Wallace Vanborn

Ergens in 2014 beland ik in Leeuwarden in een huiskamer van een groot Wallace Vanborn-fan. Voor het grote raam van de woonkamer staat een jongeman met een akoestische gitaar om zijn nek de meest prachtige liedjes te vertolken. Met een diepe stem, veel emotie en een vriendelijke uitstraling pakt hij me volledig in. Op dat moment weet ik niet van het bestaan van zijn stonerband af, maar de heer Ian Clement leer ik muzikaal kennen die avond. Ik schrijf één van mijn eerste recensies over het optreden en een aantal maanden later word ik keihard overhoop geblazen door het Gentse trio Wallace Vanborn.

Door Marije Heida

Het optreden dat ik in januari 2015 bezoek in Podium Asteriks te Leeuwarden, een aantal maanden na het huiskamerconcert van Ian, staat in mijn geheugen gegrift. Die maand beleef ik een rollercoaster aan dramatische gebeurtenissen en voor het eerst in mijn leven ervaar ik hoeveel impact muziek kan hebben op je gemoedstoestand en het heel even loslaten van moeilijke zaken in het leven. Al is het maar voor een paar uurtjes. Dat is wat Wallace Vanborn met mij deed en de band heeft sindsdien een speciaal plekje in mijn stonerhart. Voor mij is het daarom best bijzonder dat ik vijf jaar later met Wallace Vanborn-frontman Ian mag spreken over hun nieuwe album A Scalp for The Tribe én over het feit dat we ze geboekt hebben voor de NMTH-showcase tijdens Eurosonic. 

Want ehm, ja… Naast Farer, Diggeth en Abdomen knalt op woensdag 15 januari aanstaande Wallace Vanborn door de speakers op ons NMTH-podium. Hallo?! Hoe dan? Welnu, het blijkt een mooie samenloop van omstandigheden te zijn. “Er is nét een nieuw album uit, het laatste optreden in Nederland dateert toch al van een tijdje geleden en voilà, Eurosonic is altijd goed om te doen”, aldus Ian. Ik geloof eigenlijk niet in toeval, maar het is goddomme wel prettig als de puzzelstukjes in elkaar vallen.

Op de woensdag van de NMTH-showcase tijdens ESNS is het laatste huzarenstuk A Scalp For The Tribe precies twee maanden te beluisteren via digitale en analoge kanalen. In vele reviews en artikelen wordt gesproken van een comeback, dan wel het ontwaken van de heren uit een winterslaap. In mijn eigen beleving voelt die vijf jaar na het uitkomen van The Orb We Absorb helemaal niet zo lang. Ian haakt daar op in: “Zowel op als naast het podium zijn Sylvester (Vanborm, drummer, red.), Dries (Hoof, bassist, red.) en ik broeders. In de periode tussen de twee albums hielden we veel contact en waren we geruime tijd bezig met overleggen over wat we gingen doen met de muziek. Voor mij voelt dat dus als aansluitend, maar voor de buitenwereld lijkt het misschien dat het langer stil heeft gelegen. Ik zelf beschouw het dus ook niet als een comeback, maar het feit is dat de tijdsgeest van tegenwoordig nou eenmaal zo in elkaar zit. Alles gaat snel en is duidelijk vergankelijker dan enkele jaren geleden. Wanneer je een aantal jaar van het podium verdwijnt, is het zaak dat je jezelf weer heel duidelijk aankondigt.”

Dat Wallace Vanborn weer up and running is, betekent niet dat de heer Clement op zijn gat heeft gezeten. Integendeel… Hij brengt in 2019 het soloalbum See Me In Synchronicity uit en is zich kinderlijk aan het ontladen met de licht absurdistische formatie The Very Very Danger. Tel daar ook de queeste bij op om het taboe te doorbreken rondom geestelijke stoornissen, waarbij hij op vele manieren openheid zoekt in de media. De heftige ervaring van zijn eerste psychose in de woestijn bij Los Angeles tijdens de opnames van The Orb We Absorb en opeenvolgende episodes en opnames in klinieken, verwerkt en uit hij met zijn muziek en teksten. Ian: “Wat ik boeiend vind aan muziek is om verschillende aspecten van jezelf op te zoeken. De ene dag is niet hetzelfde. Op een donkere dag heb ik behoefte aan het schrijven van een akoestisch liedje en dan past dat niet in wat ik aan het doen ben met Wallace Vanborn. Dat heeft dan een eigen project nodig. The Very Very Danger is ontstaan door te jammen met de basgitaar in de hand en het mocht lomp en op niet al teveel slaan. Net als bij mijn soloproject gaan de nummers ook wel over wat ik heb ervaren tijdens de psychoses. Wat ik heel erg geleerd heb over de waanzin is dat als ik mij overgeef aan een kinderlijk enthousiasme mij dat heel gelukkig maakt. Voor mij is The Very Very Danger een stijloefening in hoe ver ik kan gaan in het absurde.”

Wallace Vanborn

Het is in het leven vaak een balans vinden tussen dingen doen waar je blij en gelukkig van wordt en daarin niet doorschieten. In deze huidige maatschappij vallen mensen bij bosjes neer met burn outs, overspannenheid, depressies of – zoals in het geval van Ian – liggen er psychoses op de loer. “Je leert dat ‘sturm und drang’ best gezond is, maar dat je ook moet afbakenen. Weten wanneer je moet stoppen is denk ik één van de moeilijkste dingen in de wereld van de kunsten. Er is tijdens en na de opnames van The Orb veel gebeurd. Ik heb het dus mentaal heel moeilijk gehad, Sylvester heeft een kind gekregen en er was van alles gaande omtrent mismanagement. Redenen genoeg voor ons drieën om op de stopknop te drukken. Even de tijd nemen om alles op een rijtje te zetten voordat we weer van start zouden gaan.”

Uiteindelijk is het zoeken en vinden van grenzen een universeel gegeven voor veel mensen in deze huidige maatschappij. Ian legde al uit dat hij de gebeurtenissen kan beschouwen met muziek en tekst. Op de vraag in hoeverre we het verwerkingsproces terug kunnen horen op de nieuwe plaat, antwoordt hij: “Op zich niet eens zo heel veel. Sommige nummers reflecteren wel op de episodes die ik meegemaakt heb. Het nummer Even A Broken Guru Is Right At Least Two Times A Day gaat over hoe de eerste psychose voor mij aanvoelde en ook hoe mijn vrienden daar toen mee probeerden om te gaan. A Devil In A Brother gaat ook over die periode en de track Mastering Ascension behandelt de onsterfelijkheid van de ziel en is iets meer filosofisch. Er is dus wel ruimte op de plaat voor retrospectie, maar het merendeel van de nummers zoals From A To Yellow en Jealousy is meer overkoepelend en meer vrijblijvend. En dat mocht ook wel eens.”

Op het moment dat ik tijdens het gesprek bedenk: “Poeh, nou… heftig allemaal en wat mooi dat het uiteindelijk toch weer uitmondt in verschillende mooie producties”, begint Ian doodleuk te vertellen over het hele productieproces en dat ze zelf de touwtjes in handen genomen hebben. Wel ja, dat kan er ook nog wel bij. Over grenzen ontdekken en toch maar steeds verder zoeken naar nieuwe mogelijkheden om jezelf te ontplooien gesproken… “Tijdens de opnames van de vorige albums is het produceren mij steeds meer gaan interesseren”, vertelt Ian. “Er zijn zoveel manieren om het aan te pakken en dat vind ik heel bevrijdend. Ik ben altijd autodidact geweest en ik weet ondertussen wat een andere mening of perspectief kan doen voor mijn eigen nummers. Als dat goed gedaan wordt en het vertrouwen is aanwezig tussen producent en muzikant, dan kan er een mooie relatie ontstaan. Ik heb dat onder andere met mixer/producer Koen Gisen, die naast A Scalp For The Tribe ook mijn soloplaat gemixt heeft. Dat is iemand waar ik een soort van Padawan/Jedi Master relatie mee heb. Hij is Obi Wan Kenobi en ik de jonge groene Jedi die nog moet groeien en leren. Maar goed, uiteindelijk wil ik ook in zo’n pij rondlopen”, grinnikt hij.

Ondanks dat hij zichzelf nog als groentje beschouwt op het gebied van produceren, gaat hij het avontuur aan voor zowel dit album als de nieuwe langspeler van onze vrienden van Paceshifters. Met deze jongens bouwden de heren van Wallace Vanborn de afgelopen jaren een hechte vriendschap op. In de Number Nine Studios te Gent duiken de jongemannen van Paceshifters de studio in met Ian en begeleidt hij ze in de songwriting en voorziet ze van zijn mening. “Ik ben heel erg hyped als het gaat om de nieuwe plaat van de jongens. Het heeft veel tijd, bloed, zweet en tranen gekost, maar ook heel veel liefde.” Dezelfde categorie en hoeveelheden lichaamsvloeistoffen steken de Vanborns ook in het produceren van hun eigen gewrocht. “We wisten op voorhand dat we een overbrugging wilden maken tussen Lions, liars, guns & God die technisch heel strak was en de derde plaat The Orb We Absorb die veel rauwer en losser aanvoelde. Met dat inzicht en die gedachte leek het ons een goed moment om de productie zelf te gaan doen en dat is erg goed bevallen. Trouwens, de technieker van de Number Nine Studios, Sebastian Omerson, is ook een ervaren rot met een mening die veel heeft bijgebracht. We waren er in goede handen.”

Met een bak levenservaring, nieuwe ontdekkingen op het gebied van muzikale ontwikkeling, leerzame lessen en een wederom zeer fijne plaat, gaan de heren weer de bühne op. Mijn persoonlijke ervaring is dat het lekker op plaat klinkt, maar mijn hemel… Deze band overstijgt zichzelf vaak in een live-setting. Het stemt mij bijzonder gelukkig dat deze sympathieke Belgen de fucking moeite nemen om voor een set van drie kwartier op het NMTH-podium van Gent naar Groningen te rijden. 


Wallace Vanborn speelt woensdag 15 januari, met Abdomen, Farer en Diggeth, op de NMTH x Pinguin Radio Heavy ESNS Showcase in De Drie Gezusters (Tikibar, upstairs). Gratis entree, kop- en nekpijn gegarandeerd en vergeet je oordoppen niet. 



Deel dit artikel