foto Paul Verhagen

SCHRIJFWEEKEND
Om het serieus aan te pakken had het stel een hutje op de Veluwe gehuurd waar zij in alle rust konden schrijven voor wat uiteindelijk het geraamte zou worden van het debuut Tides.
W. D.: “Dat was heel chill. Our Chosen Path is het eerste nummer dat we toen hebben geschreven. In twee dagen tijd hebben wij twee nummers geschreven of zo en toen hadden we voor onszelf redelijk de toon gezet voor de soort muziek die het zou moeten gaan worden.”

Ging het samen schrijven/zoeken jullie makkelijk af? Of was er soms discussie? Of ging het juist intuïtief?
W. D.:
“Het was heel erg intuïtief, vond ik.”
C.: “Ja, ik zie het wel zo dat ik veel ideeën heb en eruit gooi en dat W. D. die in grote lijnen weet te structureren. Ook als W. D. met een riff komt, dan hoor ik daar vrijwel meteen een soort van melodie op, of een tweede partij. Dat werkte wel erg soepel. Wat denk ik ook meehielp, was dat we onszelf niet op voorhand hadden beperkt met een bepaald genre. Zo kwamen wij makkelijker tot een resultaat. Ik weet niet of het nu wel een super duidelijk genre is, want het album vliegt wel wat kanten op. Het was vooral kijken wat voor een soort potentie er tussen ons was qua schrijven. Ik wilde ook iets hebben qua project dat echt vrij is, dat je gewoon elk idee oppakt. Als één van ons er iets vets in hoort, dat het dan ook volledig wordt verkend. Als het echt niet werkt, dan kun je het alsnog weggooien.”

W. D.: “Ik denk dat de combinatie van onze karakters bepalend is geweest voor onze schrijfwijze. Ik ben een extravert en C. is meer een introvert. Jij bent ook heel kritisch in bepaalde dingen en ik ben meer zoiets van ‘go with the flow’. Jij overdenkt dingen en ik ben meer een beuner.”
C.: “Ja, jij bent een stuk spontaner. Dat werkt super goed, want als ik niet tevreden ben over een riff – en dat gebeurt nog wel eens, haha -, maak ik het misschien kapot, of gooi ik het weg, terwijl het eigenlijk prima was. Dan is hij degene die zegt: ‘We kunnen er nog wel wat mee’. Dat is wel ook een voordeel van met z’n tweeën schrijven. In je eentje schrijven is eigenlijk best moeilijk, omdat je met je eigen criticus het gevecht aan moet. Daar ben ik inmiddels al beter in geworden, maar dat komt ook door mijn samenwerking met mensen. En vooral dus met W. D., want dat vult elkaar best wel goed aan.”

HET OPNEMEN VAN TIDES
Gezien jullie allebei zo’n beetje alles kunnen – van het schrijven, tot aan het produceren van jullie eigen muziek -; was dat niet lastig? Ben je dan niet té betrokken? Kun je dan nog wel met frisse oren naar je eigen werk luisteren? Hoe hebben jullie dat ervaren?
W. D.: “We zijn met opnemen begonnen in 2020, aan het begin van die lockdown. C. en ik hadden toen allebei in één keer geen werk meer. We hebben TOZO (regeling voor zelfstandigen met betrekking tot corona) aangevraagd en toen zijn we maar die plaat gaan opnemen, omdat we toch tijd hadden.”
C.: “Wij hebben het een beetje gezien als een luxe, want we hadden heel veel tijd, maar we hadden ook een soort van perspectief nodig: om bezig te zijn én om niet gek te worden, zeg maar. Misschien hebben we er wel veel tijd ingestoken door ontzettend veel lagen op te nemen, maar dat heeft het denk ik wel beter gemaakt.”
W.D.: “Zeker. Voor de drums hebben wij volgens mij zes dagen genomen. We zijn gewoon gaan opnemen en aan het werk gegaan tot we er honderd procent tevreden mee waren. We hebben geen haast.”
C.: “Maar toch ook wel realistisch blijven. Wat je zegt: je kan jezelf erin verliezen als je eeuwig dingen blijft opnemen. Wij zijn allebei van mening dat de eerste paar takes vaak de beste zijn, daarna wordt het toch minder. Ik denk dat het ook hielp dat we elkaar konden coachen. Kijk, als ik alleen opneem, dan kan ik tot in de eeuwigheid doorgaan.”
W. D.: “Ik had er ook wel een handje van, hoor, maar ik denk dat we totaal iets meer dan twintig dagen in de studio hebben gezeten.”
C.: “Dat was wel fijn tijdens de lockdown, maar ik kan me herinneren van de mix-fase… Dat vond ik een heel moeilijke fase. We hadden daar natuurlijk allebei een idee over en dat idee was misschien ook niet eens zo heel concreet. Wij waren best wel naar een geluid aan het zoeken. Dat heeft een tijdje geduurd. We weten voor de volgende keer wat de valkuilen een beetje kunnen zijn. Het vervelende daaraan is dat je hoort wat je anders had willen doen. Dat is iets wat je echt naast je neer moet leggen. Het is gedaan; het is opgenomen; laten we er niet meer over nadenken.”
W. D.: “Wat wij op een gegeven moment tijdens die mix-fase wel hebben gedaan, is dat wij toch nog iemand anders zijn licht erop hebben laten schijnen. Wij hebben toen dus Joris Bonis (Autarkh), die de mastering deed, uitgenodigd en hem om een second opinion gevraagd en of hij ons met wat tools verder zou kunnen helpen, want we zaten een beetje vast.”
C.: “Op een gegeven moment kun je het ook niet meer horen, dan zit je er te dicht op. Joris heeft ons daar wel echt mee geholpen.”
W. D.: “Precies. En dat heeft ons wel dat extra zetje gegeven om daarna vervolgens de boel af te kunnen maken.” De schitterende hoes van Tides werd gemaakt door kunstenaar Johan Prenger die, zo kwamen ze tijdens het ophalen van het schilderij te weten, zowat bij hen om de hoek woont in Tilburg. De live-band bestaat eveneens uit bekenden. Zo speelt Ruben Schmidt (Wesenwille, Verval) mee op gitaar, Bas van der Perk (ex-Grey Aura) op drums en Sam C.A. (Noctambulist) op basgitaar. C. laat weten dat het met de motivatie wel goed zit.
C.: “De eerste repetities gingen gelijk zo goed, dat we haast zoiets hadden van: we kunnen nu al het podium op, haha. Iedereen was gewoon erg goed voorbereid en dat wierp z’n vruchten af. Vooral Bas had – die hadden we volgens mij nog niet eens officieel gevraagd voor Freja – toen al alle nummers geoefend. Daar waren wij wel van onder de indruk. Hij was gewoon super gemotiveerd. Nog steeds trouwens.”

 

HET VINDEN VAN FREJA (VRIJHEID)
W. D.: “Het woord ‘vrij’ bleef bij ons heel lang resoneren. Toen zijn wij eigenlijk vanuit daar gaan spelen met dat woord.”
C.: “De klank van Freja klinkt natuurlijk ook wel als vrij. Dat zit er ook in: vrij. Dat was misschien de eerste introductie die wij hadden met dat woord. Ik merkte ook heel erg dat ik op zoek wilde naar een symbool wat ook paste bij het gevoel dat wij bij de muziek hadden en ook hoe die dynamiek is, de vrouwelijke energie. Ik vind ook wel dat jij qua riffs meer lieve dingen schrijft. Dat zou je ook als vrouwelijker zien, maar daar kun je het over hebben. Afijn, we zochten dus een veelzijdig symbool en dit resoneerde wel.”
W. D.: “En liefde was natuurlijk ook een groot deel van de drijfveer achter de muziek en Freja staat symbool als de godin van de liefde.”
C.: “En vruchtbaarheid, misschien vruchtbaarheid in de vorm van ideeën. Je kan er eigenlijk alles aan ophangen.”
W. D.: “Toen we het eenmaal FREJA hadden genoemd, voelden we er allebei gewoon heel veel bij. Er is zoveel meer aan te koppelen dan enkel de godin van één of twee dingen. Het staat gewoon voor heel veel dingen.”
C.: “Het is gewoon een alomvattend symbool.”

BABYLON DOOM CULT RECORDS 
Zijn jullie toen meteen gaan kijken naar een geschikt label na het opnameproces? Of hadden jullie er een paar op het oog?  
W. D.: “Dat stond eigenlijk nog wel open. We hebben een paar labels gemaild en uiteindelijk zijn wij bij Jo van Babylon Doom Cult Records uitgekomen, want wij kennen hem al best een tijdje en hij heeft al meerdere platen van ons gedaan, zoals de Reiziger/Witte Wieven-split en Nevel. Wat ook meespeelde, was dat wij de plaat voor Roadburn af wilden hebben, dus moesten wij iemand hebben die wij konden vertrouwen. Voor zover ik weet heeft Jo tot nu toe voor de platen die hij heeft uitgebracht – die zien er allemaal goed en mooi uit – het gewoon netjes geregeld. Het is ook nog eens een lieve vent en hij runt met zijn vrouw het label. Het zijn allebei hele warme mensen. We hebben wel andere labels geprobeerd, maar uiteindelijk wil je gewoon iemand die je vertrouwt. En het gaat helemaal niet om het geld: het gaat ons erom dat het eindproduct er gewoon mooi uitziet. Je wilt het iemand ook op een bepaalde manier gunnen. Natuurlijk heb je iemand nodig die in je investeert, dat is gewoon een financieel ding, maar je wilt ook iemands zijn business helpen.”
C.: “Dat hopen wij in ieder geval, haha.”
W. D.: “Precies, we hopen dat die plaat straks lekker verkoopt, maar dat hebben we natuurlijk niet helemaal in de hand. We hopen dat het slaagt in wat wij voor ogen hebben.”
C.: “We willen vooral output leveren en het beleven. Alles daarnaast zie ik meer als een bijzaak, want succes meet iedereen anders. Voor mij is dat je een mooi eindproduct kan maken in de vorm van een album; dat brengen en daarmee mensen bereiken. Dat is voor mij het ultieme.”


De release van het album Tides van FREJA zal zijn tijdens het Roadburn festival. Je kan eventueel ook alvast een pre-order doen via Babylon Doom Cult Records. Voor de elpee klik je HIER en voor een compact disc versie van het album klik je HIER.

FREJA op ROADBURN 2022
Datum: vrijdag 22 april 2022
Tijd: 16.10 – 17.00 uur
Locatie: Hall of Fame



Deel dit artikel