Monomyth, foto Michel Mees

Het scheelde niet veel of het Haagse kwintet Monomyth was verder gegaan als viertal. Na een stormachtige periode hebben de Hagenezen zich echter sterk weten te herpakken. Met heavy veteraan Boudewijn Bonebakker vers op de gitaar, vaart het Monomyth-schip een nieuwe koers. Vrijdag 13 september is het langverwachte vierde album Orbis Quadrantis verschenen (review hier). Aansluitend staat een clubtour gepland, waar het aan NMTH de eer is om de releaseparty te presenteren in EKKO te Utrecht op vrijdag 4 oktober aanstaande. Ik spreek met bassist, bariton-gitarist en oprichter Selwyn Slop over onder meer het nieuwe hoofdstuk, wegdromen in platenhoezen, het avontuur aangaan, het streven naar de ‘bubbel’ en natuurlijk over ‘Orbis Quadrantis’.

Door Timothy Aarbodem

Na een drieluik waar het ontdekken van de ruimte centraal stond, is het nu de beurt aan het verkennen van de oceanen. Een goede keus, aangezien naar schatting maar vijf procent van alle oceanen op deze wereld in kaart is gebracht. Zou je wat meer kunnen vertellen over Orbis Quadrantis en het thema achter jullie vierde plaat?
“Het thema is eigenlijk ontstaan toen we aan het schrijven waren. Wij hadden twee nummers af, tevens het eerste en het laatste nummer van de plaat, Aquilo en Favonius. De sfeer was niet echt ‘space’, de nummers hadden een meer ‘waterige’, dromerige sfeer. Eigenlijk is het zo ontstaan. Wij hadden gelijk associaties met de zee en die sfeer. En we hadden werktitels als Maalstroom, Kaikoura en Stingray, al snel ging het over de zee.
Verder hebben we een project gedaan in het EYE Filmtheater in Amsterdam. Wij waren gevraagd om muziek te maken bij een ‘stomme film’. Dan werk je dus met die videobeelden waarop je de muziek gaat maken. Dat is ons onwijs goed bevallen. De werkwijze is ook zo gegaan, wij hadden een thema in ons hoofd en daarop gingen wij de muziek schrijven.

Want wat is de Orbis Quadrantis eigenlijk?
Orbis Quadrantis
is Latijn en refereert aan de vier werelddelen, windstreken: ‘Noord, Oost, Zuid, West’. Een kwadrant is een oud meetinstrument dat gebruikt werd om mee te navigeren op zee, om de breedtegraad mee te berekenen. ‘Orbis’ is de wereld. Waar wij op de vorige platen een avontuur aangingen in de ruimte, doen wij dat nu op zee.

Over het project in het EYE Filmtheater gesproken, jullie hebben toen een live-soundtrack verzorgd voor, ik meen, de film Het Kabinet van Dr. Caligari. De nieuwe nummers doen mij ook heel ‘filmisch’ aan. Is dat een insteek die jullie hebben? Worden jullie beïnvloed door soundtracks?
Ik luister heel veel naar soundtracks, sowieso naar instrumentale muziek. Wat ik daar mooi aan vind is dat je de verbeelding zijn vrije loop kan laten. Daarom vinden wij het ook gaaf om die hoezen te ontwerpen, zodat mensen toch een beeld kunnen vormen van wat in onze hoofden afspeelt, zonder dat er tekst aan te pas komt.

De werkwijze bij het Caligari-project is misschien wel een beetje hetzelfde als op Orbis Quadrantis. Eigenlijk hebben wij van tevoren niet echt gedacht dat het allemaal dezelfde sfeer moest hebben. We zijn gaan schrijven en die nummers zijn allemaal best wel verschillend. Daar hebben wij uiteindelijk die vier ‘windstreken’ mee uitgebeeld, we hadden wel als thema ‘de zee’. Helaas hebben wij dat project niet kunnen doorzetten, budget-technisch was dat niet haalbaar. Wat misschien wel een beetje jammer is, maar voor ons was het een heel leerzame ervaring in ieder geval.

Waren dat nummers die jullie al speelden of ook voor de nieuwe plaat hebben gemaakt?
“Nee, deze plaat was er helemaal nog niet. Wij hebben toen sommige van onze bestaande nummers herschreven, wij hebben er thema’s uitgehaald die goed pasten bij de film. Sommige stukken hebben wij ook speciaal geschreven voor het project. Misschien dat wij ooit wel stukken daarvan gaan gebruiken, het past perfect bij wat wij nu aan het doen zijn.”

Wat betreft de ‘filmische’ kwaliteit bijvoorbeeld. In het nummer Aquilo wordt de toon al gezet door geluiden van de zee en een krakend schip. De reis begint… Ja, je beeldt jezelf al in dat jij op dat schip zit.
“Onze bandnaam ‘Monomyth’ betekent een ‘Heldenreis’. Eigenlijk beelden die vier nummers ook een heldenreis uit. Wij gaan de zee op en komen in een Maalstroom terecht, vervolgens stranden wij op een onbekend eiland… Het derde nummer op de plaat voelt heel ‘industrieel’ aan. Stel, je vaart op zee en komt allerlei gevaren tegen, zoals walvissen of ijsschotsen… Die associatie krijg je daar bij. Bij het laatste nummer is die rust weer wedergekeerd. Eigenlijk is dat ook een heldenreis, zo kan je het interpreteren. In die zin is dat thema wel hetzelfde als je naar ‘space’ zou gaan met een ‘vessel’, met de ‘Ark-M’. En dat ‘vessel’ is nu dus een oud, krakend schip.”

Om in het thema te blijven… Een aantal jaar terug hebben jullie echt het roer om moeten gooien. Thomas besloot de band te verlaten om zich te richten op een opleiding tot docent. Een vervanger is gevonden in Boudewijn Bonebakker (Gorefest, Gingerpig). Aangezien je niet even zo iemand vervangt die in al die jaren zo verweven is met de band, lijkt het mij een lastige taak om een gitarist te vinden om die plek in te vullen.
“Ja, het was natuurlijk wel even klote dat iemand je band verlaat. Je bent close met elkaar, op elkaar ingespeeld en je bent het avontuur aangegaan met elkaar. Wij kunnen niet terugvallen op een ‘liedje’, daarom is het bij ons nog extremer, in de zin dat alles in elkaar moet vallen. Dat is gewoon heel erg lastig. Als er één onderdeel er niet meer is, dan heb je eigenlijk bijna niks meer. De toetsenpartijen, de drums, de baspartijen… Alles valt samen zoals in een web. Toen zaten wij echt wel met de vraag hoe wij verder moesten gaan. Even hebben wij zelfs gedacht om met zijn vieren verder te gaan. Maar je hebt toch wel een gitaar nodig het verhaal vertelt en de sfeer neerzet. Zonder gitarist ontbreekt de sfeer.

Dan zit je wel even met je handen in het haar.
“Behoorlijk, ja. Wij zijn bij Boudewijn terechtgekomen omdat wij een aantal keer met Gingerpig samen hebben gespeeld. Sander kende hem nog omdat hij heeft gewerkt als monitor-technicus voor Gorefest. Ik stelde voor om Boudewijn maar te bellen. Wij hebben het probleem aan hem voorgelegd en hij wilde gelijk wel bij ons komen spelen. Wij waren dus ontzettend blij, maar we zaten wel weer met de volgende stap, ‘Hoe nu verder?’

Boudewijn kwam langs met zijn gitaar en wij dachten dat wij even gingen babbelen over de band en welke richting wij dachten in te slaan. Maar Boudewijn kwam, prikte zijn gitaar in en kon zeker vier, vijf nummers al meespelen. Dus dat was wel even ‘Wow!’

Monomyth, foto Michel Mees

…die had dus goed lopen oefenen thuis.
“Zeker! Echter, bij ons alles is wel uitgedacht. Dat kan een handicap zijn, maar voor ons versterkt dat juist wel wat we willen overdragen. We zijn met zijn vijven muziek aan het maken en je kan eigenlijk niet echt een uitstapje maken. Dan laat je iemand in de steek die gewoon zijn partijen speelt. Je kan wel stukken rekken als je goed op elkaar let, maar dat evenwicht is erg belangrijk. De vraag was nog: ‘Hoe krijg je die bubbel, dat samenspel weer samen?’

Dat is wat mij wel opvalt. Ik heb één van de eerste shows met Boudewijn gezien (Helldorado 2017, Eindhoven), maar ook een paar recente shows. Het valt mij op dat hij wat beter ‘in de band is gegroeid’, hij zit comfortabeler in zijn rol. Hoe is dit proces gegaan?
“Klopt, hij weet wat hij doet en hij weet ook wat wij aan het doen zijn. Dat is ook nog eens een extra dingetje… Bijvoorbeeld: Ik ben helemaal niet technisch, of zo. Ik speel puur vanuit mijn gevoel. Natuurlijk weet ik wel wat ik moet doen wat betreft de afspraken die wij maken. Maar ik noem maar een voorbeeld: Terwijl Sander en ik met de groove bezig zijn, dan zitten Boudewijn en Peter, onze toetsenist, de mooie partijen te arrangeren. Dat is wel heel grappig om te zien.”

Dat is iets wat hij bewust ‘uitdenkt’?
Boudewijn is op zoek naar iets dat niet clichématig aanvoelt. Gelukkig hebben wij alle vijf door dat als je instrumentale muziek maakt, dat je ook wel wat meer moet doen dan alleen maar elkaar versterken, in de zin dat iedereen dezelfde partijen speelt. Dan wordt het wel heel erg eendimensionaal. Daarom kan het soms heel lang duren totdat een nummer klaar is. Dat varieert, sommige nummers zijn misschien binnen een maand of nog minder geschreven, maar soms zitten we ook wel een half jaar te broeden op een nummer, en dat ontwikkelt zich ook nog tijdens het spelen. Wat ook nog gaat gebeuren met de nieuwe nummers natuurlijk.

Eigenlijk vind ik dat nu de plaat af is, bij de laatste optredens en repetities, dat de muziek nu echt gaat leven. We zijn vrij vlug gaan optreden, wij moesten ook verder… Misschien was dat een beetje te vlug of onwennig nog. Aan de andere kant is het ook goed geweest om gewoon te gaan spelen, anders leer je het nooit en je komt ook achter nieuwe dingen. De gitaarsound bijvoorbeeld. Er moest nog wel het één en ander ‘getweakt’ worden om de sound aan te laten sluiten bij de rest van de band. Boudewijn is speciaal daarvoor gaan experimenteren en op zoek gegaan naar nieuwe gitaarpedalen. Het is ook belangrijk om daar iets te doen, dat het past in de band, en dat hij ook voelt dat het meerwaarde geeft.

Jullie maken met echt met zijn vijven de nummers. Volgens mij is het bij Monomyth een aardig democratisch proces, zie ik dat goed?
“Ja, absoluut.”

Wat heeft Boudewijn ingebracht met zijn aanwezigheid?
“Boudewijn heeft best wat ideeën aangedragen en bij hem weet je dat als hij het podium op gaat, hij zijn ding gewoon doet. Ook al valt de PA uit, hij speelt gewoon door, bij wijze van spreken. Boudewijn zegt het als hij het niks vindt, is steady en brengt ook zijn jarenlange ervaring met zich mee. Met Gorefest heeft hij overal gespeeld en weet dus goed hoe het zit. Hij weet waar hij op moet letten en wat je gewoon wel of niet moet doen. In dat opzicht is de hele band dynamiek wel veranderd.”

Merk je dat ook op het podium?
Ja, dat merken we op het podium. Nu is het best ‘safe’, maar dat bedoel ik niet slecht. Wij kunnen ons goed concentreren op onze eigen partijen. Iemand zal niet helemaal de weg kwijt raken, de band is goed geolied.

Na drie albums gewerkt te hebben met Maarten Donders, hebben jullie een nieuwe ontwerper voor de hoes gekozen, Erik Vermeulen. Hoe zijn jullie bij hem gekomen en hoe was de samenwerking met hem?
“Wij werken graag samen met Maarten en ik zeg ook niet dat wij nooit meer met hem gaan werken… Maar wij begonnen aan een nieuw hoofdstuk en om dat hoofdstuk wat meer aan te duiden, dachten wij aan een andere stijl. Toen kwam Sander met Erik Vermeulen, een kunstenaar uit Eindhoven. Hij maakte ook onder andere het artwork voor Luc Sponselee. Luc heeft weer onze nieuwe clip [voor Auster] opgenomen. Hij was de live-VJ, beter gezegd, filmkunstenaar van Loose (35007), de band waar Sander in speelde. Luc zat live ook op het podium en was echt een lid van de band. Dus dat maakt de cirkel weer rond.

Erik heeft ook artwork voor Luc gemaakt. Wij hebben zijn werk dus al eerder gezien en vinden het supermooi wat hij maakt. Toen hebben wij hem benaderd met de wens om hem een zeekaart te laten ontwerpen. Erik ging daar heel enthousiast mee aan de slag en het resultaat liegt er niet om… We zijn echt supertrots op die hoes!”

Zou je een hint kunnen geven wat daar op te ontdekken valt? Is er een handleiding of beschrijving voor hoe je die kaart kan interpreteren?
“Eigenlijk niet. Net zoals bij onze vorige hoezen is er ook nu geen handleiding. Het is een hoes waarmee je, als je de plaat op zou zetten, lekker kan wegdromen. Er staan allemaal symbolen op die ik zelf ook niet begrijp. Het zijn allemaal ‘Easter Eggs’. We staan er zelf ook op als een soort ‘arctic explorers’. Je ziet nog wel wat ‘space’-dingen zoals UFO’s of een soort achtergelaten, War of the Worlds-achtig laboratorium. In het midden staat een zeekaart met eilanden, waarop allemaal routes staan uitgestippeld. Die routes varen langs alle gevaren die wij moeten trotseren.”

Ja, het is een ouderwetse uitklapplaat waarbij je kan wegdromen in een wereld.
“Ja, ik kan mij nog herinneren dat ik naar een plaat van ELO van mijn vader luisterde. Er was een uitklaphoes en daarmee stond je in een soort ruimteschip. Ik zette die plaat op en deed de hoes open… Als ik nu nummers van dat album hoor denk ik gelijk aan die hoes en hoe ik daar in weg kon dromen. Ik vind het heel fijn om een plaat te kopen, lekker te gaan zitten en de hoes te bestuderen.”

Deze schatkaart wordt ook heel mooi ‘vertaald’ op jullie nieuwe website. Hoe is de site tot stand gekomen?
“Het is natuurlijk erg leuk dat als je die grote kaart hebt, je als het ware met een bootje of een vergrootglas door die kaart heen kan varen. Het is allemaal zo klein en gedetailleerd, dat kan je niet in één plaatje laten zien. We willen graag die details laten zien, dat is een beetje het uitgangspunt van die site.”

Je kan overal op klikken en dan komt er foto of een video tevoorschijn. Een mooi gebaar is dat Thomas ook een plekje heeft gekregen op deze site onder de kop van ‘Man over boort’. Misschien voelde dat ook zo?
“Ja, hij zit sowieso in de family. Ik zag dat hij er wel ontroerd en gecharmeerd van was.”

Veel elementen wijzen erop dat jullie een nieuw hoofdstuk zijn ingegaan. Maar wat wel hetzelfde is, is dat jullie weer met Pieter Kloos hebben opgenomen. Wat maakt het dat jullie graag met hem werken?
“Wij vinden dat Pieter onze muziek heel goed snapt. Hij is enthousiast over ons, dat is ook belangrijk. Hij heeft alle Loose (35007) platen ook opgenomen, dus instrumentale muziek ligt hem wel. Hij mist bij ons geen elementen, wat betreft (het missen van) de zang bijvoorbeeld. Bij deze plaat is er ook wel meer ruimte wat betreft het invullen van het instrumentarium. Het is voor hem ook fijn dat het niet helemaal vol gespeeld is. Deze plaat is hier en daar een stuk rustiger, waardoor de sound en dynamiek nog beter naar voren kan laten komen. Ik heb zoiets, als het goed gaat met iemand en je bent tevreden, waarvoor zou je dan naar iemand anders gaan?”

Wat is zijn input bijvoorbeeld, draagt hij ook dingen aan?
“Jazeker. Hij heeft samen met ons de plaat geproduceerd. Wij hadden onze nummers in principe al klaar, maar hij heeft altijd wel tips. Hij zou niet zeggen: ‘Dat moet je niet zo doen, maar zo.’ Maar hij zal wel laten blijken dat het beter kan. Dat weten wij inmiddels ook wel van Pieter. Zijn rol is eigenlijk niet heel anders geweest dan op de andere platen. Hij zou wel zeggen van “Joh, waarom probeer je niet eens een keer die versterker, die oude Ludwig-snare of dat, of dat…”  Dan probeer je het en vaak heeft hij toch wel gelijk. Boudewijn heeft ook al eerder met hem gewerkt trouwens. Voor ons was het een logische stap om weer met hem te gaan werken. Ik houd wel van die continuïteit, ook wat betreft Maarten en zijn hoezen bijvoorbeeld. Het is misschien wel even wennen dat onze hoes een nieuwe ontwerper heeft, maar het is wel fijn om een mooi netwerk te hebben met mensen waarmee we graag willen werken.”

De release en aansluitende clubtour zouden eigenlijk eerder dit jaar zijn, maar gedwongen door een gezondheidssituatie moesten jullie die wel verplaatsen naar het najaar. Nu is het moment eindelijk daar.
“We hebben wel pech gehad, ja. Maar wij hebben er nu erg veel zin in. De repetities gaan goed en de nummers zitten er goed in. Waar ik erg naar uitkijk is hoe de nummers zich live gaan ontwikkelen. In een live-situatie leer je vaak veel meer dan dat je er alleen over praat in de oefenruimte of studio. Bijvoorbeeld waar dingen nog beter kunnen. Een liveshow geeft ruimte om alles net een beetje beter in elkaar te laten vloeien. Het verschil met deze plaat en de platen hiervoor is, dat wij hiervoor alle nummers live hebben gespeeld voordat wij de studio in zijn gegaan. Die nummers zaten er al goed in en zijn zo nodig ook aangepast, omdat wij door die live-ervaring ook merkten dat sommige stukken beter konden werken, voor zowel het publiek als voor onszelf, door ze aan te passen. Daarom gingen die platen vrij rap achter elkaar… Nu hebben wij die nummers geschreven en waren ze net af genoeg om ermee de studio in te gaan. Pieter heeft hier een hele goede job gedaan, door ook wel toevoegingen aan te reiken.”

Dan is het wel fijn dat je iemand van buitenaf hebt…
“Jazeker. Ik ben vooral benieuwd hoe die nummers zich live gaan ontwikkelen, dat het echt gaat leven. Dat wij er op een bepaald punt echt in die zone of bubbel mee raken. Die bubbel kan je eigenlijk niet afspreken, het is er of het is er niet. Maar dat vind ik het mooiste van optreden. Dat je ergens komt en even alles vergeet en alleen op dat moment aan het spelen bent, en dat wij dat ook allemaal voelen.

Dat alles op zijn plaats valt.
“Ja, dat is prachtig, ook al is het misschien bij een op de vijf shows. Ik weet niet waar dat aan ligt. Toen Boudewijn bij ons kwam spelen, kwam hij er snel achter dat er bij ons ‘weinig’ mogelijk is, je kan niet even de bocht uitvliegen. Dit is een band waar alles eigenlijk vastligt, zeg maar. Maar daarbinnen kan je toch echt wel die ‘bubbel’ vinden. Waar dat aan ligt, is moeilijk te vatten. Het is de sound, de zaal, hoe je je voelt, de belichting, de energie van iemand in de band die goed is en waarop je dan reageert…”

De releaseshow, gepresenteerd door NMTH, in de EKKO staat voor de deur. Wat kunnen wij verwachten? Zou je misschien een tipje van de sluier kunnen oplichten?
We doen bij de aankomende shows drie typen sets: Een lange set waarbij wij zelfs 2,5 uur spelen, dan komen ook die oude nummers voorbij. Een korte en een medium set. Volgens mij is de show in EKKO een medium set, dan proberen wij wel zoveel mogelijk van de nieuwe plaat te spelen.

In principe kan je die plaat wel integraal spelen, maar live werkt het vaak toch anders dan op een plaat. Het is toch anders als je in een zaal staat, dan dat je thuis lekker op de bank met je koptelefoon zit te luisteren. Niet alleen voor het publiek maar ook voor onszelf, wij proberen toch een spanningsveld op te bouwen. Wij zullen misschien dus niet alle nieuwe nummers spelen, er zullen ook oude nummers in de set zitten.

LIVE:
Monomyth presenteert Orbis Quadrantis dus vrijdag 4 oktober in EKKO en gaat vervolgens op tour waarbij ze 18 oktober Desertfest Belgium in Trix aandoen, een dag later in Burgerweeshuis spelen met Mantra Machine en dan ook o.a. in Melkweg, Vera, Gebr. de Nobel, ’t Beest (met Tangled Horns), Paard en Hall Of Fame. Check de data hier

 



Deel dit artikel