Pj Harvey, foto: Christel de Wolff

Pj Harvey, foto: Christel de Wolff

Derde Down The Rabbit Hole op rij en we zijn razendbenieuwd hoe die eerste uitverkochte editie uitpakt. Met zeker het dubbele aantal toeschouwers (20.000) in vergelijking met het debuut in 2014, het sterkste programma tot nu toe en een terrein dat al weken door overvloedig hemelwater wordt geteisterd. Het is even fietsen of pendelbussen, maar dan heb je ook wat. Bij aankomst is het nog wel schrikken van het moddergehalte op de camping – plus welke hellingsgraad sommige daredevils aandurven bij het neerplanten van hun tentjes en al die roodverbrande festivalgangers. What happened? Fakkin lekker weer opeens deze vrijdag, that’s what!

Lees ook over:
De zaterdagse impact van vurig Savages, ontketende Ty Segall, machtig The National en de regen
– De zondag: van de regen in de Fuzzy Lop

Tekst Ingmar Griffioen en Niek Nellen, foto’s Christel de Wolff

Seasick revisited
En het moet ook gezegd: het terrein ligt er wederom prachtig bij. Prachtig decor, en we spotten nog meer podia. De organisatie heeft niet gelogen; er is niet bespaard op houtsnippers, stalen platen en ander dempend spul, waardoor de wateroverlast zich beperkt tot modderpoelen naast het looppad en zompige grasmatten (pro-tip: niet op rennen na overmatige inname!). En we krijgen meteen na de entree een stukje muziek erbij. Wie is dat? Een grijsaard met drie jonge meiskes en een gitaar op een bankje? Nee, het is geen zwerver, het is Seasick Steve. Mooi figuur. Speelde hier vorig jaar, bleef het hele weekend hangen, kampeerde op de parkeerplaats en je zag ‘m soms backstage in een stoel, maar vaker op de festivalweide kletsend met bezoekers. Steve staat dit jaar helemaal niet op de bill, maar is er als fan graag bij. Je kan het slechter treffen met je ambassadeurs. (IG)

Parquet Courts
Soms raak je een band een beetje kwijt. Ooit was je fan en luisterde je de, in het geval van Parquet Courts, lichtelijk geniale debuutplaat aan een stuk door. Weer een albumcyclus later pik je die band dan zo weer op en gaat het feestje door, tot de band oud of saai wordt. Bij Parquet Courts ging dat anders: na hun debuut pompte de band er elk jaar een album uit, soms onder een klein veranderde bandnaam als Parqet Quartz, en die platen werden steeds vreemder en ontoegankelijker. Weg is de aandacht. Net als zielsgenoten, qua productiviteit, ‘Thee Oh Sees’ volg je het af en toe niet meer en verschijnt het werk simpelweg niet meer op je radar. Tot ineens. Plotsklap komt Parquet Courts met die beginriff van ‘Berlin Got Blurry’, van het onlangs verschenen ‘Human Performance’ album. Cowboy riffs met lome Velvet Underground vibe, gecombineerd met de dwingende zang, uitweidend over het Berlijnse leven (curryworst!). Wat een belachelijk goed album denk je, en ineens sta je weer met spanning te wachten op een show.

De presentatrice moet ergens, met oog op de gefaalde show op DTRH in 2014, hebben aangevoeld dat het publiek motivatie nodig heeft om te blijven staan. Dat de aankondiging dan in principe neerkomt op: “jongens, blijf alsjeblieft staaan tijdens de show”, is misschien iets te smekerig maar het werkt wel. De tent is vol en kan wonderbaarlijk goed omspringen met de nummers die soms gehaast (geniale opener nog steeds dat ‘Master of My Craft’ b2b met ‘Borrowed Time’) en soms ondraaglijk fijn monotoon (Dust) zijn, en telkens terugkomen op tijdloze grooves. Serieus, deze band weet wat een nummer nodig heeft. En dat is vaak weinig. En voor de mensen die het kut vinden, heeft gitarist (van wie niemand de naam weet en wat ook niet boeit) het perfecte podiumpraatje: “Enjoy yourselves because you never now what could happen. Seriously, anything could happen. We could all die.” Sterfelijkheid, altijd een goede motivatie. (NN)

Nathaniel Rateliff
We pakken een stuk Nathaniel Rateliff mee, de Amerikaanse soulman die hier met The Night Sweats die roots nog wat grootser staat uit te venten dan op Where The Wild Things Are. De tent is ook een stukje groter en de concurrentie forser met dat zonovergoten terrein buiten. Maar Nathaniel heeft een geheim wapen tegen de loerende gezapigheid: het nummer S.O.B., wat staat voor Son Of A Bitch en als die handclaps en die neuriekoortjes je nog niet pakten dan doet het Son Of A Bitch… refrein het wel. Stukje burgerlijke ongehoorzaamheid die er bij de grootste burgertrutten nog ingaat als worst in een… Afijn u begrijpt ‘m. De man heeft meer goede nummers als Howling At Nothing trouwens. Ideale festivalact dit: vriendelijke, licht opzwepende muziek en een goede band die je op elk tijdstip en podiumformaat kwijt kunt. Ideaal moment ook om die eerste emmer bier te kantelen. (IG)

Nataniel Rateliff, Foto Rick de Visser

Nathaniel Rateliff op Where The Wild Things Are, Foto Rick de Visser

Courtney Barnett
Courtney Barnett is de eerste must-see act op ons lijstje. Opener Dead Fox en Debbie Downer zijn goede binnenkomers, ook in haar slimme indierock-oeuvre. An Illustration of Loneliness (Sleepless in New York) is een nog veel betere, met die riedel die zo pakkend de heerlijk zeurende zanglijn “I’m thinking of you too” volgt. Beetje twang, rock ’ n roll en garagepop en bovendien met droge doch scherpe humor gebracht. Hadden we even nodig na die fietstocht van een uur. Het kalm opende Small Poppies bouwt knap op richting wat meer pit en vuur. Getergd. Tof hoor. De volle Teddy Widder gaat er goed op. Inclusief die gozer met voorbindpaard van pvc… Goede rodeo-actie dude, echt. Bonjour: De tristesse in het suburbaan-wrange Depreston is mooooooi en de voetstukomverwerpende origami-ode Pedestrian At Best is precies wat de tamme tent nodig heeft: een spitsvondige schop in de ballen.

De lome sfeer kon ook wel wat gif gebruiken van de indie queen zeg. De bassist wappert er nu de manen bij en ze zet de gitaar extra scherp aan of ze voelden dat we wat aan het indutten waren. Twee jaar terug stond ze nog in een vrij lege Fuzzy Lop hier. Toen was ook alleen de dubbele EP A Sea Of Split Peas uit en ze stond bovendien tegelijk met de match Nederland-Mexico en The Naked & Famous geprogrammeerd, maar toch is het verschil aanzienlijk. Dat zagen we natuurlijk vorig jaar op Lowlands al in die volle India. Ze moet er bij de terugkeer op DTRH wel voor werken. Wat niet helpt is dat ze eigenlijk een vrij vlakke, wat nasale stem heeft en al gauw nonchalant klinkt. Ze heeft de intonatie in de oplopende zanglijnen echt nodig. Beetje fuzz helpt inderdaad ook. Jongste singles Three Packs A Day en Boxing Day Blues konden we niet in de setlist ontdekken. Dat zijn ook niet de meest uptempo songs, maar wel reminders dat de Australische songwriter ons aan de eveneens zwartkomische Holly Golightly doet denken. Benieuwd naar haar volgende release. (IG)

Mac DeMarco
Mac is een ster. Mac is charmant. Mac kan echt goed gitaar spelen. Mac doet poses. De hele band doet poses. Mensen roepen zijn naam. Meisjes zeggen dat hij “cute” is. Alle nummers zijn als zwoele, doorrookte dekentjes in een studentenkamer waar iemand, blowend, de superioriteit van Ocarine of Time zit te beschrijven.

Ok, stapje terug, dat was allemaal beeldvorming maar oh zo belangrijk om de aantrekkingskracht van deze slackpopper (een van de domst bedachte genrebeschrijvingen van de afgelopen jaren) te beschrijven. Mac DeMarco maakt lome, perfect aanvoelende popliedjes met zware nadruk op gitaariffjes, hoogstwaarschijnlijk geleend van een genre waar ik de oorsprong niet van weet. Maar waarmee Mac echt zijn spot in de grootste tent verdient is het feit dat hij op dit moment een van de enige echte indie supersterren is. En dat heeft hij te danken aan het feit dat hij waarachijnlijk een gigantisch chille dude is om mee te hangen. Meisjes willen hem knuffelen, gasten willen met hem blowen. Op het podium dolt ie met zijn band en het publiek – al is zijn stem de helft van de tijd niet te horen door de wazige mix. De show zit vol met hits en middenin de set wordt een flink hardrock intermezzo ingebakken om het publiek wakker te schudden, maar stiekem ook omdat Mac graag gitaarsolo’s speelt. En toch, ondanks al deze dolletjes en grapjes en een strakke set hoort Mac niet thuis op zo’n enorm Hotot-podium. De man hoort in een knusse club waar hij persoonlijker met zijn publiek kan zijn en de sound tot z’n recht komt. Maar dan moet ie toch echt een eikel worden want zolang de dude zo innemend blijft, blijft het een ster. (NN)

Spidergawd, foto: Christel de Wolff

Spidergawd, foto: Christel de Wolff

Spidergawd
Spidergawd vlamt er meteen op. We hadden er zeer naar uitgekeken. Zeker op basis van eerdere shows (Eurosonic, Roadburn, Bitterzoet) wisten we: Dat is pas NMTH-bazenwerk wat deze Noren serveren. De band opereerde aanvankelijk met de ritmesectie van Motorpsycho en dus superstrak. Helaas: Bent Sæther is weg om zich aan aan Motorpsycho te wijden (ook goed nieuws natuurlijk). Dus is er een nieuwe bassist, en de groep is nog steeds akelig strak.Voorname reden is dat Kenneth Kapstad wel is gebleven en wat een beest van een drummer is dat. G’damn. Hij heeft wel voor Spidergawd gekozen, misschien omdat die een stuk meer ballen uit de broek classic heavy rock spelen. Bam; El Corazon Del Sol beukt erop. Lekker, staan we weer bijna zo met de vuist in de lucht te beuken als in Vera… Waren we ook even aan toe na de flauwvallende meisjes en knotjesoploop bij Mac.

Blaast flink, maar misschien hadden we ook niet voor de Fuzzy Lop-speakerwand moeten gaan staan om haar te slaan. Eigen schuld, point taken. Dan horen we de sax voor het eerst goed tetteren. Vreselijk lekkere stonerrocker dat Best Kept Secrets (no pun intended door de band). Hopla: eerste pit. En nog eentje. Crowdsurfer erop en gaan. Verademing dat surfers hier niet direct in de gracht getrokken worden. Er staat ook maar een veiligheidsvrouw. Een gast met een opblaas papegaai gaat moshend helemaal los. Kapstad gaat maar eens even op de drumkruk staan en heft het blik bier. Yeah, proost! Tijd voor een selfie met de uitzinnige crowd. Terecht applaus voor die man. QOTSA style stoner nu met tracks als Crossroads en …Is All She Says. Wat een howl heeft die Per Borten. De band geniet: “Great to be back here. You guys are so much better than Norwegians.” Het gaat er toch een stuk harder op dan bij Motorpsycho vorig jaar (die show ging wel dieper trouwens). Of we van boogie en gitaarsolo’s houden? Zeker. De papegaai is inmiddels lek, maar het deert niemand. (IG)

Pj Harvey, foto: Christel de Wolff

Pj Harvey, foto: Christel de Wolff

PJ Harvey
Indrukwekkende opkomst van PJ Harvey. Ze heeft een negenkoppige band meegenomen met onder meer blazers en twee slagwerkers. Het tiental is in het zwart gehuld en wordt ondersteund door een groots decor en passend minimale lichtshow. Opener Chain Of Keys en opvolger The Ministry Of Defence maken meteen een aantal dingen duidelijk: deze band is ingespeeld, vertolkt het materiaal van recente plaat The Hope Six Demolition Project al glansrijk en de samenzang komt live ook prima uit. We krijgen eerst veel nieuw spul, dan een aantal nummers van vorige plaat Let England Shake en ook fans van eerdere uren mogen toegeven dat haar recente oeuvre fier overeind staat, ook live. Polly Jean is duidelijk in haar element, leeft die muziek, ondersteunt de blazerssectie op sax, is een met de band en tegelijk ook de frontvrouw die die continue volgspot verdient.

Intrigerende, overweldigende show. Jammer alleen dat er zoveel duizend man doorheen lult. Eenmaal naar voren gedrongen is de Dutch/festival disease ook verdrongen en het genieten geblazen. Vooraan komt het sowieso harder binnen, al was het maar omdat je de Engelse nu ziet bewegen. De bijzondere kraaiachtige feniks, de donkere priesteres raakt diep en drukt haar stempel. Ze draagt halverwege een gedicht voor van John Donne. No Man Is An Island staat normaal niet op de setlist en is een duidelijk Brexit statement. En dat uit 1624. De eerste zes regels:

No man is an island,
Entire of itself,
Every man is a piece of the continent,
A part of the main.
If a clod be washed away by the sea,
Europe is the less.

Zo’n treffend statement kiezen, gevolgd door het ook veelzeggende eigen nummer The Glorious Land; daaraan herken je een grote artiest. Deze vrouw weet hoe je een show geeft, hoe je het ook 5 kwartier spannend houdt. Ze maakt indruk met recenter werk en geeft aan het eind uiteraard het laatste zetje met klassiekers Down By The Water en To Bring You My Love, waarin ze de woorden uitspuwt. Sommigen hebben het te kwaad gekregen met zoveel PJ, zoveel emotie en ontroering en snotteren van geluk. Wat een nummer. Nog steeds. Wat een vrouw. Nog steeds. Wat een fascinerende artieste. Nog steeds. Wat een headliner. En dat al op vrijdag. (IG)

Factory Floor
Door enige miscommunicatie staan we vervolgens heel hard te gaan op de straffe industriële techno met verrukkelijke vleugjes acid van Factory Floor, zonder ook maar iets te noteren. Tssss. Dat is ook niet nodig natuurlijk. Ondergaan is het devies. Tegenvaller is dat de groep niet meer live optreedt met instrumentale toevoegingen aan die stuwende elektronica, maar dat we Gabe en Nik alleen in de verte achter een tafel zien staan. Meevaller is dat de, ook sterk op strobo’s leunende, set onverminderd straf door de Teddy Widder dendert. Machinaal, monotoon, repetitief, klinisch haast en bovenal opzwepend, goed voor een heerlijk uur om die eerste dag eruit te zweten. (IG)

Factory Floor, foto: Christel de Wolff

Factory Floor, foto: Christel de Wolff

Die dag levert veel indrukken. Zo is het veel drukker dan vorige jaren, maar nog altijd erg relaxed. Er is ook nog meer te doen, officieel en officieus zo lijkt het. Van het bluesy duo met mondharmonica in het bos en een telecomaanbieder die de Silent Dipco op je mobiel en koptelefoon brengt tot de feestjes bij het Vuige Veldje, De Wilde Haren en Watershipdown. Het kan niet op en leek soms wel een kermis. Groot verschil met bijvoorbeeld een Paaspop is dat dit terrein ruimer opgezet is, waardoor we minder last hebben van geluidsinterferentie en het ook visueel wat minder hectisch is. Je moet wel iets meer je best doen voor je onthaastend gevoel. De belangrijkste indruk is toch dat de organisatie al die mensen naar binnen heeft weten te loodsen op een in plaats van twee dagen en dat alles niettemin wonderwel en zonder al te lange wachtrijen lijkt te verlopen. En dat is knap. Complimenten.

Als we na een heurlijk Vuig Veldfeestje – waar dj Midnight Mau alles tussen Guns ‘N Roses, ABBA, Bloc Party en Nirvana door die losbandige tunnelrave pompte – en een bemodderde slalom door iets wat voor een camping doorgaat, de OV-fiets terug weten te vinden en richting Nijmegen koersen, zit toch dat nieuwere The Wheel van PJ tussen de oren gewurmd. Komt mooi uit, want we moeten nog een uur op de pedalen. Alle tijd om na te genieten van een fijne eerste dag DTRH dus. Iets met vrouwen en saxofoons vandaag hoor! Beetje jammer dat het NS-station, inclusief onze bagagekluis, afgesloten is om 5.00 uur. Maar he: wat is een half uur duimendraaien op zo’n festivaldag. Nijmeegse zomerochtenden waren nog nooit zo mooi.

En om met Fresku te spreken (wijs man, hoewel ie die kreeftarrangementen met Amaro mag houden): tijd voor een ‘Nieuwe dag’. Speaking of: die ziet er op papier alvast goed uit. Motregentje erbij en op naar de Groene Heuvels.

Lees ook over:
De zaterdagse impact van vurig Savages, ontketende Ty Segall, machtig The National en de regen
– De zondag: van de regen in de Fuzzy Lop

Vuige veldje, foto: Christel de Wolff

Vuige veldje, foto: Christel de Wolff



Deel dit artikel