Op de Inferno Metal Conference in Oslo kun je netwerken tot je een ons weegt. Combineer de conferentie met het Inferno Metal Festival, waar naast Dimmu Borgir, Witchcraft, Opeth, Urfaust en Ruins of Beverast dit jaar ook “onze” Carach Angren en AltarEgo spelen, dan beleef je een heel andere Pasen dan je gewend bent! Muziekjournalist en voormalig Buma ROCKS!-medewerker Mark van Schaick geeft een kijkje achter de schermen van Inferno en sprak met enkele ervaringsdeskundigen.
Door Mark van Schaick
Nu zowel de metalpers als mainstream media over elkaar heen buitelen met commentaren bij de film Lords Of Chaos, en allerlei onfrisse details uit de beginjaren van de Noorse black metalscene opnieuw onder de aandacht komen, lijkt het me een goed moment voor wat positieve klanken uit de Noorse hoofdstad. Extreem heavy klanken, laat dat duidelijk zijn. In Oslo vindt jaarlijks met Pasen een conferentie plaats die een grote hoeveelheid spelers uit zowel de Noorse als de internationale metalscene bijeenbrengt. Deze Inferno Metal Conference hangt samen met het Inferno Metal Festival, een indoor festival dat sinds 2001 in muziek- en entertainmentcomplex Rockefeller plaatsvindt en dat inmiddels vier dagen bestrijkt – de pre-party niet meegerekend. Het loont de moeite voor Nederlandse metalmuzikanten en -professionals om er handen te schudden.
“Je staat op een line-up met enorme namen en je wilt natuurlijk bewijzen dat ze geen fout hebben gemaakt door je te boeken” – Arno Frericks, Ulsect
WANDELGANGEN
Niet dat de conferentie nu zo ontzettend veel workshops, panels en presentaties biedt. Het officiële deel bestaat dit jaar uit een viertal paneldiscussies. Daarnaast zijn er clinics gepland van drummer Dirk Verbeuren (Megadeth) en gitarist Fredrik Åkesson (Opeth). Maar zoals dat gaat op conferenties voor de muziekindustrie vinden de meeste ontmoetingen en zakelijke gesprekken plaats in de wandelgangen. Of nog liever gezegd: de bars en de ontbijtzaal van het hotel waar de metalhorde uit alle delen van Noorwegen én de rest van de wereld neerstrijkt, het kortgeleden heropende Clarion Hotel The Hub in het centrum van Oslo. Nieuwe contacten worden gelegd, oude worden bestendigd, en ondertussen gaat het over metal, metal en nog eens metal.
Het initiatief voor de conferentie kwam ooit van Anders Odden, tegenwoordig bassist van Satyricon. Mede dankzij de inspanningen van zijn opvolger, de in 2018 overleden Hilde Hammer, behoort de Inferno Music Conference tot de grootste netwerkbijeenkomsten voor metal en verwante genres ter wereld. Financiële ondersteuning voor het nodigen en huisvesten van hotshots uit de metalbusiness komt van het Noorse Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Noorse ambassades in de landen van herkomst van de genodigden. Muziekexportbureau Music Norway draagt bij in de kosten voor huisvesting van de conferentie. Kristoffer Neegaard, de huidige programmeur van de conferentie: “Music Norway vraagt ons om onze lijst met professionele deelnemers aan de conferentie voor de helft Noors te houden. We creëren met Inferno dus een internationale, sociale ontmoetingsplek, een soort arena waar mensen elkaar eindelijk face-to-face kunnen ontmoeten en gegevens kunnen uitwisselen. Iedereen die naar festival en conferentie komt is een muziekliefhebber, wat betekent dat iedereen iets te vertellen heeft. De Inferno Music Conference is dus een uitstekende gelegenheid om meer te leren over de muziekindustrie in het genre. Je krijgt er toegang tot een waardevol netwerk aan contacten dat zonder een dergelijke conferentie jaren zou kunnen duren om op te bouwen.”
BUMA ROCKS
Het spreekt voor zich dat er een directe lijn is van festival naar conferentie. “Inferno is voor veel mensen achter de schermen een reden om naar Oslo te komen. Een van de connecties tussen de optredende acts en de conferentie dit jaar, is een focus op Zuid-Amerika. Sommige van de bands die nu zijn geprogrammeerd zijn er erg succesvol, en het leek ons leuk om hun boekingsagenten in een panel te laten vertellen hoe die markt in elkaar zit. De onderwerpen zijn verder gebaseerd op wat wij denken dat belangrijk is. En we krijgen suggesties. Het is belangrijk om te weten wat de andere professionals graag zouden willen zien, bij ons. Festival en conferentie zijn wel gescheiden qua tijdschema en locaties, maar het is toch allemaal Inferno.”
“De Noren vinden het leuk om een band uit een ander land te zien, hoe die hun muziek brengen” – Ardek, Carach Angren
Zelf was ik op Inferno in 2018, in mijn toenmalige functie van programmeur en communicatiemedewerker van Buma ROCKS!. Voorafgaand aan FortaRock in Nijmegen maar ook tijdens Eurosonic Noorderslag presenteerde Buma ROCKS! kleinschalige netwerkbijeenkomsten waar Nederlandse muzikanten in contact werden gebracht met internationaal opererende managers, agenten, festivalprogrammeurs, labels en PR-mensen. Inferno’s directeur Jan-Martin Jensen was tweemaal te gast op Buma ROCKS! en FortaRock. Hij zag er onder andere het Tilburgse Ulsect optreden, dat vervolgens voor Inferno 2018 werd geboekt. Ook het contact met AltarEgo, de band van de vroegere Altar-gitarist Marcel Verdurmen die eerste paasdag op Inferno speelt, stamt van Buma ROCKS!. Carach Angren werd in 2013 al op Inferno geboekt en staat ditmaal zelfs op het grote podium geprogrammeerd. Ik vroeg ze alle drie om terug- dan wel vooruit te blikken.
ULSECT
Ulsect-gitarist Arno Frericks begint zijn verhaal bij Buma ROCKS! en FortaRock In The City, in Doornroosje in Nijmegen in 2017: “We kwamen bij Jan-Martin Jensen aan tafel te zitten tijdens het diner. Dat was heel tof, dat je elkaar dan op een casual manier leert kennen en niet meteen die verkoopvibe hebt van ‘ik heb een bandje en ik wil op jouw festival spelen.’ Gewoon een beetje kletsen, en bovendien zat Gunnar Sauermann achter ons, toen nog van platenlabel Season of Mist, waar wij net ons album hadden uitgebracht. Ik had best veel contact met hem gehad en hij was blij met hoe positief ons album ontvangen werd. Hij zat al te knipogen en zei dat hij ook nog een tripje naar IJsland in het verschiet had met Jan-Martin en met Walter van Roadburn, en dat hij ons album daar wel zou laten horen, haha. Dus ja, het was een rechtstreekse start vanuit Buma ROCKS!, waar we ook nog een zakelijk praatmomentje met Jan-Martin hadden. En uiteindelijk zijn we met onze maten van Dodecahedron die kant op gegaan. De muzikale match die we met hun hebben trok redelijk wat aandacht en heeft de nodige shows opgeleverd.”
Het optreden op Goede-Inferno-Vrijdag, enkele uren voordat Emperor de grote zaal op zijn kop zou zetten, was voor Ulsect geen business as usual. Arno: “We voelden wel iets meer opbouw naar het Grote Moment, zeg maar. We werden ingevlogen en met een busje opgehaald van het vliegveld. Je staat op een line-up met enorme namen en je wilt natuurlijk bewijzen dat ze geen fout hebben gemaakt door je te boeken! John Dee is een leuke zaal, niet te groot maar zo ingedeeld dat er veel publiek in kan, en we merkten bij de soundcheck al dat die geluidsman erg goed wist wat er te gebeuren stond. ’n Hele goeie vibe.”
BRUTAL ASSAULT
De reactie op de show van Ulsect was uiterst positief, zo kon ik zelf constateren, net als van wapenbroeders Dodecahedron een dag eerder. Hun beider boekingsagent, Luuk van Gestel van Doomstar Bookings, was als vanzelfsprekend op Inferno. Arno: “Het is moeilijk te zeggen hoe het dan precies loopt. Het zijn optelsommen van verschillende gebeurtenissen en ontmoetingen, maar ik weet wel dat Luuk al achter het Brutal Assault-festival in Tsjechië aan zat. Ze leken wel enige interesse te hebben, maar de deal was pas rond kort na Inferno. Programmeur Tomáš Fiala was daar, ik heb hem nog even de hand geschud en ik neem aan dat hij onze show ook heeft gezien. We waren opeens bevestigd. Ik denk dat hij heeft gedacht: ik ga ze eerst live op Inferno bekijken. Zou ik ook doen. En Brutal Assault was vervolgens prachtig, echt te gek. Ook een van de highlights van vorig jaar.”
“Als beginnende muzikant moet je netwerken. Ook al vind je het niet leuk, ik raad je echt aan om het te doen”- Janneke de Rooy, AltarEgo
Het hotel in Oslo waar de conferentie plaatsvindt en de meeste gasten verblijven, omschrijft Arno als “een bijzondere broedplaats, want het voelt veel informeler en persoonlijker dan de bar van de venue of zo. Het is echt een metalfamilie, zoals iedereen daar bijeen is. Niet lang na Inferno speelden we op het Reykjavik Deathfest, en die boeker was ook op Inferno, bijvoorbeeld. Hij had ons al geboekt, maar het is tof dat je dan daar nog even persoonlijk kennis kunt maken aan de ontbijttafel, en hem kunt bedanken voor de boeking. En voor de slaapplaatsen, want we sliepen bij hem thuis, haha.”
ALTAREGO
Janneke de Rooy, het gruntende boegbeeld van AltarEgo, beaamt dat het twee jaar heeft geduurd voor de Inferno-boeking definitief was. Na de eerste kennismaking tijdens Buma ROCKS! in 2017 sprak Janneke opnieuw met Jan-Martin Jensen in 2018, nu op het FortaRock-terrein. “Het heeft tijd nodig,” zegt ze dan ook. “Als beginnende muzikant, of als je, zoals wij, een nieuwe start maakt, moet je netwerken. Ook al vind je het niet leuk, ik raad je echt aan om het te doen. Ik kende Inferno Metal Festival, want je zoekt uit welke festivals er zijn in Europa en dan kun je om Inferno niet heen. Maar dan is de vraag hoe je de organisatie te spreken kunt krijgen. Zomaar een mailtje verdwijnt tussen de honderden andere mails. Het was in 2017 dat ik las dat Buma ROCKS! Heavy Chats organiseerde in Doornroosje tijdens FortaRock In The City. Hé, dacht ik, da’s interessant, om met die mensen in gesprek te gaan. Daar zat Jan-Martin Jensen ook tussen.”
Jensen is sinds begin deze eeuw behalve festivaldirecteur ook boekingsagent in Noorwegen, met zijn eigen kantoor Radar Bookings. Voordeel in het geval van Janneke was dat hij het Overijsselse Altar nog kende van de jaren negentig. Altar had een doorstart gemaakt op initiatief van gitarist Marcel Verdurmen, die sinds tweede album Ego Art uit 1996 tekende voor de dikke deathmetalriffs. Met de nieuwe formatie die hij om zich heen verzamelde kreeg hij in 2017 al snel een reeks podia geïnteresseerd. Een harde kern van fans van het eerste uur, was not amused. “Altar in deze vorm, met een gruntende vrouw op zang, dat pikten ze niet,” zegt Janneke. Dat ging echter aan Jan-Martin Jensen voorbij, die interesse toonde in de nieuwe formatie.
DUUR LAND
Lang verhaal kort: de nieuwe Altar doopte zichzelf om tot AltarEgo en bracht in januari van dit jaar een EP uit, The Exorcism of Jesus Christ. Janneke: “Altar stónd ergens voor qua anti-religieuze thematiek, en dat zal in AltarEgo zo blijven. Muzikaal gezien is het gewoon wat er komt. We bouwen voort op ons bekende geluid, met Marcel die de meeste nummers schrijft, maar we leggen ons wat dat betreft geen beperkingen op. Bas, onze andere gitarist, heeft meer black metal-invloeden in zijn stijl, bijvoorbeeld.”
Met positieve reacties op de EP, een nieuw boekingskantoor en na Inferno nog meer buitenlandse shows begint AltarEgo op gang te komen. Dat wordt zakendoen op Inferno, of niet? Janneke: “Nou, Noorwegen is een duur land en aangezien we financieel nog niet zo ruim zitten kunnen we niet de volledige vier dagen in Oslo zijn voor de conferentie. Ik heb met een schuin oog gekeken naar de lijst aanwezigen en ik ga zeker proberen wat contacten te leggen. Belangrijkste is dat ik hoop dat we op het podium kunnen overtuigen! We zijn nu aan het discussiëren welke nummers van onze nieuwe EP we gaan combineren met de oudere songs. Ik heb er onwijs veel zin in! Voor mij is Inferno echt een bucketlist-item.”
Dat Janneke een van de zeldzame vrouwen in de line-up van Inferno is, deert haar niet. “Ach, het #metoo-gebeuren is voor mij helemaal geen ding. Ik heb nooit ergens last van gehad. Ik lees dat wel, over zangeressen die zeggen dat ze lastig zijn gevallen door hun bandleden. Maar ik denk dat dat niet zozeer iets van metal is, als wel van alle muziekgenres. Het kan gebeuren, punt. Niet dat ik het daarmee goedkeur hoor. Maar nogmaals, ik heb er gelukkig geen last van gehad. Als ik het podium opstap en begin te brullen krijg ik meestal wel blijk van respect. Dat is gewoon kicken. Eigenlijk heb ik alleen maar leuke ervaringen gehad met andere bands.”
CARACH ANGREN
Rockefeller, een voormalig badhuis, opende in 1986 zijn deuren in Oslo en heeft vrijwel continu concerten geprogrammeerd. Het heeft twee podia binnen de muren: de doorleefde maar statige Rockefeller Music Hall (capaciteit 1350) en de sfeervolle club John Dee (capaciteit 400). Ulsect en Dodecahedron stonden in John Dee, en straks ook AltarEgo. Limburgs theatrale black metaltrio Carach Angren staat echter op eerste paasdag prime time op het grote podium geprogrammeerd. Het is de tweede keer Inferno voor de band, die buiten de Nederlandse grenzen meer aanzien geniet dan veel metalfans beseffen. Ik vroeg Clemens “Ardek” Wijers, Carach Angren’s toetsenist en songschrijver, hoe ze in 2013 op Inferno zijn beland.
“Beetje saai misschien, maar we zijn toen gewoon benaderd. We speelden voor het eerst in Noorwegen in 2012, op het Karmøygeddon Metal Festival. Het jaar daarop stonden we al op Inferno. De organisatoren kenden elkaar ook wel. Ik herinner me dat we vanaf ons eerste album, dat was Lammendam uit 2008, meteen goed verkochten in Noorwegen. Wat grappig is, als je bedenkt hoeveel black metalbands Noorwegen zelf heeft. Wij zijn nogal over the top en zitten ook tegen andere genres aan. Dus dat dan net daar die interesse ligt, dat was best apart.”
NOOIT EEN HELE NOORSE TOURNEE
De meeste bands treden op in Oslo, Bergen, Trondheim en Stavanger, in de vier grote steden in het zuidelijke deel van Noorwegen, kortom. Het kan zijn dat ze dan een paar optredens regelen in de kleinere stadjes langs de route, vertelt Kristoffer Neegaard. “Denk aan Hamar, Lillehammer, Kristiansand, Arendal; daar zijn kleinere clubs die altijd interesse hebben. Je speelt voor de entree-opbrengst, want veel geld hebben ze niet. Maar presenteer je jezelf goed en heb je bewijs van eerdere ervaringen, dan zullen ze zeker interesse hebben. Wat ik zou adviseren is om contact te zoeken met lokale bands en kijken of je samen shows kunt boeken. Vooral in kleinere plaatsen kan dat goed werken.”
“We stoppen een deel van de fee in de productie. Hebben we eigenlijk altijd al gedaan, het is een beetje onze filosofie geworden” – Ardek, Carach Angren
Carach Angren is sinds 2012 “een keer of vijf” in Noorwegen geweest voor optredens. Altijd los, nooit een hele tour, juist omdat het zalencircuit zo verspreid is. Ardek: “Vorig jaar waren we bijvoorbeeld in het zuidpuntje van het land, in Kristiansand, op het Southern Discomfort festival. Toen merkten we wederom dat er echt een scene is, zeker voor ons soort muziek. De Noren vinden het leuk om een band uit een ander land te zien, hoe die hun muziek brengen. Om dezelfde reden doen we het in Amerika ook goed. Dat over the top, theatrale dat spreekt daar erg aan. In de Europese scene is meer hang naar authenticiteit, het moet wat obscuur zijn… En als je dan met een etalagepoppen-act op het podium staat, houdt het al snel op, haha.”
EIGEN VRACHTWAGEN MEE
Carach Angren zal op Inferno “de hele productie” neerzetten. En da’s heel wat meer dan een etalagepop alleen. “Een uitgebreide lichtshow, bewegende podiumdelen, enzovoort. Iets extra’s doen, vooral in deze muziek, dat is niet heel gebruikelijk. Mijn broer (drummer Ivo “Namtar” Wijers, red.) en ik rijden zoals het er nu naar uitziet met alle spullen naar Oslo. Daar trekken we drie dagen voor uit. Dat hoeft niet, ze verwachten dat niet van ons, maar we willen het graag zelf. We stoppen een deel van de fee in de productie. Hebben we eigenlijk altijd al gedaan, het is een beetje onze filosofie geworden. We willen ons onderscheiden. En ik kreeg groen licht van de organisatie, dat het allemaal oké is. Oslo is nog te doen met een vrachtwagen, die oversteek en zo. Verder weg wordt lastig, en invliegen is gewoon onmogelijk. De anderen komen wel met het vliegtuig, hoor.”
De conferentie laat Carach Angren overigens aan anderen over. “Ik ben wel blij dat ik me daar niet zo mee bezig hoef te houden. We hebben een boeker en een management en die zijn daar als een vis in het water. Het is altijd leuk om mensen te ontmoeten, maar ik ben in hart en nieren componist en muzikant en daar ben ik het liefst fulltime mee bezig.”
IEDEREEN BENADERBAAR
Net zo goed als het Inferno Metal Festival een van de vele metalfestivals is in Noorwegen, is de bijbehorende conferentie niet de enige muziekconferentie die in het land wordt belegd. Begin maart stond Oslo bijvoorbeeld weer in het teken van by:Larm, volgens Inferno’s Kristoffer Neegaard “bijna even groot als Eurosonic”. Daar wordt sinds een paar jaar ook heavy muziek geprogrammeerd, onder de noemer by:Larm Black. Dat betreft dan showcases van Noorse acts die aan het begin van hun carrière staan. Kristoffer: “Dat by:Larm een tijd geen metal deed komt doordat de scene als geheel een beetje op zijn gat lag. Het was gewoon niet zo spannend wat er in Noorwegen gebeurde, en dat is nu weer anders. De laatste twee, drie jaar is er een boost in diversiteit in het metalgenre. Hybrides van verschillende stijlen doen het goed, ook bij een jonger publiek.”
“Het is echt een metalfamilie, zoals iedereen daar bijeen is” – Arno Frericks, Ulsect
Het lag voor de hand dat er een koppeling zou komen tussen Inferno en by:Larm. “Toen ze begonnen met by:Larm Black waren we een beetje teleurgesteld over het feit dat ze voornamelijk voor black metalbands kozen, en dus in ons vaarwater terecht kwamen. Maar dat is allemaal opgehelderd. Music Norway heeft ons bijeen gebracht en we werken nu tot op zekere hoogte samen. We hebben uiteindelijk hetzelfde doel, nietwaar: de export van Noorse artiesten stimuleren en nieuwe acts introduceren aan een groot publiek.” Waarbij Inferno zich heel duidelijk op de extreme metal-business richt. “Ben je hongerig genoeg naar een volgende stap, dan hebben wij de meeste mensen in de industrie hier mooi verzameld. In plaats van jarenlang proberen mensen te benaderen op afstand, kun je hier in een paar dagen iedereen ontmoeten. Dat blijft ons belangrijkste verkoopargument. Ik durf te zeggen dat iedereen die hier rondloopt benaderbaar is. Of ze ook willen praten is natuurlijk aan ieder persoonlijk, ik kan ze niet dwingen. Maar zo zou het moeten zijn: introduceer jezelf en praat vrijuit.”
TICKETS
Ben je geïnteresseerd in de Inferno Metal Conference? Een Conference ticket kost je 680 Noorse kronen, wat neerkomt op ruim 69 euro. Daarmee krijg je toegang tot panels en clinics, en krijg je de contactgegevens van op de conferentie aanwezige labels, managers, boekers en programmeurs. Op de website staat al een (onvolledige) eerste opsomming van namen.
Als conferentiebezoeker heb je niet automatisch toegang tot het Inferno Metal festival. Begin maart waren de vier-dagen-passen al uitverkocht en waren er enkel nog tickets voor losse dagen beschikbaar. Tickets en meer info. Het programma voor het Inferno Metal Festival vind je hier.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.