Never Mind The Hype neemt singer-songwriter Case Mayfield mee in de wereld van ‘heavy, alternative & deviant’. Voor deze eerste editie ging Case hardcore. De Amsterdammer, die als Girl Beard wel ervaring heeft met minder fijnbesnaarde muziek, bezocht het uitverkochte concert van Ceremony in de Winston Kingdom. Hieronder deel 2, lees ook deel 1 van zijn avonturen.
Door Case Mayfield
“Vanavond blijf ik in de achterhoede staan, ik wil die nieuwe nummers echt goed horen en voelen.” Buiten de Winston Kingdom begint iedereen zich voor te bereiden op de hoofdact van vanavond. Het zweet op mijn voorhoofd begint zich te mengen met regenwater en mijn rug voelt als een theedoek die heeft gediend als douchemat.
Wat een raar woord overigens; ’theedoek’. Als iemand een verklaring heeft voor het gebruik van dit woord, stuur mij dan gerust een e-mail naar info@casemayfield.com.
Alvast dank.
“Was de band van zojuist onder de invloed van drank of drugs?” De jongeman kijkt mij verbaasd aan. Zijn postuur oogt broodmager, zelfs in vergelijking met mijn eigen 68 kilogram. “Nee man, die gasten zijn zo straight edge als het maar zijn kan.” Ik durf het bijna niet te vragen. Gelukkig heb ik tijdens mijn jaren op het MBO-college in Hoorn als sociaal pedagogisch werker geleerd hoe ik via non-verbale signalen mijzelf duidelijk kan maken. De jongeman hapt. “Straight edge betekent dat ze geen drank en drugs gebruiken en waarschijnlijk ook geen vlees eten.” Er kruipt een naar gevoel door mijn maag. Vergelijkbaar met die zure smaak na het drinken van teveel koffie of die glazuur dodende scheten na het eten van teveel rozijnen. Ik had gehoopt dat hardcore de overtreffende trap van rock ’n roll zou zijn. Waar tijdens concerten jonge geitjes worden geofferd en ieder bandlid drie vrouwen tegelijkertijd weet te bevredigen. Waarbij bandleden hun tanden poetsen met heroïne en tandpasta in hun aderen spuiten.
“O shit o shit o shit daar is de drummer!” Ik maak een subtiele pirouette. Automatisch zoeken mijn ogen het grootste, harigste, meest vunzige personage dat ze kunnen vinden, maar de blik van de jongeman is gefixeerd op iets geheel anders. Gemillimeterd haar, een rechte rug en zelfs zongebruind. Hij ziet eruit alsof hij naar lavendel ruikt. “Die gast heeft m’n leven veranderd en loopt gewoon langs me alsof er niets aan de hand is! Ó shit!” De zure smaak wringt zich tussen mijn tanden en nestelt zich onder mijn tong. De torenhoge kerels die zojuist nog een schaduw wierpen over de straat zijn nu getransformeerd tot smekende groupies. De drummer lijkt zich van geen kwaad bewust en beweegt zich sierlijk voort door de massa. Met een beleefde glimlach en tedere schouderklopjes lukt het hem zonder kleerscheuren de ingang te bereiken. Tijdens de soundcheck grijp ik de kans om mijn blaas te legen. De gitarist vraagt meer reverb, de zanger vraagt meer monitor, de bassist vraagt om stilte en de drummer staart voor zich uit. De tweede band van de avond verdwijnt vluchtig naar de achtergrond en de zaal stroomt vol, zuurstof maakt weer plaats voor zweet. Het gaat beginnen, het eerste nummer klinkt.
Vol ongeloof probeer ik verwantschap te vinden tussen mijn omstanders. Voor mij de drie giganten die zich als een Spartaanse phalanx hebben opgesteld, emotieloos, roerloos. Naast mij de jongeman, ogen gesloten. Bij de bar Lisa Gritter, in gesprek met journalisten en in de rij voor bier. Niemand beantwoordt mijn blik, niemand heeft steun of troost te bieden. Is dit normaal? Ik hoor Alt-J, nee ik hoor Alt-J-ADHD. Delay op gitaren, onverstaanbare maar vast emotionele teksten. Het publiek als De Wereld Draait Door zombies met hun voeten vastgegoten in cement. Mijn idee van wat hardcore zou moeten zijn ondergaat een bloederige ontmaagding. “Dit is een nummer van het nieuwe album, die gaan allemaal over de scheiding met zijn vrouw.” De jongeman, zichtbaar in de ban van het lied, weet mijn signalen dit keer zonder moeite te vertalen. Dankzij de voorgaande stilte lijkt het applaus oorverdovend. Er is nauwelijks tijd om te acclimatiseren.
Zodra het tweede nummer wordt ingezet raast er een scala aan g-krachten door de zaal. Tussen het knipperen van mijn oogleden door zie ik een pit onstaan. Het verslindt de mensen voor het podium en zorgt voor een schokgolf richting de bar. Een oogknipper later zie ik Lisa acrobaat spelen met twee glazen. Oogknipper. De jongeman is verdwenen. Oogknipper. De jongeman commandeert de pit. Vluchtig zoek ik houvast aan de pilaar maar het blijkt onnodig. De phalanx voor mij absorbeert de schokgolf volledig, geen druppel raakt de grond. De zanger shirtloos, de gitarist likt de hals van zijn gitaar, de mensen voor het podium duiken, de mensen in de achterhoede knikken en zelfs de journalisten lijken even op een andere frequentie te werken. Langzaam maar zeker maakt de zure smaak in mijn mond plaats voor extase en verrukking (bier).
“En, hoe was je eerste hardcore ervaring?” Lisa is gretig naar de beleving van een buitenstaander, de mening van een bloederige ex-maagd. Ik vertel haar dat ze even geduld moet hebben tot het stuk geschreven is. En wat blijkt?
Kennelijk was ik volgens een aantal kenners aanwezig bij een emocore concert en geen HARDCORE concert. Wie moet ik vertrouwen? Wie heeft er gelijk? Er zit blijkbaar maar één ding op: ik ga jagen naar de zogenaamde échte hardcore ervaring. Excuses Lisa, ik ben je een vervolg schuldig.
“Wat ruik je trouwens lekker.” Laat ik maar niet vragen of het door de haarlak of cologne komt.
Wordt vervolgd. En werd voorafgegaan door Deel 1.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.